Thorwald Veneberg verdedigt bondscoaches: “We lijken in Nederland geen fouten meer te mogen maken”
Interview Twee keer goud, twee keer zilver, twee keer brons, maar ook de miscommunicatie bij de vrouwenwedstrijd, het plankje van Mathieu van der Poel, de botsing van Niek Kimmann en de halve val van Anna van der Breggen. Het eerste deel van het wielertoernooi op de Olympische Spelen was een achtbaan met hoogte- en dieptepunten. In een interview met WielerFlits maakt KNWU-directeur Thorwald Veneberg een tussenbalans op.
Hoe heb je het eerste deel van het olympische wielrennen beleefd?
“Positief en negatief. Het was best wel een rollercoaster. Ook door de omstandigheden waarin je terechtkomt. Je moet hier roeien met de riemen die je hebt en dat gaat met vallen en opstaan, letterlijk.
Als je kijkt naar het aantal medailles dat we behaald hebben denk ik dat we goed gepresteerd hebben, maar we hebben zeker ook verbeterpunten. Een aantal sporters heeft fantastisch dingen laten zien, wat je hoopt en waar je voor werkt op olympisch niveau.
En als je zoveel kans hebt, weet je dat je nooit alle kansen kunt verzilveren, maar maximaal twee derden. Daarvoor is het een té belangrijk toernooi en zijn er te veel variabelen. Dat zie je ook dit toernooi met de miscommunicatie in de wegwedstrijd bij de vrouwen, de botsing van Niek en de val van Mathieu.”
Even leek het erop dat de Nederlandse wielerploeg door pech werd achtervolgd. Hoe zijn jullie daar mee omgegaan?
“Ik denk dat je een onderscheid kunt maken. De botsing van Niek Kimmann en ook de halve val van Anna van der Breggen… Dat zit ‘m niet in communicatie, dat is organisatie en ook de onervarenheid van de lokale vrijwilligers. Die hun best doen, maar niet altijd het juiste doen. Dat noem je tegenslag.
Bij de wegrit van de vrouwen is er weinig informatie gezien op de bordjes van de motoren. In ieder geval minder dan op andere kampioenschappen. Maar er zijn rensters van andere landen die de informatie wél hebben gezien. Dat is niet helemaal tegenslag te noemen. Annemiek was bijvoorbeeld net gedemarreerd toen Marianne het wel wist dat er een koploper was. Als dat soort kleine dingetjes zich opstapelen krijg je de Wet van Murphy en lijkt het één grote tegenslag.”
Hoe heeft die miscommunicatie kunnen ontstaan?
“We hebben een aantal andere landen gevraagd of zij heel de wedstrijd op de hoogte waren van de juiste koerssituatie. Er spelen meerdere factoren. Om te beginnen rijd je niet met oortjes, wat de rensters heel het jaar gewend zijn, behalve op EK’s, WK’s en Olympische Spelen. Dat is een andere setting waar je niet echt op kunt oefenen. Eigenlijk zou je meerdere wedstrijden bewust zonder oortjes moeten rijden omdat het toch een vaardigheid eist van het team. Je moet zelf beslissingen nemen zonder de ploegleider te raadplegen. Rensters die informatie wilden, moesten zich laten afzakken naar de auto’s.
Misschien hadden er ook meer scenario’s besproken moeten worden. Er zijn natuurlijk honderdduizend verschillende scenario’s mogelijk, maar wat als we in een situatie terecht komen die we niet hadden verwacht. Een voorsprong van tien minuten… ik denk niet dat ze zo’n groot verschil hadden ingecalculeerd als scenario. Je maakt een plan maken met wát gaat wíe doen. Ik denk dat we daarin vooraf wel wat duidelijker hadden kunnen zijn.”
Had de bondscoach Loes Gunnewijk dit kunnen zien aankomen?
“Ik denk dat we in de evaluatie zeker goed naar de communicatie moeten kijken. En of we op een andere manier informatie kunnen overbrengen op de rensters.
We doen dat al door met borden langs de kant te staan waarop de actuele voorsprong en de opdrachten staan. We proberen dus al het een en ander. Wat ook meespeelt is dat je maar een beperkt aantal mensen ter plaatse hebt, waardoor het nog lastiger is om informatie te verspreiden.”
In de voetbalwereld komt na een collectieve blunder de positie van de bondscoach ter discussie te staan. Kan miscommunicatie in de vrouwenwedstrijd ook gevolgen hebben voor bondscoach ?
“Alles kan. Maar ik zou het niet handig vinden. Als een bondscoach problemen heeft met zijn spelersgroep is het een ander verhaal. Een goede bondscoach is iemand die ervaren is en ervaring doe je op door uren te maken. Het is niet zo dat de coaches nog in een leerproces zitten. Zowel sporters als coaches zijn de afgelopen jaren al zeer succesvol geweest en hebben bewezen zeer capabel te zijn. Neemt niet weg dat de ervaringen hier als leerpunt mee gaan in de rugzak.
Ik zou het zelf zonde vinden om iemand die een goede leerervaring heeft aan de kant te zetten en weer opnieuw te moeten beginnen. Juist dit soort processen zijn heel leerzaam en maken je alleen maar beter richting de volgende olympische cyclus.
We lijken in Nederland geen fouten meer te mogen maken als je de media en sociale media mag geloven. Maar we vergeten dat we juist beter worden door fouten te maken. Bij zowel de vrouwenwedstrijd als het voorval met Van der Poel in de mountainbikewedstrijden denk ik niet dat de fout geheel bij de bondscoaches ligt, als je al van fouten kunt spreken. Dit zijn groepsprocessen.
Renners en coaches vormen samen het team. Je gaat ook geen andere rensters selecteren omdat deze rensters informatie hebben gemist die andere landen wél hebben gezien. Op het bord heeft gestaan dat er vijf rensters voorop zaten. Je moet dan wel tellen hoeveel er weer zijn ingelopen. Dat hoort ook bij je vak.
Wat ik ook wel typerend vind, maar dat hebben we zelf afgedwongen, is dat geen enkel land iets deed. Ze zaten allemaal te kijken hoe Nederland het ging oplossen of hoe wij het zouden verliezen.
Achteraf is het makkelijk praten, maar was het de juiste strategie door de achterstand te overbruggen, zoals Van Vleuten geprobeerd heeft of moet je gelijk met vier vrouwen op kop gaan rijden met het risico dat je er drie oprookt. Misschien was achteraf gezien dat laatste wel de betere optie, maar nu kozen ze voor de afgesproken strategie door om beurten te demarreren en met een groepje het gat te dichten.”
Wat kunnen jullie leren van het voorval met Van der Poel in de mountainbikewedstrijd? Geldt daar hetzelfde? Een goed leerproces voor de volgende olympische cyclus.
“Wat we daar van kunnen leren is dat je soms iets heel duidelijk moet blijven benoemen ook al lijkt dat overdreven. Intern hebben we het hier al over gehad. Toen werd de vergelijking gemaakt met andere beroepsgroepen waar je heel duidelijke communicatie hebt, zoals in de luchtvaart, om de risico’s, knelpunten en de acties zonder twijfel aan elkaar duidelijk te maken. De luchtvaart heeft daar zelfs een apart alfabet voor.
Wij leiden renners op die zelf initiatief en verantwoordelijkheid nemen. Als je sporters heel directief opleidt moet je ze altijd instructies blijven geven en dat wil je niet. De beste sporters weten uiteindelijk wat goed is voor hunzelf.
Misschien wel door de twijfel om niet directief te zijn, heeft zo’n misverstand met Mathieu kunnen ontstaan. Er is over die plank gesproken, maar Mathieu heeft gezegd het gewoon niet te hebben opgenomen, althans niet goed genoeg. Dan hadden wij misschien toch vijf keer moeten zeggen: ‘Mathieu, de plank is straks weg in de wedstrijd. Je kunt alleen springen.’ Het lijkt dan alsof je een kind toespreekt, maar daar gaat het helemaal niet om. Als je moet presteren onder druk moet je heel duidelijk communiceren.”
Bondscoaches hebben een best grote rol gespeeld in het nieuws rond de incidenten. Is jou dat ook opgevallen?
“Dat is iets wat media er van maken. Het is het spel tussen sporter en coach. Vanuit de opinie wordt altijd de kant van de sporter gekozen en wie blijft er dan over? De coach. Ik merk ook rond de Spelen dat kleine dingen heel groot worden gemaakt. Neem de halve valpartij van Anna van der Breggen. Als je ziet hoe snel dat de media haalt. Dat hoort erbij, maar dat maakt het wel lastiger. De voorvallen zijn in werkelijkheid niet zo groot, maar worden door de media wel wat groter neergezet.
Bondscoaches zijn vaak een makkelijke zondebok. Er wordt soms te snel afgerekend terwijl het hele proces nog niet bekend is. Dat weet je pas als je achteraf goed gaat evalueren, maar het stempel zit er dan wel al op.”
Volgende week staat het baantoernooi op het programma, waar Nederlanders opnieuw grote kans maken op olympische eremetaal.
Dat is echt wel een coachingsfout en laf van de dames zelf, want dat er een vroege vlucht komt weet je al zeker.
Verder een mooi interview en duidelijk verhaal van Veneberg.
Overigens gaan ook de rensters niet vrijuit. Enkel Demi Vollering is onervaren. Vos is wegkapitein bij TJV, Van Vleuten is bijna 40, en VdBreggen wordt nota bene volgend jaar ploegleider. Dan mag je ook daar veel meer vernuft verwachten, zelfs als je geen oortjes hebt. En mag je je zeker niet laten vangen doordat andere ploegen naar je kijken (want ook dat was een zeer realistisch scenario). Zet gewoon meteen Vollering of vdBreggen op kop om het gat op 5 minuten te houden. Dan heb je misschien 1 pion minder, maar wel de hele wedstrijd zicht op goud. Dat is er nu nooit geweest. En daar mag je gerust mensen op aanpakken (en eventueel op afrekenen, want Gunnewijk is m.i. geen hoogvlieger, en heeft geluk dat ze zulke goede rensters heeft om mee te werken).
Plankje van Mathieu is iets lastiger te beoordelen, aangezien er volgens mij van alle kanten twijfel was over de situatie. Misschien een fout van Mathieu, misschien van De Knegt, misschien ligt het ergens in het midden. Maar dat is bij lange na niet zo'n tactische blunder als bij de vrouwen.
Compliment mag m.i. naar Koos Moerenhout. Bij de mannen tactisch niks fout gedaan, en het vertrouwen dat hij aan Dumoulin heeft gegeven blijkt een schot in de roos.
Ik snap dat Veneberg voor zijn mensen gaat staan, maar hij raakt daarmee wel een stukje geloofwaardigheid kwijt. Want fouten maken mag inderdaad, maar niet dit soort tactische blunders. Zeker als je zelf spreekt over de koers hardmaken, dan kun je niet een groepje 10 minuten voorsprong geven.
het was hier op WF bijna een gimmick om Moerenhout te ontslaan. Dat stuk vond ik vooral grappig.
Maar met name bij de dames moet men toch eens serieus kijken of er DANKZIJ de aanwezigheid van Gunnewijk gepresteerd wordt, of ONDANKS de aanwezigheid van Gunnewijk. Ik bekijk het van een afstandje, maar ik vind haar vanuit mijn luie stoel niet heel veel toevoegen. Nederland was vaak zo goed dat tactiek niet uitmaakte. Maar de eerste de beste keer dat er gevraagd wordt om denkvermogen vanuit de dames en de ploegleiding, blijkt dit er onvoldoende te zijn. Nota bene op het belangrijkste moment in 4 jaar tijd.
Niet elke kans op een medaille levert ook daadwerkelijk een medaille op. Zo werkt het nu eenmaal. Anders had er niemand naar Tokio hoeven komen en hadden de medailles gewoon per post gestuurd kunnen worden.
Je weet toch van te voren al dat iedereen naar de Nederlandse ploeg gaat zitten kijken? Dan moet je of zelf heel pro-actief aanvallen, of gewoon simpelweg de koers controleren.
Dat doe je dan vervolgens door gewoon een of twee dames op kop te laten rijden zodat een kopgroep niet te ver weg kan rijden. Maar dan komt het probleem dat je ervoor hebt gekozen met vier kopvrouwen te starten i.p.v. met een of twee...
Ik vind dit wel degelijk flinke fouten van zowel de bondscoach al de omkadering eromheen, want dit zijn scenario's waar je rekening mee had moeten houden, want dat is tenslotte je werk... En als je je werk niet goed doet op dermate belangrijke momenten dan moeten daar consequenties aan verbonden worden.
Maar ik snap ook wel dat Veneberg of iemand anders van de wielerbond dit niet hardop gaat zeggen in de media.
Verder moet Veneberg die social media kritiek met een flinke zak zout nemen. Het is voor 99% impulsieve frustratie van successupporters, Hennie Vrienten kan daar wat meer over vertellen.
Voor een sporter is het minder leuk..
Dat is de fout Thorwald
De eerste die zich opofferen verloor haar kans.
En daarom werd er (te) zo lang gewacht
Denken dat je kan afrollen en dan van 1,5 meter over de kop, naar beneden vallen is geen kattenpis!
Tot dusver heeft eigenlijk alleen Gerben de Knegt zich op een waardige manier uitgesproken.