Dekker op dreef, mixed feelings bij SEG en BEAT strikt Traksel

Nationaal In de rubriek Nationaal schenkt WielerFlits aandacht aan het Nederlandse Continental-circuit, maar ook de buitenlandse renners in Nederlandse dienst en onze landgenoten in buitenlandse team komen aan bod. In de derde aflevering onder meer man in vorm David Dekker, nieuws vanuit het BEAT-kamp en gemengde gevoelens bij de renners van SEG Academy Racing.

Enzo Leijnse versterkt Sunweb Development Team vanaf 2020

Enzo Leijnse zal vanaf volgend wielerseizoen uitkomen voor het Sunweb Development Team. De talentvolle 17-jarige wielrenner zal eerst zijn laatste seizoen als junior afmaken bij zijn wielervereniging WTC De Amstel voordat hij de overstap maakt naar de opleidingsploeg van Sunweb.

Leijnse maakte in zijn eerste jaar als junior indruk met de eindzege in de hoogaangeschreven Grand Prix Rüebliland, waar hij Biniyam Ghirmay voorbleef in het eindklassement. “Ik zal me dit seizoen eerst nog focussen op de tijdritten en de meerdaagse wedstrijden”, vertelt de coureur uit Amstelveen.

“Maar concrete doelen stellen voor aankomend seizoen vind ik lastig, ik wil me in ieder nog geval laten zien. Ik heb erg veel zin in aankomend seizoen, maar ik kijk er ook heel erg naar uit om voor Team Sunweb te gaan fietsen, al vind ik het heel lastig om te zeggen wat er bij de beloften zal gebeuren.”

Bobbie Traksel officieel aan de slag bij BEAT

Bobbie Traksel heeft zich officieel verbonden aan BEAT Cycling Club. De oud-wielrenner was vanaf het begin al betrokken bij het project als ambassadeur. Traksel gaat proberen een verbinding te zoeken tussen de profploegen van BEAT (de weg- en de baanploeg) en de ruim 1700 leden. BEAT wil de topsport dichter bij het publiek brengen en manager Geert Broekhuizen ziet in Traksel, die ook Eurosport-commentator en koersdirecteur van Veenendaal-Veenendaal is, iemand die dat voor elkaar kan krijgen. “Met zijn ervaring, connecties en kennis binnen de topsport kunnen wij onze belofte naar de club verder ontwikkelen”, aldus Broekhuizen.

David Dekker slaat opnieuw toe in de Omloop van de Houtse Linies

David Dekker verkeert in uitstekende vorm. Na zijn winst in Brussel-Opwijk heeft de coureur van Metec-TKH nu ook in  Noord-Brabant de Omloop van de Houtse Linies op zijn naam geschreven door Björn Bakker (John Deere-NWVG) en Nils Wolffenbuttel in een sprint met drie te snel af te zijn.

“We reden iets voor halfweg koers weg met acht man uit de eerste waaier”, vertelt de zoon van Erik Dekker over de wedstrijd. “Later sloten er nog vier man aan, waarna er in de laatste twee kilometer veel gedemarreerd werd. Gelukkig lukte het me om de boel bij elkaar te houden en er een sprint van te maken.”

Dekker verklaart zijn uitstekende vorm door een goede winter in het buitenland. “Ik ben in de maanden januari en februari veel in Spanje geweest, waar ik goed en vooral heel véél heb kunnen trainen”, verklaart hij. “Volgende week sta ik aan de start in de Dorpenomloop door Drenthe.” Daar hoopt de coureur zijn hattrick te completeren.

David Dekker – foto: Metec-TKH

Nieuwstips of opmerkingen?
[email protected]

Wim Stroetinga klaar voor comeback

foto: Cor Vos

In de eerste aflevering van deze rubriek brachten we het nieuws over de langere herstelperiode van Wim Stroetinga. De heupblessures van de baanspecialist van Vlasman CT hield hem langer van de fiets dan verwacht. Inmiddels is de 33-jarige renner weer in volle training.

Teammanager Ton Welling laat weten dat hij aanstaande vrijdag van start gaat met koppelgenoot Yoeri Havik in de Six Days Series Manchester. Ook Melvin van Zijl (eveneens van Vlasman CT) zal van start gaan in de Britse stad.

Na het baanevenement in Manchester zullen zij afreizen naar de andere kant van de wereld om deel te gaan nemen aan de Six Days Series in Brisbane, Australië (12-14 april). Deze wedstrijd is tevens hun afsluiting van het baanseizoen. Na Brisbane is het trio vol inzetbaar op de weg.

BEAT verkiest Vlaams eendagswerk boven ZLM Tour

Bij de perspresentatie van de heropgerichte ZLM Tour werd een deel van de deelnemende ploegen al bekendgemaakt. Daar waren diverse Nederlandse continentale teams bij, maar BEAT niet. De Nederlandse ploeg ontbreekt omdat het ten tijde van de ZLM Tour aan de start staan van twee Belgische eendagskoersen. Eén daarvan is de Omloop van het Hageland. In die week worden ook nog de Heistse Pijl, de Elfstedenronde en Halle Ingooigem verreden.

BEAT verwacht in de lastige koersen op Vlaamse grond meer kans te maken met kopmannen Martijn Budding, Piotr Havik en Luuc Bugter. “Die wedstrijden stonden heel hoog op hun lijstje, daar hebben we op dit moment meer te zoeken dan in de ZLM Tour”, licht manager Geert Broekhuizen toe. BEAT heeft geen echte sprinter in huis, waardoor de ZLM Tour (die zich profileert als de ideale aanloop voor snelle mannen naar de Tour de France) minder aantrekkelijk is.

BEAT is genoodzaakt om een keuze te maken op de kalender. Omdat het tien renners in de selectie heeft, is het rijden van een dubbel programma niet mogelijk. “Het is een moeilijke keuze, zeker omdat ZLM een grote wedstrijd is en veel aandacht krijgt. Aan de andere kant moeten we kiezen en vinden we dat deze keuze beter bij ons past.”

Monkey Town-à Bloc richt zich op opleiding jonge renners

foto: Monkey Town-à Bloc

Afgelopen dinsdag stelde Monkey Town-à Bloc zich in Amsterdam voor aan het publiek. Alle Nederlandse renners waren daarbij aanwezig, alleen de Italianen Nicola Gaffurini en Antonio Santoro ontbraken. De ploeg van Paul Tabak koerst dit seizoen met #RidetoWin en gebruikt die slogan eveneens als url voor haar website. Teammanager Paul Tabak benadrukt dat Monkey Town-à Bloc zich op de toekomst richt. Tabak wil met langdurige contracten gaan werken, waardoor hij renners vanaf de junioren kan klaarstomen voor de WorldTour.

‘Punt van vermelding: géén lekke banden!’

De Ronde van Drenthe van afgelopen zondag was meteen een koers waarin de Monkey Town-à Bloc-renners zich konden meten met een tweetal WorldTour-teams. Voor de Noord-Hollandse formatie zat er geen uitschieter in. Wel een opvallend nieuwtje vanuit de ploeg: de mecaniciens noteerden geen enkele lekke band. “En dat is best uitzonderlijk, aangezien het parcours af en toe wel iets weg had van een veldtoertocht.” Komend weekend keert het team terug naar dezelfde provincie, als de Dorpenomloop van Drenthe op de kalender staat.

Schelling na elfde plek in Drenthe: “Jammer dat ik net niet bij de eerste tien kon blijven”

Schelling bolt over de streep in Hoogeveen – foto: Cor Vos

Dat de Ronde van Drenthe geen gemakkelijke koers is werd afgelopen zondag andermaal duidelijk. SEG Racing Academy-renner Ide Schelling ondervond dat aan den lijve. De jongeling (21) was vooraf ietwat huiverig, vertelt hij aan WielerFlits. “Ik was blij dat het met de regen meeviel. Ik ben maar 65 kilo, dus van al te veel vet is er geen sprake. De kou kan ik normaal gesproken dus iets minder goed handelen dan andere gasten die dit soort koersen rijden. In de beginfase koerste ik attent en zat ik bij iedere situatie van voren.”

Zelf hadden Schelling en zijn ploeg meer vuurwerk verwacht in de eerste uren van de koers. Voordeel: hij kon wennen aan de ondergrond. “Dat ging me goed af. Maar ik was wel blij dat het Drentse keien waren en niet de kasseien die we kennen uit België en Roubaix. Dan stuiter ik namelijk van mijn fiets af”, grapt hij. “Op een gegeven moment was ik lekker van voren aan het koersen, toen er plots renners van Alecto langszij kwamen terwijl Roompot-Charles op kop reed. We hadden de wind pal tegen en er volgde een bocht naar links.”

“Ik dacht: ‘Oké, nu gaat het gebeuren’. Ik ben toen volle bak naar voren gesprint en even later ontstond de eerste waaier. Daar was ik wel heel blij mee, ondanks dat ik maar de enige renner van SEG Academy Racing was. Kort daarna volgde de VAM-berg. Mijn benen voelden toen eigenlijk beter dan ik vooraf had gehoopt, dat was positief. Ik ging ook makkelijk mee. Toen we daarna vervolgens weer over de VAM-berg reden, dacht ik: ‘Weet je wat, we proberen het gewoon!’. En dus viel ik aan, samen met nog een andere renner.”

Het duo kreeg een klein gaatje, waarna de koers ontplofte. Niet veel later bleven er zo’n twintig à dertig renners vooraan over. “Toen werd er opnieuw gesprongen en ben ik weer mee geschoven. Dat was uiteindelijk de basis voor de beslissende kopgroep. Toen dacht ik: ‘Nice, ik zit er mooi bij en het gaat goed!’. We draaiden goed rond en we hadden meteen een mooie voorsprong te pakken. Maar de kilometers begonnen er op een gegeven moment wel in te hakken en het meedraaien met die grote gasten, kostte toch veel energie.”

Toen Michael Gogl (Trek-Segafredo) het op de laatste keienstrook vol op de kant trok, zat Schelling net te ver van achteren en ontbrak hem de power om het bij te benen. “Dat was eventjes balen, maar ook Łukasz Owsian van CCC was eraf. Dries De Bondt (Corendon-Circus, red.) kwam er daarna nog bij. Tot de streep hebben we volle bak doorgereden en werd ik nog elfde. Niet slecht, al baal ik wel dat ik niet bij de eerste tien kon blijven. Dat was mooi geweest. Maar toch heb ik een goede koers gereden, dus ik ben tevreden naar huis gegaan.”

Jesper Rasch baalt van resultaat in Houtse Linies: “Maar ik merk wel dat ik sterker ben dan vorig jaar”

Waar de Ronde van Drenthe een kans was voor SEG Racing Academy om zich te laten zien in een UCI 1.HC-koers, ging de ploeg met een andere insteek de Omloop van de Houtse Linies in. In deze nationale klassieker deed de opleidingsploeg mee voor winst, maar moest het genoegen nemen met de zesde plaats. Jesper Rasch was daarvoor verantwoordelijk, maar de sprinter had daar wel de pest in. “Natuurlijk baal ik enorm dat ik het niet kan afmaken, maar ik zie wel positieve zaken terug in de koers”, zegt hij tegen WielerFlits.

Het smalle en lastige parcours in Oosterhout (Noord-Brabant) zorgde – in combinatie met de harde wind – al snel voor een slagveld. Halverwege de koers ontstond er een eerste groep, waarin SEG Racing Academy twee man had vertegenwoordigd: Minne Verboom en de Griek Georgios Stavrakakis. In de tweede groep draaiden Rasch en diens ploegmaat Adam Hartley mee, zodat ze zich niet konden laten verrassen. Al bij al hadden de troepen van de opleidingsploeg haar zaken prima voor elkaar en leek er geen vuiltje aan de lucht.

Nils Sinchek en Wim Witteberg sprongen vervolgens weg in de bevoorrading. “Ik maakte kort daarna de oversteek en even later sloot ook Sjors Dekker (NWVG, red.) aan”, vertelt Rasch. “Met z’n vieren reden we het gat van één minuut dicht. We werkten goed samen, maar we hadden denk ik toch zo’n 25 kilometer nodig om de bres te dichten. Op anderhalve ronde voor het einde sloten we aan. Daarna werd er aan kop vrij rustig aan gedaan. Ik denk dat iedereen z’n krachten wilde sparen tot de laatste kasseistrook, op twee kilometer van de meet.”

“Daar werd onwijs hard gereden, maar niemand kon het verschil maken”, gaat de jongeling verder. “Het viel daarna helemaal stil en dat is voor mij een nadeel. Ik moet het namelijk hebben van een sprint op grote snelheid, in plaats vanuit stilstand. Natuurlijk baalde ik enorm dat ik het niet kon afmaken, maar ik bekijk het wel positief. Wat ik anders nooit zou doen of niet zou kunnen, deed en kon ik zondag tijdens de koers wél. Zo’n gat van een minuut dichten, kon ik vorig jaar bijvoorbeeld niet. Maar door een goede winter en de begeleiding, merk ik dat ik nu sterker ben.”

Groupama-FDJ U23 maakt indruk op Kevin Inkelaar

foto: Giro Valle d’Aosta 2018

Laatstejaars belofte Kevin Inkelaar koos als klimmer niet voor een Nederlandse opleiding. De 21-jarige Zuid-Hollander reed eerst twee seizoenen voor Lotto Soudal U23, om vorig jaar uit te komen voor het Polartec-Kometa van Alberto Contador en Ivan Basso. Onder de vleugels van de Spanjaard en de Italiaan sloeg onze landgenoot een dubbelslag in een bergrit van de loodzware Giro della Valle d’Aosta. Uiteindelijk eindigde hij tweede in het eindklassement en werd hij in het najaar de eerste stagiair ooit voor Roompot-Nederlandse Loterij.

De jongeling besloot toch nog een jaar belofte te blijven en verkaste – in samenspraak met zijn management SEG Cycling – naar de nieuwe opleidingsploeg van Groupama-FDJ. Daar hoopt Inkelaar zijn klimmersbenen nog vaker te gebruiken. “Tot nu toe is deze ploeg me heel goed bevallen. We zijn al veel samen geweest, want het seizoen in Frankrijk begint al vroeg. En ook al is het een geheel nieuwe ploeg, het wennen aan elkaar ging snel. Het team is erg professioneel en bestaat (ondanks zeven nationaliteiten, red.) uit een hecht collectief.”

Begin februari reed hij al in het wit-blauw-rood van zijn nieuwe equipe. “We zijn ons seizoen gestart in Essor Basque”, vertelt Inkelaar. Op acht dagen tijd vonden er in het Franstalige deel van het Baskenland een vijftal koersen plaats. De Nederlander eindigde drie keer bij de eerste twintig. “Vorige week zou de GP de Lillers (1.2) onze eerste UCI-koers zijn, maar die wedstrijd werd afgelast vanwege de extreme weersomstandigheden. Zelf zal mijn eerste UCI-wedstrijd de Tour de Normandie zijn.” Die koers begint komende maandag.

Clubwatchers
Alecto – Maxim Horssels
BEAT – Nick Doup
Metec-TKH – Julian Dubbeld
Monkey Town-à Bloc – Youri IJnsen
SEG Racing Academy – Youri IJnsen
Vlasman CT – Maxim Horssels

Nieuwstips: [email protected]