Achter de schermen bij RIDE Magazine: ‘Bescheidenheid Sepp Kuss straalde hij uit in zijn woordkeuze’
Sinds 2021 heeft WielerFlits vier keer per jaar een eigen wielermagazine in de schappen liggen: RIDE Magazine. Met heel veel passie en trots wordt bijna elk kwartaal het dubbeldikke koersblad gemaakt. In dit overzicht geven de schrijvers van RIDE Magazine een blik achter de schermen. Hoe komt RIDE tot stand? Hoe komen verhalen tot stand?
Heb je interesse in RIDE Magazine? Neem hier een blik in onze webshop!
‘De bescheidenheid van Sepp Kuss straalde hij uit in zijn woordkeuze’

Om jullie als lezers van WielerFlits een blik achter de schermen te bieden bij RIDE Magazine, kruipen de makers van ons wielerblad in de pen om hun bijzonderste verhalen te delen over het maakproces. Hoe is een interview tot stand gekomen? Wat zijn schrijvers en fotografen tegengekomen in het proces? Wat zien jullie als lezers niet, maar wij wel? Dit keer: hoofdredacteur Raymond Kerckhoffs over verhalen met Sepp Kuss, Michael Boogerd en twee hoogleraren economie.
“Een interview dat al een tijdje op mijn verlanglijstje stond was met Daam Van Reeth en Wim Lagae, twee hoogleraren economie aan de KU in Leuven die al decennialang de economie van de wielersport in beeld brengen. Wellicht doordat ik ook economie heb gestudeerd, boeit de economie en politiek van het wielrennen me al decennialang.”
“Ik vond het dan ook fantastisch om urenlang met Van Reeth en Lagae in een wielercafé in Sint-Niklaas over de kansen en ontwikkelingen in de wielersport te discussiëren. In zeven stellingen krijg je een goed beeld van de huidige stand van zaken in het wielrennen. En eigenlijk is de conclusie: economisch gaat nog niet zo slecht met het profwielrennen.”
“Een ander persoon die we naar aanleiding van zijn bijzondere prestaties van vorig seizoen wilden interviewen was Sepp Kuss. Als winnaar van de Vuelta a España was hij een van de grote verrassingen, maar tevens ook de renner die na het demasqué van Lance Armstrong de Verenigde Staten weer op de wielerkaart zette.”
“Zoals Sepp in tv-interviews overkomt, is hij in het echt ook. Een supervriendelijke gast die altijd optimistisch, maar zeker ook bescheiden in het leven staat. Dat straalde hij ook in zijn woordkeuze in ons gesprek uit. Toch vond ik het mooi hoe in het interview ook duidelijk werd dat de eindzege van de Vuelta misschien voor hem een ontbolstering van zijn talent is. Dat hij nu het kopmanschap wil omarmen.”
Dit bericht op Instagram bekijken
“Tot slotte een van mijn favoriete rubrieken in RIDE is Retro, waarbij we een oud-renner interviewen in een oud-shirt dat een speciale betekenis voor hem of haar heeft gehad. Ditmaal was het Michael Boogerd in de leiderstrui van Parijs-Nice van 1999. Precies 25 jaar geleden schreef Boogie de Koers naar de Zon op zijn naam. Per ongeluk, want eigenlijk was het de bedoeling dat Rabobank alleen Tirreno-Adriatico zou rijden. Maar daar had de ploeg zich destijds te laat voor ingeschreven. Boogerd had een grote voorliefde voor de Italiaanse wedstrijd tussen de twee zeeën en reed dus uiteindelijk maar één keer Parijs-Nice.”
“Opvallend, dat was ook de enige editie die ik van de Franse rittenkoers van start tot finish heb gevolgd. Ook ik heb steevast voor Tirreno gekozen, maar het was mooi om bij Boogerd thuis aan de keukentafel herinneringen op te halen aan die Parijs-Nice. Ik dacht dat ik me nog veel details goed kon herinneren, maar het is ongekend welk geheugen Boogie heeft. En bij hem spat de wielerpassie nog altijd van ieder woord af.”
‘Gesprek met Mohoric was een van de meest bijzondere interviews van de laatste jaren’

Om jullie als lezers van WielerFlits een blik achter de schermen te bieden bij RIDE Magazine, kruipen de makers van ons wielerblad in de pen om hun bijzonderste verhalen te delen over het maakproces. Hoe is een interview tot stand gekomen? Wat zijn schrijvers en fotografen tegengekomen in het proces? Wat zien jullie als lezers niet, maar wij wel? Dit keer: hoofdredacteur Raymond Kerckhoffs over verhalen met Matej Mohoric, Demi Vollering en Lotte Kopecky.
“Het flashinterview van Matej Mohoric na de door hem gewonnen Tour-etappe naar Poligny was voor ons direct een reden om eens een dieper interview met de Sloveen te maken over de betekenis van diens woorden. Waar we op WielerFlits vooral op het nieuws van de dag ingaan en kortere reportages maken, willen we met RIDE Magazine echt de diepte ingaan. Met verhalen van 2.000 tot 5.000 woorden krijg je ook de ruimte om eens langer met iemand in gesprek te gaan.”
“De eerste afspraak met Mohoric werd gemaakt voor de presentatie van de Renewi Tour in Brugge. Op vijf kilometer voor de afslag was die dag een ongeluk met een vrachtwagen gebeurd, waardoor ik twee uur lang stil stond. Ja, als je in België de file in rijdt, dan is dat vaak niet zo snel opgelost als in Nederland. Ik kwam uiteindelijk een half uur voordat Mohoric naar de presentatie moest gaan aan in zijn hotel. Toen ik hem de insteek van mijn interview uitlegde, vroeg hij of het ook aan het einde van het jaar kon. Daarop besloten we het verhaal naar een later nummer van RIDE door te schuiven. Uiteindelijk kreeg ik in het begin van de winter de mogelijkheid om hem te interviewen in Monaco.”
“Als Mohoric op de praatstoel zit, dan is het een spraakwaterval. Een ontzettend boeiende persoonlijkheid die niet alleen overal een mening over heeft, maar bovenal een bijzondere kijk op vele zaken kent. Dat maakt dit interview ook zo boeiend.”
“Het was leuk om te zien hoe trots hij was om te horen wat zijn flashinterview, waarin hij de wreedheid van de wielersport benoemde, allemaal heeft los gemaakt. En dat wij doorvroegen waar die woorden bij hem vandaan kwam. Daarom vind ik dit ook een van de meest bijzondere interviews die in de afgelopen jaren gemaakt heb. En als je de erelijst van Mohoric ondertussen gaat bekijkt, dan behoort hij stilaan bij de wereldtop.”
“In het vrouwenwielrennen zijn ploegmaats Demi Vollering en Lotte Kopecky van Team SD Worx-Protime absolute wereldtop, de nummer één en twee op de wereldranking. Wat mij vooral bijstaat van het afgelopen seizoen is dat beiden, ondanks dat ze in dezelfde ploeg reden, in vijf topkoersen eerste en tweede werden. Strade Bianche, Ronde van Vlaanderen, Amstel Gold Race, Tour de France Femmes en WK op de weg in Glasgow. Ik wilde met beiden deze koersen nalopen en van daaruit hun sterke punten als renster ventileren, maar vooral ook kijken hoe ze elkaar aan de top sterker maken.”
“Tijdens de persdagen van de ploeg in Spanje kon ik hen spreken. Het hotel waar ze verbleven, kende ik nog van zo’n 20 jaar geleden. Hotel Parador, direct aan de zee in Javea. Dit was in de eerste jaren van dit millennium de plek waar de Rabobank-ploeg het trainingskamp in januari organiseerde.”
“Met Kopecky en Vollering werd het een leuk en open gesprek. We hebben er liefst tien pagina’s van kunnen maken. Ze hadden die dag ook nog een fotoshoot voor Specialized in heel speciale gala-kleding. Van het fietsmerk kreeg ik toestemming om ook een paar foto’s van hen te maken toen ze de kleding nog aan hadden en uit de visagie kwamen. De noeste werksters op de fiets staan dan ineens als echte glamourgirls voor je. Prachtige fotografie waarmee we ons als RIDE Magazine konden onderscheiden.”
‘Werknemers op Specialized-campus hadden toch verrassingen voor mij in petto’

Om jullie als lezers van WielerFlits een blik achter de schermen te bieden bij RIDE Magazine, kruipen de makers van ons wielerblad in de pen om hun bijzonderste verhalen te delen over het maakproces. Hoe is een interview tot stand gekomen? Wat zijn schrijvers en fotografen tegengekomen in het proces? Wat zien jullie als lezers niet, maar wij wel? Dit keer: Materiaalzone-verslaggever Ties Wijntjes over Specialized.
“In het voorjaar gaat veel aandacht uit naar de klassiekers. Geheel terecht, maar er zijn ook veel interessante verhalen rond wielermateriaal en de wielerindustrie te vertellen. Bijvoorbeeld het verhaal van Specialized, dat het Europese hoofdkantoor net buiten Arnhem heeft liggen.”
“Door de jaren heen hebben wij bij WielerFlits en RIDE Magazine een goede relatie met Specialized opgebouwd. Het fietsenmerk is een belangrijke partner die ons niet alleen ondersteunt, maar ook helpt om mooie verhalen te maken. Van interviews met topcoureurs tot technische achtergrondverhalen en het bijwonen van bijzondere events; met Specialized is er altijd reuring in de tent.”
“Hoewel het een Amerikaans merk is, hebben ze ook een stevige Nederlandse signatuur. Onder andere vanwege dat Europese hoofdkantoor dat zich in Nederland bevindt. Ik heb vaak contact met Peter Kraaijvanger, de marketingmanager bij het fietsbedrijf, maar voor deze reportage wilde ik juist ook graag met andere werknemers spreken. Want uiteraard gebeurt er nog veel meer in het kloppende hart van Specialized.”
“Dat zelfs een merk, dat je na jaren uitgebreid contact best goed denkt te kennen, nog verschillende verrassingen voor je in petto heeft, maakt een reportage als deze heel leuk om te maken. Een bedrijfsbezoek klinkt misschien niet zo sexy, maar het mogen bezoeken van alle verschillende panden op de campus van Specialized, blijkt dan al enorm interessant te zijn. Ik mocht daar zien wat er precies gebeurt.”
“Dat bewijst ook dat we voor mooie verhalen helemaal niet ver van huis hoeven te gaan. Ik ben de eerste om toe te geven dat ik mijn kilometers het liefst in de Alpen afwerk en dat fabrieksbezoeken superinteressant zijn, maar we vergeten wel eens hoeveel er in de lage landen zelf te zien valt.”
“Een groot merk als Specialized kiest dus voor Nederland als locatie voor zijn Europese hoofdkantoor, en dat is niet zonder reden. Het is zelfs iets waar we best een beetje trots op mogen zijn. Het hele verhaal in de serie ‘Mooi bedrijf’ kan je helemaal lezen in de voorjaarseditie van RIDE Magazine.”
‘Toertocht rond de Kemmelberg gaf mij een gevoel van respect voor de omgeving’

Om jullie als lezers van WielerFlits een blik achter de schermen te bieden bij RIDE Magazine, kruipen de makers van ons wielerblad in de pen om hun bijzonderste verhalen te delen over het maakproces. Hoe is een interview tot stand gekomen? Wat zijn schrijvers en fotografen tegengekomen in het proces? Wat zien jullie als lezers niet, maar wij wel? Dit keer: hoofdredacteur Rodrick de Munnik over de Kemmelberg.
“De Kemmelberg kwam op mijn to do-lijst vanwege een andere to do-lijst: de Challenge BIG. Dat is een lijst met duizend Europese bergen die je gefietst moet hebben. Elk land heeft er een aantal.”
“De Kemmel zit in de selectie van de Benelux, maar de nabije Mont Cassel op de lijst van Frankrijk. Zo klonterde er een viertal af te vinken klimmetjes samen in het grensgebied rond Ieper en dus werd het een volwaardige prooi. Toen bleek dat er een mooie toertocht was die alle vier de klimmetjes aandeed, was ik om.”
“In eerste instantie ging ik er echt heen om die vier beklimmingen af te vinken. Zoals zoveel fietsers denk ik aan de omgeving van Oudenaarde als ik in de Vlaamse heuvels wil fietsen, maar niet aan de streek rond de Kemmelberg. Maar dat idee veranderde op slag.”
“Ik weet niet precies waarom, maar het voelde als fietsen op gewijde grond. Er is nogal wat gebeurd in die omgeving en dat gaf een gevoel van respect voor de omgeving. Plus dat het gewoon een mooie streek is, met leuke dorpen en steden.”
“Als fietsjournalist kan ik het niet laten om het te vertellen als een bepaalde fietstocht mij heeft geraakt. Gelukkig is het een onderdeel van mijn werk en van RIDE Magazine om mensen enthousiast te maken voor een fiets, een renner of, in dit geval, het beklimmen van een heuvel.”
“Ik hoop alleen dat mensen de tijd nemen om wat verder te kijken dan de lens van de fietsbril en ook de historie van de streek in zich op te nemen. Stap eens af bij zo’n plek en laat op je inwerken wat daar meer dan een eeuw geleden voor offers zijn gebracht. De pijn in je benen krijg je toch wel als je al die heuvels daar opfietst.”
Geschreven door: Rodrick de Munnik
Het verhaal achter de cover: “Deze foto in Strade Bianche is eigenlijk al drie jaar in de maak”

Om jullie als lezers van WielerFlits een blik achter de schermen te bieden bij RIDE Magazine, kruipen de makers van ons wielerblad in de pen om hun bijzonderste verhalen te delen over het maakproces. Hoe is een interview tot stand gekomen? Wat zijn schrijvers en fotografen tegengekomen in het proces? Wat zien jullie als lezers niet, maar wij wel? Dit keer: fotograaf Joris Knapen over de coverfoto van de Voorjaarsgids 2024.
“Er zit altijd een verhaal achter iedere foto. Het lijkt erop alsof de foto een snapshot is, maar in werkelijkheid ben ik een dag van te voren al meer dan twee uur bezig geweest om die locatie te verkennen.”
“Van tevoren ga ik op zoek naar de route, dan print ik die uit, en dan kijk ik wat de interessante plekken zijn. Als ik met de motor of de auto ga, kijk ik waar ik kan komen. Dat pluis ik uit, vanaf plek A kan ik naar plek B, C en D. Vervolgens ga ik op Google Maps kijken of die plekken daadwerkelijk interessant zijn om te fotograferen. Is sector drie van Strade Bianche daadwerkelijk interessant? Als dat zo is, dan heb ik in mijn hoofd aan welke kant van de weg ik wil staan. Via Street View krijg ik daar een idee bij.”
“Een dag van tevoren ga ik dan de route rijden, om te kijken of het haalbaar is qua tijd en afstand. Op alle aangewezen plekken ga ik kijken of ik de juiste keuzes heb gemaakt. Zo ook bij deze coverfoto van Strade Bianche. Op die locatie zelf kwam ik tot de conclusie dat mijn beeld van Street View niet werkte. Ik heb daar twee uur rondgelopen om maar een ander beeld te krijgen. Een ander zicht, zodat je een supermooie foto kan maken. Alles probeer je van tevoren al te plannen. Je hebt eigenlijk de foto al gemaakt in je hoofd, voordat je hem maakt.”
“Maar je weet nooit hoe de wedstrijd gaat verlopen. Je bent afhankelijk van zoveel factoren, maar je probeert wel alle mogelijke stappen al gepland te hebben. Wil je de foto maken vanaf de motor of vanaf de kant van de weg? Als je een koers al jaren volgt, dan ken je die plekjes wel en weet je wat haalbaar is. Strade Bianche deed ik voor het eerst in 2021. Toen was ik ook op deze locatie van dé foto, maar toen was die foto niet naar mijn zin. Die was niet goed. In 2023 ben ik ergens anders gaan staan, dat was ‘m helemaal niet. En dit jaar lukte het wel op die plek, nadat ik hem bij de verkenning gevonden had. Je kan wel zeggen: zo’n foto is al drie jaar in de maak.”
“Ik wil als fotograaf elk jaar andere beelden creëren. Eigenlijk ben ik een componist van de koers, is al eens geschreven. Wielrenners zijn de acteurs in het verhaal, maar ik schrijf het verhaal. Alles wat ik voor deze foto had bedacht, kwam gelukkig uit. Daar ben ik erg blij mee. En ik ben helemaal blij dat de foto nu de cover van RIDE mag zijn!”
Dit bericht op Instagram bekijken
‘Mathieu van der Poel vond het moeilijk om onderscheid te maken, minder goed nieuws voor mijn verhaal’

Om jullie als lezers van WielerFlits een blik achter de schermen te bieden bij RIDE Magazine, kruipen de makers van ons wielerblad in de pen om hun bijzonderste verhalen te delen over het maakproces. Hoe is een interview tot stand gekomen? Wat zijn schrijvers en fotografen tegengekomen in het proces? Wat zien jullie als lezers niet, maar wij wel? Dit keer: Youri IJnsen met zijn achtergrondverhaal over de adjudanten van Mathieu van der Poel.
“Een uniek verhaal maken over Mathieu van der Poel is tegenwoordig een hele beproeving. Dagelijks verschijnen over hem vele artikelen in de wereldwijde wielermedia. In de voorjaarseditie van RIDE Magazine wilden we daarom graag een verhaal maken over zijn voornaamste helpers in de klassiekers en wat zij voor Mathieu betekenen. Ook wilden we online die vertaling maken naar stand alone interview met die helpers, om hen ook zelf over dit onderwerp in de schijnwerpers te zetten.”
“Daarvoor waren drie ingrediënten nodig: quotes van MVDP, van de door hem uitgekozen belangrijkste vier tot zes helpers en ik wilde graag wat meer achtergrondinformatie van de architect van Alpecin-Deceunincks voorjaarssucces in 2023, Christoph Roodhooft. Begin opdracht: medio december. Deadline: 17 februari.”
“Omdat we moesten beginnen met de input van Mathieu, probeerden we daar zo snel mogelijk overeenstemming voor te vinden met zijn ploeg. Dat is lastig, want de wereldkampioen zat middenin zijn crosswinter en sprak alleen op wedstrijddagen en dan ook enkel en alleen over de wedstrijden zelf. Niets geks, simpelweg de mediastrategie van Alpecin-Deceuninck.”
“Uiteindelijk vonden we een mooi compromis: ik kreeg exclusiviteit om mijn vragen te stellen. Dat was in Benidorm, derde week januari. Een van de redenen om die kant op te gaan. Ik was op zoek naar wat er voor hem belangrijk is in koers en wat hij zijn ploeggenoten vaak meegeeft. Ik kreeg de input die ik zocht, op één na.”
“Mathieu vond het namelijk moeilijk om onderscheid in zijn collega’s te maken en wilde dat uiteindelijk ook niet doen. Dat siert de mens Mathieu van de Poel. Het is een superster in zijn sport, maar na lang wikken en wegen wilde hij vooral niemand van zijn ploeggenoten en tevens vrienden tekort doen. Dat vind ik mooi, anderen denken daar wellicht zakelijker over.”
‘Mijn dank aan Christoph is nog altijd groot’
“Minder goed nieuws was het voor mijn artikel, want ik had nog geen namen van helpers. Toch de essentie van het verhaal. In samenspraak met zijn ploeg kwamen we uiteindelijk tot Søren Kragh Andersen, Silvan Dillier, Michael Gogl en Gianni Vermeersch. Omdat de focus van de Belgische ploeg op het WK veldrijden lag en er geen centraal trainingskamp was, vonden we uiteindelijk een datum.”
“Dat was op… 12 februari! Exact, vijf dagen voor de deadline. Gelukkig had ik al mijn andere RIDE-verhalen medio januari opgeleverd, waardoor ik in de laatste dagen me vol op dit verhaal kon focussen. Mijn dank aan Christoph is nog altijd groot, omdat hij zijn vakantie onderbrak om mij ook zijn kijk op de zaken mee te delen.”
“Uiteindelijk heb ik mijn best gedaan om tot een zo’n goed mogelijk achtergrondartikel te komen. Met dank aan grafisch vormgever Arnoud Beekman en het passend maken door eindredacteur Arjen van Vliet, ben ikzelf in ieder geval heel blij met het eindresultaat. Ook de losse thematische interviews die op WielerFlits te lezen zijn, maken daar onderdeel van uit. Dat is de manier waarop we met RIDE Magazine onderscheidend willen zijn: een sterk printverhaal met daaromheen online producties. Dat komt hier goed naar voren.”
-
Ride Silvan Dillier: “Het geeft mij extra motivatie dat Van der Poel onze kopman is”
-
Ride Søren Kragh Andersen: “Als Mathieu van der Poel door mij kan winnen, dan is dat voor mij ook groots”
-
Ride Gianni Vermeersch: "Als Mathieu zijn duivels ontbindt, zijn er slechts vijf renners die hem kunnen volgen"
-
Ride Michael Gogl: “Ik wil niets afdoen aan Peter Sagan, maar Mathieu van der Poel is wel een andere kopman"
Om te reageren moet je ingelogd zijn.