WF interviewt Tankink: ‘Vlaamse klassiekers en de Tour’
vrijdag 9 december 2011 om 07:34

WF interviewt Tankink: ‘Vlaamse klassiekers en de Tour’

foto: Sirotti

Bram Tankink stelt zich in 2012 andere doelen dan het voorbije wielerjaar. De 32-jarige Tukker is één van de vaste waarden bij de bankiersformatie en begint uit de groeien tot de wegkapitein van de ploeg. In het voorjaar wil hij vlammen in de Vlaamse klassiekers, om vervolgens terug te keren in de Ronde van Frankrijk. WielerFlits sprak met hem.

Geen losse BV’tjes meer
Tankink staat aan de vooravond van zijn vijfde seizoen bij Rabobank. De afgelopen jaren heeft hij de ploeg zien veranderen. “Met de komst van Harold Knebel is er meer lijn en structuur in de ploeg gekomen. Je ziet dat we echt naar een doel toewerken.” Tankink kwam vier jaar geleden over van Quick Step. De Belgische formatie bleek destijds beter gestructureerd. “Dat was een ploeg waar je twee kopmannen had: Bettini en Boonen. Daaronder was er een duidelijke hiërarchie. Dat werkte heel prettig voor veel jongens omdat er duidelijke lijnen waren. Toen ik bij Rabobank kwam was het allemaal veel minder gestructureerd, er waren veel losse BV’tjes. Dat komt omdat er veel renners in de ploeg zitten met veel potentie. Langzaam is daar structuur in gebracht. Dat zie je nu terug bij Robert Gesink, waar een ploeg om heen is gebouwd. We rijden als een echte ploeg.”

Wegkapitein
Met zijn elf jaar ervaring als beroepsrenners hoort Tankink tot de meest ervaren renners van de Rabobank-ploeg. Door die routine verandert ook zijn rol binnen het team. “Waar we het afgelopen jaar naar toe zijn gegaan is dat ik in veel koersen de wegkapitein ben. Dat was ook iets wat ik ambieerde. Behalve dat je goed met mensen om moet kunnen gaan, moet je als wegkapitein een goeie renner zijn die op meerdere terreinen uit de voeten kan. Ik ben geen veelwinnaar, maar ik kan me wel wegcijferen. Bij Quick Step was dat al zo, maar bij Rabobank is dat nooit helemaal uit de verf gekomen. Dat kwam ook door een andere manier van rijden binnen de ploeg. Omdat we meer naar een ploegenprestatie toe proberen te werken, is die rol nu veel belangrijker geworden.”

Ambitie
Ondanks zijn dienende rol denkt hij dat er nog voldoende ruimte is om zelf prestaties neer te kunnen zetten. “Ik denk dat elke renner wel ambitie heeft, anders kun je gewoon geen wielrenner zijn. Daarvoor is het vak ook veel te zwaar,” analyseert Tankink, die het afgelopen jaar de rol van Koos Moerenhout overgenomen lijkt te hebben. “Vorig jaar heb ik het binnen de ploeg al aangegeven dat ik graag een rol zoals die van Moerenhout zou willen hebben. Die was ook een beetje wegkapitein en zorgde voor de communicatie binnen het team. Het was mijn ambitie die rol over de nemen en dat gebeurde ook een beetje. Dat wil niet zeggen dat je jouw eigen ambities aan de kant moet schuiven, dat kan prima samen gaan. Moerenhouts laatste jaren waren zijn beste. Dat zou voor mij ook kunnen gelden. Ik heb nog steeds de ambitie om het NK te winnen en naar de Tour te gaan, misschien wel als wegkapitein.”
Het afgelopen jaar reed Tankink geen Ronde van Frankrijk. Sinds 2005 ontbrak hij slechts één keer in La Grande Boucle. Toch kon hij leven met zijn afwezigheid. “Dat ik dit jaar ontbrak was geen teleurstelling. Toen ik voor de Giro ging, wist ik dat van tevoren wel al een beetje. De Giro was na de klassiekers het hoofddoel.”

Nieuwe doelen voor 2012
In 2011 reed Tankink in het eerste helft van het seizoen de heuvelklassiekers en de Ronde van Italië. Volgend jaar richt hij zijn seizoen anders in. “Ik ga dit jaar voor de Vlaamse klassiekers en ik wil graag Parijs-Roubaix rijden. Dit jaar was ik bijvoorbeeld al goed in de E3-Prijs. In het Volk was ik twee jaar geleden tot in de finale goed, totdat ik pech kreeg. Dat zijn wedstrijden waarvan ik denk dat ik daar goed uit de voeten kan. Voor mij is het seizoen geslaagd wanneer ik kan uitblinken in één van de Vlaamse klassiekers. Daar wil ik een superprestatie neerzetten.”

Daarnaast hoopt Tankink terug te keren in de Tour de France. “Er is een mogelijkheid dat ik hem ga rijden, maar er zijn ook nog andere jongens. Er staan er een stuk of twaalf op de lijst,” aldus de routinier. “Ik heb natuurlijk vijf keer de Tour gereden, dus dat is niets nieuws meer. Het is een eer om hem te rijden, maar je moet hem ook rijden op een manier waarop je hem wil rijden. Ik hoop mee te kunnen doen in etappes en een motiverende rol te kunnen spelen voor die jonge gasten.”

RIDE Magazine