Tom Boonen over legendarische Omloop-editie: “Toen heb ik bijna gevochten met Niki Terpstra”
Omloop Het Nieuwsblad, het jaar 2015. Drie renners van de ploeg van Patrick Lefevere én Ian Stannard. Makkelijk gewonnen zou je denken, maar het liep compleet mis voor Tom Boonen en co. Stannard won, wat tot woede leidde bij de mannen van Lefevere. “Dat was neus tegen neus”, aldus Boonen in Wielerclub Wattage.
In de podcast hebben Boonen en co het nog een keer over die editie van de Omloop. “Stannard had al 50 kilometer in ons wiel gezeten. Wij waren met z’n drieën (Boonen, Niki Terpstra en Stijn Vandenbergh, red.) dus al een hele tijd aan het rijden. “Fitte (ploegleider Wilfried Peeters, red.) kwam langs en vroeg hoe we het zouden regelen. De meest logische oplossing was dat we samen naar de finish zouden gaan en dat ik Stannard zou kloppen in de sprint.”
Sprint aantrekken in plaats van wachten
“Maar Niki en Stijn zeiden dat ook zij graag wilden winnen”, vertelde Boonen. “Wat ik vaak deed in het openingsweekend, was hen proberen te helpen. Zo had ik de daaropvolgende weken superovertuigde helpers. Stijn viel dus aan, Stannard reed het gat dicht. Ik dacht dat het toen mijn moment was en ik ging zelf, maar ik voelde na 500 meter al dat het beste weg was uit mijn beentjes.”
“Stannard speelde het superslim, bleef rijden en kwam terug. En daarna kwam het toonbeeld van hoe het niet moet. Niki sprong mee met Stannard, ik hing achter hen en was aan het ontploffen. In plaats van te wachten, trok Niki de sprint aan en dat was eigenlijk voor Stannard. De rest is geschiedenis.”
Neus tegen neus
Een mega aderlating voor Boonen, Terpstra en Vandenbergh. Naast een aderlating, ook woede. “Ik heb het al verteerd, hoor. Maar dat is de enige keer dat ik bijna gevochten heb met Niki Terpstra. Dat was neus tegen neus, een kwartiertje roepen. Het was toen wrede ambras.”
“Al was het een fout van ons allemaal. Ik had moeten zeggen dat ik zou sprinten en Niki had niet zo op kop moeten rijden met Stannard in zijn wiel. Maar na een kwartiertje was het oké en konden we weer praten. Je moet zoiets kunnen opbergen, want daags nadien was het weer koers.”