Weekendinterview: Eddy van IJzendoorn
zondag 25 januari 2015 om 07:00

Weekendinterview: Eddy van IJzendoorn

Een maand de tijd geeft hij zijn zoektocht nog. Als veldrijder Eddy van IJzendoorn (29) voor 1 maart geen ploeg vindt, is het over en uit met zijn wielercarrière. Door het huidige veldritseizoen staat al een dikke streep. Een zware enkelblessure, opgelopen in de cross van Milton Keynes, houdt hem aan de kant. In het Weekendinterview spreekt hij openhartig over het nakende einde van zijn profcarrière. “Aan het begin van dit seizoen had ik dat nooit gedacht.”

Het onvermijdelijke moment voor iedere profwielrenner is bij Van IJzendoorn ineens dichterbij dan hij had gehoopt. Einde seizoen door een zware blessure en einde sponsorcontract per 28 februari. Als hij niet snel iets vindt, is het klaar met zijn wielerloopbaan. Met een oproep op zijn Facebook-pagina hoopt hij nog het tij te kunnen keren, al twijfelt hij of het nog nut heeft.

Bedrijven verleiden tot sponsoring is doorgaans al een lastige en tijdrovende onderneming. De enkelblessure van Van IJzendoorn, die hem al twee maanden aan de kant houdt, maakt zijn zoektocht tot een wedstrijd die je eigenlijk niet kunt winnen. Het plezier in de modder en de liefde voor de fiets motiveren hem toch een poging te wagen. “Het liefst blijf ik nog vijf of zes jaar prof. Mijn lichaam heb ik altijd fris weten te houden, doordat het vaak heeft stilgelegen wegens blessures”, legt hij uit. “Maar of dat ook zo mag zijn, is nu de vraag. Het einde zit er redelijk aan te komen als het niet rond komt met een nieuwe ploeg. In dat geval moet je toch verder”, is Van IJzendoorn realistisch.

Milton Keynes
Hoe anders was zijn situatie nu geweest als hij geen averij had opgelopen in de Wereldbekercross van Milton Keynes? Van IJzendoorn wil daar liever niet over nadenken. De moddercross in de stad ten Noordwesten van Londen werd verreden op 29 november. Het zou een van de laatste veldritten met een drassige omloop zijn. Niet het favoriete terrein van de veldrijder uit Tiel. De rondjes die hem beter passen zaten er aan te komen, net als zijn goede conditie.

Ik hoorde het knakken en wist meteen dat het fout zat.

De hoop op betere uitslagen in de tweede seizoenshelft vervaagde al na een kwartier wedstrijd in Engeland. Van IJzendoorn nam extra risico’s nadat hij slecht was gestart. “Ik wilde terugkeren in een klein groepje voor me. Op dat moment reed ik op een gladde, schuine kant naar beneden in de richting van de startstrook. Als ik iets later rem sluit ik aan, was mijn gedachte. Ik stapte van de fiets zoals ik dat al mijn hele leven doe, ik zet mijn voet neer en die klapt direct om. Ik hoorde het knakken en wist meteen dat het fout zat.”

Uit reflex stond Van IJzendoorn direct weer op om zijn fiets te schouderen. Te voet liep hij een heuvel op. “Bovenop dat heuveltje ging het direct weer naar beneden. Als ik daar nog zou komen, hoopte ik dat het weer ging. Slaat natuurlijk helemaal nergens op”, lacht hij nu. Van IJzendoorn fietste naar beneden, waarna hij opnieuw moest afstappen. “Ik voelde toen niks meer in mijn voet. Kon niet eens meer inklikken in het pedaal. De kracht was weg. Op dat moment wist ik dat het over was.”

Wat Van IJzendoorn op dat moment nog niet wist, was dat hij op het slechtst begaanbare deel van het parcours lag. Een toegesnelde politieman in burger hielp hem direct met het stabiliseren van zijn been, waarna ook EHBO-personeel arriveerde. Toen ontstond het grootste probleem: hem afvoeren. “Het was voor de ambulance onmogelijk om tot de plek te komen waar ik lag. Ik heb daar meer dan een uur gelegen totdat de wedstrijd was afgelopen en alle deelnemers waren gefinisht. Met een quad van de organisatie ben ik naar de ambulance gereden, waar ze mij eigenlijk wilden afvoeren. Dat heb ik tegengehouden. Op eigen risico hebben ze mij op het bed achterin de camper gelegd. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis.”

Tijdens de terugreis werd het ziekenhuis in Tiel gewaarschuwd. “Om half drie ’s nachts zijn nog röntgenfoto’s gemaakt. Gelukkig mocht ik daarna richting huis. Op aanraden van Leon van Oord, van mijn sponsor Natubalans, ben ik een paar dagen later naar Marco van Steen gegaan. Een specialist op het gebied van enkels. Op een echo zag hij direct dat het flink fout zat. Ik bleek de syndesmose, een belangrijke stabilisator van de enkel, te hebben geblesseerd. Als je springt gaan je kuit en scheenbeen uit elkaar als een soort schokdemper om gewicht op te vangen. De syndesmose zit daar als pees omheen en rekt mee. Bij mij gaat dat nu te ver uit elkaar. Als je dat niet laat helen, kan het kraakbeen weggaan en krijg je bot op bot. Dat wil je natuurlijk niet. Met gips om mijn voet verliet ik de praktijk.”

De eerste sollicitatie heb ik al verstuurd. Aan het begin van dit seizoen had ik dat nooit gedacht.

Inmiddels is het gips weer van zijn voet. Even hoopte hij nog op tijd hersteld te zijn voor de sluitingscross van Oostmalle, op 22 februari. “Maar dat heeft helemaal geen zin”, realiseert hij zich nu. “Stel dat de enkel het aan zou kunnen, dan is de conditie gewoon niet goed genoeg. Tegen die tijd heb ik vijf weken lang niets kunnen doen. Af en toe een uurtje fietsen, is het enige nu, aan een hartslag van tachtig, negentig, soms honderd slagen per minuut doe je eigenlijk niks.”

Ups en downs
De enkelblessure is symptomatisch voor het hele seizoen. Met ups en downs worstelde Van IJzendoorn zich van koers naar koers. “Het liep nooit zoals gehoopt. Ik had een heel goede zomer gehad. Eigenlijk was mijn conditie te goed toen ik aan het crossseizoen begon. Te veel op de weg gereden, te veel Nederlandse klassiekers gefietst. Daardoor miste ik scherpte toen ik het veld in dook. Die laatste paar procenten zaten er net aan te komen toen het mis ging.”

Het Vlaamse circus volgt hij nu via de televisie. “Ik kijk iedere cross. In het begin is dat lastig, maar je raakt eraan gewend. Vorig jaar was ik ook geblesseerd. En wat helpt, is dat ik het leed kan delen met Thijs van Amerongen. Wij zitten in hetzelfde schuitje. Hij is ook geblesseerd. Via WhatsApp spreek ik hem dagelijks. Hij wilde de tv niet meer aanzetten voor de cross. Toen heb ik gezegd: gewoon doen joh. Je kan er ook nog wat van leren (lacht). Anders zit je daarna op YouTube de uitzending terug te kijken, dan kan je het toch beter gelijk doen.”

De dagen en uren zonder veldrijden op televisie probeerde Van IJzendoorn door te komen met series en films op Netflix. Totdat hij dat helemaal zat was. De lange dagen noopte hem ook naar een plan b voor de toekomst te kijken. Hij wil sowieso iets met fietsen blijven doen. “Misschien trainingskampen organiseren in Calpe? Of in een fietsenwinkel werken. Ik zit daar serieus over na te denken. De eerste sollicitatie heb ik al verstuurd. Aan het begin van dit seizoen had ik dat nooit gedacht.”

RIDE Magazine