Voor Yoeri Havik en Jan-Willem van Schip heeft de koppelkoers tijdens de Olympische Spelen van Parijs niet gebracht wat ze ervan hadden gehoopt. Het Nederlandse koppel pakte in de tweede helft uit met een grote aanval, maar het lukte niet om rond te gaan. Uiteindelijk moesten ze genoegen nemen met de zevende plaats.

In de koppelkoers over 200 ronden lag het tempo heel lang heel hoog, vertelde Havik na de wedstrijd voor de camera van de NOS. “Toen was het plan om af te wachten en ons eigen moment te pakken, omdat we wisten in de hitte: als je een ding doet, dan wordt het daarna wel echt aanpoten. Voor mijn gevoel hebben we dat echt supergoed gedaan en ik ging echt wel op een goed moment, denk ik.”

Na de veertiende van twintig sprints sprongen Havik en Van Schip weg uit het peloton. “We waren meteen tot over de helft, maar toen ontplofte de koers”, stelde Havik vast. “Dat had net vijf ronden later moeten gebeuren. Jan-Willem viel als eerste een beetje stil. Ik dacht: als ik er nu heen sprint, kan ik daarna ook aan het zuurstof. Dus we zijn er nooit helemaal gekomen. En toen verloren we meteen weer.”

foto: Cor Vos

Dat de wedstrijd in gang schoot op het moment dat de Nederlanders in de aanval waren, heeft natuurlijk te maken met hun reputatie als wereldkampioen. “Maar de Denen zijn ook supergoed en die rijden wel rond. Ik denk dat dit onze kans was om daarna zestig ronden zo hard als we konden te fietsen en je energie heel goed in te delen. Je ziet het bij Frankrijk: Thomas domineert het omnium en nu blazen ze zich op zonder iets te doen.”

Havik wilde er maar mee zeggen dat de hoge temperaturen in de Vélodrome National van Saint-Quentin-en-Yvelines het voor de duurrenners erg moeilijk maakte om hun koppelkoers goed in te delen. “Ik denk dat we het goed hebben geprobeerd zoals we het gedaan hebben, maar alsnog lukt het niet. Het is gewoon heel jammer, want je wil het zo graag…”

• 

  10 aug

  Lees ook Parijs 2024: Portugal verrast met goud in koppelkoers, Havik en Van Schip gediskwalificeerd

  10 aug

Toen de 33-jarige renner ’s middags op de rollen zat, merkte hij al wat de hitte met hem deed. “Toen ik twintig minuten bezig was, ging ik van 37,0 naar 38,1 graden. Dus als je dan vijftig minuten op de fiets zit, komt iedereen met meer dan 39 graden koorts van de fiets af. Dus wie het eerst dat bereikt, wie het eerst blokkeert. Daarom hebben we zo lang gewacht. Ik dacht dat het perfect ging, alleen toen zei Jan-Willem dat hij vol liep…”

Uiteindelijk houdt Havik een rotgevoel over aan deze koppelkoers tijdens de Spelen van Parijs. “Je wilt het eigenlijk je hele leven al. Vanaf mijn negende, tijdens de Olympische Spelen van Sydney, kijk ik hier al naar. Je bouwt ernaartoe. Op een gegeven moment denk je dan dat je misschien er niet meer goed genoeg voor bent. Maar dan word je wel wereldkampioen, dus we kunnen het wél. Maar vandaag niet.”