Voorbeschouwing: Brabantse Pijl 2023 – Grote kans voor mannen van tweede rij
De Brabantse Pijl luidt woensdag een nieuw deel van het voorjaar in. Na Parijs-Roubaix komen de heuvelachtige klassiekers piepen en de Vlaams-Brabantse wedstrijd is de eerste koers in die rij. De echte grote namen ontbreken, maar dat zorgt er juist voor dat we wel eens een zeer spannende koers zouden kunnen krijgen. WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Pino Cerami beleefde richting het einde van zijn carrière mooie dagen. In 1963 hing hij zijn fiets aan de haak, maar twee jaar eerder schreef hij de Brabantse Pijl nog op zijn naam. Dat was bijzonder, want het was de eerste keer dat de Vlaams-Brabantse wedstrijd werd georganiseerd. Cerami kwam solo over de streep in Brussel, waar de finish vroeger lag, en klopte Michel Van Aerde en Willy Schroeders.
Cerami was een mooie eerste naam op de erelijst. Als later ook renners als Jan Janssen, Herman Van Springel, Eddy Merckx, Johan De Muynck, Freddy Maertens, Roger De Vlaeminck, Adrie van der Poel, Michele Bartoli en Johan Museeuw de Brabantse Pijl wonnen, mocht de organisatie hun beide pollekes kussen.

Cerami (vooraan) liet het leven in 2014 – foto: Cor Vos
Merckx was de beste in 1972, de legende won destijds de sprint van een kleine groep. Van Springel en Roger Swerts, twee ploegmaten van Merckx, maakten het feestje compleet. 1972 was andermaal een fantastisch jaar voor Merckx. Hij won in dat jaar namelijk drie etappes in Parijs-Nice, Milaan-San Remo, de Brabantse Pijl, Luik-Bastenaken-Luik, de Waalse Pijl, de GP de Momignies, vier etappes in en het eindklassement van de Giro d’Italia, zes etappes in en het eindklassement van de Tour de France, de Scheldeprijs, de GP Union Dortmund, de Giro del Piemonte, alle drie etappes en het eindklassement van de Escalada a Montjuich, de Giro dell’Emilia, de Ronde van Lombardije, de twee etappes en het eindklassement van A Travers Lausanne en de Trofeo Baracchi. Alstublieft!
De GOAT zorgde voor een van de 38 Belgische zeges in de Brabantse Pijl. 38 op 62, dat is niet slecht. Sinds de eeuwwisseling zijn er wel steeds meer niet-Belgische winnaars. Grote namen als Michael Boogerd, Luca Paolini, Oscar Freire, Sylvain Chavanel, Peter Sagan en Sonny Colbrelli zetten zich op de erelijst. De laatste jaren kwamen daar met Mathieu van der Poel, Julian Alaphilippe en Tom Pidcock nog eens drie gigantische toppers bij.

Archiefbeeld van Merckx in het tenue van Molteni – foto: Cor Vos
Edwig Van Hooydonck is de recordwinnaar van de koers. De Belgische coureur won in 1987, 1991, 1993 én 1995. Zijn eerste overwinning was op slechts 20-jarige leeftijd. In deze edities werd er telkens nog aangekomen op de Alsemberg. Decennialang, nog voordat de aankomst in Brussel lag, werd er op deze heuvel gefinisht. Johan Capiot, Museeuw en Freire zijn de enige renners die in de buurt van Van Hooydonck konden komen, zij wonnen elk drie keer. In het huidige peloton is er niemand met meer dan een overwinning. Het lijkt er met andere woorden op dat Van Hooydonck nog even op zijn troon blijft zitten.
Laatste tien winnaars Brabantse Pijl
2022: Magnus Sheffield
2021: Tom Pidcock
2020: Julian Alaphilippe
2019: Mathieu van der Poel
2018: Tim Wellens
2017: Sonny Colbrelli
2016: Petr Vakoč
2015: Ben Hermans
2014: Philippe Gilbert
2013: Peter Sagan
Laatste editie
De Brabantse Pijl kende vorig jaar een zeer mooi deelnemersveld. Wereldtoppers Julian Alaphilippe, Tom Pidcock en Remco Evenepoel waren de grootste namen, maar ook renners als Benoît Cosnefroy, Michael Matthews, Tim Wellens, Marc Hirschi en Dylan Teuns waren van de partij. De vroege vluchters kregen niet al te veel ruimte en wanneer de finale vroeg geopend werd, werden ze snel bij de lurven gegrepen.
Het was op 80 kilometer dat de finale geopend werd. INEOS Grenadiers nam het initiatief en Magnus Sheffield en Ben Turner vielen aan met een aantal andere favorieten. Quick-Step Alpha Vinyl en Evenepoel zagen het gevaar en de jonge Belg dichtte het gat. Wanneer Turner het solo probeerde op de Moskesstraat, zette Evenepoel zich nog eens op kop in het peloton. Die groep spatte volledig uit elkaar en zodoende ontstond er een elitegroep. Naast Evenepoel waren ook Pidcock, Sheffield, Turner, Wellens, Cosnefroy, Teuns, Benoît Cosnefroy, Robert Stannard en Victor Campenaerts van de partij.

De favorietengroep – foto: Cor Vos
Evenepoel had het onderweg een aantal keer zeer lastig, maar kon toch overleven. Na de laatste hindernissen – vooral de Moskesstraat had een grote impact – reden de favorieten samen richting Overijse. INEOS Grenadiers had nog steeds drie renners in de kopgroep en dat voordeel speelden ze verstandig uit. Het was Sheffield die in de laatste vier kilometer wegsloop en een mooie voorsprong bij elkaar reed. Turner en Pidcock counterden elke aanval, de zege voor de 19-jarige Sheffield was op die manier binnen.
In de sprint voor plaats twee gebeurden er wat onregelmatigheden. Met name Wellens deed een gek manoeuvre, tot onvrede van Evenepoel. Wellens kwam als derde over de streep, maar werd na afloop teruggezet in de uitslag. Cosnefroy en Barguil stonden op die manier op het podium.
Uitslag Brabantse Pijl 2022
1. Magnus Sheffield (INEOS Grenadiers)
2. Benoît Cosnefroy (AG2R Citroën) op 37s
3. Warren Barguil (Arkéa Samsic) in z.t.
4. Ben Turner (INEOS Grenadiers) op 40s
5. Thomas Pidcock (INEOS Grenadiers) op 41s
Wedstrijdverslag
Parcours
De Brabantse Pijl begint traditiegetrouw in Leuven. De hoofdstad van Vlaams-Brabant verwelkomt het peloton op het Ladeuzeplein. Daar wordt al een aantal jaren de start van de eendagskoers gegeven. Ten opzichte van vorig jaar is er niets veranderd aan het parcours.
Dat betekent: een wedstrijd van bijna 205 kilometer in Vlaams- en Waals-Brabant. Na de start in Leuven trekt het peloton zuidwaarts. Via onder meer Korbeek-Dijle, Neerijse en Sint-Agatha-Rode rijden de renners richting de eerste hindernis van de dag. Die komt pas na goed 60 kilometer, wanneer de Alsemberg opduikt. Vlak daarna volgen de Sollenberg, Bruine Put, Eigenbrakelsesteenweg en de Rue de Nivelles.
Vervolgens fietsen ze voor het eerst in de buurt van Overijse. In de buurt, want het peloton rijdt er eigenlijk langs. Een vlakker stuk volgt daarna. Dat stuk gaat door tot aan de Rue François Dubois (0,9 km aan 3,9%). Na deze korte beklimming komen de renners op de lokale ronde. Deze wordt gekenmerkt door de kasseien van de Hertstraat (0,7 km aan 3,7%), de Holstheide (1 km aan 5%), de kasseien van de Moskesstraat (0,5 km aan 7%) en uiteindelijk de klim richting de aankomst op de Brusselsesteenweg (1,5 km aan 3,6%).
Net zoals vorig jaar ligt deze aankomst niet na de passage van de Schavei, maar na de beroemde S-bocht beklimming (1,3 km aan 3,7%). Na de eerste passage aan de finish moeten de renners nog drie lokale rondes in en rond Overijse afleggen. De Hagaard (300 meter aan 10%) ligt ook nog in die lus, deze korte heuvel volgt vlak na de finish.
De Brabantse Pijl wordt gezien als een zware wedstrijd. Dit heeft vooral te maken met de opeenvolging aan heuvels en kasseistroken. Dat de kaap van 200 kilometer ook bereik wordt, heeft natuurlijk ook een impact. Doorgaans wint een sterke klassieke renner in Overijse. De laatste edities is dat meestal iemand met een sterke punch.
Woensdag 12 april: Leuven – Overijse (205,1 km)
Start: 12.35 uur
Finish: tussen 16.45 en 17.15 uur
Favorieten
De Brabantse Pijl heeft veel veelzijdige renners op zijn erelijst. Denk aan Merckx en Van Hooydonck in een ver verleden, maar ook aan Alaphilippe, Pidcock en Van der Poel in de laatste jaren. Je moet meerdere heuvels kunnen verteren, maar vooral ook beschikken over een goede punch. Kasseien kunnen overleven en een sterk eindschot hebben, is ook zeker geen overbodige luxe. Aan de start van de Vlaams-Brabantse wedstrijd vinden we veel sterke WorldTour-teams. Jumbo-Visma is de grote afwezige. Aangezien het een Belgische koers is, beginnen we bij de Belgische ploegen en de bijhorende favorieten.
Lotto Dstny is de eerste ploeg die we bespreken. Zij hebben meerdere kanshebbers op de zege woensdag. Klassieke types als Florian Vermeersch en Arnaud De Lie zullen uitkijken naar de kasseistroken, Andreas Kron zal zich dan weer zich willen tonen op de vele heuvels. In dit deelnemersveld moet De Lie in staat zijn om het goed te doen, al heeft hij wel al heel wat klassiekers gereden dit jaar. Hetzelfde geldt voor Vermeersch.

De Lie is een van de favorieten in de Brabantse Pijl – foto: Cor Vos
Søren Kragh Andersen is de grote favoriet bij Alpecin-Deceuninck. De landgenoot van Kron is bezig aan een sterk voorjaar. In maart was hij een belangrijke schakel in de overwinning van Van der Poel in Milaan-San Remo en ook in de kasseiklassiekers speelde hij doorgaans een belangrijke rol. Kragh Andersen heeft Parijs-Roubaix niet gereden en is met andere woorden best fris.
Alpecin-Deceuninck heeft een sterke selectie in de Brabantse Pijl. Ook Dries De Bondt en Gianni Vermeersch staan namelijk aan de start, maar wij kijken ook vooral naar Quinten Hermans. De Belg maakte indruk in Dwars door Vlaanderen, maar reed daarna geen klassieker meer. Hermans zal met plezier kijken naar het parcours van de eendagskoers woensdag en is een van de grote favorieten.
Andrea Bagioli is de kopman namens Soudal Quick-Step. De Italiaan reed in de Ronde van het Baskenland, waar hij een aantal ereplaatsen verzamelde. Bagioli komt het beste tot zijn recht op heuvelachtige wegen, dus dat zit alvast goed. Het is echter nog maar de vraag hoe hij de kasseien in Vlaanderen zal verteren. Mauro Schmid zou eigenlijk ook aan de start verschijnen, maar is op het laatste moment vervangen.

Hermans is een van de twee kopmannen van Alpecin-Deceuninck – foto: Cor Vos
Dylan Teuns is een van de grootste favorieten voor de Brabantse Pijl. De Belgische renner zat vorig jaar in de favorietengroep die voor de zege streed, maar werd teruggeslagen door pech. Teuns heeft er dit jaar nog niet veel klassiekers opzitten, hij reed enkel de Ronde van Vlaanderen, maar zal stilaan toewerken naar zijn beste vorm. De Waalse klassiekers zijn in aantocht en dat is een belangrijke periode voor de renner van Israel-Premier Tech.
De titelverdediger, Magnus Sheffeld, is er niet bij in en rond Leuven en Overijse woensdag. Zoek ook niet naar Tom Pidcock of Ethan Hayter. INEOS Grenadiers rekent in plaats daarvan op Michal Kwiatkowski. De Pool is in topvorm altijd een gevaarlijke klant in een koers als de Brabantse Pijl, maar is hij wel klaar om te schitteren? De oud-wereldkampioen kwam namelijk nog op een vervelende manier ten val in Gent-Wevelgem.
Update 11/04 om 22.00 uur: Teuns heeft op het laatste moment afgezegd voor de Brabantse Pijl. Israel-Premier Tech schuift onder meer de snelle Italiaan Giacomo Nizzolo voor. Vorig jaar werd Nizzolo nog achttiende in de Brabantse Pijl. Dit seizoen nog niet verder dan een derde plaats in de eerste etappe van de Vuelta a San Juan.

Teuns maakt zich klaar voor zijn koersen – foto: Cor Vos
AG2R Citroën moet het hebben van Benoît Cosnefroy, Greg Van Avermaet en Oliver Naesen in Vlaams-Brabant. Zeker Cosnefroy lijkt een man om in de gaten te houden. De Fransman komt het beste tot zijn recht op dit terrein. Vorig jaar koerste hij ook in het offensief, toen won hij de sprint voor de tweede plaats. Cosnefroy heeft met andere woorden een punch en is niet traag aan de streep, denk ook maar aan de sprint met Michal Kwiatkowski in de Amstel Gold Race vorig jaar. Dit alles maakt van Cosnefroy een van de grote favorieten voor de zege.
UAE Emirates heeft met Matteo Trentin ook een sterke kanshebber voor de zege. De Italiaan maakte indruk in de Ronde van Vlaanderen door zeer aanvallend te koersen en uiteindelijk ook in de top-10 te eindigen. In Parijs-Roubaix werd Trentin nog negentiende. Marc Hirschi moet Trentin bijstaan op de Vlaamse wegen. Mikkel Bjerg, die een goed voorjaar rijdt, is inmiddels ook toegevoegd aan de startlijst.
Tot slot benoemen we nog een aantal outsiders: Axel Laurance (Alpecin-Deceuninck), Axel Zingle (Cofidis), Edward Theuns (Trek-Segafredo), Lilian Calmejane (Intermarché-Circus-Wanty), Wout Poels (Bahrain Victorious), Hugo Houle (Israel-Premier Tech), Mikkel Honoré en Ben Healy (EF Education-EasyPost) en Warren Barguil (Arkéa Samsic) gedijden dan weer beter in een zware wedstrijd.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Benoît Cosnefroy
*** Søren Kragh Andersen, Quinten Hermans
** Arnaud De Lie, Matteo Trentin, Mikkel Honoré
* Quinn Simmons, Giacomo Nizzolo, Warren Barguil, Andrea Bagioli
Website organisatie
Voorlopige deelnemerslijst
Weer en TV
Het zou wel eens een zeer regenachtige dag kunnen worden woensdag. Weeronline voorspelt maar liefst 90% kans op neerslag. Dat in combinatie van temperaturen die niet boven de 10 graden Celsius komen en wind met een kracht van 4 Beaufort, kan ervoor zorgen dat het een loodzware Brabantse Pijl kan worden.
De Brabantse Pijl is live te volgen in België en Nederland. Sporza op Eén zal de koers al uitzenden vanaf 15.00 uur. Eurosport 1 begint hun uitzending om 15.30 uur. Daarnaast kun je ook online via Eurosport.nl/Discovery+/GCN+ kijken. Voor meer informatie kun je altijd terecht in onze tv-gids Wielrennen op TV.
Nog vier prestigieuze koersen voordat het klassieke voorjaar achter ons ligt en bij JV zijn ze nu al uitgebreid aan het evalueren. Natuurlijk moet je prioriteiten stellen maar wek tenminste een beetje de indruk dat de heuvelklassiekers er ook toe doen.
Hoe episch zou een LBL met Pogacar, Roglic, Vingegaard en Evenepoel zijn. Valt te hopen dat JV minstens één van die twee uit de hoge hoed tovert voor de WP en LBL. Voor beide koersen is de selectie nog niet compleet.
https://www.wielerflits.nl/nieuws/jumbo-visma-heerst-in-italiaanse-beloftenkoers-giro-del-belvedere/
Ik snap ook niet waarom een ploeg perse renners zou moeten afvaardigen richting de Brabantse Pijl overigens ? Bij de GP Morbihan, Dwars door het Hageland, Maryland Cycling Classic en meer van dat soort races hoor ik dit ook niemand zeggen. En dat zijn wedstrijden die onder hetzelfde kaliber vallen.
Astana, Bora, FDJ, Movistar, DSM, Jayco en Jumbo hebben hun renners nu eenmaal een ander programma gegeven, en dat is prima toch ?
En het team van Jumbo-Visma vindt ik overigens lang zo slecht nog niet voor de Ardennen klassiekers. Benoot won Strade Bianche al eens, werd vorig jaar derde in de AGR, elfde in de Waalse Pijl, derde in de Classica San Sebastian, en dit jaar prachtig derde in de Strade. Een prima kopman dus naar mijn bescheiden mening.
Daarnaast heb je met zowel Valter als Gloag twee goede talentjes in huis, die het minstens net zo goed kunnen doen als een Vingegaard het tot nu toe heeft gedaan in dit soort koersen. En ook "onze Nederlanders" (Ben zelf Belg overigens.) Oomen, Leemreize en Vader krijgen de kansen om zich te tonen. We horen zo vaak dat de Nederlanders zo weinig kansen krijgen om voor eigen rekening te rijden, ze hebben nu enkele prachtige koersen (AGR, Waalse Pijl, LBL en Romandië) om zich te tonen. :D
Woutje is al sinds Januari aan het koersen in zowel veld als op de weg, en heeft dus een welverdiende vakantie verdiend.
Dus dan zou je hooguit een Roglic kunnen toevoegen die in de Ardennen potten kan breken. Maar die is samen met nog wat anderen vol in voorbereiding op de Giro.
Vind de Brabantse Pijl toch wel een niveautje hoger dan Morbihan, Hageland en Maryland. De eerste analist die deze drie in één zin met de heuvelklassiekers noemt moet nog geboren worden.
Zeker… Benoot heeft absoluut wat afgedwongen op het heuvelachtige maar JV doet dit jaar bepaald niet z’n best wat surplus af te vaardigen naar Zuid Limburg en de Ardennen.
Pogacar rijdt de WP en LBL met al flink wat Vlaamse kilometers op de teller. Evenepoel LBL met Catalonië en aansluitend een hoogtestage in de benen.
Hoe mooi zou het dan zijn als JV karakter toont en Roglic en Vingegaard voor LBL van stal haalt.
JV moet just niks maar doet te weinig met het potentieel van die twee als geen van beide dit jaar een klassieker of monument rijdt.
Blaadjes (hier althans) zijn nog niet aan de bomen dus die ene van de vallende blaadjes is nog ver. Je weet niet wat er allemaal in de tussentijd met die twee kan gebeuren.
Zet Roglic dan desnoods (als hij de Teide dan al af is) op de WP. Zo voorspelbaar als drogend cement, zeker niet zo’n afmattende koers als LBL en eindelijk weer eens een rechtstreeks duel met Poga.
Wie weet gaat Vingegard nog wel naar LBL.
Sws zullen mensen altijd wel wat te zeiken hebben op JV, toen ze vanuit niks een ploeg voor de grote rondes hadden neergezet was het belachelijk hoe slecht ze Wout van Aert steunden in de klassiekers. Nu hebben ze ook voor de echte klassiekers een topploeg neergezet ( en Wout zelf net niet sterk genoeg blijkt) en tegelijk de ene na de andere world tour ronde winnen moet het weer gaan over die paar wedstrijdjes waar ze een minder sterk team afvaardigen…
JV heeft een topteam opgebouwd en inmiddels ook een topbudget. Maar ze hebben nog altijd minder geld dan INEOS en UAE. Ze hebben daardoor ook wat minder sterke renners, en ze hebben daardoor ook soms een wat minder sterk team. Aan hun de keuze waar ze die minder sterke renners inzetten. Persoonlijk zie ik ze veel liever in de Vlaamse koersen en de grote rondes dan in kleinere of minder interessante woensdagwedstrijden als de Brabantse Pijl en Waalse Pijl. Mensen die uit die streken komen zullen dat belachelijk vinden, maar in de grote wijde wielerwereld is dat een volkomen geaccepteerd iets.
Het blijft desondanks maar gewoon een wedstrijd op UCI Pro.1 niveau, waarmee het dus in de exact zelfde categorie valt als die paar andere races die ik al noemde.
En ja natuurlijk zou het leuk zijn om alle UCI World Tour ploegen hier ook aan de start te zien, maar dat is in geen enkele race op dit niveau het geval. En dat was eigenlijk het enige punt dat ik probeerde te maken.
Persoonlijk vindt ik het overigens ook wel mooi dat ploegen van het iets kleinere garnituur hun kansen krijgen in deze races, want als alle World Tour ploegen in dit soort races ook al verplicht zouden moeten starten dan blijft er wel ontzettend weinig over voor de Pro-Continentale en Continentale ploegen om zich in de kijker te rijden.
Maar ik begrijp je mening volledig. ;)
Leg de erelijst van de Brabantse Pijl eens naast die van die andere drie en de intrinsieke waarde ervan wordt meteen duidelijk.
Wat Benoot betreft geef ik je gelijk dat hij een waardige kopman is, en is het tevens ook vermeldenswaardig dat hij in Luik bij zijn twee deelnames 8ste en 7de werd.
Het zou België op z'n kop zetten.... Da armetierig ploegeske van die Roodhooftjes.
Ik wou hem in mijn sporza wielermanagerteam droppen maar heb finaal toch voor Cosnefroy gekozen.
Ik vraag me ook af hoe Teuns het dit jaar gaat doen. Ik verwacht niet dat hij even goed is als vorig jaar.
Zo'n Tarling bijvoorbeeld komt recht van de juniors over bij Ineos en die brengen ze tenminste rustig, met 20 koersdagen tot nu toe. Oh, wacht.
Zo'n Ayuso bijvoorbeeld, even oud als De Lie, nog maar 0 koersdagen dit jaar!
Ik vind dat ze verstandig en omzichtig genoeg omspringen met De Lie. Bovenstaande opmerking van huis31 is er weer eentje in de reeks van elke steen is goed om op Lotto in te bashen. Rijdt hij voor Quickstep, Alpecin of Jumbo exact hetzelfde programma dan zou hier geen haan naar kraaien.
Ik nam natuurlijk maar de eerste jonge coureur die ik in z'n buurt zag staan in dat lijstje. En natuurlijk is vergelijken moeilijk. Maar ik word hier gek van dat ongefundeerd stellingen roepen ook al spreken de feiten het tegen. 19 koersdagen op 3 maanden tijd is echt peanuts. Ik kan hier ook beginnen roepen dat Ayuso tendinitis heeft omdat ze hem vorig jaar al vol voor een klassement lieten gaan in de Vuelta. Maar zolang daar geen oorzakelijk verband is gegeven ga ik er van uit dat ploegen echt wel weten waar ze mee bezig zijn, hun renners constant monitoren en Ayuso evenveel kans had op die tendinitis als z'n 35-jarige ploegmaats.
Bashen op Lotto is zowat een sport geworden de laatste jaren. Er is daar veel fout gelopen, maar dat er wat betreft De Lie nu al anderhalf jaar de hele tijd moet worden gezegd dat ze alles fout doen, hem helemaal opbranden, etc. is gewoon ronduit belachelijk. Jongen is 21 en zit aan 12 overwinningen en een podium in de omloop zeg. In welke wereld ben je dan slecht bezig met hem.
“Terwijl als je iemand een zetje gaf of de spurt aantrok, dan kreeg je 500 of 1.000 fr. meteen in de hand.”
Toen zijn vader in 1943 op 45-jarige leeftijd overleed, was het aan Cerami om het gezin van zijn moeder te onderhouden. Zij waren woonachtig in de regio Charleroi, nadat zij twintig jaar eerder vanwege armoede Sicilië waren ontvlucht. In de staalfabriek bleef Cerami bijverdienen, met een profcontract redde hij de winter van november tot februari niet. Het in 1957 naturaliseren tot Belg kantelde zijn carrière. Hij won dat jaar de Ronde van België en verdiende een lucratieve plaats in de Belgische Tour de France-selectie.
“Ik herinner me dat we in ’57 elk met 90.000 Belgische frank naar huis zijn gekomen. Dat gaf me de financiële marge om het risico te nemen en voor de overwinning te gaan.”
Giuseppe ‘Pino’ Cerami (1922 - 2014) wordt sinds 1964 jaarlijks geëerd, met de Grand Prix Pino Cerami, in de Belgische provincie Henegouwen. Daar kwam in 2014 bovendien de benoeming tot Officier van Waalse Verdienste bij. Tot op het moment van schrijven is hij nog altijd de oudste renner met een etappezege in de Tour de France. Cerami was 41 jaar en 95 dagen oud toen hij in 1963 de negende etappe in ‘La Grande Boucle’ won. Memorabel.
(bron: Wielerflits)
---
Begrijpelijk dat Paris - Camembert geen voorbeschouwing kreeg opgespeld, immers ook nergens op open kanalen te volgen, maar jammer is. Wat betreft Brabantse Pijl, ik hoop op Kragh Andersen, de Lie of Cosnefroy.
Betreft jumbo: gewoon starten en meer races rijden. Is goed voor de jongens die niet in de kern zitten.
Marijn van den Berg als Nederlandse winnaar dan maar
SKA zou een mooie winnaar zijn. Toch wel merkwaardig dat die sinds 2020 (twee Tour ritzeges en ander lekkers) niet meer met de zege kon aanknopen.
Wat me eraan doet denken: wat is er aan de hand met dat andere wonderkind dat imponeerde in de Tour 2020, Mark Hirschi? Staat hier ook aan de start, en zou vroeger altijd bij de favorieten gehoord hebben...
Hij heeft wel enorm veel pech gehad de laatste twee jaar met zware valpartijen, chronische blessures, covid en andere ziektes.
In het najaar van 2022 zat er wel een licht stijgende lijn in zijn prestaties, en Down Under eindigde hij net buiten de top tien in Januari. Vorige week in Baskenland heeft hij het nodige werk verricht voor z'n teamgenootjes, en eindigde hij toch maar een paar plekjes achter Martinez (Ineos) in het algemeen klassement.
Ik hoop dat hij de stijgende lijn kan doortrekken en voorlopig van pech verstoken blijft, het Zwitsers wielrennen kan wel een opsteker gebruiken. (Küng is geweldig, maar verder zijn er niet veel Helveten die zich met de allerbesten kunnen mengen momenteel. Jan Christen (18jr) is uiteraard een super talent, maar nog zo ontzettend jong dat het nog wel een paar jaar kan duren voordat hij bij de profs doorbreekt.)
Dat hij daarom bij DSM is buiten gegooid, en daarna ook geen deuk meer in een pakje boter reed.
Maar ik weiger dit te geloven, en zie nog steeds lichtpuntjes in sommige van zijn prestaties. (Zeker als ik alle pech op een rijtje zet, en besef hoeveel moeite het kost om iedere keer weer "terug te moeten komen".)
Ik gun hem een prachtige prestatie in de Ardennen, al was het maar om die 0.0001% twijfel bij sommigen weg te nemen.
Hirschi was maar 1 jaargang uitstekend en dat was tijdens het gekke Covidjaar. Ik ga er van uit dat hij die periode bijzonder goed zijn vorm en focus op peil gehouden heeft waardoor hij eens mee kon met de grootsten, boven zijn niveau. Vergeet ook niet dat dat allemaal najaar was toen, best een groot verschil ook.
Net zoals je een seizoen heel slecht kan zijn is het omgekeerde ook mogelijk. Het is niet gezond om bij renners de beste vorm als uitgangspunt te nemen.
Hiermee vat je je eigen personage op WF perfect samen!
Zijn ploeg legt hem weliswaar niet perse expliciet druk op, maar die druk komt er vanzelf in Vlaanderen als je iets presteert. Daar werd hij wel meteen als favoriet naar voren geschoven voor heel grote wedstrijden. De Cauwer vond het al nodig om hem met Haaland te vergelijken. De realiteit is dat er vanaf nu voor hem altijd een bepaalde druk zal zijn, of dat nu vanuit de ploeg komt of niet.
Die jongen amuseert zich te pletter en ik denk dat hij op 4 dagen Parijs-Nice meer heeft bijgeleerd over zichzelf dan in die 40 andere Vlaamse kermiskoersen samen. Voor een jonge gast is dit echt een mooi ritme. Een grote of twee kleine koersen per week, alles ontdekken en stelen met de ogen. Later nog tijd genoeg om gericht te gaan pieken naar bepaalde wedstrijden via periodisering tijdens het seizoen, maar daarvoor moet je eerst wel weten waarheen je moet pieken (en dat weet je pas als je die koersen zoals Roubaix, Brabantse Pijl, rittenkoersen van een week en zelfs een grote ronde gereden hebt).
Wat is het alternatief trouwens? Twee maand uit koers voor een rustweek en een trainingsblok van 7 weken met hoogtestage. Vraag eens aan Van Aert waar je het snelst van opgebrand raakt want die moet al dringend rusten na ocharme 12 koersdagen.
Met je 2de alinea ben ik het eens, dat verwachtingspatroon van de Belgische media is enorm en overdreven, maar dat komt er sowieso, of het nu dit jaar is of volgend jaar, en of hij nu voor Lotto rijdt of voor om het even welke andere ploeg. Ik krijg wel de indruk uit zijn interviews (ik weet het, dat blijft natuurlijk maar een indruk vanop afstand) dat er een goed nuchter hoofd op De Lie staat en dat hij hier wel mee weet om te gaan.
Zegt ook zelf dat hij liever wedstrijden rijdt dan traint, en ja zijn prestaties zijn wat minder maar dat is gewoon omdat de verwachtingen te hoog lagen en anderen beter zijn. Dat en pech, want als die niet lek rijdt voor de tweede Kemmel zit hij gewoon in de achtervolgende groep in GW en gisteren rijdt hij nog de op 3 na snelste tijd op Carrefour de L'Arbre, op Camphin en Pevele zelfs zowat de snelste. Heel de dag moeten achtervolgen, klaar zijn om te sprinten voor de 15e plaats en dan op 2km van het eind weer lek rijden (zelfs met een lekke band over de finish gereden). Die jongen is echt niet op.