Paul Martens is terug bij Jumbo-Visma als Head of Apparel
Interview Na de Giro d’Italia van 2021 stopte Paul Martens met koersen. De dan 37-jarige Duitser richtte zich vervolgens op coaching, begeleidde Jan Maas naar een profcarrière en kwam vervolgens als trainer/ploegleider terecht bij Metec-Solarwatt. Daar was men heel tevreden over zijn werk, maar Martens zelf twijfelde of het ondernemerschap wel iets voor hem was. Toen Jumbo-Visma belde met een voorstel voor een nieuwe functie, was hij daar snel over uit vertelt hij aan WielerFlits. Sinds deze zomer is Martens Head of Apparel binnen het Nederlandse WorldTeam.

De Duitser is overigens nog niet helemaal weg bij het Nederlandse Continental-team, waar hij vlieguren wilde maken. Zo begeleidt hij tot het einde van het seizoen onder anderen nog Axel van der Tuuk, Tim Marsman en Jaap Roelen. “Zelf vond ik het niet kunnen – Jumbo-Visma trouwens ook – dat ik sporters middenin het seizoen alleen liet”, vertelt Martens, die al jaren in Nederland woont en de taal vloeiend spreekt. “Verder staat het coachingvak bij mij nu op een heel laag pitje. Dat heb ik begin mei al besloten. Misschien is het ondernemerschap of het onzekere daarvan toch niet per se iets voor mij. De acquisitie via social media of echt koude acquisitie om mensen te bellen, dat is niet direct aan mij besteed op dit moment, ben ik achtergekomen. En misschien wel nooit niet.”
Op de vraag wat hij dan nu wél wilde, krijgt hij het antwoord enkele dagen daarna al aangereikt. “Zoals het toeval wil”, glimlacht hij. “Namens Jumbo-Visma belde Jaap van Hulten mij. Hij is bezig met de processen binnen de ploeg. Na mijn carrière hebben we altijd extern contact gehouden en af en toe werd ik ook gevraagd om mijn mening te geven op materiaalgebied. Ook gaf ik lezingen bij bedrijven als representant van de ploeg. In die zin was ik nooit weg en is dit ook nog altijd een beetje mijn team. Die dagen samen hebben altijd heel fijn gevoeld. En nu kreeg ik de kans om in een heel andere functie heel veel nieuwe zaken te leren. Een heel erg interessante uitdaging.”

Paul Martens tijdens de Tour de France 2018 – foto: Cor Vos
Veel innovaties op kledinggebied
Martens is binnen Jumbo-Visma verantwoordelijk voor de performancekleding van de mannen, vrouwen en beloften. “Intern noemen we het zelf de soft goods. Ik werk veel samen met Mathieu Heijboer en sta in nauw contact met onze partners op het gebied van helmen, brillen, kleren en schoenen. Innovatie is een belangrijk onderdeel van mijn werk, maar het voornaamste is om alle processen te bewaken. De aantallen qua tenues zijn de laatste jaren bizar toegenomen. Een mouw net wat langer, een broek net iets korter of net een andere stof op de rug die betere aerodynamica geeft in bepaalde weersomstandigheden. Dan heb je op den duur niet drie verschillende shirts, maar acht. Aan mij de vraag om te bekijken of we ze allemaal nodig hebben.”
“Daarbij is het niet alleen afhankelijk van de financiële middelen die je tot je beschikking hebt, maar ook dat we de mankracht hebben om al de kleding goed en snel te verdelen en het overzicht te houden”, gaat Martens verder. “En ja, dat is een luxeprobleem. Maar als een renner op een gegeven moment bij het pakken van zijn koffer moet nadenken over het wel of niet hebben van het juiste shirt, is het geen luxe meer. Het gaat nog niet zo ver dat we bijvoorbeeld tegen Robert Gesink zeggen welke shirts hij naar een bepaalde koers moet meenemen, maar samen met Mathieu bepaal ik wel welke tijdritpakken we aantrekken. Daar besteden we veel tijd aan.”
Op kledinggebied gebeurt er veel de laatste jaren. “Daar moeten we kritisch naar blijven kijken”, legt Martens uit. “Van ieder product kun je zeggen dat het in bepaalde situaties iets toevoegt. Maar alleen een tijdrit is goed meetbaar. We hebben dat nu wel echt in de vingers, dat we dat voor iedere renner op maat kunnen bepalen. Al zijn de verschillen klein. Neem de Vuelta a España. Daar reed Sepp Kuss in de leiderstrui en dus in het pak van een organisatie. Je zou een seconde kunnen winnen, soms iets meer, maar dat is zo individualistisch. Dan is het flauw om te zeggen dat die pakken niet goed zijn. Of we die aanpak ook voor gewone ritten gaan zien? De racesuits en aerohelmen bestaan al een tijdje, al kijken we op dit vlak natuurlijk ook naar verbeteringen. We nemen alles onder de loep. Maar die veranderingen zullen op het eerste gezicht subtieler zijn.”

Sepp Kuss in de rode leiderstrui – foto: Cor Vos
Diversiteit
De vele facetten die bij zijn nieuwe rol komen kijken, betekenen voor Martens geen dagen van negen tot vijf. Wel kan hij veel vanuit huis doen, want veel weg zijn bij zijn gezin als ploegleider wilde hij juist niet op dit moment. “Renners zijn gewend snel antwoord te krijgen. Soms moet ik ’s avonds al zaken in gang zetten voor de dag erna. Dat kan het bestellen van schoenen zijn tot het kijken of we kwaliteitsproblemen tegenkomen bij kleren, in de windtunnel zitten om tijdritpakken te testen of nieuwe helmen uit te proberen tot budgetten bekijken om te zien waar we geld kunnen besparen. Ik vind het ontzettend gaaf en inspirerend wat de mensen hier binnen Jumbo-Visma hebben opgebouwd. En daarvan zou ik graag een hoop willen leren én mijn steentje bijdragen.”