Voorbeschouwing: Olympia’s Tour 2022
Komende week staat van donderdag 17 maart tot en met zondag 20 maart de enige en oudste, volledig Nederlandse rittenkoers op programma. Koersdirecteur Thijs Rondhuis zoekt een opvolger voor Sander De Pestel, die in het najaar van 2019 de laatste editie van Olympia’s Tour won. Wie mogen we in deze UCI 2.2-wedstrijd als de favorieten beschouwen en hoe ziet het parcours eruit? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Olympia’s Tour kent een rijke historie. Bijna 115 jaar geleden – in 1909 om precies te zijn – organiseerde wielervereniging A.S.C. Olympia uit Amsterdam de eerste editie. Nederlands kampioen Chris Kalkman wist in dat jaar de zege voor zich op te eisen. Dat deed hij in een ronde die drie etappes telde, met tussendoor zelfs een rustdag. In 1910 volgde de tweede editie, waarna de Eerste Wereldoorlog verdere doorgang van Olympia’s Tour dwarsboomde. In die tijd was het verboden om wielerwedstrijden op openbare wegen te organiseren.
Na een derde versie van Olympia’s Tour in 1927 (met de Duitser Rudolf Wolke als winnaar, voor Janus Braspennincx) werd OT pas na de vierde editie in 1955 een begrip. Sindsdien wonnen onder meer bekende namen als Henk Nijdam, Cees Priem, Fedor den Hertog, Gerrit Solleveld, Servais Knaven, Danny Nelissen, Matthé Pronk, Joost Posthuma, Thomas Dekker, Stef Clement, Tom Veelers, Lars Boom, Jetse Bol, Taylor Phinney, Dylan van Baarle en Cees Bol de oudste rittenkoers van Nederland. Jetse Bol is met drie eindzeges recordhouder.

Jetse Bol wint in Gendringen een etappe in Olympia’s Tour – foto: Cor Vos
Na de milleniumwissel was Olympia’s Tour vooral een Rabobank-feestje. Van de edities tussen 2002 en 2016 was een renner van die opleidingsploeg namelijk twaalf keer de beste. De winnaars in de laatste tien jaar werden bovendien allemaal beroepsrenners. Mede daarom is Olympia’s Tour een bakermat voor jong talent om aan te tonen dat zij klaar zijn voor het profbestaan. Die filosofie zette de organisatie in 2016 kracht bij, door de koers alleen nog voor beloften open te stellen. OT verhuisde wel van mei naar september.
Rondhuis wilde met die verplaatsing zijn koers promoveren tot voorbereidingswedstrijd op het WK voor beloften. Na drie edities (2016, 2017 en 2018) als uitsluitend U23-koers, stond de wedstrijd in 2019 niet op de internationale kalender. Dat had te maken met het feit dat er niet genoeg politiebegeleiding beschikbaar was. Om die reden werd in overleg met de Landelijke Eenheid besloten om Olympia’s Tour voortaan in maart te organiseren, omdat de toekomst van de wedstrijd dan gegarandeerd is. Nu de koers niet meer vlak voor het WK valt, stelt Rondhuis OT ook weer open voor elite-renners. “We willen alle Nederlandse continentale teams en clubploegen de gelegenheid geven media-aandacht te genereren met deze wedstrijd, die nog altijd op waarde geschat wordt”, geeft hij als tweede reden mee.

Het podium van de eerste volledige beloftenuitgave in 2016: Cees Bol, Pavel Sivakov en Hartthijs de Vries – foto: Cor Vos
Laatste tien winnaars Olympia’s Tour
2021: geen editie i.v.m. corona
2020: geen editie i.v.m. corona
2019: Sander De Pestel
2018: Julius Johansen
2017: Pascal Eenkhoorn
2016: Cees Bol
2015: Jetse Bol
2014: Berden de Vries
2013: Dylan van Baarle
2012: Dylan van Baarle
2011: Jetse Bol
2010: [falg:us] Taylor Phinney
Vorige editie
Ten gevolge van de coronapandemie moeten we voor de laatste uitgaven van Olympia’s Tour terug naar 2019, toen dus een koers op de nationale kalender. In de eerste etappe trok Coen Vermeltfoort (rijdend voor zijn clubteam WV De Peddelaars) aan het langste eind op de VAM-berg. Hij versloeg in na een machtige sprint Florian Vermeersch en Jordi Meeus.

In oktober 2019 was Coen Vermeltfoort de beste op de VAM-berg – foto: Cor Vos
De tweede etappe mondde uit in een groots waaierspektakel en zorgde voor grote verschillen in het klassement. Een kopgroep van veertien renners bleef uit de greep van het peloton. Uiteindelijk scheidden zich daar zeven vluchters van af, waarbij Stan Van Tricht in de straten van Twello de sprint won en daarmee de leiderstrui van Vermeltfoort overnam.
Het Overijsselse Hardenberg was het decor voor de derde rit. Deze viel ten prooi aan Arvid de Kleijn van Metec-TKH. Op zes kilometer van de finish wisten zes renners te ontkomen aan de controle van SEG Racing Academy. De spurter was sluw mee geslopen in een groepje dat ook voor het klassement reed. Het was voor De Kleijn in de sprint daarna een koud kunstje.
Met een heel kleine voorsprong zou Van Tricht de slotrit met finish in Tiel aanvatten. De gehele dag werd er slag om slinger gedemarreerd. Uiteindelijk was het de nu gestopte Jason van Dalen die het juiste moment koos en bijna snoepte hij nog de eindzege mee ook. Die ging uiteindelijk naar Sander De Pestel, die net een gaatje creëerde op leider Van Tricht.

Sander De Pestel werd eindwinnaar in 2019 – foto: Cor Vos
Olympia’s Tour 2019 – Eindklassement
1. Sander De Pestel (Lotto Soudal U23) in 13u15m41s
2. Jason van Dalen (Metec-TKH) +2s
3. Stan Van Tricht (SEG Racing Academy) +3s
4. Adne Koster (WV De Kannibaal) +14s
5. Marijn van den Berg (Metec-TKH) +35s
6. Rick Ottema (Metec-TKH) +1m05s
7. Florian Vermeersch (Lotto Soudal U23) +1m12s
8. Wiebe Scholten (Sensa-Kanjers voor Kanjers) +1m15s
9. Max Kroonen (VolkerWessels-Merckx) +1m21s
10. Sjors Dekker (NWVG-Fila-Nijwa Trucks) +1m22s
Volledig eindklassement
Parcours
Koersdirecteur Thijs Rondhuis heeft met zijn organisatie Courage Events een afwisselend parcours uitgestippeld in Noord-Nederland, voor deze 68e editie van Olympia’s Tour. Behoudens de pure klimmers, is er voor iedere renner wat wils. Er is een ploegentijdrit, een finish bovenop de VAM-berg, een potentiële waaierkoers in Noord-Groningen en er zijn een aantal stroken met Drentse flinten opgenomen. Leuk detail: de tweede etappe gaat over het NK-parcours van de laatste jaren, terwijl de derde en vierde etappe gaan over de routes van twee nationale klassiekers: de Ronde van Groningen en de Dorpenomloop Drenthe.

Een Drentse strook met flinten tijdens de Ronde van Drenthe 2022 – foto: Youri IJnsen/WielerFlits
Donderdag 17 maart – Etappe 1a: Collendoorn – Hardenberg (10,4km)
Olympia’s Tour begint donderdag 17 maart met een korte ploegentijdrit van 10,4 kilometer rondom Hardenberg. De ploegen starten in het dorpje Collendoorn waarna ze koers zetten naar het noordoostelijk gelegen Gramsbergen. Tussen de dorpjes Engeland en Anevelde buigen de teams in een bochtig deel van het parcours weer af in zuidelijke richting naar Hardenberg. Nadat ze via een brug de rivier Overijsselse Vecht zijn overgestoken, volgt nog een laatste bocht op 700 meter voor het einde. De finish is vervolgens getrokken op de Parkweg, in het noordelijke deel van het centrum. Dat is het hoofdkwartier voor dag één.
De ploegentijdrit is voor deze lengte behoorlijke technisch te noemen. Er zitten tien haakse bochten in de route, waardoor gemiddeld gezien één keer per kilometer de snelheid eruit gaat. Wie daarna te snel optrekt, kan het hele team in de problemen brengen. Teams starten met zes renners, waarbij de tijd van de vierde renner geldt als eindtijd. Geloste renners krijgen de tijd waarmee ze over de finish komen. De 25 teams starten om de twee minuten.
Start: 10.00 uur in Collendoorn
Finish: 11.05 uur in Hardenberg
Donderdag 17 maart – Etappe 1b: Hardenberg – Hardenberg (74,6km)
De middagetappe van donderdag 17 maart is een korte vlakke rit van 77,6 km. De start is op de Parkweg, waarna ze via dezelfde wegen Hardenberg verlaten als waar ze er met de ploegentijdrit zijn ingereden. Vervolgens zetten de renners koers richting Gramsbergen, om ten zuidwesten af te buigen naar De Krim. Via de provinciegrens tussen Overijssel en Drenthe rijdt het peloton in een noordelijke lus om Slagharen heen. Ze schieten vervolgens onderlangs bij Dedemsvaart, waarna het pak via de polders koers zet naar Ommen. Daar rijden ze via de buitenwijken aan de oostkant van het plekje bij langs naar Zeesse.
Van daaruit buigen de coureurs linksaf om door het natuurreservaat Eerderveld te koersen. Daar rijden de renners even door de beschutting, om ten noordwesten van Vroomshoop (van FM Radiostation De Norton, ergens in Twente; vrij naar De Pamperboys) daar weer uit te rijden. Via Kloosterdijk en Bergentheim rijden ze eventjes terug naar Mariënberg, waarna ze via Rheeze de zuidkant van Hardenberg in rijden. De finish is daarna opnieuw op de Parkweg, die ze via dezelfde weg benaderen als waar ze er zijn weggereden. De laatste bocht ligt dus op 750 meter voor het einde en op 400 nemen ze nog een rotonde rechtdoor. De wind lijkt donderdag niet sterk genoeg voor waaiers en dus verwachten we een massasprint.
Start: 14.00 uur in Hardenberg
Finish: 15.44 uur in Hardenberg
Vrijdag 18 maart – Etappe 2: Westerbork – Col du VAM (173,1 km)
Op papier is de tweede etappe van deze Olympia’s Tour degene waarin de grootste verschillen kunnen ontstaan. De start is in Westerbork, dat wereldwijd berucht is vanwege het gelijknamige doorgangskamp tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanuit dit voorportaal werden ruim 102.000 in Nederland wonende Joden en 245 Roma per trein gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen in Duitsland, Polen en Tsjechië. Tegenwoordig is het terrein een openluchtmuseum. De huiveringwekkende verhalen en de kille sfeer grijpen je vandaag de dag nog aan. Als je in de buurt bent, is het de moeite waard om te bezoeken.
Voor Courage Events is de start van deze etappe een test. Tijdens het komende NK op de weg zal Westerbork namelijk ook de start van de koersen bij de elite mannen en elite vrouwen huisvesten. Vanuit de start volgt een lange lus door de provincie, langs bekende dorpjes als Borger, Gasselte, Buinen, Exloo, Odoorn, de stad Emmen (waar de renners langs de finishstreep van het NK 2015 ter hoogte van dierenpark Wildlands komen), Sleen en Wijster passeren. En wie dat laatste plekje hoort, verbindt daar onlosmakelijk de VAM-berg aan. De geasfalteerde vuilnisbelt is sinds corona bezig aan een opmars in wielerland.
Op en rondom de zogenoemde Col du VAM rijden de renners zes rondes van veertien kilometer. Die omloop kennen we van het NK 2021 en ook in de jongste Ronde van Drenthe kwam deze route vijf keer voor. Het peloton zal de klim oprijden via de bekende weg: aan de zijde van het Atteropad omhoog (600 meter, 5,9% gemiddeld), waarbij de finish is getrokken bovenop de bekende flintenstrook (met een uitschieter naar 15%). Aansluitend is er een korte afdaling en rijdt het peloton via de geasfalteerde MountVAMpad (300 meter, 9,7% gemiddeld) omhoog. Daarna volgen een aantal lange rechte stukken in een open landschap, voordat de renners weer terugkeren op het terrein van de VAM-berg. Positioneren is key.
Start: 12.00 uur in Westerbork
Finish: 15.56 uur op Col du VAM (Drijber)
Zaterdag 19 maart – Etappe 3: Leek-Leek (182,6 km)
De derde etappe in deze Olympia’s Tour gaat over hetzelfde parcours als de Ronde van Groningen, een nationale klassiekers. De start is in Leek ter hoogte van het hoofdkantoor van Amysoft. Van daaruit zetten de renners koers richting Zuidhorn, de geboorteplaats van Bauke Mollema. Nadat ze bijna tot in Grijpskerk zijn gereden, rijden de renners terug in de richting van de stad Groningen. Deze passeren ze aan de noordzijde, waarna ze ook langs Bedum rijden. Dat is de geboorte- en woonplaats van oud-stervoetballer Arjen Robben. Via Ten Boer, Middelstum en Doodstil gaat het naar het door aardbevingen getroffen Loppersum.
Daarna zetten de renners via Leermens en ’t Zandt koers naar de Waddenkust. Daar rijdt het peloton onder meer langs Uithuizermeden, Warffum, Baflo, Eenrum, Kleine Huisjes, Kloosterburen en Ulrum. Vervolgens gaat het parcours verder langs de Fries-Groningse provinciegrens, waarbij ze onder meer Visvliet en Grootegast door rijden. Zo meandert het peloton door tot dat ze weer aan de zuidkant van Leek uit komen. Na een lange, rechte weg volgt dan op 1,2 kilometer voor het einde nog een ruime chicane. De laatste 900 meter zijn in een rechte lijn, waardoor er alle ruimte is voor een mooie sprint. Die kans is echter klein, omdat de wind op vrijwel het gehele parcours vrij spel heeft. Waaiers zijn hier verzekerd.
Start: 12.00 uur in Leek
Finish: 16.08 uur in Leek
Zondag 20 maart – Etappe 4: Assen-Assen (162,1 km)
Ook de laatste rit van Olympia’s Tour kent een klassiekerprofiel. Deze etappe voert namelijk over de route van de vermaarde Dorpenomloop Drenthe. De start is op de Dr. Nassaulaan, ter hoogte van het in Assen bekende hertenkamp. Nadat de Drentse hoofdstad aan de westkant uitgereden is, zetten ze koers naar Norg – bekend van de grindkoers Slag om Norg. Daar rijden ze omheen, net als dat ze dat ook doen bij Donderen en Vries. Via tal van Drentse dorpjes gaat het dan in de richting van Gieten, dat weer bekend is vanwege de Superprestige-cross. Vlak na dit dorp volgt een eerste, korte flintenstrook bij Gasselte.
De renners rijden vervolgens voorbij nog een aantal van deze wegen met Drentse keien, zoals die bij Exloo en Odoornerveen. In de Ronde van Drenthe doen ze die stroken bijvoorbeeld wél aan. Net na Borger duiken de renners vervolgens wel de bossen in en daar volgt bij Westdorp een de 1,6 kilometer lange met flinten bedekte Steenhopenweg. Dat is de scherprechter, op veertig kilometer voor het einde. Daarna gaat de route via Grolloo (de woonplaats van voetbalanalyticus Johan Derksen) naar Assen, om dan nog één keer naar het zuidelijk gelegen Hooghalen te rijden. Via open en bochtige wegen valt de koers in een plooi in Assen, waar de laatste anderhalve kilometer op de rechte Dr. Nassaulaan plaatsvinden.
Start: 12.00 uur in Assen
Finish: 15.45 uur in Assen
Favorieten
Er staat deze editie van Olympia’s Tour een divers deelnemersveld aan de start die bestaat uit zowel Continentale ploegen, nationale selecties als nationale clubteams. De meeste renners hebben intussen een aantal koersen in de benen, want ook op Nederlands grondgebied werd er reeds gekoerst tijdens de Visit Fryslân Elfsteden Race, de Dorpenomloop Rucphen en de Ronde van Drenthe. Toch liggen er nog niet heel veel koersen achter ons, waardoor het geen gemakkelijke opgave is om de favorieten voor deze wedstrijd te noteren. Bovendien is de kans groot dat een outsider er met de winst vandoor gaat.
Dat heeft ook deels te maken met de ploegentijdrit die op dag één valt. Hoewel de afstand relatief kort is, lijken renners van teams die meer dan dertig seconden verliezen al bij voorbaat kansloos voor de eindzege. In de ploegentijdrit geldt de tijd van de vierde renner. Coureurs die achteropraken, krijgen hun eigen tijd aan de finish. De sterkste teams voor deze rit zijn op papier VolkerWessels, ABLOC, Metec-Solarwatt, BEAT Cycling, Riwal, WiV SunGod, HRE Mazowsze Serve Polski, Leopard en Motala Aif Seneke. Ook als de koers zich in het weekend in waaiers ontaardt, lijkt de eindwinnaar bij een van deze teams te zitten.

Reinders verslaat Van Dijke in de Visit Friesland Elfsteden Race – foto: Sportfoto.nl
Waaiers tekenden de nieuwe Friese UCI 1.2-koers anderhalve week geleden en dat is ook heel goed mogelijk tijdens de komende Olympia’s Tour. In dat geval is het uitkijken geblazen naar Elmar Reinders. De sterke Drent vierde afgelopen week zijn dertigste verjaardag en hij verkeert duidelijk in goede vorm. De hardrijder van Riwal smeet in Friesland met zijn krachten en trok de zege uiteindelijk naar zich toe door van kop af aan de intrinsiek snellere Mick van Dijke te kloppen. Ook in de Ronde van Drenthe schoof hij attent mee, maar daar kreeg de thuisrijder af te rekenen met pech op de VAM-berg. Hij zint in OT op wraak.
Een van de revelaties van de eerste Nederlandse wedstrijden, is Joren Bloem. De 22-jarige renner uit het Gelderse Hall werd na waaiers zevende in de Visit Fryslân Elfsteden Race en in de hoger aangeschreven Ronde van Drenthe overleefde hij ook de forcing. Dries Van Gestel won die koers en was er onder de indruk van Bloem, die zelf vijfde werd. In februari noteerde de renner van ABLOC ook al een derde plek tijdens een massasprint in een Turkse 1.2-koers. Het mag duidelijk zijn dat Bloem, die namens zijn club Sensa-Kanjers voor Kanjers vorig jaar al eens vijfde werd in de Poolse U23-koers Carpathian Courier Race, in vorm is.
De grootste tegenstand uit het buitenland komt ongetwijfeld van de Poolse Continental-formatie HRE Mazowsze Serve Polski. Sterker nog: de roodhemden waren in 2021 het beste team van dat niveau ter wereld. Zij brengen met Jakub Kaczmarek een van hun sterkste renners aan het vertrek. De 28-jarige ex-prof (CCC) kende in 2021 zijn beste jaar tot nu toe. Hij werd onder meer achtste in de Ronde van Bulgarije (2.2), vierde in de CCC Tour (2.2) en hij won de Ronde van Roemenië (2.1). Een jaar eerder won hij ook al de Ronde van Belgrado (2.1). In eendagskoersen staat de Pool ook zijn mannetje, dus men is in OT gewaarschuwd.
Net als de Poolse equipe, heeft ook VolkerWessels een ijzersterk team voor de ploegentijdrit samengesteld. Dat zal Maikel Zijlaard goed uitkomen. De 22-jarige Rotterdammer geldt al jaren als groot talent voor de klassiekers. Maar ondanks twee jaren bij talentenfabriek Hagens Berman Axeon en twee jaar opleiding bij SEG Racing Academy, kon hij nog niet doorstoten naar de profs. Reden: hij wint te weinig. Wat dat betreft is hij 2022 voortvarend begonnen, want afgelopen zondag won hij na een straffe solo de Dorpenomloop Rucphen. Deze ronde is de kasseienvreter op het lijf geschreven: Zijlaard is ook snel aan de meet én hij reed op de omloop van de VAM-berg tijdens de laatste twee NK’s U23 bij de eerste tien.
Bij Riwal zullen de meeste ogen gericht zijn op Emmenaar Reinders, maar ze hebben nog een Nederlands ijzer in het vuur. De oranjehemden uit Denemarken brengen namelijk ook Martijn Budding aan het vertrek. De 26-jarige Veenendaler was net als zijn ploegmaat al drie jaar prof en die ervaring kan de doorslag geven dit weekend. Budding is niet per se een sprinter, maar smijt zich wel vaak in de spurts. Daarnaast is hij met zijn explosiviteit een gevaarlijke klant voor de etappe met aankomst op de VAM-berg. Buddings vorm is in ieder geval stijgende, ondanks dat hij in de laatste twee Nederlandse koersen de slag miste.
Net als ABLOC en VolkerWessels, zal ook Metec-Solarwatt zich in deze koers willen laten zien. De ploeg trekt met drie van de vier eliterenners naar Noord-Nederland en met Axel van der Tuuk en Tibor Del Grosso heeft Michel Megens ook twee van zijn grotere talenten opgesteld. De drie genoemde renners hebben overigens iets gemeen: ze rijden allemaal een veredelde thuiskoers. Van der Tuuk en Del Grosso komen uit Drenthe, terwijl Rick Ottema uit Groningen afkomstig is. De 29-jarige hardrijder maakte afgelopen weekend in de Ronde van Drenthe nog een ijzersterke indruk met plek negen vanuit de vroege vlucht. In 2019 reed hij zijn enige OT, waarin hij zesde werd. Reken maar dat hij zich toont in de rit van zaterdag.
De vierde renner uit het Noorden van Metec-Solarwatt die hier als vooruitgeschoven pion geldt, is Hartthijs de Vries. De 25-jarige Fries is sinds zijn beloftentijd altijd op de afspraak in dit soort koersen. Wat heet: in 2016 stond hij bij zijn eerste deelname meteen op het eindpodium. Na winnaar Cees Bol en Pavel Sivakov werd hij toen derde. De Vries gaf onlangs in een openhartig interview met WielerFlits aan er nog één keer alles aan te willen doen om een profcontract te bemachtigen. Hij begon zijn seizoen goed met een vijfde plek in de Visit Fryslân Elfsteden Race, maar daarna liep hij corona op. Daarvan ondervindt de Friese allrounder nog wel wat naweeën, waardoor hij zijn ambities iets heeft moeten bijstellen.
Nog een speler die al jarenlang zichzelf van voren laat zien in Nederlandse UCI-koersen van dit niveau, is Joshua Hüppertz. De 27-jarige renner uit het Duitse Aken vlak over de grens bij Limburg rijdt sinds 2014 voor Lotto-Kernhaus. Was er een Duits ProTeam geweest, dan had deze snelle man waarschijnlijk al lang en breed een profcontract getekend. Hüppertz komt altijd goed voor de dag in eendagsklassiekers, ook in Belgische 1.1-koersen als de GP Jef Scherens bijvoorbeeld. Aangezien deze Olympia’s Tour na de eerste dag eigenlijk bestaat uit drie losse klassiekers, kunnen ze beter rekening houden met de Duitsers. Afgelopen seizoen boekte Hüppertz – die een sterk eindschot heeft – in de Sazka Tour (2.1) zijn eerste profzege.
DARE Development is de opleidingsploeg van het bewierookte Noorse ProTeam Uno-X. Zij brengen een aantal jonge talenten naar Overijssel, Drenthe en Groningen. Sterke klimmers Magnus Kulset en Magnus Brynsrud zullen hier misschien niet meteen komen bovendrijven, maar er rijdt nog een pareltje rond die gemaakt is voor dit werk: Stian Fredheim. De 19-jarige Noor heeft na een lastige koers een ferm sprintje in zijn benen. Vorig jaar verzamelde hij bij de junioren een hele rits korte ereplaatsen. Ook won de Noor ritten in de Vredeskoers en de GP Rüebliland. Als klap op de vuurpijl won hij een apocalyptische editie van Parijs-Roubaix U19 voor EK-tijdritkampioen Alec Segaert en wereldkampioen Per Strand Hagenes.
Waar Fredheim zich staande hield in Rucphen, deed Madis Mihkels dat ook in de Visit Friesland Elfsteden Race. Dat was weliswaar in de derde waaier, maar hij reed die koers wel uit. Net als de Noor hierboven, is de 18-jarige Est een eerstejaarsbelofte. Maar het feit dat hij voor 2023 al een WorldTour-contract getekend heeft bij Intermarché-Wanty Gobert, verraadt wat voor een talent hij is. De jongeling boekte in het U19-circuit vorig jaar liefst tien zeges. Dat waren wel allemaal wedstrijden in Polen, Litouwen, Hongarije en zijn thuisland, zal de kritiek zijn. Zijn bronzen medaille op het WK in Leuven was daarop Mihkels antwoord. Naar verluidt trapt hij gigantische vermogens weg. Hij is daarnaast snel na een zware koers.

Mihkels werd derde op het WK U19, achter Per Strand Hagenes en Romain Grégoire – foto: Cor Vos
Mihkels’ ploeg Ampler-Tartu2024 en DARE Development horen niet meteen tot de topfavorieten voor de ploegentijdrit, maar zij kunnen wellicht gebruikmaken van hun relatieve onbekendheid in de etappes die later in het weekend volgen. Verder moeten we het vooral zoeken bij de teams die in rit 1a dus goed voor de dag komen. Wat dat betreft zal VolkerWessels een goede beurt maken. Zij brengen onder meer sterke renners als Peter Schulting en ex-prof Bert-Jan Lindeman aan het vertrek. Die laatste toonde zich de voorbije twee wedstrijden al goed van voren. Ook Bart Lemmen is daar niet te onderschatten.
Naast Lindeman staan er nog coureurs aan de start die vorig jaar rondreden in de WorldTour. Ben Perry (28) bij Astana-Premier Tech, maar een hoogvlieger was hij allerminst. Toch kan die ervaring en hardheid de Canadees van WiV-SunGod helpen in Olympia’s Tour. Datzelfde geldt voor Emil Vinjebo bij Riwal, die tot voor dit jaar ploegmaat van Lindeman was bij Qhubeka NextHash. Motala AIF Serneke Allebike uit buurland Zweden brengt dan weer een aantal sterke tijdrijders aan het vertrek. Met de ploegenchrono in ogenschouw, kunnen Jacob Ahlsson, Richard Larsén en Edvin Lovidius ook een rol spelen in het klassement.

Lindeman reed vorig jaar nog in de WorldTour – foto: Cor Vos
Op die manier is het ook rekening houden mar Kaczmareks ploeggenoot Norbert Banaszek. Voor het Luxemburgse Leopard en BEAT Cycling moet een goede ploegentijdrit ook de basis zijn voor een kort resultaat in het eindklassement. Bij de eerstgenoemde ploeg zijn de Zeeuw Jarno Mobach en de sterke Duitser Justin Wolf daarvoor de aangewezen personen, terwijl ex-Nederlands beloftenkampioen Stijn Daemen dat bij BEAT is. Schaduwfavorieten aanwijzen bij de clubteams is lastig, maar toch willen we Stef Krul (NWVG) en Jasper de Laat (TWC De Kempen) aanstippen. Beiden hikten in het verleden tegen een profcontract aan.
Tot slot nog ABLOC, dat meer paarden heeft om op te wedden. Met Bloem hebben ze een van de topfavorieten voor de eindzege in huis, maar wellicht schept dat juist kansen voor de renners daar net onder. Denk dan aan Bodi Del Grosso en de sterke Finse veldritkampioen Antti-Jussi Juntunen, maar vooral aan Tomáš Kopecký. De 21-jarige Nederlandse Tsjech richt zich na jaren veldrijden nu op de weg en maakte in de Ronde van Drenthe afgelopen weekend indruk. Hij werd veertiende. Kopecký is misschien wel de dark horse. Pas overigens ook op voor Valentin Götzinger. De Oostenrijkse kampioen van 2020 kan dit werk ook goed.

We kennen Kopecký ook uit de cross – foto: Cor Vos
Sprinters
Vrijdag, zaterdag en zondag staan er dus in feite drie losse klassiekers op het programma. Gezien het doorgaans onstuimige karakter van die wedstrijden, lijken de sprinters niet meteen aan hun trekken te komen. Uiteraard zijn alle wegen behoudens de VAM-berg zo vlak als een biljartlaken, maar alleen rit 1bin Hardenberg lijkt op zeker uit te draaien op een massasprint. Mocht het niet hard genoeg waaien, dan zouden ook de Ronde van Groningen op zaterdag en de Dorpenomloop Drenthe van zondag kunnen uitmonden in een groepsspurt. Maar vaak is er op die wegen maar een zuchtje wind nodig voor waaiers.
Toch sommen we de voornaamste snelle mannen in dit peloton nog even op. Denk vooral aan het vermaarde toptalent en ex-prof Alan Banaszek, nog altijd slechts 24 jaar. Hij won vorig jaar vijf keer op .2-niveau en hij werd tweede op het Pools kampioenschap. WiV-SunGod brengt ex-prof Matthew Gibson aan het vertrek, net als de pijlsnelle Oliver Wood. Bij Leopard is het uitkijken naar de rappe Luxemburger Colin Heiderscheid, terwijl er ook Scandinavische sprinters aan het vertrek verschijnen: de Noor Sakarias Koller Løland (DARE), de Deen Alexander Salby (Riwal) en de Zweed Linus Kvist (Motala AIF Serneke Allebike).

Banaszek is ook regerend Europees kampioen Omnium op de baan – foto: Cor Vos
Voor we het vergeten: ook opleidingsploeg EF Education-Nippo is aanwezig. Zij brengen de Japanse snelle man Atsushi Oka mee. Naast Hüppertz is Leslie Lührs ook een gevaarlijke spurter namens Lotto-Kern Haus; daarmee hebben we het buitenlandse geweld gehad. Vanuit Nederlands oogpunt is het vooral uitkijken naar de ervaren Roy Eefting van Allinq, Jesper Rasch bij ABLOC en het duo Roel van Sintmaartensdijk en Nick van der Meer bij VolkerWessels. Ook onder de klassementsfavorieten zijn een aantal snelle mannen, zoals reeds vermeld: Budding, Fredheim, Mihkels en Zijlaard hebben wel een harde koers nodig.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Elmar Reinders
*** Joren Bloem, Jakub Kaczmarek
** Maikel Zijlaard, Martijn Budding, Rick Ottema
* Hartthijs de Vries, Joshua Hüppertz, Stian Fredheim, Madis Mihkels
Deelnemerslijst (FirstCycling)
Website organisatie
Weer en tv
Het weer is Olympia’s Tour dit weekend goed gezind. Donderdag kan er nog wat regen vallen in Hardenberg, maar verder blijft het droog. Zeker op zaterdag en zondag is er veel ruimte voor de zon. Het kwik schommelt van donderdag tot en met zondag tussen de elf en veertien graden Celsius. Vrijdag staat de wind aan windkracht drie uit het noordoosten, de dagen erna aan windkracht vier uit het oosten. Voor de rit van zaterdag in het open landschap van Noord-Groningen betekent dit dat de wind in de beginfase pal op de neus staat, in het middenstuk vol in de rug en in de finale op de zij. Ideaal om het op de kant te gooien.
Zondag zal het helemaal een waaierspektakel opleveren, want dan staat een oostenwind vrijwel heel de dag goed om waaiers te trekken. Alleen in de finale staat het minder gunstig, maar tijdens de Visit Fryslân Elfsteden Race van twee weken geleden bleek al dat de koers ook in het eerste wedstrijduur al in een beslissende plooi kan vallen. Al dat geweld is overigens helaas niet op tv te zien. Wel kun je het wedstrijdverloop volgen tijdens de Volg Hiers op WielerFlits.
Reacties zijn gesloten.