Youri IJnsen, Julian Dubbeld

• maandag 12 mei 2025 om 15:00

De KNWU gaat dit jaar toch gedeeltelijk beloftenwedstrijden afwerken. Eerder dit jaar liet de bond weten omwille van ‘budgettaire factoren en strenge investeringseisen’ het U23-programma voorlopig on hold te zetten. Beloftenbondscoach Tom Veelers leverde zijn contract in goed overleg in en er zou geen Nederlandse U23-afvaardiging zijn in de Nation’s Cup-wedstrijden (waaronder de Ronde van de Toekomst), op het EK en op het WK. Samen met enkele Continental-teams is er nu toch een oplossing gevonden. WielerFlits zet de vragen in dit dossier op een rij.

Waarom werd deze beslissing aanvankelijk genomen?
De belangrijkste redenen om voorlopig te stoppen met het U23-programma binnen de bond had enerzijds te maken met geld en anderzijds met de ontwikkeling van de sport. Omdat steeds meer profteams een opleidingsploeg hebben voor beloften, is de functie van het U23-programma van de bond onder druk komen te staan. Daarnaast lopen de komende twee WK’s (in 2025 in Kigali, Rwanda en in 2026 in Montréal, Canada) flink in de kosten.

Vanuit het topsportprogramma van NOC*NSF kreeg de bond de opdracht om te kiezen voor één opleidingsroute. Die keuze viel op de junioren, omdat NOC*NSF volgens Marten Truijens het U23-wielrennen als commerciële sport ziet. Het nationale sportkoepel verdeelt jaarlijks de topsportgelden onder de diverse bonden. De wielsport krijgt in 2025 een bedrag van €850.000,-. Dat is een kleine tienduizend euro minder dan in 2024 het geval was.

Artz zette het EK 2024 in Hasselt naar zijn hand – foto: Cor Vos

Wat is er daarna gebeurd?
De beslissing om het hele U23-programma on hold te zetten, maakte veel los. Marc Zonnebelt (Diftar) en Metec-Solarwatt-eigenaar Michel Megens zeiden het een rare ontwikkeling te vinden. Die laatste deed er zelfs nog een schepje bovenop. “Een bijdrage is altijd bespreekbaar, mits de KNWU met een goed plan komt. […] Bij ons is er niet geïnformeerd of wij iets kunnen of willen. Wil Metec-Solarwatt Nation’s Cup-wedstrijd A rijden, wil Visma | Lease a Bike Nation’s Cup-koers B rijden en wil Diftar of Parkhotel Valkenburg wedstrijd-C doen? Ik zou ook best mijn eigen beloften willen bekostigen om naar het WK te gaan, als dat de vraag is. Maar die vraag stellen ze niet.”

Naar aanleiding van die kritiek zijn er gesprekken ontstaan tussen de KNWU en verschillende Continental-teams. Daarin is de begroting voor de Nation’s Cup-wedstrijden onderwerp van gesprek geweest, waarbij de ploegen unaniem tot de conclusie kwamen dat zij dat soort koersen voor de helft van het geld doen. Vervolgens werd de afspraak gemaakt dat de KNWU de begroting nog eens zou beoordelen, met daarbij de data van de verschillende wedstrijden. De ploegen zouden daarna gaan kijken wat ze konden doen. Over die afspraken ontstond daarna onduidelijkheid, maar uiteindelijk stonden Diftar, Metec-Solarwatt en Parkhotel Valkenburg op.

Wie draagt nu de kosten?
Die drie teams waren bereid om ervoor te zorgen dat ze de betreffende wedstrijden zouden organiseren, bemannen én betalen. Dit geldt voor de Orlen GP en de Tour de l’Avenir, ook wel de Ronde van de Toekomst. De totale geraamde kosten voor beide wedstrijden komen uit op enkele tienduizenden euro’s. De KNWU zorgt op haar beurt voor het wagenpark en oranje KNWU-tenues.

Er is met de Vredeskoers in Tsjechië eind mei overigens nog een derde UCI Nation’s Cup-wedstrijd, maar daarvoor zijn er vanuit de Continental-teams niet genoeg renners en begeleiding beschikbaar om een team op te stellen. In diezelfde periode vinden ook wedstrijden als Flèche du Sud (Diftar, Parkhotel Valkenburg) en Alpes Isère Tour (Metec-Solarwatt) plaats.

V.l.n.r.: Rasenberg (Parkhotel), Mouris (Metec) en Schulting (Diftar) in de aanval tijdens de ZLM Tour 2024 – foto: Cor Vos

Welke oplossing is er gevonden?
Na onenigheid over de gang van zaken heeft Metec-Solarwatt zich teruggetrokken voor de Orlen GP. Die wedstrijd zal Diftar begeleiden, waarbij de Nederlandse selectie zal bestaan uit renners van die ploeg en Parkhotel Valkenburg. De organisatie van een Nederlandse selectie voor de Tour de l’Avenir is in handen van Parkhotel Valkenburg, waarbij renners van die ploeg, Diftar én Metec-Solarwatt de selectie zullen vormen. 

Wel zijn de teams het eens dat ze in die hoog aanschreven koers moeten starten met beloften die het niveau aankunnen. Als zij daarvoor niet de benodigde zes renners kunnen leveren, komen beloften van andere ploegen in aanmerking. Daarbij verlangen de drie teams een gelijkwaardige financiële bijdrage van de ploeg van die betreffende renner die dan ook Tour de l’Avenir rijdt. Namens Nederland eindige Tijmen Graat vorig jaar op de derde plek in het eindklassement.

Wanneer komt er duidelijkheid over het EK?
Ook het Europees kampioenschap wielrennen keert mogelijk terug in het U23-programma. Vorig jaar won Huub Artz namens Nederland nog de titel in België, waardoor de oranjehemden komend jaar in Frankrijk mogen starten met rugnummer één. De KNWU wil voor deze wedstrijd de selectie graag in eigen hand houden. Ook voor deze koers geldt dat de drie Conti-teams een bijdrage willen leveren als renners van hun geselecteerd zijn. De KNWU laat weten voor het EK te zoeken naar ‘partners om de U23-categorie de kansen te bieden in het groeipad van jonge renners’.

Bij een meeting tijdens Olympia’s Tour stond ook een eventuele afvaardiging voor het WK in Rwanda op de agenda. Daar kwamen alle partijen tot de conclusie dat de sportieve belangen – Nederland kan weinig beloften leveren die iets kunnen uitrichten op het klimparcours in Rwanda – niet opwegen tegen de kosten. Normaal zal Nederland geen U23-selectie afleveren voor dit WK.

Het eindpodium Ronde van de Toekomst 2024 v.l.n.r.: Torres, Blackmore en Graat – foto: Tour de l’Avenir

Persbericht KNWU
De KNWU heeft maandag een persbericht verspreid aangaande dit onderwerp. Deze is hieronder integraal te lezen.

Papendal, 12 mei 2025 – Nadat door financiële afwegingen bij NOC*NSF het U23 programma on hold kwam te staan, is er op de achtergrond door de KNWU keihard gewerkt om U23 renners toch van start te laten gaan binnen de Nation’s Cup en EK. Met een focus op wat er wél kan is de samenwerking opgezocht met verschillende continentale ploegen, waardoor de renners op korte termijn aan de start kunnen verschijnen van de Orlen Nations Grand Prix en Tour de l’Avenir 2025.

De KNWU en diverse continentale ploegen zijn om tafel gegaan om de mogelijkheden tot samenwerking te bespreken met als gemeenschappelijk doel iets te doen aan de huidige situatie in het U23 wielrennen. De eerste uitkomsten zijn positief: U23-renners krijgen de kans om aan de start te verschijnen van de Orlen Nations Grand Prix, die van 15-19 mei verreden wordt in Polen, en de Tour de l’Avenir 2025. Belangrijke wedstrijden met een grote bijdrage aan de ontwikkeling van jonge renners. Daarnaast wordt er gekeken wat de mogelijkheden zijn ten aanzien van deelname aan het EK. Ook hier ligt de focus op het zoeken van partners om de U23 categorie de kansen te bieden in het groeipad van jonge renners.

Martin Truijens, programmamanager talentontwikkeling KNWU over deze stap voorwaarts: “Ik ben blij dat na de eerdere berichtgeving over het niet uitzenden van U23 talenten er met diverse partijen naar nieuwe mogelijkheden is gezocht om deze jonge talenten toch in Nation’s Cup verband te kunnen bedienen. We blijven ons inzetten voor deze categorie en hopen dat we de waardevolle samenwerking met partners hierin kunnen voortzetten.”

foto: Cor Vos