D-day voor Nederlandse beloften
vrijdag 21 augustus 2020 om 07:20

D-day voor Nederlandse beloften

Nationaal In WielerFlits Nationaal bundelen we het belangrijkste nieuws over het Nederlandse wielerpeloton. In deze extra editie staan we uitgebreid stil bij de Nederlands kampioenschappen. Voor veel Nederlandse continentale ploegen een van de belangrijkste wedstrijden van het jaar.

Voorbeschouwing: NK wielrennen voor beloften 2020

Na Fabio Jakobsen kan David Dekker de tweede U23-renner in de geschiedenis zijn die zijn nationale titel bij de beloften met succes verdedigt. Alle andere kampioenen tekenden vrijwel meteen na hun zege een profcontract. Voor wie is dat nu weggelegd?

Voorbeschouwing: NK wielrennen voor beloften 2020


Dekker: “Doe het niet voor die ene zege, maar voor 364 dagen rood-wit-blauw”

Dekker wint Ster van Zwolle – foto: Cor Vos

Titelverdediger David Dekker is vrijdag de topfavoriet voor de nationale driekleur op het NK. De 22-jarige sprinter van SEG Racing Academy rijdt een verkapte thuiswedstrijd. Vader Erik werd geboren en groeide op in Hoogeveen. Gooi met een steen vanaf de top van de VAM-berg en het belandt op het dak van een huis van de familie Dekker. “Ik koers altijd met een speciaal gevoel rond in Drenthe”, zegt hij. Samen met WielerFlits blikt hij vooruit op het NK.

Scherprechter is dit weekend de VAM-berg. In wedstrijdverband reed Dekker de klim enkel nog in de Ronde van Drenthe. Voor diezelfde koers – die uiteindelijk niet doorging – ging hij de geasfalteerde vuilnisbelt in maart nog verkennen. “Dezelfde lus als die we tijdens dit weekend gaan doen”, legt hij uit. “Als je er één keer overheen rijdt, dan stelt het niets voor. Maar als je er op 124 kilometer tijd zeventien keer overheen moet, dan begint het op een gegeven moment wel pijn te doen. Ook al is het maar heel kort. Dus het gaat zeker een rol spelen. Maar we moeten het niet gaan verheven tot klimkoers, want dat is een stap te ver.”

VAM-tastisch
In de omloop van 7,3 kilometer zitten dus twee klimmetjes rond start-finish. Ze hebben een totale lengte van 700 meter. “Het is rondje is kort. En eerlijk: je gaat niet zomaar wegrijden op die hellinkjes. Je gaat daar geen halve minuut bij elkaar rijden. Dat kan niet, daarvoor is het te kort. Ik denk juist dat het eerder gebeurt op het stuk daartussen. De slijtage moeten we maken op het VAM-terrein. De doorslaggevende momenten zullen mijns inziens altijd daarna gebeuren. Maar sprinters met inhoud moeten hier altijd uit de voeten kunnen. Het is echter ook niet zo dat je 34 sprintjes moet trekken, daar is de inspanning te groot voor.”

Het concept kan Dekker junior wel pruimen. “Het is een heel leuk element om van een normaal vlakke koers, nu opeens een wedstrijd te maken waarin veel meer opties liggen. Dit parcours kan meerdere type renners dienen. Ik kijk er zeker naar uit. Kampioenschappen vind ik sowieso altijd heel erg leuk. Er staat niet per se iets op het spel, maar er is veel mee te verdienen. Het is niet alleen de overwinning op zich, maar je krijgt er ook een trui bij waar je het hele jaar in mag rijden. Dat vind ik het allerleukst. Ik houd ook van de gezonde spanning die erbij komt kijken. Dat gevoel voel je bij andere wedstrijden lang niet altijd.”

Liefde voor het rood-wit-blauw
Toch kleeft er ook een nadeel aan het komende NK. “Het risico dat ik mijn trui kan verliezen”, lacht Dekker, die volgend jaar de overstap maakt naar het WorldTour-team van Jumbo-Visma. “Wat dat betreft kijk ik enorm op naar wat Fabio Jakobsen heeft gedaan. Wat hij deed in ’s-Heerenberg was heel erg straf. Je titel prolongeren vind ik nóg knapper dan één keer winnen. Als klein kind ben ik in de jeugdcategoriëen vaak Nederlands kampioen geweest (vijf keer op de weg, twee keer in het veld, red.). Voor mij was dat een gewoonte, want het was vijf jaar aan een stuk. Dat klinkt arrogant, maar zo bedoel ik het totaal niet!”

Dekker schat het rood-wit-blauw juist op waarde. “Als kleine jongen maak je er niet echt een big deal van”, zegt hij over die jaren. “Maar toen ik eenmaal nieuweling was, begon het besef te komen hoe mooi het was om weer in de nationale driekleur te mogen rijden. Ik ging die trui veel meer waarderen. Als junior was ik er ook nog een keer kort bij. Vorig jaar heb ik er echt een doel van gemaakt, omdat het toen een parcours op maat voor sprinters was. Die koers winnen an sich is natuurlijk al supertof. Maar daarna een jaar lang in die trui mogen rijden, dat vind ik nog honderd keer mooier. Ik doe het meer voor de 364 dagen na het NK.”

“Daarnaast vind ik het gewoon een heel mooie trui”, gaat hij verder. Maar wie vreest hij in de beloftenwedstrijd nu eigenlijk het meest. “Als je een echte topsprinter bij de beloften bent, ben je op U23-niveau ook automatisch een toprenner. Dan moet je niet bang zijn voor dit parcours. Je moet met dezelfde ambitie aan de start staan als op een parcours van vorig jaar in Ede, dat puur voor de sprinters was. Ik zie hier alleen een kleine groep aankomen. Als er twintig man tezamen aankomen op de laatste helling, zou ik het relatief veel vinden. Mijn grootste concurrenten zijn denk ik Olav Kooij en Marijn van den Berg. Jongens met een sprint op dat rondje. Maar ik wil vooral zelf winnen. Kampioenschappen zijn duur.”


Jarno Mobach mee met WorldTour

Jarno Mobach is momenteel mee met de WorldTour-formatie van Team Sunweb in de Tour du Limousin. De 22-jarige Zeeuw kan dankzij de nieuwe wisselregel als gastrenner worden ingezet bij de hoofdmacht van de Duitse ploeg.

De winnaar van Parijs-Roubaix voor junioren in 2016 maakt sinds 2017 deel uit van de opleidingsploeg van Team Sunweb. Zijn deelname aan de vierdaagse Franse UCI 2.1-rittenkoers betekent wel dat hij niet kan deelnemen aan het NK voor beloften (vrijdag). Maar de keuze was niet lastig, laat hij weten. “Deze kans kan je niet laten liggen in een seizoen waarin elke koersdag mooi is meegenomen”, zegt Mobach.

Voor Mobach, die deze week 22 kaarsjes mocht uitblazen, zou dit jaar voor het laatst mogen deelnemen aan de NK voor beloften. Volgend jaar (2021) is het jaar waarin hij 23 jaar wordt en dan is hij geen belofte meer.


À BLOC zonder verwachtingen naar de VAM-berg

Het NK voor beloften is voor À BLOC een kans op succes met de jongelingen. Het team start met vijf man, waarvan ploegleider Chris de Jonge drie renners naar voren schuift op het parcours rond de VAM-berg. “Meindert Weulink, Lars Loohuis en Bodi del Grosso zijn goed in vorm. Ze staan er goed voor. Dat kan ik zien aan hun waardes, maar ze hebben nog weinig wedstrijden gereden. Meindert was in de Sibiu Tour de strijdlustigste renner, dus hij heeft de hardheid wel in de benen.”

“Ik verwacht een heel nerveuze koers voor de allrounders. De sprinters gaan het heel moeilijk krijgen. Met Jumbo-Visma en SEG Racing Academy starten twee teams die er ook willen staan”, aldus De Jonge.

Bij de profs zet À BLOC in op de aanval, met onder meer Ivar Slik als vooruitgeschoven pion. “We moeten meezitten in elke groep van acht of negen man”, zegt de ploegleider. “Dat rijdt op dit parcours zoveel makkelijker dan in de verdrukking van het peloton. Inhalen is lastig. En als er een stevige wind staat is het helemaal moeilijk, op dit rondje breekt het dan altijd. Het zou prachtig zijn als we iemand mee hebben van voren, maar de finale wordt lastig.”


Nieuwstips of opmerkingen?

[email protected]


Metec maakt livestream NK U23 mogelijk

Wielerfans kunnen vrijdagavond de finale van het Nederlands kampioenschap wielrennen voor beloften live zien. RTV Drenthe verzorgt van 18.45 tot en met 20.00 uur een livestream op haar website. De uitzending is mede mogelijk gemaakt door Metec, hoofdsponsor van de Metec-TKH-ploeg.

Finale NK voor beloften dankzij Metec toch te zien via livestream


BEAT Cycling Club ziet kansen op NK

Voor BEAT Cycling Club is het NK wielrennen het hoofddoel van deze zomer. De continentale formatie ziet zelfs kansen op een dichte ereplaats of zelfs een medaille. “Als je kijkt naar de concurrentie, dan moet je vaststellen dat een paar goede namen niet kunnen starten. Niet alle profs starten. Omdat het heel smal is met veel draaien en keren, zullen enkele toppers het laten lopen. Daarom maken outsiders zeker kans op een top-3”, zegt ploegleider Egon van Kessel.

“Die heuveltjes maken het erg lastig, zeker als je er bijna dertig keer tegenop moet. Daarnaast is het maar twee kilometer van het parcours wat breder, dus inhalen is heel erg moeilijk. De intensiteit zal dus heel hoog liggen. Kijk niet raar op als er een opvallende uitslag komt”, voorspelt de ervaren ploegleider. Toch heeft ook hij een topfavoriet in gedachten “Dit is Mathieu van der Poel wel op het lijf geschreven.”

BEAT schuift de gebruikelijke namen naar voren. “Jan-Willem van Schip natuurlijk en ook Luuc Bugter, als hij goed hersteld is van zijn buikproblemen van vorige week. Bas van der Kooij heeft een achtergrond als mountainbiker en moet dit kunnen, maar hij heeft zich meer ontwikkeld als sprinter. We moeten zorgen dat we met de juiste mensen bij de groepen zitten die wegrijden, want het is te moeilijk om te organiseren. Het kan wel, maar is heel moeilijk.”


Sven Burger krijgt spaarzame kans op NK voor elite: “Koester nog die profdroom”

foto: Petros Gkotsis

Het is een gek (wieler)jaar, met dank aan het coronavirus. Extra vervelend is dat voor Sven Burger. De 23-jarige Noord-Hollander uit Warmenhuizen rijdt als eerstejaars elite bij opleidingsploeg SEG Racing Academy, dat naast Burger louter uit U23-renners bestaat. Zondag krijgt hij de kans om zich te tonen in een verder onduidelijk seizoen. “Ik zat al in een bonusjaar”, lacht hij als een boer met kiespijn tegen WielerFlits.

“Het is natuurlijk zwaar klote”, windt hij er logischerwijs geen doekjes omheen. “Maar aan zoiets als corona, ja… Daar doe je natuurlijk ook helemaal niets aan. Het is enorm balen en vooral hopen dat je jezelf toch kan laten zien in de wedstrijden die je wél rijdt.” Dat waren er alleen al niet zo veel, aangezien SEG Racing Academy ook veel U23-koersen doet. “En nu blijven er haast helemaal geen wedstrijden meer over. Voor mij is het nog heel onduidelijk. Op dit moment staan er vier koersen op mijn programma. Dat is heel lastig. Ik kan me daar heel druk over gaan maken, maar daar schiet ik niets mee op. Ik moet het accepteren.”

NK voor eigen rekening
Burger volgt bij de opleidingsploeg de ‘Cees Bol-route’. Hij kende in 2019 als laatstejaars belofte een ongelukkig seizoen waarin een slepende knieblessure hem grotendeels parten speelde. Van dat fysieke malheur is hij nu verlost en dus richt hij zich op de spaarzame kansen die hij krijgt om zich wél te tonen. Zoals het NK van komende zondag. “Grote verwachtingen heb ik niet, want ik ben nog op zoek naar topvorm. Maar als je een uitschieter hebt, is dat wel de dag om hem te hebben!”, grapt hij. “Ik heb geen illusies, maar het parcours en de aankomst liggen me wel echt goed. Ik wil daarin zelf initiatief nemen.”

Zelf verwacht hij een aparte koers, wat natuurlijk zou passen bij de aparte tijd waarin we nu leven. “Op dit korte rondje van zeven kilometer gaat er geen vroege vlucht wegrijden. Tenzij die groep een ronde pakt, dan zorg ik dat ik mee zit! (als je gedubbeld bent, moet je uit koers, red.) Het gaat een heel ander steekspel zijn. We zijn nog niet eens met negentig renners aan het vertrek. Dat gaat een atypische koers opleveren. Ik moet zorgen dat ik oplet en met grote groepen mee schuif. Als het erin zit, wil ik echt wel voor een uitslag gaan. Maar ik verwacht dat het een afvalkoers gaat zijn met in de finale een man-tegen-man-gevecht.”

Toekomst
Mocht het allemaal doorgaan, dan wil Burger – vorig jaar zesde in de vergelijkbare Slag om Norg – scoren in de Antwerp Port Epic. “Dat is een koers waarin ik er wil staan. Offroad doe ik het liefst én ligt me het beste. Maar verder is er dus nog veel onduidelijkheid. Het team is wel druk bezig om ervoor te zorgen dat we nog zo veel mogelijk wedstrijden kunnen gaan rijden. In september hoop ik wel mijn slag te slaan. Ik heb het gevoel dat een stap naar de profs erin zit. Testen wijzen uit dat ik enorm gegroeid ben. Voor mezelf heb ik besloten om volgend jaar daarvoor ook nog alles op alles te zetten. Daarbij is de omkadering en het programma om mezelf in de kijker te rijden het belangrijkst. Of dat nu bij SEG is of elders.”

Programma Sven Burger
flag-be Antwerp Port Epic
flag-be Gooikse Pijl
flag-be Heistse Pijl (mits een nieuwe datum gevonden wordt)
flag-nl Omloop van de Braakman


Interview René Hooghiemster: “Wat ik nu kan is één groot feest”

René Hooghiemster heeft de kwaliteit van het leven (bijna) hersteld


Hartthijs de Vries beschermde rol bij Vlasman

Vlasman CT staat zondag zonder uitgesproken kopman aan de start van het NK wielrennen. Bij de ploeg van Ton Welling mogen alle renners hun eigen kansen nastreven.

Hartthijs de Vries is de enige renner met een beschermde rol. Teammanager Welling verwacht dat hij nog wel eens kan verrassen. “Maar het is afwachten hoe de koers gaat lopen”, zegt Welling. “Het wordt een selectieve wedstrijd. Het rondje is maar zeven kilometer maar wel met twee beklimmingen van de VAM-berg.”

Vorig jaar waren de renners van het Vlasman CT prominent zichtbaar op het NK. In Ede hielden ze urenlang de kopgroep in het vizier door in formatie op kop van het peloton te rijden.

De slopersploeg zal met tien renners vertegenwoordigd zijn in Drenthe. Alleen Yoeri Havik is er niet bij. Hij geniet na van zijn trouwerij.


BEAT met twee man in top-25 van Dwars door het Hageland

BEAT Cycling Club reed afgelopen weekend voor het eerst sinds maart weer een officiële UCI-wedstrijd. Met twee renners in de top-25 van de uitslag, was ploegleider Egon van Kessel meer dan tevreden. Yves Coolen werd veertiende, Jan-Willem van Schip 22ste.

“Toch vond ik de prestaties wisselend. Zonder wedstrijdvoorbereiding hebben we die twee plekken behaald, en er hebben maar vijf continentale renners de finish gehaald. Dus wat dat betreft ben ik zeer tevreden”, zegt Van Kessel. “Toch ben ik wat teleurgesteld in een paar jongens. Luuc Bugter, al kreeg die de avond van tevoren buikklachten, maar ook van Bas van der Kooij en Guillaume Seye had ik veel meer verwacht. Hij werkt 40 uur per week en kwam pas laat in het hotel, hij had dus niet de benen.”

Jan-Willem van Schip reed veel van voren, maar wat mij betreft te vaak”, aldus de ploegleider. “Je moet weten wanneer je niet moet rijden. De laatste rondes wilde hij te vaak in de aanval. Dan heb je je kruit verschoten voor de laatste kilometers. Maar ondanks dat hij nog geen wegwedstrijd gereden heeft, hoort Jan-Willem wel tot de besten. Dat is heel goed wat hij laat zien.”

Adam Lewis kwam ten val in het Hageland, zijn schade is vooral beperkt gebleven tot wat schaafwonden.


À BLOC toonde zich aanvallend in het Hageland

Met Stijn Appel en Stijn Daemen was de continentale ploeg van À BLOC goed vertegenwoordigd in de vroege vlucht van Dwars door het Hageland. “We hebben veel in beeld gereden en we wilden in iedere kopgroep meezitten. Dat is gelukt”, blikt ploegleider Chris de Jonge terug. “Pas in de kleinere rondes op het einde werd het gat gedicht.”

“Daarna zat Ivar Slik goed mee in de definitieve kopgroep. Hij wilde top-10 rijden, maar heeft in de finale iets te veel gewerkt en dat moeten bekopen”, aldus De Jonge. Slik werd uiteindelijk 27ste. “Dat is toch ook het weinige koersritme dat de jongens hebben. Maar de ploeg heeft goed gereden. Dus ik ben erg tevreden. Adriaan Janssen had op een beroerd moment pech, terwijl het voor de andere jongens vooral ervaring opdoen was.”


Marten Kooistra geopereerd aan bekende liesslagaderblessure

Marten Kooista onder het mes vanwege beknelde liesslagader


Robbert de Groot: “Bij Jumbo-Visma is niet iemand beduidend beter”

Robbert de Groot (rechts) – foto: Bram Berkien

Bij de opleidingsploeg van Jumbo-Visma hopen ze vrijdag de eerste Nederlandse kampioen ooit in de ploeg te verwelkomen. Op papier zijn Olav Kooij, Gijs Leemreize en Rick Pluimers de speerpunten binnen de ploeg, met de tweelingbroers Mick en Tim van Dijke als gevaarlijke outsiders. Teammanager Robbert de Groot wil in gesprek met WielerFlits echter niemand aanwijzen die boven een ander staat. Een vraag-antwoord-model.

Hoe mooi is het om het eerste NK in de geschiedenis van de ploeg te rijden?
“Het NK is een speciale wedstrijd. Maar de eerste keer geldt voor ons bij alle wedstrijden. De strijd om het rood-wit-blauw is natuurlijk wel heel bijzonder. We kunnen ons meten op het beste niveau in Nederland en dat willen we graag.”

Hoe hebben jullie naar dit NK toegewerkt?
“Niet specifiek. Natuurlijk hebben we een verkenning gedaan en hebben we onze concurrenten geanalyseerd. Maar we zijn niet speciaal op trainingskamp geweest, bijvoorbeeld. Het NK is ook niet het hoofddoel van deze ploeg. Dat is een langjarig proces van opleiding. Het leren hoe onze renners wedstrijden moeten rijden. Het grotere plaatje dus, om zich te ontwikkelen tot een betere renner. Maar kampioenschappen horen daar wel bij, want het zijn – ook qua spanning – nu eenmaal andere wedstrijden dan bijvoorbeeld de GP Kranj.”

Met Olav Kooij hebben jullie meteen een favoriet voor de titel. Hoe denken jullen daar zelf over?
“Olav is een van de renners die me heel erg is opgevallen tot op heden. Maar we hebben meer coureurs in de ploeg die dit type parcours aankunnen. Olav is niet de enige kandidaat. Ik denk eigenlijk aan heel de ploeg. Er is niemand beduidend minder dan een andere. We hebben een brede, sterke selectie met veel mogelijkheden. Vrijdag gaan we zien wie uiteindelijk de beste is.”

Kun je me iets vertellen over de tactiek die jullie gaan volgen? Wat voor plan is er uitgedokterd?
“Mag ik dat antwoord voor mezelf houden? We gaan voor het hoogst haalbare, maar verder zeg ik daar niets over. Er zijn een aantal renners die goed zijn. David Dekker, Daan Hoole, de jongens van Sunweb en Metec-TKH. De broertjes Van den Berg zijn in orde. Sommige van hen hebben een sterke ploeg om zich heen. Er zijn acht à negen jongens die er bovenuit steken en mijns inziens de titel kunnen bemachtigen. Ik verwacht dus een open gevecht.”

Hoe veel invloed hebben die kleine klimmetjes op dit parcours, denk je?
“Het rondje is maar klein en smal. Dat maakt het bijzonder en in zekere zin ook moeilijk. Het is onvoorspelbaar, zeker als er een buitje regen bij komt kijken. Alle grote blokken en de sterke individuen kunnen hier uit de voeten. Het parcours is niet selectief in lengte, 180 kilometer is anders dan de 125 kilometer die we nu hebben. Daardoor zullen meer jongens relatief fris zitten in de finale en houd je meer kanshebbers over. Ik verwacht dat er van start tot finish een hoog tempo ligt. We moeten een fors aantal keer (zeventien, red.) die hellingen op omhoog. Uiteindelijk gaat dat tellen. Zeker als het nat is en er wind staat. Dit NK is in elk geval geen eenvoudige excercitie. Ik verwacht een zware wedstrijd. Een favoriet heb ik niet.”


Ploegwatchers

Sunweb Development – Maxim Horssels
Vlasman CT – Maxim Horssels

BEAT Cycling Club – Nick Doup
À BLOC – Nick Doup

Metec-TKH – Julian Dubbeld
VolkerWessels-Merckx – Julian Dubbeld

Jumbo-Visma Development Team – Youri IJnsen
SEG Racing Academy – Youri IJnsen

Nieuwstips: [email protected] 

RIDE Magazine
2 Reacties
Sorteer op:
20 augustus 2020 16:58
David vergeet dat hij volgend jaar prof wordt en dus maximaal 3 maanden verlenging kan krijgen op rood/wit/blauw.

Desondanks mag hij er van mij voor gaan!
21 augustus 2020 11:29
Ik denk dat het merendeel er geen hout van bakt, omdat zij niet het hele jaar veldrijden, zoals De Vlaeminck deed of misschien nog doet. Alleen maar duwen op rechte wegen langs vaart of sloot, door weilanden etc., dan ben je gewoon kansloos op zo'n technisch parcours als dit.

Reacties zijn gesloten.