Giro d’Italia 2019: Dit is het parcours
In Milaan, de thuisstad van de gezaghebbende sportkrant La Gazzetto dello Sport, is het rittenschema van de Giro d’Italia 2019 bekendgemaakt. Deze 102e editie, die 11 mei begint in Bologna, telt bijna zestig kilometers tegen de klok – verdeeld over drie individuele tijdritten. Daarmee scoort La Corsa Rosa flink hoger dan bijvoorbeeld de volgende Tour de France. Het voornaamste klimwerk wacht in de tweede en derde week.
Meteen tijdrijden in Bologna
De Grande Partenza wordt gehouden in de regio Emilia-Romagna. Het peloton moet alert zijn, want er staat in Bologna direct een 8,2 kilometer lange individuele tijdrit op het menu. Na zes vlakke kilometers wordt er afgesloten met de beklimming van de San Luca (2 km á 9,7%). De rit tegen de klok is de eerste van in totaal drie tijdritten (aan totaal 58,5 kilometer). Daarmee overtreft deze editie die van vorig jaar, toen er twee tijdritten (totaal 44,2 kilometer) moesten worden afgewerkt. Ter vergelijking: de Tour 2019 telt ‘slechts’ 27 individuele tijdritkilometers.
Daarna trekt de route over de Apennijnen zuidwaarts richting Toscane, waar de Giro een eerbetoon brengt aan de vijfhonderdste sterfdag van de beroemde renaissancist Leonardo da Vinci. Na enkele ritten langs de Tyrreense Zee waarbij onder andere toeristenoord Orbetello wordt aangedaan, doet het peloton in de rit naar San Giovanni Rotondo het zuidelijkste puntje van deze Giro aan. Dieper in de laars gaan de renners ditmaal niet.
Klimmers tot de tweede week in de wachtkamer
De zevende rit brengt de renners naar L’Aquila, tien jaar nadat deze stad werd getroffen door een aardbeving. Vervolgens trekt de Giro verder noordwaarts. Dan staat het peloton de tweede tijdrit te wachten; een 34,7 kilometer lange beproeving naar dwergstaat San Marino, dat al vaker Giro-tijdritten ontving – kort voor de eerste van twee rustdagen. Vorig jaar waren het er drie, omdat La Corsa Rosa toen in Israël begon.
In de elfde rit staat een aankomst gepland in Novi Ligure, de geboorteplaats van de Costante Girardengo. In Piemonte begint dan het serieuze klimwerk; in de rit naar Pinerolo moeten al de nodige hoogtemeters worden gemaakt, maar in de bergrit naar het meer Lago Serrù ligt de aankomst op ruim 2200 meter hoogte. De slotklim Col del Nivolet is zelden gebruikt, maar geniet enige bekendheid dankzij de film The Italian Job.
Vuurwerk in zware slotweek
Een volgende bergrit naar Courmayeur, waarin opnieuw moet worden geklommen tot 2000 meter hoogte, brengt de renners dicht bij de Franse grens. De rit naar Como lijkt een heruitgave van de Ronde van Lombardije, met in de finale de Madonna del Ghisallo, de Colma di Sormano en de Civiglio. Daarna wacht de tweede en laatste rustdag, die de renners wellicht hard kunnen gebruiken: het klimwerk is immers nog niet voorbij.
Na de rustdag volgt er een loodzware slotweek in de Dolomieten. In de rit naar Ponte di Legno krijgen de renners de Passo Gavia en de Mortirolo voor de kiezen. Voorts wachten aankomsten in Anterselva, Santa Maria di Sala en San Martino di Castrozza. Daags voor het einde volgt er een rit over de Passo Manghen en de Passo Rolle, die eindigt op de Croce d’Aune. In Verona valt de Giro met opnieuw een tijdrit in een definitieve plooi.
Het volledige parcours
Etappeschema Giro d’Italia 2019
Zat. 11 mei – Etappe 1: Bologna – San Luca (individuele tijdrit / 8,2 km)
Zon. 12 mei – Etappe 2: Bologna – Fucecchio (200 km)
Ma. 13 mei – Etappe 3: Vinci – Orbetello (219 km)
Di. 14 mei – Etappe 4: Orbetello – Frascati (228 km)
Wo. 15 mei – Etappe 5: Frascati – Terracina (140 km)
Do. 16 mei – Etappe 6: Cassino – San Giovanni Rotondo (233 km)
Vr. 17 mei – Etappe 7: Vasto – L’Aquila (180 km)
Zat. 18 mei – Etappe 8: Tortoreto Lido – Pesaro (235 km)
Zon. 19 mei – Etappe 9: Riccione – San Marino (individuele tijdrit / 34,7 km)
Ma. 20 mei – Rustdag
Di. 21 mei – Etappe 10: Ravenna – Modena (147 km)
Wo. 22 mei – Etappe 11: Carpi – Novi Ligure (206 km)
Do. 23 mei – Etappe 12: Cuneo – Pinerolo (146 km)
Vr. 24 mei – Etappe 13: Pinerolo – Ceresole Reale (Lago Serrù) (188 km)
Zat. 25 mei – Etappe 14: Saint Vincent – Courmayeur (Skyway Monte Bianco) (131 km)
Zon. 26 mei – Etappe 15: Ivrea – Como (237 km)
Ma. 27 mei – Rustdag
Di. 28 mei – Etappe 16: Lovere – Ponte di Legno (226 km)
Wo. 29 mei – Etappe 17: Commezzadura (Val di Sole) – Anterselva / Antholz (180 km)
Do. 30 mei – Etappe 18: Valdaora / Olang – Santa Maria di Sala (220 km)
Vr. 31 mei – Etappe 19: Treviso – San Martino di Castrozza (151 km)
Zat. 1 juni – Etappe 20: Feltre – Croce D’Aune-Monte Avena (193 km)
Zon. 2 juni – Etappe 21: Verona – Verona (individuele tijdrit / 15,6 km)
Zat. 11 mei – Etappe 1: Bologna – San Luca (individuele tijdrit / 8,2 km)
Zon. 12 mei – Etappe 2: Bologna – Fucecchio (200 km)
Ma. 13 mei – Etappe 3: Vinci – Orbetello (219 km)
Di. 14 mei – Etappe 4: Orbetello – Frascati (228 km)
Wo. 15 mei – Etappe 5: Frascati – Terracina (140 km)
Do. 16 mei – Etappe 6: Cassino – San Giovanni Rotondo (233 km)
Vr. 17 mei – Etappe 7: Vasto – L’Aquila (180 km)
Zat. 18 mei – Etappe 8: Tortoreto Lido – Pesaro (235 km)
Zon. 19 mei – Etappe 9: Riccione – San Marino (individuele tijdrit / 34,7 km)
Di. 21 mei – Etappe 10: Ravenna – Modena (147 km)
Wo. 22 mei – Etappe 11: Carpi – Novi Ligure (206 km)
Do. 23 mei – Etappe 12: Cuneo – Pinerolo (146 km)
Vr. 24 mei – Etappe 13: Pinerolo – Ceresole Reale (Lago Serrù) (188 km)
Zat. 25 mei – Etappe 14: Saint Vincent – Courmayeur (Skyway Monte Bianco) (131 km)
Zon. 26 mei – Etappe 15: Ivrea – Como (237 km)
Di. 28 mei – Etappe 16: Lovere – Ponte di Legno (226 km)
Wo. 29 mei – Etappe 17: Commezzadura (Val di Sole) – Anterselva / Antholz (180 km)
Do. 30 mei – Etappe 18: Valdaora / Olang – Santa Maria di Sala (220 km)
Vr. 31 mei – Etappe 19: Treviso – San Martino di Castrozza (151 km)
Zat. 1 juni – Etappe 20: Feltre – Croce D’Aune-Monte Avena (193 km)
Zon. 2 juni – Etappe 21: Verona – Verona (individuele tijdrit / 15,6 km)
Het is irritant om te zien hoe erg alle wieler media de Giro nu framen als ronde waar veel tijdrit km's zitten vergeleken met de Tour. De Tour heeft een TTT en die heeft de Giro niet.
Dumoulin is tegenwoordig juist sterk op glooiende en heuvelachtige tijdritten, omdat ie de laatste jaren een stuk scherper staat. Types als Dennis en Martin zijn in het voordeel op helemaal vlakke parcours. Zie het WK 2017 bijvoorbeeld, met een pittige slotklim. Of de afsluitende rit in de tour van 2018. Glooiend tot heuvelachtig, en Tom is ijzersterk. WK 2018 ook natuurlijk, al was Dennis daar de (veel) frissere man.
Gewoonnog een jaartje Giro en pas in 2020 de tour.
Dumoulin behoort als klimmer bij de absolute wereldtop. Daarnaast is hij in tegenstelling tot de meeste klimmers ook wereldtop in het tijdrijden, en laat er nou 60km tijdrit in de giro zitten volgend jaar.
Dumoulin heeft zoveel klasse dat hij overal kanshebber is, maar puur qua parcours is dit geen ideale Giro. Buiten het ontbreken voor veel pure tijdritkilomters, waar hij veel verschil had kunnen maken op de pure klimmers, zitten er ook aardig wat opeenvolgende zware bergritten (op hoogte) in de laatste week. Ik zou vrij veel veranderen aan het parcours, om er een ideaal Dumoulin parcours van te maken.
Drie keer tijdrijden en bergop hoeft dumoulin voor niemand meer onder te doen. Hooguit wat seconde verliezen, wat hij eventueel kan goed maken in een tijdrit.
Ik zeg tom doe de giro vuelta en laat de tour maar voor wat het is dit jaar.
Ga voor de tour als het parcours je toelacht.
+ Tijdritkilometers en bergen lijken redelijk in balans. Had wel graag gezien dat een van de tijdritten vlak was geweest, lijkt allemaal iets te veel op elkaar zo.
+ Etappe 13. Ideale aanloop naar de slotklim en ideale plek in de ronde om je zwaarste aankomst bergop te hebben. Finish op Nivolet zelf was inderdaad nog beter geweest, maar zal wel logistiek niet haalbaar zijn.
+ Etappe 14. Heeft alles wat een korte bergetappe nodig heeft: na een zwaardere etappe, de etappe erna schrikt niet af en het verschil moet voor de slotklim gemaakt worden. ASO, leer hiervan.
+ Etappe 15. De lengte en de voorafgaande dagen maken dat de verschillen op Civiglio tussen de klassementsrenners wel eens verrassend groot kunnen zijn, en die gaten zijn in het restant van de finale voor uitbreiding vatbaar.
+ Etappe 16. In essentie Mortirolo-Aprica met een andere, bijna identieke makkelijke slotklim in plaats van Aprica. Moet haast wel spektakel opleveren.
+ Niet te veel sprintetappes, en de sprinters moeten er vaak voor werken.
- De eerste week mist een bergaankomst, beetje vlees noch vis nu.
- Etappe 12. Ik begrijp dat, gezien de volgende etappes, dit niet door het hooggebergte gaat, maar een tweede klim rondom Pinerolo dichterbij de finish was geen overbodige luxe in wat een eerbetoon aan Coppi hoort te zijn.
- Etappe 17. In principe geen slechte keuze om de dag na Mortirolo er geen zware Dolomietenrit over Erbe en Furcia van te maken, maar tussen de twee laatste klimmen had dan Montassilone (5 km aan 12%) geplakt kunnen en eigenlijk moeten worden. Het is natuurlijk wel geen slechte etappe voor een verrassingsaanval.
- Etappe 19. Een slotklim van 13 kilometer met een steilste kilometer onder de 7% zonder noemenswaardige aanloop.
- Etappe 10 en 11 zijn twee biljartvlakke etappes achter elkaar terwijl je zeker in etappe 11 de uitlopers van de Apennijnen had kunnen opzoeken om het iets levendiger te maken. Nu zijn het effectief twee extra rustdagen na de eerste rustdag, net als in de Tour 2017.
Etappe 20 kon wel eens geheel op de schop moeten, omdat delen van de weg over Passo Manghen deze week door overstromingen geheel zijn verwoest. Hoeft niet slecht uit te pakken, want er zijn betere aanlopen naar Croce d'Aune denkbaar.
Al met al een beter parcours dan de vorige twee jaar. Er schort in de eerste en het eind van de derde week van alles aan, maar daartussenin zitten een aantal (op papier) prachtige etappes. Hoop hier zoveel mogelijk grote namen aan de start te zien.
En Dumoulin heeft, net zoals Mollema, totaal geen spurt. een beetje hard naar de meet schuimbekken na een harde koers is iets anders dan een venijnig eindschot hebben.
Niet per se zwaarder of minder zwaar dan de Tour, qua parkoers. Dumoulin moet zich niet blind staren op TT-kilometers, want in dit soort tijdritten wint hij toch minder makkelijk minuten op de betere klimmers.
Etappe 3, 10, 11 en 18 zijn min of meer zekere sprints. Etappe 2 is ook wel te controleren voor een sprint van een uitgedund peloton als er een Colbrelli, Matthews of Ackermann meedoet. Etappe 5 heeft een lastige start maar moet te doen zijn voor de sprinters zo vroeg in de ronde. Etappe 8 is de finale een stuk makkelijker dan had gekund, maar het restant van de etappe na de laatste klim is over een bochtige, glooiende weg langs de kust met een late afdaling en dus niet al te makkelijk te controleren, al kan het nog steeds een sprint worden natuurlijk.
Ik tel dus 4 tot 7 sprints. Voor een Hodeg, laat staan een Mareczko, 4 á 5, tenzij ze er in etappe 8 per ongeluk aan blijven hangen én het een sprint wordt.
Naar mijn idee pakt Dumoulin in heuvelachtige tijdritten evenveel tijd op de andere klassementsrenners (en is hij beter tov andere tijdrijders -> grotere kans op dagwinst én 3 kansen ipv 1, toch een mooie bonus) als in een vlakke tijdrit. Zie bijvoorbeeld de twee tijdritten in de Giro 2017 en etappe 13 in de Tour 2016.
En bij 4 & 7 ben ik benieuwd naar de stijgingspercentages in de finale, maar afgaande op wat ik nu zie lijkt een Matthews-type me zeker kans te maken daar. Alsmede een Van Poppel bijvoorbeeld.
Van etappe 4 verwacht ik dat de aankomst dezelfde of vergelijkbaar is aan de slotklim (die begon namelijk ook in Vermicino) van het WK 1955 (4.4 km aan 4%). Dat zou vergelijkbaar zijn met etappe 2 van de voorbije Vuelta, maar met een vlakkere aanloop.
Van etappe 7 denk ik dat de aankomst dezelfde is als in [url=http://www.gazzetta.it/Speciali/Giroditalia/2010/pdf/ultimikm/ukm_11.pdf]2010[/url]. Dat was toen die etappe van 260 kilometer waar een derde van het peloton wegreed in stromende regen, Petrov won, een jonge Porte het roze pakte, Sastre en Wiggins terug in de race kwamen, maar Arroyo van die vlucht degene was die bijna de Giro won. Een toch al chaotische Giro werd door die dag de vreemdste en een van de meest spectaculaire grote rondes van deze eeuw. Meer van die lange etappes! ;)
Eén klimmetje in de finale van rit 2 had nog wel gekund, maar die tweede is er teveel aan voor de pure sprinters. Door de oplopende slotkilometers valt rit 4 voor mij af, wat overigens niet wil zeggen dat types als Sagan, Viviani, Van Poppel etc kansloos zijn.
Rit 5 begint met twee klimmetjes en is dusdanig kort, dat de pure sprinters te weinig gelegenheid hebben om terug te keren. Ook in rit 7 zie ik te weinig mogelijkheden voor echte sprinters om terug te keren.
De kans dat etappe 5 geen sprint gaat worden lijkt me erg klein. 115 kilometer gaat meer dan genoeg zijn voor een aantal sprintersploegen om alles te neutraliseren. Tenzij het inderdaad om Mareczko-achtige gasten gaat die ook nog eens bij de andere sprinters lossen. ;)
Ik hoop het niet, want ik denk dat hij meer kans maakt in de Giro 2019 - laat m daar maar starten!
Overigens eerste week bijzonder veel ritten 200 km en meer. Krijgt de Tour altijd kritiek op. De maatstaven voor kritiek op een parcours liggen wel erg selectief.
Net als het sprookje over het feit dat dit een parcours voor Tom zou zijn. In de laatste jaren blinkt hij met name uit in selectieve tijdritten die langer zijn. In die openingstijdrit zal hij amper tijdwinst boeken op de concurrenten. In de slottijdrit na 3 weken evenmin. Dan is de kans dat je in die ttt van 28 km Bardet en Pinot op grote achterstand rijdt nog groter. Daarnaast zijn de bergen in de Tour over het algemeen minder stijl en minder grillig.
Dus als Thijs 'anti Tour' Zonneveld en consorten nu eens eerlijk naar de parcoursen gaan kijken... Ik zou de Tour niet zomaar als een minder parcours willen noemen.
Vuelta, WK, Ronde van Lombardije.