Materiaalzone 
Fietstoerisme 
Marien Bogerd mocht bijna naar EK tijdrijden, ook al is hij in 2025 clubrenner
Interview Marien Bogerd mocht bijna naar het EK tijdrijden in Limburg. Na zijn vierde plaats op het NK tijdrijden in juni, kreeg hij van bondscoach Koos Moerenhout te horen dat hij bij afwezigheid van Daan Hoole of Thymen Arensman mocht starten in de race tegen de klok. Zij zouden uiteindelijk ‘gewoon’ starten, dus zag Bogerd de kans aan zich voorbij gaan. Ondanks dat de Diftar-renner volgend jaar weer clubrenner is bij Monda Vakantieparken-De IJsselstreek, blijft de tijdrijder hopen op meer successen in het tijdrijden.
Bogerd reed de afgelopen jaren voor Allinq en Diftar. In de grote Nederlandse wegwedstrijden zagen we de 30-jarige coureur niet vaak van voren. Op het NK tijdrijden daarentegen is hij elk jaar een gevreesde outsider. Zijn uitslagen in de tijdrit worden ook steeds beter. In 2021 en 2022 eindigde hij als zevende, in 2023 en 2024 als vierde. Dit jaar kwam hij slechts zes (!) seconden tekort voor het rood-wit-blauw. Bogerd is een specialist, kunnen we wel zeggen. Toch rijdt hij in 2025 een niveautje lager.
“Vorig jaar zou ik dat al doen”, vertelt hij in gesprek met WielerFlits. “Maar in goed overleg is toen besloten om er nog een jaar aan vast te plakken. Mijn basis was gewoon te smal om echt mee te doen op continentaal niveau. In juli 2023 brak ik mijn knieschijf, daarna heeft het heel lang geduurd om weer op een goed niveau te komen. In 2025 hoop ik me weer van voren te laten zien in de wegwedstrijden, maar het tijdrijden blijft natuurlijk een speciaal project voor me.”
EENDAG Dromen van het podium
Bogerd droomt nog altijd van een podium op het NK. Gek is die gedachte niet, gezien zijn laatste uitslagen op het NK tijdrijden. “Het is tekenend voor de staat van het Nederlandse wielrennen dat een conti-renner podium kan rijden op het NK. Als je het tijdrijden bekijkt, dan is er niemand meer die er echt met kop en schouders bovenuit steekt. Voor gasten zoals ik dat alleen maar mooi. Zo’n EK tijdrijden is voor mij het hoogst haalbare, het is al heel mooi dat ik reserve stond.”
“Ik zie dat ik elk jaar een stapje dichterbij kom. Daar doen we met een groep mensen een hoop voor. Ik heb een lijstje met dingen die ik zou kunnen verbeteren, maar wat die dingen precies zijn, houd ik liever voor mezelf. Ik ga de concurrentie niet wijzer maken. Het belangrijkste voor nu is dat mijn motor weer normaal gaat draaien.” De overstap van Bogerd van Diftar naar Monda Vakantieparken-De IJsselstreek hoeft overigens niet nadelig uit te pakken voor zijn tijdritambities, vindt hij zelf. Op clubniveau is de coureur vrijer om zelf zijn materiaal te kijken. “We moeten zoveel mogelijk kleine factoren proberen te beïnvloeden. Uit bijvoorbeeld de kleding en helmkeuze kan ik nu mijn voordeel halen.”
Marien Bogerd en Tom Dumoulin – foto: Cor Vos
Uitdagend jaar
In 2025 moet het gebeuren voor Bogerd, al wordt het een uitdagend jaar. “Er is een kleine op komst”, lacht hij. “Dan zullen we zien wat voor gevolgen dat gaat hebben. Ik werk ook fulltime bij een bedrijf dat garagedeuren maakt, dus bijna al mijn trainingen zijn woon-werkritjes, maar dat is al even zo. Mijn werk gaat er goed mee om. Het is aan mij om het zo goed mogelijk te doen en om het de bondscoach zo moeilijk mogelijk te maken.”
