‘Kutseizoen’ brengt Ide Schelling niet aan het wankelen: “Eigen kansen dwing je zelf af”
Interview Ide Schelling zal het wielerjaar 2022 snel willen vergeten. Waar de jonge Nederlander van BORA-hansgrohe een jaar eerder doorbrak met een overwinning in de GP Kanton Aargau en zijn debuut in de Tour de France, was hij dit seizoen vooral aan het kwakkelen. Zelf noemt hij het een ‘kutseizoen’, maar zijn blik is al gericht op 2023. “Ik heb zin om deze winter er tegenaan te gaan en volgend jaar echt te knallen”, vertelt hij aan WielerFlits.

Het is bij een berghut in de Tiroler bergen als we Ide Schelling spreken. BORA-hansgrohe belegt er het afsluitende trainingskamp en de 25-jarige Schelling heeft er net een spectaculaire mountainbiketocht opzitten. Na de lunch blikken we met hem terug op het voorbije seizoen. Een uiterst teleurstellend jaar, zonder ook maar een top-10-notering. “Ik had dit niet in eigen hand”, is de conclusie van Schelling zelf.
“Na mijn coronabesmetting is mijn immuunsysteem heel erg verslechterd. Ik ben zeven à acht keer ziek geweest, terwijl dat normaal maximaal één keer was per jaar. Er zijn dan geen goede momenten. Dat heeft mij enorm tegengehouden, in alles. In trainingen, in koersen…”
Is het dan fijn dat je wist dat je voor 2023 nog een contract had?
“Zeker. Je hebt een kutseizoen en alles gaat slecht, maar ik weet dat ik het opnieuw kan proberen volgend seizoen.”
Ga je komende winter iets veranderen aan je aanpak?
“Nee, ik heb niet het gevoel dat we iets verkeerd hebben gedaan. Iedereen is vaker ziek, corona is er nog altijd… Het is moeilijk zeggen of in de aanpak richting het seizoen 2022 iets verkeerd is gegaan. Er zat honderd keer meer in en ik weet wat ik kan, maar dit seizoen ging het niet ideaal.”
Ben je iemand die zijn voorbereiding van het vorige jaar kopieert? Of kijk je wel wat anders kan?
“De afgelopen jaren zijn allemaal anders geweest, en ik ben ook nog niet zo lang prof. Dus het is niet alsof ik al acht jaar hetzelfde riedeltje doe. Ik heb niet het idee dat er iets moet veranderen. Ik wil gewoon een goede winter draaien en niet ziek worden, dat ik lekker kan opbouwen. Ik ben klaar met het verkouden zijn…”
“In Parijs-Tours kwam dat weer een beetje terug. Ik heb het jaar dus afgesloten zoals het het hele jaar een beetje gaat, een beetje ziekjes. Het is gewoon balen, ik weet dat er zoveel meer in zit. Wat fijn is, is dat ik nog jong ben. Dus die stress is er niet.”

In de Tour 2021 droeg Schelling enkele dagen de bolletjestrui – foto: Cor Vos
Voor aanvang van dit seizoen had je geen grote ronde op de planning staan. Wil je dat volgend jaar wel?
“Ik denk dat ik dat wel wil volgend jaar. Ik probeerde me dit jaar te focussen op eendagswedstrijden, maar dat hele plan is in duigen gevallen. Ik vind een grote ronde wel vet, maar wilde mij dit seizoen meer op de klassiekers focussen.”
Heb je een voorkeur voor een grote ronde?
“Ik zou de Giro d’Italia ook wel eens willen doen. Al denk ik dat ik daar ook niet al te veel in te zeggen heb. Ik heb de Vuelta a España gedaan in 2020, dat was een mooie grote ronde voor de eerste keer. Maar als ik mag kiezen, kies ik voor de Tour natuurlijk. Dat is niet zo moeilijk.”
Sam Bennett gaf aan dat in een grote ronde de combinatie met vier man voor een sprinter en vier klimmers best kan. Zie je jezelf daar tussen rijden?
“Nee, ik pas niet echt in een sprinttrein. Ik ben een allrounder die kan knechten en ook in de aanval kan gaan voor een mooi resultaat. Dat past het best in een vrijbuitersploeg, maar in de Tour de France is dat lastiger. Ik had geluk vorig jaar dat ik erheen kon en dat ging goed.”
Heb je in dat jaar, in 2021, profijt gehad van die Vuelta van 2020? Ook al was die wel iets ingekort.
“Nou, ik weet nog wel dat ik in de winter begon met trainen en dat ik echt heel goed was. Na die Vuelta nam ik gelijk drie, vier weken rust… Waarschijnlijk was ik die eerste week in rust in mijn beste vorm ooit. Dat was wel een lekkere timing toen.”
Hoe ga je deze winter aanpakken dan? In december gaan jullie naar Mallorca voor een trainingskamp.
“Ik wil wel vroeg beginnen aan het seizoen, maar bijna iedereen begint vroeg. We hebben een programma in Australië en Argentinië, dus dat zijn al veertien man die half januari beginnen. Dan heb je nog de UAE Tour. Dus bijna iedereen start vroeg aan het jaar. Op zich is dat prima voor mij.”
Dan naar de ploeg, die heeft de stap gemaakt naar het rijden voor een algemeen klassement in de grote rondes. Door die focus liggen er ook kansen voor jou in de klassiekers, denk ik?
“Die klassementsrenners kunnen ook goed rijden in de klassiekers, hoor. Als je kijkt naar wat Aleksandr Vlasov (dit jaar derde in de Waalse Pijl, red.) heeft gepresteerd… Ik vind het leuk om het klassieke voorjaar te rijden. Misschien niet heel het voorjaar, maar net als vorig jaar het openingsweekend en misschien nog eentje erbij. En dan de heuvelklassiekers. Dan vind ik het goed geweest.”
“Dat zijn de wedstrijden die ik lekker kan rijden. Voor mij komt het erop aan dat ik goed moet zijn, dan komen de kansen wel. Die dwing je zelf af door goed te zijn. Het is niet dat je ze zomaar krijgt.”

Ide Schelling won in 2021 de GP Kanton Aargon – foto: Cor Vos
Zoals in Zwitserland, toen je de GP Kanton Aargau won, als alles op zijn plek valt. Zoek je wat dat betreft ook nog naar bevestiging van iets?
“Ja, van mezelf.”
Leg je die druk op jezelf?
“Nee, ik ben heel makkelijk daarin. Ik ben ook niet degene die in zijn carrière het meest moet hebben gewonnen. Als ik een leuk jaar heb gehad, dan ben ik al blij. Ik ben niet al te prestatiegericht.”
Is dat een kant waar de ploeg je op kan afrekenen? Omdat je de doelen niet haalt of omdat je niet presteert?
“Dat ik niet prestatiegericht ben, of dat ik niet per se de grootste resultaten haal of mezelf die druk opleg, betekent niet dat ik niet mijn best doe. Dat je dat jezelf niet oplegt, wil niet betekenen dat je het niet haalt. Ik heb vorig jaar ook niet gezegd: ik wil naar de Tour en een wedstrijd winnen, maar dat gebeurde wel.”
“En dat werkt beter voor mij dan andersom. Dat is het gewoon. Zo ben ik. Het werkt niet als ik iets móét winnen. Als het lekker draait, het gaat goed en ik zit lekker in m’n vel, dan rijd ik mijn beste resultaten. Of dat een sprintwedstrijd is of een klimkoers, dat maakt mij niet uit.”
En dat gevoel had je in 2021 wel, dat lekker in je vel zitten?
“Ja, alles zat dat jaar mee. Alles rolde van het ene goede in het andere.”
En is dat een gevoel waarbij je denkt: als je het eenmaal hebt gehad, wil je er naar terug?
“Zeker, ik weet wat ik kan behalen.”
Je wil terug naar dat ene gevoel en het lijkt me dat je altijd de betere versie van jezelf wil worden. Ben jij iemand die zulke doelen opschrijft? Of heb je dat in je hoofd?
“Dat doe ik in mijn hoofd. Ik ben niet iemand die dat zwart op wit moet gaan zetten. Ik ben altijd een beetje go with the flow geweest. Zo leef ik mijn leven. Hetzelfde geldt voor het fietsen. Als dat voor iemand werkt, moet je dat ook niet gaan veranderen. Dat ging vorig jaar super goed en het zou dit jaar ook goed zijn gegaan, mits ik niet tien keer ziek was geworden. Dus ik reken mezelf niets aan.”
“Ik kan natuurlijk niet tevreden zijn, maar het is niet dat ik spijt heb of baal. Ik heb gedaan wat ik kon. Aan de andere kant is het gewoon jammer. Dat is het. Best simpel eigenlijk. Maar, ik merk wel dat ik al gemotiveerd ben richting volgend jaar.”
Is het omdat je dit slechte seizoen hebt gehad, dat je sneller die knop hebt omgezet?
“Ja. Ik heb het idee van: ik heb zin om er deze winter tegenaan te gaan, en volgend jaar echt te gaan knallen en te laten zien wat ik in me heb. Ervan uitgaande dat het een beetje mee gaat zitten. Het kan niet altijd zoals dit jaar gaan natuurlijk…”

foto: Cor Vos
Soms heb je er dan ook geen plezier meer in, denk ik. Heb je momenten gehad dat je dacht: pff, daar gaan we weer?
“Eén keertje, dat was tijdens de Tour de France ongeveer. Toen was ik voor de derde keer goed ziek geweest en daarna ging het trainen voor geen meter. Ik deed twee uur en was helemaal naar de getver. Daar kon je ook niets mee, weet je? Dan ga je op de fiets zitten, en heb je na twee uur het gevoel alsof je er vijf uur met intervals op hebt zitten. Dan ga je echt nadenken wat er mis is met je lichaam.”
Ben je dan iemand die zelf de ploeg inlicht dat het niet gaat? Sommige renners zijn daarin wat terughoudender.
“Natuurlijk, ik zoek dat zelf op. Met mijn trainer heb ik toen besloten dat we een tijdje maar twee uur zouden fietsen, totdat het beter zou gaan. Maar dat duurde nog wel even. Toen heb ik een periode gehad dat ik wel chagrijnig thuiskwam. Dat ik dacht: godver, wat is dit?”
Die momenten zitten er dus ook tussen. Als je er maar weer bovenop komt…
“Ja, dat was de enige periode… In het najaar heb ik nog veel eendagswedstrijden gedaan. Op zich was die periode redelijk positief en heb ik het jaar goed kunnen afsluiten. Ook al was er niet een periode in 2022 dat ik langere tijd een constant goed niveau had. Ik hoop niet dat dat veel tegenhoudt voor volgend jaar, maar ik denk dat dat wel goed komt.”
Reacties zijn gesloten.