Weekendinterview: Wouter Wippert
zaterdag 17 mei 2014 om 09:24

Weekendinterview: Wouter Wippert

foto: Drapac

Wouter Wippert (23) is misschien de onbekendste neoprof van Nederland. In de schaduw van zijn Nederlandse lotgenoten kiest hij voor een avontuur in het buitenland. Om zijn jongensdroom te verwezenlijken, verhuisde hij naar Melbourne. Naar de thuisbasis van zijn Australische team: Drapac Professional Cycling. WielerFlits maakte kennis.

Wippert is prof geworden via een atypische manier. Het shirt van de Rabobank opleidingsploeg heeft hij nooit gedragen. Via de Belgische opleidingsploeg Omega Pharma-Lotto-Davo en een stage bij Lotto-Belisol belandde hij vorig jaar bij het continentale Team 3M. Dat team kon hij eind vorig jaar inwisselen voor een avontuur als prof bij Drapac. Een overstap die hij dankt aan een rits ereplaatsen in uitslagen van vorig jaar en topnoteringen bij de beloften op wereldkampioenschappen (9de in 2012), Europese kampioenschappen (3e plek in 2012) en een overwinningen in de Tour de l’Avenir (2011). Maar ook door kordaat handelen van zijn zaakwaarnemers, erkent hij. “Zij zijn op het juiste moment in contact gekomen met de teammanagers van Drapac. Die zeiden toen op zoek te zijn naar een jonge sprinter. Zo zijn ze bij mij gekomen. Een unieke kans. Ik was heel blij met de mogelijkheid om prof te worden. Het was absoluut geen makkelijk jaar voor het wielrennen door alle ploegen die zijn weggevallen. Dat maakt me dankbaar voor mijn plekje. Het nieuws kreeg ik al vroeg te horen. Ik heb heel lang stil moeten houden dat Drapac ProContinentaal zou worden. De eerste berichten kreeg ik al in augustus te horen. Dan valt er heel wat druk van je schouders.”

Afgelopen winter verhuisde Wippert naar de andere kant van de wereld. Zijn thuisbasis in Overijssel ruilde hij in voor de metropool Melbourne. “Het leven in Melbourne wende snel. De stad is een perfecte uitvalsbasis voor wielrenners. Je kan hier uitstekend trainen, de mensen zijn aardig en het weer is goed. Van heimwee geen sprake. De koersbeleving buiten Europa is net even anders. In Nederland stap je voor bijvoorbeeld acht uur de ploegbus in om naar Noord-Frankrijk te rijden. Nu moet je acht uur vliegen naar bijvoorbeeld Singapore voor een wedstrijd. Toch net iets anders. Dat is heel gaaf voor nu. Ik heb altijd al iets van de wereld willen zien. Maar in de toekomst wil ik in Europa koersen. Drapac zie ik niet als mijn eindstation. Ik hoop eerst nog mee te groeien met de ploeg, maar hoe snel dat gaat weet ik niet. Nu gaat het de goede kant op, maar dat kan ook heel snel weer omkeren. Dit jaar wil ik weer een beetje verbeteren om eind volgend jaar de stap naar het allerhoogste niveau te maken. Dat zou ik heel mooi vinden als dat zou lukken. ”

“Uiteindelijk wil ik op het hoogste niveau meedoen om de winst. Dat is tenminste wel mijn doel. Ik bedoel: er zijn natuurlijk heel veel mooie wedstrijden waar ik graag nog een keer op het podium zou willen komen. Op één blijft nog altijd – maar dat zal wel heel moeilijk worden – Milaan-San Remo. Als ik die ooit zou winnen, is mijn carrière direct geslaagd. Ik vind het sowieso heel mooi koersen in Italië en het land trekt me enorm. Milaan-San Remo is ook één van de mooiere klassiekers, er zit heel veel in. Je moet toch meer hebben dan alleen een sprint, want anders haal je de eindsprint niet. De Poggio en Cipressa schrikken mij niet af. Maar misschien wel op het moment dat ik ze op fiets (lacht).”

Wouter wippert

Ronde van Turkije
De presidentiële Ronde van Turkije was voor Wippert een eerste treffen met enkele van de beste sprinters van het moment. In de achtdaagse, die begin deze maand werd verreden, deelde Wippert het peloton met onder andere Mark Cavendish (vier ritzeges), Elia Viviani (twee ritzeges), Theo Bos en André Greipel, die in Turkije zijn rentree beleefde na zijn valpartij in Gent-Wevelgem, maar zich niet in de massasprints mengde vanwege aanhoudende schouderpijn. Om te mogen starten in Turkije moest Wippert met de vuist op tafel slaan bij de ploegleiding. Want aanvankelijk stond hij voor deze wedstrijd niet op het rooster van Drapac. “Ik heb veel moeite moeten doen om mee te mogen gaan. De Ronde van Turkije is één van de mooiere koersen die mijn ploeg kan rijden. Je wil graag mee en laten zien dat je goed bent. De ambitie was een podiumplek in een van de ritten.”

Een tiende plek in de zevende rit werd uiteindelijk het hoogtepunt. Een resultaat dat niet overeenkomt met de ambitie. “Daar heb ik flink van gebaald. Uit de evaluatie met mijn trainer werd duidelijk dat de mindere prestatie te wijten valt aan ziekte, dat was ik behoorlijk twee weken voor Turkije. Dat heeft uiteindelijk roet in het eten gegooid. Maar het is een heel leerzame week geweest. Het was ook voor mij de eerst keer op dit niveau. De voorbereiding op de sprint van die topsprinters meemaken, was heel interessant. Je ziet gewoon dat een lead-out man het verschil maakt in een goed treintje. En dat positioneren het allerbelangrijkste is om uiteindelijk mee te kunnen sprinten voor de zege, of voor de plekken waar het eigenlijk niet om gaat. Top tien is leuk, maar iedereen weet dat maar één plek écht telt.”

Desondanks was de ploegleiding van Drapac tevreden met het behaalde resultaat. “Dat is altijd fijn om te horen. Zij realiseerden zich ook dat er meer in had gezeten als ik een teamgenoot voor me had gehad. Of dat vanaf nu gaat gebeuren, weet ik niet. Binnen de ploeg is er nog een snelle man: Jonathan Cantwell. Hij was in Turkije niet aanwezig. Dit najaar zullen we wel veel samen koersen. Ik hoop dan wel beter te eindigen dan plek tien.”

Topsprinters verslaan
“Op dit moment kan ik ze nog niet verslaan. Het is een stukje ervaring om sprints op dezelfde manier als de toppers te rijden. In Turkije was het m’n eerste wedstrijd tussen die mannen. Het zou misschien ook niet goed zijn geweest als ik direct twee ritten had gewonnen. Vanuit het niets. Wel mooi natuurlijk, dat absoluut. Op het einde van het jaar wil ik ze wel verslaan. In de Ronde van Hainan hoop ik een paar mannen weer tegen te komen en een paar ritten te pakken.”

“Sprinten blijft een interessant spelletje. Afgelopen week won Kittel twee ritten in de Giro d’Italia. Direct wordt er gezegd dat het makkelijke zeges zijn, omdat Greipel en Cavendisch niet aanwezig zijn. Maar je moet toch nog maar winnen, denk ik dan. Dat wordt onderschat. Er gebeurt zoveel in de laatste twee kilometers. Je moet dat allemaal eerst overleven en dan nog meesprinten. En natuurlijk is het mooier om te winnen van die grote namen, dan van iemand die je niet kent. Want bij een overwinning tegen onbekende renners wordt al snel geoordeeld dat die winst minder waarde heeft.”

In de Tour of Taiwan – begin maart – behaalde Wippert zijn derde overwinning van het seizoen, na eerder tweemaal de beste te zijn geweest in de Nieuw Zeeland Cycle Classic. Een ritzege in Azië staat bij sommige wielervolgers niet in verhouding met een Europese zege, proeft de sprinter uit menig reactie. “Er zijn mensen die zeggen dat een overwinning in Azië minder voorstelt. Die vragen: “Heb je al iets gewonnen dit seizoen? ‘Ja, twee ritten in Nieuw-Zeeland en een rit in Taiwan.’ ‘Maar nog niets in Europa?’ ‘Nee, dat niet.’ ‘Oo, dan heb je eigenlijk nog niets gewonnen’, klinkt het dan. Dat krijg ik best vaak te horen. Maar ik maak me daar niet druk om. Ik heb zoiets van: als jij er zo over denkt, is dat jouw mening. Probeer ze maar eens te winnen. Er wordt wel gezegd dat het zo makkelijk is, maar win er dan maar een paar. Vorig jaar was dat niet anders toen Belkin in de Tour of Hainan domineerde en Moreno Hofland daar drie keer kon winnen. Toen werd ook gezegd dat het máár in China was. We hebben dit jaar gezien dat hij toch beter is dan men verwachtte.”

“Natuurlijk is het mooier om een grote koers in Europa te winnen. Daar zit geschiedenis achter. Maar als ik zie wat mijn zege in Taiwan daar teweeg brengt, is dat mooier dan een kleine Europese zege. Hier in Europa wordt nuchter gereageerd: “Heeft hij een ritje gewonnen? Ja, mooi.” In Taiwan word je heel de week op handen gedragen. Dat was voor mij echt van ‘wow!'”

De komende dagen krijgt hij de kans dat gevoel terug te winnen. In de Tour of Japan kan de helft van de in totaal zes etappes uitmonden in een sprint. Na een langer verblijf in Japan, een korte tussenstop in Nederland en vervolgens de Ronde van Iran, wil Wippert zich klaarstomen voor het Nederlands kampioenschap in Ootmarsum. Een thuiswedstrijd. Zijn thuisbasis in Wierden ligt op nog geen 25 kilometer van het NK-parcours. “Parcourskennis is het probleem niet.”

Lees ook:
15 maart: het Weekendinterview met Michel Cornelisse
22 maart: het Weekendinterview met Martijn Keizer
29 maart: het Weekendinterview met Kenny van Hummel
05 april: het Weekendinterview met Tyler Farrar
12 april: het Weekendinterview met Johan Museeuw
19 april: het Weekendinterview met Michael Boogerd
26 april: het Weekendinterview met Karsten Kroon
3 mei: het Weekendinterview met Bas Tietema
10 mei: het Weekendinterview met Wilco Kelderman

RIDE Magazine