Nederlandse beloften willen WK onder controle houden: “We lopen niet weg voor onze status”
Interview Nederland start vrijdag met zes beloften tijdens de WK U23 wegwedstrijd. In de breedte beschikt bondscoach Adriaan Helmantel misschien wel over het beste blok. Sterker nog: in alle zes de gevallen zou niemand raar opkijken als ze vrijdag de wereldtitel pakken. “Ons plan is duidelijk”, grijnst de bondscoach in gesprek met WielerFlits.
Jullie hebben woensdag het parcours verkend. Wat zegt jouw gevoel daarover?
“Mijn indruk van de verkenning is dubbel. Ja, het is lastig. Maar is het lastig genoeg? Gaat de koers wel ontploffen op het Flandrien-circuit? De aanloop naar de rondjes toe is heel makkelijk. Iedereen zal nog redelijk fris zijn als we op het Flandrien-circuit rijden. Daarnaast is het op dat punt nog ver naar de finish. En na de laatste klim op de Flandrien-lus, heb je nog zo’n braakliggend tussenstuk. Ik had liever de eerste 65 kilometer overgeslagen en twee extra rondes op de Flandrien-lus willen doen. Dat eerste stuk van Antwerpen naar Leuven is eigenlijk ook 65 kilometer lang beschut. Er moet windkracht zes staan wil het op de kant gaan. Ik had gehoopt op meer open stukken. Maar goed, hier moeten we het mee doen.”
Wie schaal jij in tot de grote favorieten op dit parcours?
“De Fransen hebben een paar gevaarlijke renners. Het zijn niet de heel bekende namen, maar die jongens rijden wel echt goede uitslagen. Neem nu die gast van Arkéa-Samsic (Matis Louvel, red.). Die werd elfde in de Primus Classic. Niet op de voorgrond. Maar als je dat vertaalt naar het beloftencircuit, zijn dat stiekem wel goede resultaten. En daar reed hij er nog een aantal van. De Belgen zijn ook supersterk en zij hebben de druk er vol op als thuisland, zeker met Florian Vermeersch. Die liet in de tijdrit zien dat hij de te kloppen man is. Italië is sterk in blok en de Noren hebben ook een indrukwekkend team samengesteld. We zijn zeker niet het enige sterke land, maar we lopen weg niet voor onze status.”
In de voorbeschouwing kon ik er ook niet omheen om – na Florian Vermeersch – de druk volledig bij Nederland neer te leggen…
“Ik zei al tegen de jongens: nu kunnen we ook niet meer verstoppertje spelen (lacht). Maar goed, dat had sowieso niet gekund na wat we hebben laten zien in de Tour de l’Avenir. We hoeven er niet geheimzinnig over te doen dat wij een sterke ploeg hebben. Daar zijn er meer van, maar in de breedte tippen er weinig andere landen aan die van ons. We accepteren de favorietenrol en zullen daar ook naar koersen.”
Wat is het strijdplan van Nederland voor vrijdag?
“Voor ons is het zaak dat we in ieder geval de gehele koers de controle houden. We hebben meerdere mogelijkheden. Blijft het toch een grote groep, dan hebben we snelle mannen. Zijn er kleine groepjes, dan hebben we ook allemaal afmakers. Daarom is het zaak dat we bij de les blijven en we niet in een situatie terechtkomen dat er een gevaarlijk groepje wegrijdt, we niemand mee hebben en wij moeten gaan rijden in de achtervolging. Dat willen we voorkomen.”
Hoe ziet de rolverdeling er dan uit?
“We hebben niet een vast scenario met hoe we het gaan klaarspelen. Iedereen kan van ons winnen, op verschillende manieren. Een massasprint is voor ons prima, maar een zware koers ook. Zolang we maar controle voelen. Dat is het doel. En dat kan in heel veel situaties. De uitdaging is om dat in alle gevallen te blijven houden. Ons voordeel in de finale zou ook een overtalsituatie kunnen zijn. Daan Hoole moet het hebben van een solo, maar de andere vijf zijn gewoon snel. Als een van hen meezit mét daarachter ook nog een snelle man, dan is het spel op de wagen. Maar goed, een WK is altijd onvoorspelbaar. Gelukkig ook maar.
We kunnen in ieder geval niet met zes kopmannen starten. Maar ze verdienen wel allemaal een kans om een gooi naar de zege te doen. Tegen een aantal heb ik gezegd: ‘Of je zit mee met een groep voorop, of je moet misschien op kop gaan rijden van het peloton’. Dan kun je maar beter zorgen dat je in de groep mee zit. En als dat eenmaal lukt, wie weet wat er dan in het vat zit. Marijn van den Berg pakte zo in 2019 zijn kans. Hij verschafte zichzelf mogelijkheden en het beschermde onze toenmalige kopmannen. Zo wil ik graag koersen.
Iedereen weet wie er moet werken áls we moeten werken en dat de ene renner meer kansen heeft dan de ander. Maar niemand van ons staat aan de start als pure knecht. Dat hebben ze zelf in de hand. Die vrijheid heb je bij de beloften ook. Maar als er straks wel een kopgroep wegrijdt die vijf minuten pakt en wij moeten gaan rijden, dan weten de jongens wie er als eerste aan de beurt zijn. Die duidelijkheid is er wel. Wie dat zijn? Dat houd ik voor me. Onderschat niet dat de Belgen ook meelezen. Die mogen dat niet weten (lacht).”
Hoe groot is de kans op een Nederlandse wereldtitel?
“Ik heb super veel vertrouwen in deze groep. We kunnen mee de koers maken en daarbij gaan we voor het hoogst haalbare. Hopelijk kunnen we daarmee de fikse kater van Yorkshire (toen de UCI de wereldtitel van Nils Eekhoff afnam, red.) wegspoelen. Die koers was natuurlijk fantastisch en de finale echt een thriller. Maar de afloop was voor ons verschrikkelijk.”
Een waarheid als een koe. Hopelijk wordt bedoeld: iedereen van ons kan winnen.
Heb er zin in morgen!