Dekker en Kooij starten sterk, Metec-TKH gaat anders koersen, Loohuis wint Brussel-Opwijk
foto: Léon van Bon/Topcompetitie
zondag 8 maart 2020 om 07:00

Dekker en Kooij starten sterk, Metec-TKH gaat anders koersen, Loohuis wint Brussel-Opwijk

Nationaal In de rubriek WielerFlits Nationaal schenken we aandacht aan al het nieuws over het Continental-circuit in Nederland. In de vierde aflevering van 2020 (we tellen de ploegvoorstelling niet mee) komen interviews voorbij met onder meer David Dekker, Olav Kooij en Michel Megens en zijn er verschillende nieuwtjes binnen de verschillende teams!

De nieuwe najaars-editie van RIDE is nu verkrijgbaar! In ons najaarsnummer kijken we vooruit naar de periode waarin ploeteren door regen & modder centraal staan. Met o.a. een uitgebreide reportage met gravelaar Niki Terpstra. Bestel nu jouw exemplaar online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting! 

David Dekker: “Als ik niet win in Rucphen, is het niet opeens slecht”

foto: Petros Gkotsis

Het was me het weekje wel voor nationaal beloftenkampioen David Dekker. De zoon van ex-prof Erik won afgelopen zaterdag de Nederlandse seizoensopener Ster van Zwolle en werd drie dagen later tussen de profs – na een ijzersterke wedstrijd – derde in Le Samyn. Aankomend weekend is hij daarom de gedoodverfde favoriet om ook de Dorpenomloop Rucphen aan zijn palmares toe te voegen. “Dat is ook zeker de doelstelling”, stelt hij onomwonden vast in gesprek met WielerFlits.

Eerst eventjes terug naar vorige zaterdag, toen Dekker de Nederlandse seizoensopener in Zwolle won. “Ik wist wel dat ik goed was, maar tijdens zo’n eerste koers weet je pas hoe goed je bent ten opzichte van de rest”, legt hij uit. “Ik maakte deze winter natuurlijk de overstap van Metec-TKH naar SEG Racing Academy. Daardoor ben ik anders gaan trainen. Minder lange duurtrainingen en kortere, specifiekere en intensievere trainingen. Iets meer in het krachthonk ook. Dat is het grote verschil in aanpak naar het seizoen. Veel blokjes afwerken”, legt hij uit. “En dat leidde ertoe dat ik in De Ster met overschot rondreed.”

Opvallend feit: Dekker koerste in het rood-wit-blauw tijdens de Ster van Zwolle. Volgens de UCI-regels (het is immers geen U23-wedstrijd) mag dat helemaal niet. “Daar had ik niet op gerekend”, grijnst hij. Er zit echter een mooi verhaal achter. “De UCI-commissaris kwam daar zelf mee in de ploegleidersvergadering. Aike (Visbeek, red.) stuurde me opeens een berichtje dat ik in het rood-wit-blauw mocht starten. Die trui had ik heel toevallig bij me, omdat ik mijn kledingpakket vergeten was. Die lag dus nog in de truck. Zelf denk ik dat dit iets met het gunnen naar de organisatie te maken had. Het is voor hen hartstikke leuk, natuurlijk.”

Dekker in de Ster – foto: Cor Vos

Vruchten plukken tussen de profs
Het bleef voor de spurter niet alleen bij een mooie zege in de Nederlandse 1.2-koers. Als gezegd kwam hij dus uitstekend voor de dag in Le Samyn, drie dagen later. Niet alleen zijn resultaat was goed, ook zijn koersijver. “Het was natuurlijk een supermooie dag”, steekt Dekker junior van wal. “Ik was sowieso al blij dat ik hier mocht rijden, omdat ik het een heel mooie koers vind. Er staan altijd goede ploegen aan het vertrek, maar wel van die teams dat het voor mij niet per se onmogelijk is om mee te doen voor winst – als ik echt in orde ben. Zo ging ik de koers ook in. Het plan was om zo lang mogelijk te volgen en mee te doen.”

Dekker steekt ook de loftrompet op voor zijn ploegmaats bij SEG Racing Academy. “We hadden het doel om in de vroege vlucht te zitten. Dat lukte met Wessel Krul. Daarna was het de taak van de andere jongens om Jordi Meeus en mij uit de wind te houden en vooraan af te zetten. Dat hebben ze super goed gedaan. Maar ook het wegbrengen van onze jasjes, dat soort dingen. Toen we met 20-25 man kwamen aansluiten bij de vroege vlucht, heeft Wessel zich meteen opgeofferd voor mij en me nog langer uit de wind gehouden. En later kwam ook Jordi – die zelf ook ambitie had – me zeggen dat hij minder was en hij zich ging wegcijferen.”

“Eenmaal op de plaatselijke rondes was ik zo gefocust en gemotiveerd om vooraan te rijden en overal als een van de eerste op te draaien”, gaat hij verder. “Qua positionering ging het daarna een beetje vanzelf. Na elke strook krijg je meer moraal als je tussen die profrenners rijdt. Natuurlijk ben je aan het afzien. Maar ik plaats dat dan altijd in perspectief. Als je dan kijkt wie – bijvoorbeeld de mannen van Deceuninck-Quick-Step of Jasper Stuyven – er nog om je heen rijden, is het ook logisch dat je afziet. Als je dan bovenop zo’n klimmetje in dat gezelschap als vijfde bovenkomt bijvoorbeeld… Ja, dan ga je wel vliegen natuurlijk!”

Ook in Le Samyn op het podium – foto: Cor Vos

Grote favoriet voor Dorpenomloop Rucphen
Door zijn optredens van afgelopen week in de Ster van Zwolle en vooral in Le Samyn, is Dekker ook meteen tot topfavoriet voor de Dorpenomloop Rucphen gebombardeerd. Deze UCI 1.2-koers is de eerste in de strijd om de Holland Cup 2020. “Haha, dat kun je doen natuurlijk!”, antwoordt hij op de vraag of hij vier sterren verdient in de voorbeschouwing van WielerFlits. “Zonder gekheid: waarschijnlijk hebben we soortgelijk weer als in Zwolle. Wind en regen. Dus de insteek is exact hetzelfde. We gaan als ploeg proberen om te winnen. Ik ben in ieder geval in orde. Dus ik kan zondag wel met die ambitie naar Rucphen afreizen.”

Maar het is voor Dekker geen kwestie van moeten. “Natuurlijk heb ik zoiets van: ‘Gòh, nu moet ik in Rucphen ook wel goed rijden’. Maar aan de andere kant: ik ben al eerste en derde geweest deze week. Niet dat het seizoen nu al goed is of zo. Maar als ik nu minder scoor is het niet opeens slecht. Laat duidelijk zijn: ik wil het goed doen in Rucphen. Maar dat was ook zo geweest als ik in De Steren Le Samyn geen prijs had gereden. Ik heb deze winter hard getraind om in orde te zijn en mee te doen voor de overwinning. Of ik die NK-trui weer aan mag? Ik ga er zeker niet om vragen, maar ik stop hem wel in mijn tas!”, lacht hij nog eens.


Olav Kooij: “Wát een begin, dit had ik echt niet durven dromen!”

Olav Kooij voorafgaand aan de Ster – foto: Bram Berkien

Afgelopen week reed het Jumbo-Visma Development Team als collectief de eerste koersen in haar bestaan. Met een tweede plaats in de Ster van Zwolle (UCI 1.2) en een overwinning in de Kroatische 1.2-koers Trofej Umag, mag je spreken van een knallende binnenkomer. Beide resultaten komen op het conto van Olav Kooij. De snelle man is nog geen 18,5 jaar oud en maakte de voorbije winter dus de overstap van de junioren naar de beloften. “Het seizoen kan niet veel beter beginnen”, vertelt Kooij aan WielerFlits. “Ik krijg veel reacties, veel meer dan bij een zege bij de junioren”, lacht hij.

De eerstejaars belofte was in zijn jeugdjaren ook schaatstalent. Een jaar geleden veroverde hij nog zilver op het NK Allround voor junioren. “Dat is misschien ook wel het grote verschil van afgelopen winter met de winters ervoor. Normaal reed ik tot en met begin februari een volledig schaatsseizoen. Maar sinds mijn overstap naar het Jumbo-Visma Development Team heb ik het schaatsen op een laag pitje gezet. Wielrennen is nu de hoogste prioriteit. Ik heb van oktober tot en met december nog wel twee keer per week op het ijs gestaan. Maar qua wedstrijden is het dat afgelopen schaatsseizoen slechts bij een enkele keer gebleven.”

Ster van Zwolle
Kooij mocht voor zijn nieuwe ploeg meteen debuteren in De Ster. Hij vond het lastig om iets van zijn debuut te verwachten. “Je weet gewoon niet zo goed waar je staat ten opzichte van deze categorie”, legt de Zuid-Hollander uit. “Alleen ik had wel het gevoel dat ik een goede winter had gedraaid. Ik stond daarom ook wel met redelijk wat vertrouwen aan de start. Maar ik had zeker niet durven dromen dat het zó goed zou gaan! Of ik nu meteen als sprinter te bestempelen ben? Vanuit de basis is de sprint wel mijn kwaliteit. Al ben ik nog vrij jong. Er is nog veel te ontdekken. Dan denk ik vooral aan de klassiekers, of ik die aankan.”

Tijdens de Ster van Zwolle kreeg Kooij meteen een loodzware koers voor de kiezen met kou en waaiers. “Na de eerste schifting had ik wel het idee dat ik vrij goed was”, herinnert Kooij zich. “Maar ik zat vooral met de vraag: ‘Hoe lang kan ik dit volhouden en hoe verloopt de koers?’. Het niveau was ik niet gewend en je hoort dat het door de wind hectisch gaat zijn. In dit peloton kunnen veel meer jongens hard rijden dan bij de junioren. In de breedte is het niveau hoger dan bij de U19. Maar toen het een tweede keer op de kant ging en er een kleine groepje overbleef, had ik het gevoel dat we daarmee naar de streep zouden rijden.”

Hartthijs de Vries, Olav Kooij en Lars van den Berg – foto: Léon van Bon/Topcompetitie

Dat was uiteindelijke het geval, maar Kooij moest genoegen nemen met de tweede plaats. In de finale zat hij samen van voren met ploeggenoot Rick Pluimers, tweedejaarsbelofte. Hij zou uiteindelijk op een zevende plek eindigen. Al bij al dus een topdag voor het Jumbo-Visma Developement Team. “Ik ging er niet naartoe met het idee dat ik tijdens mijn debuut podium zou rijden”, zegt Kooij. “Als dat wel gebeurt, is dat natuurlijk hartstikke mooi! Of ik had kunnen winnen? Nee, ik denk het niet. David Dekker was nog de meest frisse vooraan. Hij heeft verdiend gewonnen. Ik heb ook niets laten liggen of heel stomme dingen gedaan.”

Koers in Kroatië
De jongeling kon niet lang genieten van zijn mooie prestatie, want woensdag wachtte alweer de volgende koers: de Trofej Umag. Jumbo-Visma Development rijdt komende zondag nog Trofej Porec en dan daarna de Istrian Spring Trophy. De ploeg rijdt beide eendagskoersen met dezelfde opstelling en de rittenkoers Spring Trophy met een andere formatie. Alleen Finn-Fisher Black rijdt beide koersen. “Trofej Umag is natuurlijk een heel andere koers danDe Ster. De omstandigheden waren ook totaal anders. Er stond namelijk amper wind. Daarnaast was het peloton ook veel internationaler. Eigenlijk een heel ander verhaal.”

Maurice Ballerstedt zat namens de opleidingsploeg in de vroege vlucht. Daarna was het een klassiek verloop richting een massasprint, vertelt Kooij. Daarin won de 18-jarige spurter met overmacht, voor iemand als Marko Kump en een andere talentvolle snelle man als Niklas Märkl. “Ik wist dat de vorm goed was, maar zo’n gat was ook voor mij een verrassing. Mijn ploeggenoten deden het ook heel goed. Ze hielden me de hele dag uit de wind en hebben me op twee kilometer voor de streep afgezet bij de eerste tien. Daarna heb ikzelf het juiste pad gekozen. Ik heb ervoor gezorgd dat ik goed zat, dan kon ik mezelf dat niet verwijten. Dat lukte. Toen ben ik aangegaan en zou ik zien waar ik strandde. Bleek ik de snelste te zijn!”

Trainen met Groenewegen
Tijdens het gezamenlijke trainingskamp van de WorldTour-ploeg en het Development Team in januari, mocht Kooij een keer meetrainen met topsprinter Dylan Groenewegen. “Je rijdt dan rustig in, doet je warming-up en daarna trek je een aantal sprintjes. Eigenlijk zat het er zo alweer op. Hoever ik kwam? Je gaat erheen in de wetenschap dat hij een van de snelsten van de wereld is. Ik had niet de illusie dat ik hem er even op ging leggen. Hoe dichtbij ik zat? Ik moet zeggen dat ik toch wel blij verrast was. Maar het was wel een supergave ervaring. Er is alleen nog wel veel werk aan de winkel voor mij, laat ik het daarop houden”, lacht hij.


Michel Megens verwacht ander Metec-TKH in 2020

Michel Megens – foto: Metec-TKH

Metec-TKH had in 2019 met David Dekker of Arvid de Kleijn vaak een sprinter achter de hand om de wedstrijden af te maken, hetgeen hen uiteindelijk negentien overwinningen opleverde. Nu zij zijn vertrokken, zal het team van Michel Megens op een andere manier moeten rijden om aanspraak te maken op overwinningen.

“We hopen op net zo’n seizoen als 2019”, vertelt Megens ambitieus tijdens de ploegpresentatie in Utrecht aan WielerFlits. “Maar dat is moeilijker aangezien we geen topsprinter meer in huis hebben. We moeten dus anders gaan koersen. Ik denk dat dat wel kan. We moeten de koers hard maken.”

Met de komst van Jesper Asselman en ook met renners als Stef Krul, Rick Ottema, Marijn van den Berg en Jason van Dalen in de selectie moet dat zeker mogelijk zijn. “We hebben veel aanvallende renners in onze ploeg. Dat biedt ook weer mogelijkheden. Als de aanval van renner één mislukt, dan geeft dat kansen aan renner nummer twee. Wij hebben er vertrouwen in.”

Toch blijft Megens ook realistisch. “In de praktijk moet het allemaal nog maar blijken of wij dat waar kunnen maken. De ene koers is de andere niet, maar we zullen echt aan moeten vallen.” Vorige week zaterdag kon Metec-TKH nog niet aan deze manier van koersen voldoen in de Ster van Zwolle. Alhoewel Dylan Bouwmans op een uitstekende zesde plaats eindigde, reed Metec-TKH de gehele wedstrijd achter de feiten aan.”

Ramon van Bokhoven
Ramon van Bokhoven is, nu Dekker en De Kleijn zijn vertrokken, de snelste man in de selectie van Metec-TKH, maar Megens wil de Brabander nog niet teveel druk in de schoenen schuiven. “Wat wij vaak zien, is dat renners die bij onze ploeg komen eerst moeten wennen aan onze cultuur”, vertelt hij. “Vaak gaan ze pas in hun tweede jaar presteren. Het mooiste voorbeeld daarvan is Johim Ariesen destijds.”

Van Bokhoven krijgt dus van Megens de tijd om zich aan te passen, maar op termijn zal hij het moeten afmaken voor Metec-TKH. Ramon heeft in het verleden bewezen van het kaliber David Dekker te zijn. We willen energie in hem steken om te kijken of hij inderdaad op het niveau van David kan functioneren”, zo eindigt hij.


Adriaan Janssen vijfde in Zwolle: “Kan niet echt blij zijn”

foto: Topcompetitie

Voor À BLOC was de Ster van Zwolle geen daverend succes. Adriaan Janssen was op de vijfde plaats de beste renner van de ploeg, nadat À BLOC eerder met drie man in de eerste waaier reed. “Ik ben zeker blij met het gevoel, maar het is geen overwinning. En blij met een vijfde plek kan ik niet echt zijn”, zegt Janssen.

“Ik zat samen met Ivar Slik en Marco Doets in een groep van veertig mee, dat was op vijftig kilometer van de finish. Die groep brak, waarna Ivar en Marco in de eerste groep zaten. Ik zat toen in de tweede”, blikt Janssen terug. “Helaas moesten zij nog lossen in de finale, maar ik kon in de laatste kilometers nog de sprong maken.”

In de sprint van de overgebleven kopgroep kon Janssen geen potten breken, het werd een vijfde plaats in de UCI 1.2-koers. Zondag staat voor hem de GP Monseré op het programma. À BLOC verkiest die Belgische koers boven de Dorpenomloop Rucphen. Naast Janssen rijden ook Maarten de Jonge, Ivar Slik, Mel van der Veekens, Stijn Appel, Aden Paterson en Meindert Weulink in Roeselare.


Nieuwstips of opmerkingen?

[email protected]


Lars Loohuis revancheert zich met zege in Brussel-Opwijk

Een dag na de Ster van Zwolle, waar alle elite-renners in actie kwamen voor À BLOC, kwamen de beloftes van de continentale ploeg in actie in Brussel-Opwijk. Daar was meer succes te beleven, want Lars Loohuis kwam als winnaar over de streep in de U23 Road Series-wedstrijd.

De 19-jarige Loohuis revancheerde zich met zijn zege op zijn ongelukkige opgave een week eerder in de Tour of Antalya, toen hij na veel pech de tweede etappe niet kon uitrijden. “Dat was wel een mindere seizoenstart”, kijkt Loohuis terug. “Maar ik voelde me deze week echt al super goed en ik had echt veel moraal voor deze koers.”

Op de lokale omloop van Brussel-Opwijk was volgens de Tukker de beklimming van de Putberg beslissend. “Daar ontstonden steeds kleine groepen en de laatste keer was de definitieve slag. Ik reed met nog één ronde te gaan naar Sebastien Grignard (Lotto Soudal U23, red.) en toen deed ik het meeste werk. Met nog vier kilometer te gaan sprong ik ook van hem weg en reed ik solo naar de overwinning”, jubelt Loohuis.

Voor À BLOC was het sowieso een goede dag. Naast de leiderstrui van Loohuis in de U23 Road Series, wist nieuwkomer Bodi del Grosso (negentiende in de uitslag) de jongerentrui te pakken van het beloftenklassement. Voor Loohuis is de Ronde van Groningen zaterdag zijn volgende koers. Daar komt hij in actie met Rick van Breda, Wim Kleiman, Martin Pluto, Bodi del Grosso, Marco Doets en André Luijk.

Dit bericht bekijken op Instagram

Lars Loohuis WINT Brussel-Opwijk! Later meer …

Een bericht gedeeld door ABLOC CT (@ablocct) op


Pasquino: “Olav Kooij is er eentje om in de gaten te houden”

De Topcompetitie is een mengelmoes van clubteams, continentale teams en opleidingsploegen. Ook is voor iedere race een aantal wildcards beschikbaar. De mix van toptalenten en gelouterde ex-profs maakt de wedstrijden bijzonder aantrekkelijk, zo bewees het peloton ook tijdens de koers om de Overijsselse provinciehoofdstad.

Flavio Pasquino is de drijvende kracht achter de Topcompetitie en hij onderschrijft dat er zaterdag sprake was van een geslaagde koers: “Dit was een geweldige koers. Met deze windomstandigheden was het een droomscenario. Vorig jaar werd het een massasprint, dit jaar werd het een Ster van Zwolle zoals je het wilt hebben: een slagveld.”

Elk jaar rijden er nieuwe toprenners in spe rond in Zwolle. David Dekker spurtte als Nederlands beloftenkampioen naar de zege, iets wat Fabio Jakobsen in 2017 in een soortgelijke situatie ook al lukte. Dekker, zoon van ex-topcoureur Erik Dekker, heeft de naam van groot talent al te pakken. Pasquino is bijzonder in zijn nopjes met de winnaar, maar wil ook een andere renner uitlichten: “Ik heb vandaag een heel bijzondere renner zien rondrijden”, zei Pasquino kort na de finish in Zwolle tegen WielerFlits.

“Achttien jaar is hij pas. Olav Kooij van Jumbo-Visma. Die haalt op het laatst nog Lars van den Berg terug. Vervolgens wordt hij in de sprint tweede. Ik denk dat die jongen bijzonder getalenteerd is en dat hij misschien wel de sprint had kunnen winnen als hij een ploegmaat had gehad om voor hem de sprint aan te trekken. Dat is er eentje om in de gaten te houden.”

Olav Kooij – foto: Léon van Bon/Topcompetitie

David Dekker mocht als eerste dagwinnaar de leiderstrui van de Topcompetitie aantrekken. Verdedigen zal Dekker zijn trui echter niet. Pasquino: “Het is jammer dat SEG Racing Academy vooralsnog niet van de partij is in de Omloop van de Braakman, dus we hebben geen leider. Jumbo-Visma rijdt daar wel, dus we kunnen de trui doorschuiven naar Kooij.”

SEG Racing rijdt dit seizoen een programma van losse wedstrijden, zowel nationaal als internationaal. In tegenstelling tot Jumbo-Visma Development Team maakt de formatie van manager Aike Visbeek geen deel uit van de vaste samenstelling in de Topcompetitie. “Bij deze een sollicitatie naar Aike Visbeek om toch de wildcard te nemen in de Braakman. Het zou leuk zijn als Dekker daar bij is”, zo besluit Pasquino.

De Topcompetitie wordt op 28 maart hervat met de Omloop van de Braakman. Op deze pagina vind je alles wat je wil weten over de Topcompetitie 2020, inclusief een uitlegvideo waarin de veranderingen worden uitgelegd.


BEAT onzichtbaar in Zwolle: “Ver beneden ons niveau”

foto: Topcompetitie

Bij BEAT Cycling Club werden na afloop van de Ster van Zwolle de wonden gelikt. Geen enkel moment zat de ploeg in de wedstrijd. Tijdens de waaiers waren Alex Mengoulas en Yves Coolen nog het best geplaatst, maar zij speelden verder geen rol. “Heel slecht van ons”, oordeelt ploegleider Egon van Kessel.

Uiteindelijk werd Mengoulas op de 22ste plek de beste BEAT-renner. “Dit was ver beneden ons niveau. Ik denk dat de verwachtingen hoger waren. Toen het uit elkaar viel zat niemand van voren, behalve Alex. Dan alles rechtzetten is ook moeilijk omdat alles uit elkaar geslagen was”, aldus Van Kessel.

“Bas van der Kooij had geen goede benen, hij zei dat hij zijn krachten niet kwijt kon. Hij was de enige die daarover geklaagd heeft. Maar van jongens als Luuc Bugter en Marten Kooistra verwacht je wel meer”, zegt de ploegleider.

Komend weekend krijgt BEAT de kans op revanche, dan rijdt de ploeg zaterdag de Ronde van Groningen en zondag de Dorpenomloop Rucphen. In de UCI 1.2-wedstrijd in Rucphen komen Van der Kooij, Bugter, Kooistra, Yves Coolen, Adam Lewis, Guillaume Seye en debutant Stefano Museeuw aan de start.


Debuut Museeuw voor BEAT aanstaande

Stefano Museeuw moet debuut voor BEAT uitstellen


Corbin Strong (SEG) verovert regenboogtrui op Puntenkoers

Corbin Strong heeft vorige week op de WK baanwielrennen in Berlijn de wereldtitel op het onderdeel Puntenkoers in de wacht gesleept. Het 19-jarige multitalent van SEG Racing Academy versloeg Sebastián Mora en Roy Eefting. “Dit is al een droom sinds ik met baanwielrennen ben begonnen”, vertelt Strong op de ploegsite. “Ik voel me de laatste tijd goed op de fiets en was erg gemotiveerd.”

“Ik wilde gewoon mijn eigen koers rijden in een sterk deelnemersveld”, gaat de 19-jarige Nieuw-Zeelander verder. “Ik kon het me niet veroorloven om me door hen te laten intimideren. Met nog dertig rondjes te gaan begon ik erin te geloven. Vanaf dat moment heb ik alles wat ik in me had, daar gelaten op de baan. Toen ik de meet passeerde kon ik niet geloven dat ik de regenboogtrui gewonnen had. Dat is erg speciaal voor mij en mijn familie.”

Binnenkort lees je in deze rubriek meer over de wegambities van Strong.


Adam Hartley levert contract bij SEG Racing Academy in en stopt

foto: Elisa Haumesser

SEG Racing Academy is het seizoen aangevangen met een renner minder dan gedacht. De 21-jarige Brit Adam Hartley heeft namelijk vorige week besloten een punt achter zijn (voorlopige) loopbaan te zetten. In een brief op de website van SEG Racing Academy legt Hartley uit dat hij kampt met motivatieproblemen. Hij geniet niet langer van het fietsen en trainingen werden dagelijkse routines. Bovendien werd hij niet gelukkig van de lifestyle die hij als aspirant profrenner ervaart. Afgelopen seizoen werd de Britse klimmer nog tweede in de Giro della Valle d’Aosta.

De opleidingsploeg geeft mee dat er altijd ruimte is voor een extra renner binnen de selectie, ook ondanks het stoppen van Hartley. Op dit moment is er echter geen vervanger of nieuwe coureur op komst.


Robert Wagner voor het eerst in ploegwagen Jumbo-Visma Development

Debuterende ploegleider Robert Wagner: “Ben echt heel blij met deze ploeg”


Olympia’s Tour verwelkomt één profploeg

Over anderhalve week begint Nederlands oudste etappekoers met een ploegentijdrit in Hardenberg. Behoudens BEAT Cycling Club en Team Sunweb Development zijn de overige zes ploegen uit deze rubriek aanwezig tijdens de vijfdaagse UCI 2.2-wedstrijd. Koersdirecteur Thijs Rondhuis mag – naast een flink aantal clubteams – ook één profploeg welkom heten. Het Noorse ProTeam Uno-X is namelijk van de partij. Daarnaast geven gerenommeerde opleidingsteams als Tirol-KTM (Oostenrijk), Lotto-Kernhaus (Duitsland), Leopard (Luxemburg) en Lotto Soudal U23 (België) acte de présence.

In oktober j.l. was Coen Vermeltfoort de beste op de VAM-berg – foto: Cor Vos


Ploegwatchers

Sunweb Development – Maxim Horssels
Vlasman CT – Maxim Horssels

BEAT Cycling Club – Nick Doup
A BLOC – Nick Doup

Metec-TKH – Julian Dubbeld
VolkerWessels-Merckx – Julian Dubbeld

Jumbo-Visma Development Team – Youri IJnsen
SEG Racing Academy – Youri IJnsen

Nieuwstips: [email protected] 

 
3 Reacties
Sorteer op:
8 maart 2020 08:01
Veel te veel tekst jongens, en jammer dat het over een week geleden gaat.
8 maart 2020 10:50
Eens. Interessante info, maar door de hoeveelheid afgehaakt.
8 maart 2020 15:11
Dat is de insteek van deze rubriek: lees wat je wilt lezen. Daarom is het ook opgedeeld in verschillende blokken :-)

Reacties zijn gesloten.