Adieu landgenoten: Fiets aan de Wilgen 2019
Overzicht In het voorbije wielerjaar zagen we weer heel wat neoprofs hun debuut maken. Deze coureurs staan pas aan het begin van een, wellicht hele succesvolle, carrière. Maar voor andere renners was 2019 toch echt het laatste seizoen in het profpeloton. WielerFlits staat vandaag stil bij de Nederlandse renners die afscheid hebben genomen van het wielerwereldje.
Ze zijn met velen, de gestopten. Maar als we puur en alleen kijken naar de Nederlandse afzwaaiers, komen we slechts tot een select gezelschap. We beginnen met de meest succesvolle van allemaal, al is succes een relatief begrip. We hebben het over Lars Boom, de 33-jarige Brabander die eigenlijk niet écht afscheid neemt. Wel van de wegfiets, maar de oud-renner van Rabobank, Belkin, Astana, LottoNL-Jumbo en Roompot-Charles zal vanaf nu zijn wedstrijdkilometers afwerken op een mountainbike of veldritfiets. “Ik heb een mooie en lange wegcarrière op de weg achter de rug. Ik verleg nu de focus naar gravel- en strandraces en MTB marathons”, zo legt hij uit.
Het ideale moment om de wegcarrière van Boom eens onder de loep te nemen. En de brandende vraag te stellen: heeft het eeuwige talent nu het maximale uit zijn loopbaan gehaald? Het is inmiddels alweer bijna elf jaar geleden dat Boom begon aan zijn profbestaan bij Rabobank, de ploeg waar hij zijn opleiding genoot en vele successen wist te vieren. Zo werd hij enkele maanden voor zijn overstap al wereldkampioen veldrijden en wist hij in datzelfde jaar als belofte de nationale wegtitel bij de elite weg te kapen voor de neus van Koos Moerenhout en Steven de Jongh. En of dat nog niet genoeg was werd hij in Oudenbosch doodleuk Nederlands kampioen tijdrijden.
Er zijn renners die minder adelbrieven kunnen overleggen in hun transitie van belofte naar prof. De wielerwereld lag aan de voeten van Boom, die in zijn debuutjaar meteen indruk maakte met de eindzege in de Ronde van België en een ritoverwinning in de Vuelta a España. De behendige klassiekerrenner wist als 23-jarige snotaap medevluchters als Alexandr Kolobnev, Maxim Iglinsky en Leonardo Duque uit het wiel te kletsen en naar de ritzege te vlammen in Córdoba, en dat over zeer geaccidenteerd terrein. Het leek het begin van een grootse carrière, maar de stap naar de absolute wereldtop, die heeft Boom toch nooit kunnen maken.
Al doen we de Nederlander tekort door te stellen dat hij nooit tot de wereldtop behoorde, want op goede dagen was er weinig te doen aan de hardrijder uit Vlijmen. Denk alleen al aan zijn tijdritzeges in Parijs-Nice en het Critérium du Dauphiné, toen kampioenen als Bradley Wiggins, Alberto Contador en Alexandre Vinokourov niet in de buurt kwamen van zijn toptijd. Of aan zijn eindzeges in de Eneco Tour en Tour of Britain, waar de tegenstand niet in staat bleek om een blinkende Boom uit de leiderstrui te fietsen. Maar voor het absolute hoogtepunt van Boom’ zijn carrière moeten we terug naar 2014, naar de Tour de France, naar die beruchte kasseienetappe richting Arenberg.
Talent, doorzettingsvermogen, koersinzicht, stuurmanskunst, explosiviteit en hardrijderskwaliteiten: het leek die bewuste woensdag allemaal samen te komen. Boom wist in de aanloop naar de kasseien zijn energie te sparen, profiteerde op de eerste kasseistroken optimaal van de overtalsituatie bij Astana en raakte niet in paniek toen zijn ploeggenoot Sep Vanmarcke door pech uit de kopgroep viel. Op de laatste keienstrook reed hij vervolgens weg van de tandem Vincenzo Nibali-Jakob Fuglsang, om in zeiknatte en heroïsche omstandigheden naar de grootste zege uit zijn carrière te soleren. “Dit is fantastisch. Ik droom al jaren van een natte Parijs-Roubaix, ook gezien mijn achtergrond als veldrijder”, zo vertelde hij na de finish.
De kasseienvreter was die dag koning van de Noord-Franse keien, maar Boom slaagde er nooit in om zijn droomkoers te winnen. Hij werd wel eens vierde in het blauwe tenue van Astana en zesde in zijn tijd als Rabobank-renner, maar verder kwam de talentvolle coureur niet. En in de laatste jaren van zijn wegloopbaan werden de uitslagen ook steeds minder, terwijl er meer en meer DNF’jes achter zijn naam kwamen te staan. Deels door pech, aangezien Boom in 2018 een hartoperatie moest ondergaan, maar het heilige vuur leek ook te ontbreken bij de dertiger. En dan was er nog die frêle rug die steeds meer begon op te spelen.
Tot overmaat van ramp trok zijn werkgever Roompot-Charles dit jaar de stekker uit het project, waardoor alle renners – waaronder Boom – op zoek moesten naar een nieuwe ploeg voor 2020. De meervoudig nationaal kampioen hoopte stiekem nog op een nieuw avontuur, maar er bleek een gebrek aan interesse. En dus richt Boom zich vanaf nu op een carrière als mountainbiker en strandracer. “Het is een passie die ik al enige tijd koester”, aldus Boom, die zijn laatste wedstrijd als wegrenner, de Omloop van het Houtland Lichtervelde, niet wist uit te rijden.
Lars Boom is een van de renners die het Nederlandse wielrennen kleur gaf sinds de eeuwwisseling, maar dat geldt ook zeker voor Laurens ten Dam. Bij de 39-jarige Noorderling denken we al snel aan baardgroei, barbecues, gravelwedstrijden, podcasts en smakelijke (wieler)anekdotes, waardoor we soms wel eens vergeten hoe hard hij een berg kon op fietsen. Want hoeveel renners kunnen nu zeggen dat ze ooit eens top-10 hebben gereden in de Tour de France en Vuelta a España? Wie Ten Dam zegt, zegt al snel Rabobank en zijn opvolgers, maar de in Alkmaar woonachtige klimmer begon zijn profcarrière bij vreemdelingenlegioenen Shimano-Memory Corp en Unibet.
Bij die laatste ploeg reed hij samen met Rigoberto Urán, Kurt van de Wouwer, Baden Cooke en landgenoten Bobbie Traksel en Matthé Pronk. “In het eerste jaar was het een beetje een samengesteld ploegje, maar uiteindelijk reden we best wel goed met z’n allen en was het een heel leuk jaar”, keek hij eerder dit seizoen met WielerFlits terug op die periode. De laatbloeier werd na drie seizoenen op PCT-niveau weer opgepikt door Rabobank, de ploeg waar hij ook zijn opleiding had genoten. Het bleek het begin van een langdurige samenwerking en voor Ten Dam brak een periode aan als meesterknecht die af en toe voor eigen kans mocht gaan.
In die hoedanigheid beleefde hij in 2009 een eerste hoogtepunt door als luxehelper bij te dragen aan de Girowinst van Denis Menchov. In de daaropvolgende seizoenen wist Ten Dam ook steeds vaker persoonlijk succes te boeken. Zo werd hij in 2012 achtste in de Vuelta, meteen zijn eerste topklassering in een drieweekse ronde. En een jaar later leek hij ook op weg naar een hele mooie eindnotering in de Ronde van Frankrijk, maar helaas voor Ten Dam bleek Parijs net iets ter ver. De vechtjas stond een tijdje in de top-5 van het klassement, maar finishte na enkele mindere dagen in de Alpen als dertiende, op meer dan twintig minuten van eindwinnaar Chris Froome.
Een editie om snel te vergeten? Nee, aangezien Ten Dam en zijn ploeggenoot Bauke Mollema (leek op weg naar het Tourpodium, maar werd uiteindelijk zesde, red.) erin geslaagd waren om met hun klimescapades het Nederlandse wielerpubliek aan de buis te kluisteren. Gelukkig voor Ten Dam wist hij twaalf maanden later wél bij de eerste tien te eindigen in de Ronde van Frankrijk. De in Zuidwolde geboren renner eindigde na drie weken afzien als negende, jawel, één plaatsje voor ploegmaat Mollema. Het bleek meteen zijn laatste wapenfeit als klassementskopman, want in de laatste jaren van zijn carrière reed hij in dienst van verschillende kopmannen.
In zijn laatste jaar voor LottoNL-Jumbo probeerde hij Robert Gesink zo goed mogelijk door de bergen te loodsen, maar eind 2015 koos hij voor een nieuw avontuur bij Team Sunweb. En zo werd hij de laatste jaren een trouwe gezant van Tom Dumoulin, die zich inmiddels had ontdekt als ronderenner. Het bleek een schot in de roos, want Ten Dam was erbij toen zijn Limburgse collega in 2017 als eerste Nederlander in de geschiedenis de Giro d’Italia won. En het was de Groninger die een cruciale rol speelde in de koninginnenrit naar Bormio. U weet wel, de etappe met het befaamde ‘poepincident’, toen roze trui Dumoulin vanwege darmproblemen plots van de fiets moest om zijn behoefte te doen.
Toen Dumoulin weer op de fiets stapte, keek hij al tegen een flinke achterstand aan ten opzichte van de andere favorieten, die niet van plan waren om te wachten op de leider. De kopman van Team Sunweb zat moederziel alleen, maar gelukkig was er nog één ploeggenoot die zich kon laten afzakken: Laurens ten Dam. De rijpe dertiger maande zijn kopman tot rust, trok zijn shirtje recht en begon aan een indrukwekkende achtervolgingstocht op de flanken van de Umbrailpass. De trouwe knecht wist zijn laatste restjes energie aan te spreken, waardoor de achterstand op de groep met favorieten beperkt bleef. Het was niet veel later aan Dumoulin zelf, die vol doorreed en hierdoor het roze wist te behouden.
Een week later won Tom Dumoulin zijn eerste grote ronde, met dank dus aan Ten Dam, die het jaar daarop ook deel uitmaakte van de klassementsploeg rondom de nieuwe wonderboy van het vaderlandse wielrennen. Aan het einde van 2018 kwam er echter een einde aan de samenwerking tussen Ten Dam en Team Sunweb. “Het was een combinatie van factoren, maar het duurde vrij lang vooraleer ik een nieuwe aanbieding kreeg. Ik was best verrast dat het zo lang duurde. Ik wilde vooral blijven om Tom te kunnen blijven helpen in de grote rondes, maar de ploeg had andere plannen. Tom zei ook: ‘Lau, je kunt het beste voor jezelf kiezen’.”
En dat laatste deed Ten Dam dan ook, waardoor hij uitkwam bij het Poolse CCC. De ervaren coureur begon met veel enthousiasme aan het nieuwe project, kreeg ook de nodige vrijheid om op jacht te gaan naar (dag)succes, maar het werd uiteindelijk geen succes. De resultaten bleven uit, mede door knieperikelen en een zware valpartij in de Ronde van Oostenrijk. Op 15 juli 2019, tijdens de Ronde van Frankrijk, besloot Ten Dam dat het genoeg was geweest. Drie maanden later nam hij definitief afscheid in de Ronde van Lombardije. Na de finish kreeg hij te horen dat zijn ex-ploegmaat en vriend Bauke Mollema had gewonnen. “Dit is bijna een sprookje”, zo vatte hij het samen.
En inderdaad, het had wel iets weg van een modern sprookje. Alsof het in de sterren geschreven stond. “Ik sluit mijn loopbaan af op de dag dat een goede vriend wint. Het is gek hoe sommige dingen kunnen lopen”, aldus Ten Dam, die zich nu gaat richten op het rijden en organiseren van gravelkoersen en het maken van zijn podcast Live slow, ride fast.
Het wielerpeloton verliest met Boom en Ten Dam twee kleurrijke figuren, maar er zijn nog enkele Nederlandse coureurs die het profwielrennen vaarwel hebben gezegd. Zo hing Daan Olivier voor de tweede keer zijn fiets aan de wilgen, nadat zijn lichaam hem definitief in de steek liet. De 27-jarige Zuid-Hollander was ooit een veelbelovend klimtalent, toen hij in 2013 overstapte van de opleidingsploeg van Rabobank naar Team Giant-Shimano, het huidige Team Sunweb. Zo reed hij één jaar voor zijn promotie top-10 in de Tour Alsace, de Internationale Thüringen-Rundfahrt en de Tour de l’Avenir, en werd hij tussen de profs zelfs vierde in de Tour de l’Ain.
Olivier bleek echter niet gemaakt voor het profwereldje. De renner raakte in 2013 overtraind en verloor het plezier in de sport. “Ik realiseerde mij dat er meer is dan profsport. Je moet veel dingen opofferen om het leven van een prof te leven en deze opofferingen zijn moeilijk om te maken als de sport je geen plezier meer brengt”, zo vertelde Olivier, die in 2015 zijn contract liet ontbinden, afscheid nam als profrenner en zich ging richten op zijn studie economie. Hij leek definitief afscheid te hebben genomen van de topsport, maar het duurde niet lang vooraleer hij zijn rentree maakte in het amateurpeloton. In september 2016 werd bekend dat Olivier een tweejarig contract had getekend bij LottoNL-Jumbo.
Olivier begon met frisse moed aan zijn tweede leven als profwielrenner, maar helaas voor de frêle klimmer wilde zijn lichaam niet meewerken. Het begon met een breukje in de rechterknie na een valpartij, gevolgd door een breuk in het linkerkuitbeen en voet, maar het eindigde met een chronische knieblessure. “Ik besef dat ik de afgelopen maanden een gevecht tegen de bierkaai heb gevoerd”, zo vertelde hij bij zijn (definitieve?) afscheid. “Het feit dat ik door aanhoudende blessureleed moet stoppen met wielrennen, doet pijn en is onwerkelijk. Maar ik zal de opgedane ervaringen nooit vergeten. Bovendien: het leven houdt niet op!”
Het verhaal van Olivier laat zien dat het wielerlieven niet alleen maar rozengeur en maneschijn is. De ooit zo beloftevolle klimmer is overigens niet de enige renner die op jonge leeftijd een punt heeft gezet achter zijn carrière. Zo hebben we ook nog Sjoerd van Ginneken en Maarten van Trijp. De 27-jarige Brabander Van Ginneken reed dit jaar nog voor Roompot-Charles, maar die ploeg is niet meer. “Er waren nog gesprekken met enkele ploegen, maar ik heb besloten om me te richten op een maatschappelijke carrière.” Ook Van Trijp had de hoop op een doorstart van zijn loopbaan, maar er bleek geen interesse in de sterke spurter.
De eveneens uit Brabant afkomstige Van Trijp (27) was dit jaar nog ploeggenoot van Mathieu van der Poel bij Corendon-Circus, maar hij kon na een tegenvallend seizoen niet meer rekenen op een nieuw contract. En zo komt er een geruisloos einde aan de carrière van een man, die enkele jaren geleden nog een veelwinnaar was in het Nederlandse continentale circuit. Nog een renner die op relatief vroege leeftijd afzwaait: Steven Lammertink. De Twentenaar kon als belofte schitterende adelbrieven overleggen, zoals zijn Europese titel in het tijdrijden, maar zijn profcarrière kwam nooit van de grond, mede door gezondheidsproblemen.
De 26-jarige Lammertink liet in een interview met Tubantia weten dat hij bevrijd is, nu hij niet meer binnen het rigide systeem van het profwielrennen hoeft te functioneren. “De wielerwereld is niet mijn wereldje. Ik fietste altijd voor mijn plezier, het was mijn passie. Maar als profrenner moet je opeens taken uitvoeren, steeds maar weer, koers na koers. Dat is toch lastig als fietsen altijd een leuke hobby was”, aldus Lammertink, die de laatste twee jaar uitkwam voor Vital Concept-B&B Hotels. Nog een renner die vroegtijdig afscheid neemt: Marco Minnaard. De 30-jarige Zeeuw maakte zijn droom waar door deel te nemen aan de Tour, maar zal zich nu ontfermen over het familiebedrijf van zijn ouders. En dan hebben we nog Michel Kreder, die al was afgezakt naar het continentale niveau.
Tot slot staan we nog stil bij twee oude rakkers, twee mastodonten die het na een lange carrière voor gezien houden. De eerste, Huub Duijn, zag zijn ploeg Roompot-Charles verdwijnen en besloot toen zelf ook maar zijn afscheid aan te kondigen. “Ik ben nog wel met twee ploegen in gesprek geweest, maar toen dat op niets uitdraaide had ik er vrede mee”, aldus de Noord-Hollander, die kan terugkijken op een mooie loopbaan. Hij begon zijn profcarrière bij het Amerikaanse Team Slipstream, maar reed nadien ook voor Team NetApp, Donckers Koffie, Team de Rijke, Veranda’s Willems-Crélan en dus Roompot-Charles.
Het ging de 35-jarige Duijn fysiek nog voor de wind, “maar ik merkte dat bepaalde dingen steeds lastiger werden. Het waren vooral de opofferingen die gevraagd worden. Met twee kinderen thuis worden die steeds groter.” De voormalig winnaar van Parijs-Tours voor beloften boekte welgeteld één profzege: de Duitse eendagswedstrijd Rad am Ring, op de Nürburgring. Er zijn slechtere plekken om je handen in de lucht te steken. De vier jaar oudere Roy Curvers was net als Duijn geen veelwinnaar. Op zijn erelijst staat ook één zege met Halle-Ingooigem 2011. Maar Curvers werd ook niet betaald om overwinningen te boeken. Nee, de 39-jarige renner was de gedroomde meesterknecht.
Curvers zelf mocht dus slechts één keer de champagne ontkurken als winnaar, maar de Limburger mocht als sprintvoorbereider binnen Team Sunweb wel vaak juichen na de zoveelste zege van Marcel Kittel of John Degenkolb. Curvers werd vaak uitgespeeld in de Ronde van Frankrijk, maar naast zijn zes Tourdeelnames stond hij ook één keer aan de start van de Giro d’Italia en Vuelta a España. De laatbloeier werd pas op zijn 27e prof, maar wist toch nog een carrière van twaalf seizoenen uit te bouwen. En Curvers zal ook betrokken blijven bij Team Sunweb, aangezien hij volgend jaar aan de slag gaat als coach van de beloftenploeg.
Een overzicht van de gestopte Nederlandse wielrenners in 2019
Lars Boom
Leeftijd: 30 december 1985 (33 jaar)
Laatste ploeg: Roompot-Charles
Belangrijkste individuele resultaten:
Eneco Tour
Tour of Britain (2011 en 2017)
Tour of Belgium
Ster ZLM Toer
Ritzege Tour de France
Ritzege Vuelta a España
Ritzege Parijs-Nice
Ritzege Dauphiné Libere
5e WK wielrennen Valkenburg
Roy Curvers
Leeftijd: 27 december 1979 (40 jaar)
Laatste ploeg: Team Sunweb
Belangrijkste individuele prestaties:
Halle Ingooigem
4e GP Impanis-Van Petegem
5e World Ports Classic
Laurens ten Dam
Leeftijd: 13 november 1980 (39 jaar)
Laatste ploeg: CCC
Belangrijkste individuele prestaties:
Ritzege Critérium International
8e Eindklassement Vuelta a España
9e Eindklassement Tour de France
Huub Duijn
Leeftijd: 1 september 1984 (35 jaar)
Laatste ploeg: Roompot-Charles
Belangrijkste individuele resultaten:
Rad am Ring
Primus Classic
Druivenkoers Overijse
Omloop Mandel-Leie-Schelde
Ronde van Luxemburg
Sjoerd van Ginneken
Leeftijd: 6 november 1992 (27 jaar)
Laatste ploeg: Roompot-Charles
Belangrijkste individuele resultaten:
4e Czech Cycling Tour
6e Antwerp Port Epic
7e Grote Prijs Jef Scherens
7e Druivenkoers Overijse
Michel Kreder
Leeftijd: 15 augustus 1987 (32 jaar)
Laatste ploeg: Ningxia Sports
Belangrijkste individuele resultaten:
Twee ritzeges Tour de Mediterranee
Twee ritzeges Circuit Cycliste Sarthe
Ritzege Vierdaagse van Duinkerke
GP Miguel Indurain
Steven Lammertink
Leeftijd: 4 december 1993 (26 jaar)
Laatste ploeg: Vital Concept-B&B Hotels
Belangrijkste individuele resultaten:
Europees kampioenschap tijdrijden beloften
Tour de Berlin beloften
Marco Minnaard
Leedtijd: 11 april 1989 (30 jaar)
Laatste ploeg: Wanty-Gobert
Belangrijkste individuele resultaten:
Rhône-Alpes Isère Tour
4e Tour de Vendée
7e Tour of Norway
Daan Olivier
Leeftijd: 24 november 1992 (27 jaar)
Laatste ploeg: Jumbo-Visma
Belangrijkste individuele prestaties:
4e Tour de l’Ain
8e Tour de l’Avenir
8e Vuelta a Burgos
Maarten van Trijp
Leeftijd: 6 oktober 1993 (26 jaar)
Laatste ploeg: Corendon-Circus
Belangrijkste individuele resultaten:
Arno Wallaard Memorial
Rabobank Dorpenomloop Rucphen
Circuit de Wallonie
Ritzege Tour de Serbia
Het is nog niet bekend of Pieter Weening zijn carrière zal voortzetten, aangezien de ervaren Fries nog altijd geen nieuwe ploeg heeft na het stoppen van Roompot-Charles. In een interview met WielerFlits gaf hij aan “Waarom zou ik nu al zeggen dat ik zal stoppen? Ik heb absoluut geen haast om zoiets bekend te maken. Rustig aan. Vind ik nog iets leuks, dan wil ik zeker nog een jaartje fietsen”, aldus de 38-jarige rasaanvaller.
Reacties zijn gesloten.