Vuelta-succes verbloemt het grote probleem van het Nederlandse wielrennen
Special Bijna een miljoen toeschouwers genoten afgelopen weekend van de Vuelta a España 2022 door Nederland. Renners als Tom Dumoulin, Mathieu van der Poel, Fabio Jakobsen wonnen de laatste jaren een grote ronde, monumenten, Europese en wereldtitels. Maar of de kinderen die dit weekend nog jaagden op handtekeningen, foto’s en bidons over tien jaar ook hun dromen als profwielrenner kunnen najagen, is niet meer vanzelfsprekend.
Het viel op de afgelopen dagen in Utrecht, ‘s-Hertogenbosch en Breda: de vele kinderen die naar de koers kwamen kijken. Het Nederlands succes in de wielersport klots de laatste tien jaar bij de plinten op. Sinds 2009 kwamen de Giro d’Italia (Amsterdam 2010 en Apeldoorn 2016), de Tour de France (Rotterdam 2010 en Utrecht 2015) én de Vuelta (Assen 2009 en Utrecht dit jaar) naar Nederland toe en bij iedere nieuwe uitgave lijken de bezoekersaantallen te groeien.
Bij de overheden en het bedrijfsleven is er veel draagvlak om dergelijke evenementen te organiseren, terwijl daar toch budgetten van meer dan twaalf miljoen euro voor nodig zijn. Met de vele toppers die ons land rijk is, heeft Nederland het wielrennen weer omarmd.
Amateur- en jeugdwedstrijden verdwijnen
In het Nederlandse wielercircuit zijn de laatste jaren tal van (jeugd)wedstrijden weggevallen. De redenen lopen uiteen: van te weinig sponsorgeld, een gebrek aan vrijwilligers of het niet kunnen inzetten van genoeg politie-begeleiding. Dat laatste is nodig om het vergunning-technisch allemaal in goede banen te laten leiden.
De laatste jaren verdwenen al klassiekers als de Baronie Breda Classic, de Ronde van Noord-Holland en de Slag om Norg. Ook beloftenkoers Olympia’s Tour – de oudste wielerkoers van Nederland – had het de laatste jaren niet gemakkelijk. KNWU-voorzitter Thorwald Veneberg luidde in 2021 al de noodklok. Ook licentiehouders nemen af.
In 2019 maakte WielerFlits al een uitlegvideo over de halvering van de inzet van politiemotards in het wielrennen.
Maar het is nog maar zeer de vraag of al die kinderen die de afgelopen jaren – met het laatste weekend in het bijzonder – naar hun helden hebben gekeken, zelf ook een wielerdroom kunnen najagen. Want als er geen kleinere koersen meer in Nederland zijn, dan kunnen de talenten van morgen zichzelf ook niet tonen. “Die kleinere koersjes zijn de opstap naar dit”, merkt ook Julius van den Berg (25) op, doelend op de Vuelta.
“Als je ziet hoe populair dit is, is het ook duidelijk dat er animo is voor dat soort koersen. Ik ben het er echt wel mee eens dat die wedstrijden hun status terug moeten krijgen en weer op de kalender moeten. Voor de ontwikkeling van het wielrennen is het heel belangrijk om alle kleine koersen in Nederland te behouden.”
Jumbo-Visma-ploegleider Grischa Niermann was jarenlang betrokken bij de opleidingsploeg van Rabobank en ook nu speelt de Duitser een belangrijke rol in de scouting van onder andere jonge, Nederlandse renners. “Het is te hopen dat deze Vuelta helpt. Ik was heel erg verbaasd over hoe zeer de Vuelta in Nederland leeft, super mooi!”, beoordeelt hij de mensenmassa’s.
“Hopelijk geeft dat ook een boost aan andere wedstrijden in Nederland. Kinderen en jeugdrenners die ook de droom hebben om prof te worden, kunnen dat niet zonder die kleinere koersen. Voor hen is het ook belangrijk dat er renners zijn uit je eigen land – zoals de afgelopen dagen met Robert Gesink en Mike Teunnisen – die wel het mooie weer kunnen maken.”
Mike Teunissen reed zondag in de rit van en naar Breda in de rode leiderstrui en genoot zichtbaar van alle aandacht die er bij de Vuelta-start in Nederland kwam kijken. Hij won nota bene de laatste twee edities van de ter ziele gegane Baronie Breda Classic. “Het is altijd goed zoeken naar vrijwilligers en er zijn veel alternatieven (op sportgebied, red.). Maar ik heb dit weekend ook weer gezien dat we met Jumbo-Visma proberen om de jeugd te motiveren en inspireren (met onder andere de Dikke Banden Races, red.). Ik denk dat het daarmee begint. Het is natuurlijk van de zotte dat het zó goed gaat met het Nederlandse wielrennen, dat het in het lagere segment en in de breedte het toch minder goed gaat en er eigenlijk niets uit voortkomt. Laten we hopen dat het de goede kant op gaat en dat er meer en meer van dit soort evenementen komen.”
Zeer zorgwekkend
“Je ziet aan alles rondom de organisatie dat dit gedragen wordt door de provincie en de overheid, terwijl zij naar de koersen van lager niveau – wat toch de basis is van het cyclisme – juist een terugtrekkende beweging maken”, ziet Jumbo-Visma-ploegleider Arthur van Dongen. “De Provincie Noord-Brabant spant zich alleen in voor de grote evenementen.”
“Ik organiseer ook wedstrijden op clubniveau en daar trekken ze hun handen van af. Daar willen ze niks van hebben. Wat je hier ziet is dat wanneer de politiek er achter gaat staan er ineens heel veel mogelijk is. Heel Breda kan dan platgelegd worden voor het verkeer. Vandaag zijn we door mijn woonplaats Dongen gereden waar het verkeer drie uur is stilgelegd, terwijl wij met de Ronde van Midden-Brabant moeten knokken om een half uur voor de aankomst het parcours te mogen afsluiten voor het opbouwen van de finish. Dat is helaas ingegeven door de politiek.”
Het grote gevolg van het gebrek aan politieke en financiële steun is dat steeds meer jeugd- en amateurwedstrijden verdwijnen. “En dat is zeer zorgwekkend”, aldus Van Dongen. “De basis van heel het wielrennen in Nederland wordt nu vergeten en dat is echt een groot probleem. Er zijn nog amper koersen van niveau voor nieuwelingen en junioren. En ook voor elite en beloften is er steeds minder. Ik had gehoopt dat we met Wouter Bos (de nieuwe KNWU-voorzitter, red.) iemand hadden die zich daar hard voor ging maken, maar ik zie helaas niet het gewenste resultaat.”
De eerstvolgende Nederlandse start van een grote ronde laat nog even op zich wachten. Rotterdam mag op z’n vroegst in 2026 weer het Grand Départ van de Tour de France organiseren.
Het is met alle benodigde kleding natuurlijk wel een duurder sport dan korfbal.
Stad tot stad wedstrijden blijven het mooiste, maar de ploegleiders verplichten de renners al om januari en februari mee te doen met de beruchte voorjaartrainingen. Ga je vrolijk met de ploeg uren in de vrieskou trainen. Ja, je hebt er bij die goed tegen de kou kunnen en daardoor alleen maar beter worden, maar de grote meerderheid wordt er alleen maar slechter van en zijn daardoor al in april/mei compleet opgebrand met als resultaat dat ze al op hun 22/23e ermee stoppen. Ikzelf schaats te hele winter, doe mijn Zwift trainingen en fiets ergens in april pas voor het eerst buiten. Vervolgens rijd ik vanaf eind april tot oktober.
Doordat ik mijn seizoen dus pas in april begin heeft (ben 40 jaar) hierdoor geen enkele ploeg voor mij nog een plekje (jeugd heeft de toekomst he). Glazenstad, Parel van de Veluwe forget it. Ik zou dus pas ergens in mei/juni aan de beurt komen om opgesteld te worden voor een stad tot stad wedstrijd. Om je in de klassiekerploeg te rjiden mag je dan op eigen gelegenheid ieder weekend in België omlopen rijden, maar ook dat is 200 km heen en 200km terug, dat gaat hem simpelweg niet worden, been there, done that.
Ik heb juist daarom gekozen voor een starterslicentie. Ik rijd 4 a 5 clubritten bij de A categorie in de week bij verschillende clubs. Zit dit jaar al aan 50 clubwedstrijden. Is allemaal relatief dichtbij dus lekker op de fiets heen en terug. Rijd alles top 3 en heb er superveel lol in. Ja, ik ben veel te goed om alleen clubwedstrijden te rijden, zou bij de elite ook makkelijk podium rijden.
De clubwedstrijden zijn ondertussen ook geen instapcategorie meer, zijn ondertussen net elitekoersen. Bij de clubwedstrijden zie je toch iedere keer weer 40/50 renners aan de start. Het niveau is skyhigh wat uiteindelijk voor een nieuwkomer/toerder niet te doen is, die haakt gelijk af en houdt het bij toeren.
N.B: Meerdere malen mee gemaakt dat de "assistentie" van de politie meer ellende gaf als dat ze hielpen. Verkeer regelen op een smalle brug en toen het verkeer vast liep gauw weg rijden en de vrijwilligers moesten het maar oplossen. ( Met onze ervaring snel en prima opgelost, maar het zou niet mogelijk moeten zijn )
Een ander iets een trimmer die na ca; 25 Km. lek rijdt snel een ander wiel krijgt, maar in de bezem bus gaat zitten, met deze achterstand kan ik niet meer mee doen voor de premies, dan is het voor mij niet leuk meer. Fiets je dan voor je plezier of is het een leuke bijverdiensten. N.B: Wel een koers van ca, 150 Km.