Koos Moerenhout verkent het Dak van Drenthe: “Dit is echt een heel goede leerschool”
Interview Het nieuwe Dak van Drenthe is bijna klaar voor recreatief gebruik, maar tijdens het komende EK wielrennen op en rond de VAM-berg zullen de beroepsrenners de eerste gebruikers zijn. WielerFlits en RIDE Magazine staan uitgebreid stil bij het debuut van deze nieuwe publiekstrekker in Drenthe. Dit is het tweede interview in deze serie.
Een nieuw te ontdekken klim nodigt uit voor een verkenning. RIDE Magazine heeft daarvoor Koos Moerenhout gestrikt, die afgelopen zomer Mathieu van der Poel naar de wereldtitel gidste in Glasgow. Omdat de bondscoach toch het volledig parcours wilde verkennen met het oog op het Europees kampioenschap, kon hij zodoende van de nood een deugd maken. Vanuit Moerenhouts woonplaats Steenbergen is het drie uur (ruim 250 kilometer) rijden naar de VAM-berg. Pluvius was hem helaas slecht gezind, want Drenthe werd tijdens de verkenning bespoeld met slagregens. Exclusief voor dit magazine mochten we het nog afgesloten Dak van Drenthe ontplooien.
Het woord klim doet eigenlijk geen recht aan de helling. Vanaf de voet van het Dak van Drenthe, kun je de top zien. Twee bochtjes en je bent boven. Maar schijn bedriegt. Zeker als je bovenop staat, zie je goed hoe snel je het hoogteverschil moet overbruggen. “De mensen moeten de finish van het NK 2022 en het EK van dit jaar in zichzelf opnemen. Die lag al na een hellende strook, die best lekker doortrok. Van daaruit fiets je door naar de nieuwe helling, zonder afdaling. Je kan dus niet herstellen van dat tweede klimmetje (de eerste is de helling met de keienstrook op de top, red.). Je bouwt de inspanning nu op, want de derde klim is het verlengde van de tweede.”

De eerste hellende meters van Het Dak van Drenthe – foto: Siese Veenstra
Voor het oog lijkt het alsof de renners richting de hemel rijden, alsof de wereld daar stopt. “Dat is denk ik zo’n honderd meter, die zeker naar het einde toe lastig is”, beaamt Moerenhout. “Daarna krijg je een haarspeldbocht naar rechts. Hoewel het maar vijftig meter is, is dat echt een rotstukje. Het is daar zo steil, dat haalt je volledig uit je ritme. Je draait dan met een nieuwe haarspeldbocht naar links. Daarna valt het wel weer wat mee. Maar daarna krijg je een strook van zo’n vier- tot vijfhonderd meter. Dat is echt een plateau. De beste renners kunnen daar een tand bijsteken. Daar kun je in koers het verschil maken. Richting finales biedt dat zeker kansen om iets te forceren.”
Een mix van Vlaanderen en Limburg
De bondscoach verwacht dat de opeenstapeling van intervallen die je moet doen, het Dak van Drenthe zo slopend maakt. “De helling heeft een heel exclusief uiterlijk en het geeft een ander karakter aan de parcoursen zoals we die van de NK’s kennen. Het leent zich om er een harde koers van te maken. Als je op die hellingen drie keer een bommetje kunt gooien, dan trek je – zeker in finales – alles uit elkaar. Bovenop Het Dak heb je dan dat plateau, dat zeker met wind verschillen gaat opleveren. Je duikt dan een snelle afdaling in, dus blijft het op een lint. Als je daar niet direct mee kunt, zit je in de problemen. Voor je het weet keer je weer terug aan de voet van de VAM-berg, de eerste klim. En dan begint het hele proces weer opnieuw. Die inspanning sloopt je.”
“Het zijn namelijk geen beklimmingen”, legt Moerenhout uit. “Je kunt er niet lekker tegenop rijden. Met een wat minder stijgingspercentage en een geleidelijkere klim, kun je een ritme zoeken. Maar dit is zo kort en explosief, dat gaat zeker doorwegen in finales van wedstrijden. Veel hellingen in Limburg hebben dat ook, buiten het Drielandenpunt, de Camerig, de Loorberg, dat soort klimmetjes. Alleen is hier in Drenthe in de wijde omtrek geen opvolging te vinden”, lacht hij tijdens de lunch in het Van der Valk-hotel te Spier na afloop. “Het parcours gaat richting het klassieke werk, zoals we dat kennen in Vlaanderen. Maar het leent zich ook voor mannen en vrouwen met uithoudingsvermogen, die daarna nog een beetje snelle bennen hebben. Zij zijn in het voordeel.”

Moerenhout in de afdaling van Het Dak – foto: Siese Veenstra
Om een beeld te schetsen, slingert de tweevoudig Nederlands kampioen er een paar namen in. “Mathieu van der Poel zou dit zéker goed kunnen. Maar ook de internationale namen zullen geen verrassing zijn. Dan denk ik aan Mads Pedersen, Wout van Aert, een Peter Sagan in zijn goede tijd. Het is smal, intervallen en explosief. Alle ingrediënten om je benen te laten doen ontploffen. Herstellen is hier heel lastig. Je moet in een goede positie van punt naar punt rijden en geconcentreerd blijven in de bochten van de afdaling. Je moet snelheid meenemen vanuit de afzink, anders kost je dat bergop weer extra energie. Ben je uit positie, dan rijden ze aan de voorkant misschien vijftig kilometer per uur. Je komt met zoveel snelheid uit de afdaling. Aan de achterkant moet je dan rustig zestig kilometer rijden. Eén keer gaat dat nog, maar geen drie keer.”
Leerschool voor de toekomst
Hoe het EK op de weg ook geweest mag zijn, is dat volgens Moerenhout niet het belangrijkste visitekaartje van het Dak van Drenthe en de VAM-berg. “Je kunt hier heel veel mee als je kijkt naar de opleiding van jonge wielrenners”, stelt hij. Moerenhout is ook ploegleider bij opleidingsteam Hagens Berman Axeon en ziet de laatste jaren dat veel jonge talenten stuurmanskunst missen. “Dat kun je op deze hellingen perfect onder de knie krijgen. Er zijn heel veel wedstrijdsituaties na te bootsen. Die kun je vervolgens later in koers weer toepassen. In de Amstel Gold Race, in de Ronde van Vlaanderen of een van de andere Vlaamse voorjaarskoersen. Dit biedt kansen. Maar het behoud van stad tot stad en koersen op de openbare weg blijft cruciaal voor de ontwikkeling.”
Omdat het gebied afgesloten is, is het ook een heel veilige plek om te trainen. “Kijk ook naar de problemen die er nu in Nederland en andere landen zijn met politiebegeleiding. Je moet hier geen twintig koersen per jaar organiseren, dat is niet nodig. Maar deze terreinen zijn wel de toekomst voor het wegwielrennen. Vooral dus in het opleidingstraject. Heel veel facetten van de sport kun je hier leren, het palet aan mogelijkheden voor jeugdrenners is groot. De techniek, het korte hevige dalen, snel weer optrekken. Iedereen die fietst en beter wil positioneren, sturen, schakelen komt hier heel nauw. Dat is niet eenvoudig om te trainen. Dit is echt een heel goede leerschool.”
Wat dat betreft blijven dus ook de hellingen circulair. Het doet ons terugdenken aan een mooie anekdote van grondlegger Brink. “De geschiedenis van Nederland ligt op de VAM-berg. Het huisvuil van heel Nederland is de bodem voor deze klim en het Dak van Drenthe. Best grappig, want nu en in de toekomst blijven wielrenners geschiedenis over geschiedenis schrijven.” Van troep en vuil naar goud en ander eremetaal: de VAM-berg en het Dak van Drenthe hebben na dit verhaal geen geheimen meer en zijn klaar om heel Europa te veroveren. De toekomst tegemoet.
Dak van Drenthe VAM Berg, Midden-Drenthe, Netherlands
• Distance: 817 m, Elevation: 50 m, Avg. Grade: 6.8 %
Alle info over het EK in Drenthe vind je op de officiële site
