Tour 2019: Voorbeschouwing openingsetappe naar Brussel
Na vele interviews, vooruitblikken en reguliere nieuwsberichten is het zaterdag eindelijk zover: de openingsetappe van de 106e editie van de Tour de France! Ditmaal krijgen de sprinters een uitgelezen kans op de gele trui, aangezien de organisatie heeft gekozen voor een rit-in-lijn van en naar Brussel. Wie sprint in de hoofdstad van Europa naar eeuwige roem? WielerFlits blikt vooruit.
Parcours
Brussel vormt dit jaar dus het decor voor de Grand Départ, en dat is niet toevallig. Het is dit jaar immers exact vijftig jaar geleden dat ‘the Greatest Of All Time’ Eddy Merckx zijn eerste Tour de France won in 1969. Om de Kannibaal te eren krijgen we (na 1958, toen ter ere van de Wereldtentoonstelling) een tweede Grand Départ ooit in de Belgische hoofdstad. Alessandro Petacchi was in 2010 de laatste winnaar van een etappe met aankomst in Brussel. De laatste Tourstart vanuit België dateert intussen van 2012, toen het Waalse Luik gastheer was en Fabian Cancellara als eerste de gele trui veroverde.
Maar zo gemakkelijk als in 2010 zullen de renners het nu niet krijgen. Vanuit Brussel zet men, eerst via het door Merckx geliefde Anderlecht en Ninove, koers naar het parcours van de voormalige Ronde van Vlaanderen. Na 43,5 kilometer duikt de Muur van Geraardsbergen (1,2 km aan 7,8%) op, in deze Tour gecatalogeerd als een klim van derde categorie. Hier is meteen ook de eerste bolletjestrui te verdienen. Vier kilometer later wacht de even legendarische Bosberg (1 km aan 6,7%). Benieuwd of deze kasseiklimmetjes ook meteen voor brokken in het peloton zorgen.
De renners hebben dan wel nog steeds 147 kilometer af te leggen, wat de aanvallen misschien wat zal doen temperen. Nochtans is ook het vervolg van de rit niet voor iedereen weggelegd. Het blijft constant op en af gaan – met name in Braine Le Comte en Charleroi, wat in totaal voor ongeveer achthonderd hoogtemeters zorgt.
Na 118 kilometer wacht ook nog de 1,8 kilometer lange kasseistrook van Chausée de Fleurus, niet zo ver voor de tussensprint in Les Bons Villers. Dan duurt het wel echt niet lang meer voor de renners de Brusselse binnenstad binnen duiken en nog wat meer hoogtemeters voor de wielen zullen krijgen.
Dat gebeurt namelijk op dertien kilometer van het einde in Sint-Pieters-Woluwe, niet toevallig het plaatsje waar Eddy Merckx vijftig jaar geleden zijn allereerste gele trui om de schouders mocht heffen. Via Etterbeek gaat het vervolgens richting Laken, waar de finishlijn vlakbij het Koninklijk Paleis is getrokken. De laatste vijfhonderd meter lopen nog venijnig op. Timing wordt dus van cruciaal belang op de Avenue de la Reine.
Start: 12.25 uur in Brussel
Finish: 16.50-17.16 uur in Brussel
Favorieten
De 176 deelnemers koersen zaterdag over de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg, en tóch zal het een massasprint worden in de straten van Brussel. Althans, dat is toch de verwachting onder het gros van de wielervolgers. En dus moeten we kijken naar de sprinters, die hier meer kunnen winnen dan alleen de etappe. Wat heet, want voor de ritwinnaar ligt ook de eerste gele trui klaar.
De pure sprinters krijgen op het eerste gezicht een ideale etappe voorgeschoteld. Maar wie goed kijkt naar de slotkilometer in Brussel, ziet dat de laatste honderden meters nog flink omhoog lopen. Het zal de sprintvoorbereiding danig in de war schoppen, waardoor enkele spurters te vroeg zullen aangaan. De winnaar heeft niet alleen pure snelheid nodig, maar toch ook flink wat power in de benen.
Het zal zorgen voor nog meer nervositeit, stress, gedrum en ellebogenwerk. Voor zover dat kan in een massasprint in de Tour de France. Meerdere ploegen hopen hun treintjes op de rails te krijgen, om hun stoomlocomotief naar de winst te loodsen. Een van die teams is Jumbo-Visma, de formatie van topfavoriet Dylan Groenewegen. Weken, nee maanden, heeft de Nederlander toegewerkt naar die eerste zaterdag van juli. 6-7-2019: het is misschien wel de belangrijkste dag uit het wielerleven van Groenewegen. De 26-jarige sprinter wil maar één ding: de gele trui! En mocht het allemaal lukken voor Groenewegen, dan hebben ‘we’ na dertig jaar weer een Nederlandse geletruidrager.
Want Erik Breukink (in 1989, na zijn proloogzege in Luxemburg) is nog altijd de laatste landgenoot die in het geel mocht rondfietsen. En Groenewegen zelf? Wat denkt hij er allemaal van? “Ik ga vol voor die gele trui”, steekt hij zijn ambities niet onder stoelen of banken. “Maar of het gaat lukken, dat zullen we zien. Een leiderstrui is mooi, maar de gele trui is geschiedenis”, zo vertelde Groenewegen precies één week geleden. Het is aan Tony Martin, Wout van Aert, Amund Grøndahl Jansen en laatste man Mike Teunissen om de kopman naar het gewenste succes te loodsen. En als alles goed gaat, kunnen de handen de lucht in…
Maar het zal zeker geen eenvoudige opgave worden voor Groenwegen, aangezien dit wel de Tour de France is. De concurrentie is moordend, ook al zijn grote namen als Fernando Gaviria, Marcel Kittel en Mark Cavendish er niet bij. Er was een periode waarin Kittel en Cavendish de massasprints wisten te domineren, maar we moeten dan wel terug naar lang vervlogen tijden. Het woord is nu aan een nieuwe generatie sprinters, met Groenewegen, Gaviria maar ook Caleb Ewan. Voor iedere renner is de Tour iets bijzonders, maar dit geldt helemaal voor de 24-jarige Ewan. Het is voor de Australiër namelijk zijn eerste Ronde van Frankrijk.
De sprintkopman van Lotto Soudal won al etappes in de Giro d’Italia en de Vuelta a España, dus is het niet meer dan logisch dat hij zich richt op de Franse ronde. Ewan mag dan wel zijn debuut maken in de Tour, zijn werkgever Lotto Soudal verwacht veel van de aalvlugge man uit Sidney. “Caleb zal zichzelf de nodige druk opleggen”, zo vertelt sportief manager Marc Sergeant. “Na ritzeges in de Giro en Vuelta denkt hij automatisch aan een Touretappe.” Ewan zal moeten vertrouwen op de lead-out-kunsten van onder meer Jasper De Buyst en Roger Kluge. Conclusie: aan steun geen gebrek, al zijn de treintjes van Jumbo-Visma en Deceuninck-Quick-Step (later meer) indrukwekkender.
Maar de reden waarom we Ewan op gelijke hoogte plaatsen met Viviani, is vanwege die listige aankomst in hartje Brussel. De laatste vijfhonderd lopen omhoog aan 4%, wat ideaal is voor een vlieggewicht als Ewan. Kijk zijn recente uitslagen er maar op na: Ewan won vrijwel altijd na een pittige finale. In de UAE Tour was hij de beste op de korte maar loeisteile Hatta Dam, in de Ronde van Turkije zegevierde hij na twee technische en licht oplopende finales en in de Giro d’Italia was het twee keer raak na een nerveus en veeleisend slot. Wees dan ook niet verrast, mocht het Ewan zijn die victorie kraait bij het Kasteel van Laken.
Maar u neemt ook geen risico met het invullen van de naam Elia Viviani in de verschillende Tourpooltjes. De overwinningen van de Italiaan zijn niet meer op één hand te tellen. Maar een zege in de Tour de France, toch de belangrijkste wielerkoers van het jaar, ontbreekt nog altijd op de erelijst van Viviani. Dat is ook niet zo gek, aangezien de 30-jarige renner slechts één keer aan de start stond van de Tour. En dat was ook nog eens in 2014, toen Viviani als renner van Cannondale in dienst reed van Peter Sagan. Bovendien was Viviani toen nog lang niet de gevreesde sprinter die hij nu is, vijf jaar later.
De renner uit Isola della Scala maakte twee jaar geleden de beste beslissing uit zijn carrière door te kiezen voor Patrick Lefevere en Deceuninck-Quick-Step. Vorig jaar ontpopte hij zich met achttien overwinningen tot de enige echte zegekoning. Viviani begon ook in 2019 uitstekend, maar de Giro d’Italia werd een grote teleurstelling door een diskwalificatie, verkeerde lead-outs en mindere vorm. De sprinter liet in de Ronde van Zwitserland zien weer terug te zijn, dat deed hij met twee sprintzeges. Viviani is met andere woorden op tijd in (top)vorm voor de Tour. En ditmaal heeft de spurter geen reden tot klagen wat betreft zijn sprinttrein.
Sterker nog: met Kasper Asgreen, Yves Lampaert, Michael Mørkøv en Maximiliano Richeze in steun hoeft Viviani nauwelijks zelf te sprinten. Dit bleek wel weer tijdens de Ronde van Zwitserland, toen Mørkøv en vooral Richeze hem in een zetel naar de streep wisten te brengen. De ervaren Argentijn is misschien wel de beste aantrekker die een sprinter zich kan wensen, ook al omdat Richeze niet bang is om een elleboogje hier en een kopstootje daar uit te delen. De kans is groot dat Viviani in de beste positie begint aan de laatste vijfhonderd meter, en dan is het aan de Italiaan om het werk van zijn ploeggenoten af te ronden.
Groenewegen, Ewan en Viviani zijn de voornaamste kanshebbers op de eerste ritzege en de gele trui, maar één ding hebben we wel geleerd van de voorbije jaren: vlak Peter Sagan nooit uit. De Slowaak is niet bezig aan het allerbeste seizoen uit zijn carrière, maar fietsen kan de drievoudig wereldkampioen nog altijd. Dit bleek eens te meer in de Ronde van Zwitserland, met een ritzege en drie podiumplaatsen. De 29-jarige Sagan lijkt klaar om zijn zevende groene trui te winnen en alleen recordhouder te worden. Maar om dit te doen, zal hij punten moeten sprokkelen in de openingsetappe met aankomst in Brussel.
Sagan zal zonder ongelukken voldoende punten verzamelen, maar de renner van BORA-hansgrohe kan ook gewoon winnen. De licht hellende aankomst is als het ware neergelegd voor Sagan, die het toch meer moet hebben van zijn stuurmanskunsten en power dan van zijn pure snelheid. Echt enthousiast klinkt Sagan overigens niet, als hij door Het Nieuwsblad wordt gevraagd naar zijn verwachtingen. “De Tour is routine geworden, iets dat ik moet doen. Ik wil graag eens de Giro d’Italia rijden, maar de Tour is belangrijker voor mij en de ploeg”, aldus Sagan, wiens woorden altijd met een korreltje zout moeten worden genomen.
Bij een licht oplopende aankomst denken we ook meteen aan Michael Matthews. De Australiër moet het in een vlakke sprint afleggen tegen jongens als Groenewegen en Viviani, maar er zijn maar weinig renners die Matthews kunnen vloeren na een lastige finale. Dat liet de renner van Team Sunweb maar weer eens zien in de Ronde van Catalonië, toen hij sneller was dan wereldkampioen Alejandro Valverde, die toch ook aardig een heuveltje op kan knallen. Matthews zal in deze Tour worden uitgespeeld als sprinttroef, maar daar zag het aanvankelijk niet naar uit…
Matthews had namelijk één duidelijke taak: rondekopman Tom Dumoulin aan Tourwinst helpen. De Nederlander is er echter niet bij, waardoor Team Sunweb moest herbronnen. “Ik weet nu niet wat ik moet doen. Ik ben in de war. Alles draaide om Tom en de gele trui. Ik heb me dit jaar niet gericht op de sprints”, zo vertelde een aangeslagen Matthews. Nu, ruim twee weken later, is de Australiër een stuk optimistischer. “Het plan is om voor ritzeges te gaan. Het groen? Dat zien we dan wel.” Misschien dat Matthews zijn geplaagde werkgever al meteen een broodnodige overwinning kan bezorgen.
Ewan, Sagan en Matthews zullen zich niet kansloos wanen, nu ze de finish hebben bestudeerd. Maar ook Sonny Colbrelli zal met tevredenheid hebben gekeken naar de laatste vijfhonderd meter. De Italiaan van Bahrain Merida is niet de snelste sprinter ter wereld, maar Colbrelli is wel oersterk. De 29-jarige renner komt vooral bovendrijven na een zware koers, als de pure sprinters zijn afgemat of er helemaal niet meer bij te zijn. Dat laatste lijkt onwaarschijnlijk, maar wellicht dat Groenewegen en Viviani zich verslikken in de aankomst. En dan is het aan Colbrelli om toe te slaan.
We zijn er nog niet, want UAE Emirates hoopt op een zege van Alexander Kristoff. De sterke Noor hoeft zich niet op te offeren voor Gaviria, aangezien de Colombiaan schittert door afwezigheid. En dus mag Kristoff sprinten namens de WorldTour-formatie. De 31-jarige renner beschikt niet over de pure snelheid, maar is wel bijzonder taai. En de licht hellende aankomst is zeker niet in zijn nadeel. Vorig seizoen wist hij op de slotdag (Champs-Élysées) een etappe te winnen, maar Kristoff zal dit jaar niet zo lang willen wachten.
En dan hebben we nog een sprinter die uitkomt voor Dimension Data. Nee, we hebben het niet over Mark Cavendish. En ook niet over Edvald Boasson Hagen. Wie dan wel? We bedoelen de Italiaan Giacomo Nizzolo, die zijn debuut maakt in de grootste wielerwedstrijd ter wereld. De 30-jarige Nizzolo moest weliswaar vroegtijdig opgeven in de Giro d’Italia, hij is een van de weinige lichtpuntjes binnen het kwakkelende Dimension Data. Zo won hij al een etappe in de Tour of Oman en de Ronde van Slovenië.
Nizzolo zal normaal gesproken niet winnen, maar er zijn gekkere dingen gebeurd in de Tour. En datzelfde geldt eigenlijk ook voor Matteo Trentin (Mitchelton-Scott) en Christophe Laporte (Cofidis). Beide renners zijn in staat om naar een ereplaats te sprinten, maar winnen van Groenewegen, Ewan en Viviani? Nee, dat mogen we toch niet verwachten, al beschikken Trentin en Laporte wel over voldoende power, wat prettig is op een licht oplopende aankomst. De Italiaan en de Fransman zijn niet de enige renners voor een (verre) ereplaats.
Want ook André Greipel (je zou de Duitser bijna vergeten), de beloftevolle Spanjaard Iván García, Patrick Bevin, het Katusha-Alpecin-duo Jens Debusschere en Rick Zabel, Andrea Pasqualon, het Trek-Segafredo-tweetal Jasper Stuyven en Fabio Felline en Niccolò Bonifazio zullen zich mengen in de sprint. En mochten Matthews, Kristoff en Nizzolo niet meedoen, dan kunnen Cees Bol, Jasper Philipsen en Edvald Boasson Hagen de sprintfakkel overnemen.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Dylan Groenewegen
*** Caleb Ewan, Elia Viviani
** Peter Sagan, Michael Matthews, Sonny Colbrelli
* Alexander Kristoff, Giacomo Nizzolo, Matteo Trentin, Christophe Laporte
Weer en TV
In de Lage Landen is het niet altijd even mooi weer, maar gelukkig is het zaterdag prima vertoeven in Brussel en omstreken. De gemiddelde temperatuur zal schommelen rond de twintig graden Celsius, terwijl het de hele dag droog blijft. En de wind? Die waait met windkracht twee vanuit het noorden.
De wielerliefhebber kan op verschillende zenders afstemmen voor de live-uitzending. Zo komt Sporza al om 11.45 uur met live beelden, maar ook Eurosport 2 en NPO1 zijn er vanaf de start bij, al is de finale te zien op NPO2 vanwege het WK vrouwenvoetbal. Ben je niet in staat om de etappe op de aloude beeldbuis te bekijken? Geen probleem, aangezien WielerFlits elke dag met een liveblog en een volg hier komt!
Toch een verraderlijke rit over die Vlaamse wegen, er kan zomaar al weer een favoriet sneuvelen morgen door zenuwachtig gedoe.
Viviani, Ewan, Sagan zet ik minimaal op gelijke hoogte op deze aankomst.
Niet perse op deze aankomst maar In het algemeen voor een TDF doen er voor mijn gevoel weinig pure topsprinters mee. Vandaar "relatief" - normaal gesproken is het al dringen voor een top 5 plaats (stel je voor dat Gaviria, Bennett, Ackermann, Jakobsen, Kittel in vorm etc nog zouden meedoen.)
Qua aankomst is het gissen voor mij, zal een kwestie van timen zijn, Ewan en Viviani lijken een oplopende strook beter te trekken inderdaad maar ze zullen met zoveel snelheid en kracht er tegenop knallen dat het echt op power aankomt en niet zozeer op klimvermogen.
In mijn optiek is Ewan de te kloppen man met Sagan daar vlak achter.
Ben het helemaal met je eens. Dylan is zoveel heuvelaar dat hij zelfs nog nooit heeft mee gesprint in een koers als Gent - Wevelgem, waarin in de laatste 20 kilometer nul heuvels liggen.
Wat het heuvelwerk is Dylan nog net geen Jan Kirsipuu voor wie zelfs een viaduct al teveel van het goede was.
Snap best dat je enthousiast bent en je je landgenoten aanmoedigt, maar al die flauwekul dat Dylan wel ff'kes geel en groen gaat pakken. man, man, man.
Ik zou er niet raar van staan te kijken dat Dylan al gelost is tegen de tijd dat de finish bereikt is. En nu is dit laatste misschien wel heel overdreven, maar Trentin, Ewan, Viviani, Sagan, Matthews, Colbrelli hebben op dit terrein allen betere papieren als Dylan.
Ik zie Dylan heus wel als de allersterkste sprinter op dit moment, begrijp me niet verkeerd. Maar een halve kilometer aan 5% eeeeuuuuuuh, nee sorry dan zijn er echt wel een aantal betere.
Zeker met het heuvelwerk dat er in de laatste 100 km al aan vooraf gaat.
Je doet alsof dat heuvelwerk zo veel is, maar dat stelt echt niks voor. Hier op de Posbank loopt het nog meer omhoog (uitgezonderd de Muur), en in Veenendaal-Veenendaal werd Dylan er ook vanzelfsprekend niet af gereden. Niet overdrijven nou he.
en over power op dit soort aankomsten gesproken: Dylan traint op een viaduct zijn sprints. Hij kan prima lichtjes bergop sprinten. Heeft ie volgens mij ook al meerdere malen bewezen. Duinkerke bijvoorbeeld, tweede etappe. Venturini natuurlijk DSQ, maar de topsnelheid waarmee Dylan daar aan komt op een oplopende aankomst kunnen menigeen nog een puntje aan zuigen.
Dus je probeert een punt te maken door deze 1e touretappe te vergelijken met Veenendaal-Veenendaal?
VV en KBK kennen wel een significant andere aankomst dan deze laatste 500m in Brussel. Groenewegen lijkt me zeker 1 van de favorieten, maar er is hier een aantal sprinters aanwezig die je minstens even hoog moet inschalen.
@wielerflits, misschien handig om dit -zoals voorheen - ergens te noemen in de voorbeschouwing. Dank alvast.
Maar dan heeft Edvald al voor drie lichtpuntjes gezorgd. Zeker met deze aankomst zou ik Nizzolo altijd vervangen door EBH.
2. Sagan
3. Kristoff
4. Matthews
Zou prachtig zijn als juist HIJ de eerste etappe en gele trui opeist voor Nederland, sinds 1830.
*** Sagan, Viviani, Groenewegen
** Kristoff, Matthews, Trentin
* Colbrelli, Laporte
*** Ewan
** Kristoff, Sagan
* Groenewegen, Viviani, Matthews
Tour 2016 Etappe 4
Top 4: Kittel, Coquard, Sagan, Groenewegen.
Dit was Groenewegens beste uitslag in zijn eerste Tour.
Het profiel was de laatste km vrijwel 100% gelijk: eerst 500 meter vlak en dan 500 meter ongeveer 25 meter omhoog.
Voor een frisse topsprinter in vorm is dat peanuts als ze met 70 per uur aan komen rijden.
Een verdere analyse op Strava leert ook dat er op 500 meter voor de meet een klein stukje 5% is, en daarna vrij snel afvlakt naar 3,5%, en de laatste 150 meter is nog maar 2% gemiddeld. Het stelt echt minder voor dan ervan wordt gemaakt. Makkie voor Dylan dit.
Zouden ze deze statistiek kennen op de burelen van de ASO? Zo ja, waarom dan dit jaar alweer een kans op geel voor de snelle mannen, met het levensgrote risico dat een aantal klasbakken op dag 1 gelijk een streep door hun ambities moet zetten?
Waarom überhaupt zo vaak de sprinters het geel gunnen? Deze groep maakt al 6-8 keer per Tour kans op persoonlijk succes en heeft bovendien een eigen trui. Zeker met de start in Brussel had de organisatie de mogelijkheid om een ander type renner de gele eer te beurt te laten vallen. Een gemiste kans wat mij betreft.