Fiets aan de wilgen 2015: Bart Wellens en Bart Aernouts
Foto: Gauthier
donderdag 19 november 2015 om 09:00

Fiets aan de wilgen 2015: Bart Wellens en Bart Aernouts

Voor het vierde jaar op rij kijkt WielerFlits terug op de carrières van coureurs die tijdens of na afloop van dit seizoen hun koersfiets aan de spreekwoordelijke wilgen gehangen hebben. Vandaag is het de beurt aan twee gerespecteerde renners uit de veldritwereld: Bart Wellens en Bart Aernouts. Wellens kende een prachtcarrière met twee wereldtitels, al loerden de blessures en pech om elke hoek. Aernouts was geen veelwinnaar, maar wel jarenlang een vaste waarde in de Belgische subtop.

Bart Wellens
Het veldrittalent van de 37-jarige Bart Wellens werd voor het eerst opgemerkt in 1996, tijdens het Belgisch kampioenschap voor junioren in Overijse. De renner uit Vorselaar reed alle tegenstanders op meer dan twee en een halve minuut. Renners als Jan Verstraeten en Tom Vannoppen – die het later ook tot prof zouden schoppen – kwamen nog het dichtst in de buurt van de onklopbare Wellens, maar in aanmerking voor de zege kwamen ze nooit. Op zijn allereerste WK kon de Kempenaar die prestatie nog niet doortrekken, maar dat was een jaartje later bij de beloften wel anders. Samen met zijn latere concurrent Sven Nys domineerde Wellens de mondiale titelstrijd in het Duitse München. De jonge Nys bleek aan het eind technisch een klasse te sterk voor Wellens, die het Belgisch kampioenschap wel naar zijn hand wist te zetten. In 1998 kregen we een kopie van dat scenario te zien in Middelfart.

Toch nog beloftewereldkampioen
De piepjonge Wellens was tijdens zijn derde beloftejaar ook al goed voor twee zeges bij de profs, waaronder de Koppenbergcross. Niemand was verbaasd dat hij een jaar later een vaste waarde werd bij de grote crossen in de hoogste categorie. Wellens was officieel nog wel belofte, maar dat weerhield hem niet om met Hoogstraten, Lille en Kalmthout zijn eerste klassementscrossen – nota bene in zijn eigen regio – winnend af te sluiten. Met sprekend gemak verlengde hij voor de tweede keer zijn Belgische titel bij de beloften, maar Wellens wilde ook wel eens een WK winnen. Nu Sven Nys bij de profs meereed, kreeg hij in het Slowaakse Poprad een ideale kans, die hij optimaal benutte. Vannoppen werd wederom de dichtste tegenstander en dat zou ook in Wellens’ laatste jaar als belofte zo zijn. Nog geen maand nadat de renner uit Vorselaar in Kalmthout zijn eerste Wereldbeker gewonnen had, volgden de Belgische en wereldtitel, telkens voor Vannoppen. Wellens was nu helemaal klaar om de volledige stap naar de profs te zetten.

Dat deed hij in 2000, in dienst van het Belgische Spaarselect. Bij die ploeg zou Wellens de absolute hoogtepunten in zijn carrière kennen. De eerste twee jaren waren aanpassingsseizoenen. Wellens reed zich wel keer op keer in de top-10, maar winnen bleek – mede door de heerschappij van zijn leeftijdsgenoot Sven Nys – moeilijk. Desondanks reed Wellens naar winst in de Wereldbeker van Tábor, de Superprestiges van Ruddervoorde en Harmes en de Gazet van Antwerpen-Trofee van Oostmalle. Op het Belgisch kampioenschap moest hij telkens zijn meerdere erkennen in Nys, terwijl hij op de mondiale titelstrijd geen rol van betekenis speelde.

Geen genade in de superjaren
In het veldritseizoen 2002-2003 maakte Wellens definitief de aansluiting met de wereldtop, getuige zijn overwinningen in de Wereldbeker-crosses van Frankfurt en Wetzikon, de Superprestiges van Gavere en Vorselaar en de GVA-Trofee van Niel. Wellens onttroonde Nys ook voor het eerst in het eindklassement van de Wereldbeker, maar de bevestiging kwam er pas op het WK in het Italiaanse Monopoli. De Kempenaar kende naar eigen zeggen een superdag, waarin hij speelde met de tegenstand. Zelfs een lekke band op een erg slecht moment kon Wellens niet stoppen om zijn eerste wereldtitel te grijpen, voor liefst vier landgenoten. Mario De Clercq en Erwin Vervecken kwamen ruim een minuut later over de finish, Nys kende een off-day en finishte als vijfde. Op het BK waren de rollen omgekeerd.

Maar hét absolute topjaar van Wellens zou 2003-2004 worden. De Belg was de beste in liefst 23 wedstrijden, iets tot wat voordien enkel Nys in staat geacht werd. Eén manche van de Wereldbeker, vier manches en het eindklassement in de Superprestige en vijf manches en de eindzege in de GVA-Trofee was het verdict aan het einde van het seizoen, maar met het oog op de kampioenschappen was de honger van een ijzersterke Wellens niet gestild. Wellens was de afgelopen maanden dan wel diep gegaan om telkens met een enorme voorsprong te winnen, in Asper-Gavere bedroeg die zelfs drie en een halve (!) minuut, maar hij had toch nog iets in de tank om zich in Lille voor de allereerste keer tot Belgisch kampioen bij de profs te kronen. Dat nummertje overdoen op het WK in Pôntchateau verliep omwille van de snelle omloop net iets moeilijker dan Wellens had verwacht, maar na een millimetersprint tegen de intrinsiek snellere Mario De Clercq greep hij toch zijn tweede wereldtitel. Een verdiende afsluiter van een topjaar.

Uitschieter op loop-BK in Hamme-Zogge
Het afhaken van hoofdsponsor Spaarselect baarde Wellens zorgen in 2005. Enerzijds leed hij de nodige financiële schade, anderzijds moest hij op zoek naar nieuwe oorden. Die vond hij in de Fidea-formatie van Hans Van Kasteren, maar door die mindere voorbereiding kwamen de verwachte topprestaties er niet. Sven Nys won zowat alles wat er te winnen viel, enkel in de GVA-Trofee van Essen stond Wellens op het hoogste schavot. Heel België kon het mindere jaar van Wellens van dichtbij volgen in Wellens en Wee, een televisieserie op VT4 waarin het leven van de familie Wellens in beeld gebracht werd. Het programma bleek een schot in de roos, en daarom kreeg het een vervolg van twee jaar. De uitslagen van Wellens verbeterden in die jaren gelukkig weer. De dominantie van Nys minderde niet, maar Wellens wist zich er net iets vaker voor te wringen. Igorre (Wereldbeker), Ruddervoorde, Sint-Michielsgestel (Superprestige) en Essen (GVA) om er maar enkele te noemen. Ook kwam hij in de spotlights met een gewaagde karatetrap naar een toeschouwer tijdens de Druivencross van Overijse.

Ten gevolge van die actie, mocht Wellens van de Internationale Wielerunie UCI in de maand september van het seizoen 2006-2007 geen wedstrijden rijden. Pas op één oktober kon Wellens terug in competitie keren in de Wereldbeker van Aîgle. Wellens werd direct tweede, op negen seconden van Sven Nys. Twintig dagen later was in Lebbeke zijn eerste seizoenszege een feit, waarna er nog vijf zouden volgen. De Wereldbeker van Milaan en de GVA-Trofee van Niel waren grote zeges, maar op een stunt was het wachten tot het Belgisch kampioenschap in Hamme-Zogge. De dagen voor het BK regende het pijpenstelen in België, waardoor de omloop werd omgetoverd tot een ware modderpoel. Op de fiets blijven bleek op ruim zeventig procent van de omloop onmogelijk, tot groot jolijt van Wellens. Hij kon zijn uitstekende loopkwaliteiten uitspelen. Klaas Vantornout en Nys kwamen niet in de buurt, dus mocht Wellens een jaartje in de driekleur afwerken.

Dat jaar werd gekenmerkt door ongelooflijk veel tweede, derde, vierde en vijfde plaatsen. Wellens reed met andere woorden een constant seizoen, zonder veek uitschieters. Enkel in de Jaarmarktcross van Niel en de wedstrijden van Zonhoven en Zonnebeke was hij de beste. Ook op het BK, dat in 2008 in het zand van Hofstade werd georganiseerd, kende Wellens een uitschieter. Topfavoriet Sven Nys moest na pech aan een inhaalrace beginnen, waarvan de renner uit Vorselaar leek te kunnen profiteren. In extremis kwam Nys er echter voorbij, Bart Wellens moest zich tevreden stellen met het zilver. Het seizoen 2008-2009 werd als het ware een kopie van het jaar daarvoor, met veel ereplaatsen en slechts één klassementszege in Hasselt. Op de kampioenschappen viel hij telkens net naast het podium.

Minder en minder overwinningen
Vanaf het najaar van 2009 werd een keerpunt in de carrière van Wellens ingezet. Meedoen voor de prijzen werd steeds moeilijker en zijn zwakke rug speelde hem steeds meer parten. Bovendien moest Wellens afrekenen met het Cytomegalovirus, waardoor hij in september, oktober en november zelden tot nooit aan crossen toekwam. Wellens zette dat helemaal aan het einde van het seizoen echter prachtig recht, waarin hij nog veel frisser was dan zijn concurrenten. Op die manier won de Kempenaar midden februari in Eeklo en de Sluitingsprijs van Oostmalle, de slotmanche van de GVA-Trofee. Daarin reed hij van start tot finish aan de leiding. Achter zich stopten ploeggenoten Zdeněk Štybar en Kevin Pauwels voorbeeldig af, waardoor Wellens zijn seizoen alsnog met glans wist te beëindigen. Hij is weer vertrokken voor meer, zou je dan denken, maar niets is minder waar. In het seizoen daarna moest Wellens wederom wachten tot februari om zijn eerste seizoenswinst te behalen, nota bene op de Cauberg. Op het BK in Antwerpen toonde Wellens eveneens nog eens van zijn kunnen in het zand, met een zilveren medaille na Niels Albert.

Wellens besloot 2011-2012 niet op de traditionele manier in Erpe-Mere te beginnen, maar wel met een avontuur in de Verenigde Staten. Daar werd Wellens samen met ploegmaat Rob Peeters als een ware volksheld onthaald. Cross Vegas draaide uit op een mislukking, maar in de daaropvolgende wedstrijden van Redmond, Issaquah en Sun Prairie was het wél prijs. Bij zijn terugkeer op Belgische bodem wilde Wellens die reeks voortzetten, maar in Kalmthout was Niels Albert te sterk. Daarna volgde een wekenlange strijd voor een plekje tussen vijf en vijftien in de uitslagen. In de GVA-Trofee van Essen kwam Wellens op een loodzwaar parcours onverwacht weer aan winnen toe, nadat Sven Nys met materiaalpech de koers moest verlaten. Toch eindigde het seizoen ditmaal in mineur, nadat Wellens aan de vooravond van het BK in Hooglede met hartproblemen in het ziekenhuis werd opgenomen. De veldritwereld was geschokt, maar Wellens was vastberaden terug te keren in het daaropvolgende seizoen.

Kopzorgen en kwaaltjes in slotjaren
Helemaal de oude worden zat er echter niet meer in. Wellens kreeg steeds meer last van blessures en rugklachten, en winnen zat er bijna niet meer in. Enkel daags na het WK 2013 in het Amerikaanse Louisville, waarin Wellens overigens als vierde finishte, mocht de nu 37-jarige Bart Wellens nog eens de handen in de lucht steken in de Parkcross van Maldegem. Daar was hij sneller dan Sven Nys in de sprint. In 2014 herrees Wellens nog een laatste keer op het Belgisch kampioenschap, met een erg verrassende vierde plaats. Vorig seizoen werden de fysieke klachten en zijn aanwezigheid in het dossier rond ozondokter Chris Mertens – waarin hij later vrijgesproken werd – Wellens te veel, en op aandringen van ploegmanager Hans van Kasteren hing Wellens dan de fiets aan de wilgen. “Er hebben zich veel mensen afgevraagd of dit niet het seizoen te veel was, maar ik heb mij elke cross nog enorm hard geamuseerd. Ik deed de sport nog te graag en heb nooit iets anders gekend. Dan is het moeilijk om eruit te stappen”, vertelde Wellens bij Sporza over zijn afscheidsjaar.

Enkele weken geleden kreeg Wellens in het Belgische Ruddervoorde, voor aanvang van de Superprestige-manche, nog het afscheid waar hij recht op had. Samen met een tal van ex-ploegmaats en onder luid applaus van het publiek, werkte Wellens een ererondje af. Wie de Kempenaar toch nog eens aan het werk wil zien, kan op 28 november afzakken naar het Zilvermeer in Mol. Daar vecht Wellens een duel uit met de eveneens gestopte Niels Albert, ten voordele van Boonen and Friends.

Bart Wellens
Naam: Bart Wellens
Geboortedatum: 10 augustus 1978 (37)
Geboorteplaats: Herentals
Nationaliteit: flag-be Belg
Website: www.bartwellens.be
Twitter: @wellensonline

Ploegen
2000: flag-be Spaarselect
2001: flag-be Spaarselect
2002: flag-be Spaarselect
2003: flag-be Spaarselect
2004: flag-be Spaarselect
2005: flag-be Fidea Cycling Team
2006: flag-be Fidea Cycling Team
2007: flag-be Fidea Cycling Team
2008: flag-be Fidea Cycling Team
2010: flag-be Telenet-Fidea
2011: flag-be Telenet-Fidea
2012: flag-be Telenet-Fidea
2013: flag-be Telenet-Fidea
2014: flag-be Telenet-Fidea
2015: flag-be Telenet-Fidea

Belangrijkste prestaties
flag-wc Wereldkampioen veldrijden (2003 en 2004)
flag-nr1 Wereldbeker veldrijden (2003)
flag-be Belgisch kampioen veldrijden (2004 en 2007)

Bart Aernouts

Foto: Jean-Pierre Casier

Foto: Jean-Pierre Casier

Wereldkampioen worden bij de junioren. Weinig Belgen hebben het klaargespeeld, maar Aernouts reed zich in 2000 wel in dat selecte lijstje. Enkel Marc Janssens, Niels Albert, Kevin Pauwels, Joeri Adams en Thijs Aerts deden het hem voor of na. Grote namen bleef Aernouts met de Amerikaan Walker Ferguson en de Tsjech David Kasek niet voor, al werd ex-prof Kenny van Hummel wel vierde. Maar de zwakke tegenstand verhinderde de Belgen niet om Aernouts als een van hun grootste talenten te beschouwen. Aernouts bevestigde met het behalen van de Belgische juniorentitel – ten nadele van Klaas Vantornout – op de Gentse Blaarmeersen zijn talent.

Ook zijn belofteperiode was lang niet slecht. Met name op de o zo belangrijke nationale en wereldkampioenschappen verscheen Aernouts steevast vooraan in de koers. Zijn eerste jaar in de categorie voor renners onder 23 jaar was nog een tegenvaller, maar in 2002 behaalde Aernouts op het BK in Koksijde toch een bronzen medaille. Tijdens de mondiale titelstrijd in eigen land moest de jonge Belg echter meer dan twee minuten toegeven op de Nederlandse wereldkampioen Thijs Verhagen. Het razendsnelle parcours in Heusden-Zolder was dan ook alles behalve op het lijf van Aernouts geschreven, zo zou later blijken. Aernouts kwam in zijn carrière vooral op de modderige, zware omlopen tot zijn recht.

Hoge verwachtingen na succesvolle jeugd
In Monopoli lag het parcours er tot Aernouts vreugde iets lastiger bij. Dat resulteerde in een vijfde plaats op het WK, op anderhalve minuut van de Italiaan Enrico Franzoi. Ex-prof Wesley Van der Linden hield de Essenaar dan weer van de overwinning in het Belgische titelstrijd, die dat jaar in Wielsbeke plaatsvond. In 2004 kregen we een gelijkaardig scenario, waarin Aernouts wederom moest onderdoen voor zijn landgenoot. De internationale confrontatie op het wereldkampioenschap mengde er plots een derde Belg zich met de debatten: Kevin Pauwels. Hij ging zowaar met de wereldtitel naar huis. Aernouts moest zich tevreden stellen met plek dertien, zij het wel voor Lars Boom. Dit alles werd opgemerkt door de continentale formatie van Rabobank, waarvoor Aernouts zijn profdebuut zou maken in 2005.

Dat profdebuut ging alles behalve onopgemerkt voorbij. De Antwerpenaar behaalde prompt twee kleine profzeges: in het Franse Fourmies en het Zwitserse Steinmaur. Vooral die laatste was indrukwekkend, want daar bleef de Belg ex-wereldkampioen mountainbike Thomas Frischknecht voor. Daarnaast reed hij zich in de top-10 in verscheidene goed bezette veldritten, zoals de Superprestige van Gieten, de GP Sven Nys en de Sluitingsprijs van Oostmalle. Dat werd ook opgemerkt door Belgisch bondscoach Eric De Vlaeminck, die Aernouts een plekje in de WK-selectie gunde. Alleen viel die wedstrijd tegen voor Aernouts, die niet uit de voeten kon op de spiegelgladde omloop in Sankt-Wendel. Desondanks zou Aernouts jaar na jaar het vertrouwen van de Belgisch selectieheer blijven krijgen.

Vaste waarde in de top tien bij Rabobank
In seizoen 2005-2006 werd Aernouts een vaste waarde in de internationale veldritsubtop. In zowat elke grote wedstrijd was hij te vinden tussen plek vijf en vijftien. Enkel in de maand januari kreeg hij het lastig om zijn constant niveau te kunnen behouden. Dat lukte in het daaropvolgende seizoen wel, en daarin zagen we ook enkele uitschieters. Vierde plekken in de Koppenbergcross en de Wereldbeker-manche van Hofstade waren de meest opvallende. Een jaar later kwam Aernouts nog eens aan winnen toe in het Nederlandse Huijbergen. Nota bene op het trainingsparcours van Kevin Pauwels, bleef hij de stille renner uit Kalmthout voor. Een boost voor het vertrouwen van Aernouts, die naar een vijfde plek op het BK voor profs in Ruddervoorde snelde. Die tendens werd voortgezet in 2008-2009, wederom een constant jaar, met ook één uitschieter. Die kwam er in Schmerikon, waar hij de Zwitserse thuisrijders voorbleef.

Het seizoen daarna had Aernouts duidelijk weer een stap vooruit gezet. Na een vroege zege in Harderwijk, was hij gedurende het hele jaar zelden tot nooit uit de top-10 te slaan. Enkel op het wereldkampioenschap liep het – wederom – mis. Aernouts vond zijn goede benen niet op het besneeuwde parcours van Tábor en eindigde niet bij de eerste dertig. Wel herpakte hij zich dat seizoen nog met een overwinning in Sint-Michielsgestel, de plek waar hij bij de junioren nog wereldkampioen werd. Het jaar 2010 werd gekenmerkt door een ijzersterk seizoensbegin, met enkele kansen op een zege in een klassementscross. In Erpe-Mere was enkel Nys te sterk, in Ruddervoorde alleen Štybar en op de Citandel van Namen moest hij zich tevreden stellen met plek vier. Toch werd het net niet voor Aernouts, die nooit nog dichter bij de zege in een klassementscross zou komen. Wél lukte het weer in een kleine cross, de Ciclocross del Ponte. Daar kwam de huidige Etixx-Quick Step-sprinter Matteo Trentin het dichtst in zijn buurt.

Van kopman tot ex-renner
Maar de jaren begonnen ook bij Aernouts inmiddels te tellen, en langer dan twee seizoenen zou de Essenaar zijn hoge niveau niet meer kunnen volhouden, zo bleek later. Het was dus het ideale moment om te oogsten, en dat deed Aernouts met enkele Nederlandse zeges. Zo won hij tweemaal de Nacht van Woerden en de wedstrijd in Rucphen. Bovendien reed hij naar een vijfde plek op het WK van 2012. Dat wekte de nodige interesse van AA Drink, de toenmalige ploeg van Thijs Al en Thijs van Amerongen. Zij zagen in Aernouts een nieuwe kopman, een verwachting die hij meer dan waarmaakte met een tal van ereplaatsen. Pas toen Aernouts in 2014 diezelfde rol bij Corendon-Kwadro moest gaan vervullen, werden de eerste barstjes in zijn prestaties zichtbaar. “Ik merk dat ik lichamelijk niet meer in staat ben om 100% te strijden. Daarom maak ik de moeilijke keuze om te stoppen”, reageerde hij in februari van het vorige cross-seizoen. Een sympathieke subtopper verdween zo uit de veldritsport.

Bart Aernouts
Naam: Bart Aernouts
Geboortedatum: 23 juni 1982 (33)
Geboorteplaats: Essen
Nationaliteit: flag-be Belg
Website: geen
Twitter: geen

Ploegen
2004: flag-nl Rabobank Continental Team
2005: flag-nl Rabobank Continental Team
2006: flag-nl Rabobank Continental Team
2007: flag-nl Rabobank Continental Team
2008: flag-nl Rabobank Continental Team
2009: flag-nl Rabobank Continental Team
2010: flag-nl Rabobank Continental Team
2011: flag-nl Rabobank Continental Team
2012: flag-nl AA Drink
2013: flag-nl AA Drink
2014: flag-nl AA Drink
2015: flag-be Corendon-Kwadro

Belangrijkste prestaties
flag-wc Wereldkampioen junioren (2000)
flag-be Belgisch kampioen junioren (2000)

RIDE Magazine
3 Reacties
Sorteer op:
19 november 2015 09:23
Ach dat dopingverhaal is ozo overdreven. 2 prachtige krijgers en stoempers,respect.
19 november 2015 15:34
Was altijd fan van Aernouts. Enorme gifkikker die altijd streed, en op een goede dag de absolute toppers het vuur aan de schenen kon leggen.

Wat betreft Wellens, het is moeilijk om een echt positief beeld van hem te hebben. Ik bedoel daarmee dat zijn laatste 4 jaar pijnlijk om te zien waren. In zijn absolute toptijd was het wel een geweldenaar en een echte vechtjas. Ik zag hem liever dan de meer geniale maar weke Nys. Op het laatst was het meer een fietsend karikatuur dan een echte crosser.
20 november 2015 19:05
Aernouts ook mijn favoriet. Als het eens stilviel bij de favorieten koos hij altijd voor de aanval, was mooi om te zien.

Reacties zijn gesloten.