WF interviewt Argos-Shimano-manager Spekenbrink deel II
donderdag 4 oktober 2012 om 21:15

WF interviewt Argos-Shimano-manager Spekenbrink deel II

Argos Shimano

foto: Sirotti

De Nederlandse ploeg Argos-Shimano is aan een uitstekend seizoen bezig. De twee sprintkanonnen Marcel Kittel en John Degenkolb hebben dit jaar er vaak voor gezorgd dat er ’s avonds champagne mocht worden gedronken. Deze Duitse toppers wisten tot nu toe namelijk maar liefst 25 overwinningen binnen te halen. Algemeen directeur en eigenaar van Argos-Shimano, Iwan Spekenbrink, staat aan de basis van dit succes. Onder zijn leiding groeide de ploeg uit tot een gerespecteerde factor in het wielerpeloton. WielerFlits sprak uitgebreid met hem. Hier volgt deel twee van een drieluik interviews.

In dit deel staan de grote rondes centraal. Argos-Shimano kreeg dit seizoen wildcards voor de Tour en de Vuelta. In laatstgenoemde wedstrijd was de Nederlandse ploeg enorm succesvol. John Degenkolb wist maar liefst vijf ritten op zijn naam te schrijven. De rappe Duitser bleek oppermachtig in de massaspurt. Het contrast is groot met de Tour. Daar viel kopman Marcel Kittel al in het begin van de wedstrijd uit met maagproblemen

Hoevaak denk je nog terug aan de buikgriep van Marcel Kittel tijdens de Tour?
“Niet zo vaak. We hebben een paar keer gezegd: je moet ergens vol voor durven gaan. Dat heeft dit jaar vaak goed uitgepakt. Onlangs weer in de Vuelta. Dat in de Tour uitgerekend je sprinter al in het begin van de wedstrijd ziek wordt, is natuurlijk erg sneu. Dat heeft zo zijn gevolgen. We hebben veel kansen gemist, want er waren absoluut mooie ritten voor Kittel om echt te scoren. We hadden van te voren dan ook ingezet op ritwinst. Ik moet mijn ploeg wel complimenteren met de manier waarop ze koersten in de etappes die we hadden aangekruist.

Dat is ook het mooie van sport. Dat ze daar vol zelfvertrouwen voor blijven gaan, terwijl onze lead-out man (Tom Veelers) niet eens de echte sprinter was. Hij wordt dan toch nog derde, vierde en zesde in de massaspurten. Dat is niet alleen de kracht van Veelers, want dit betekent bovendien dat de ploeg hem goed heeft afgezet. Zij verdienen een groot compliment, omdat ze zo hun rug hebben gerecht. Dit resultaat onderstreept maar weer eens wat voor kans we hadden gehad als achter de trein daadwerkelijk onze sprinter (in de vorm van Kittel) had gereden.”

Argos-Shimano heeft duidelijk een goede relatie met Tourbaas Christian Preud’homme. Drie jaar geleden was hij erg positief over de prestaties van Skil-Shimano in de Tour. Dit jaar kwam hij zelfs bij de presentatie van de sponsor kijken. Wat vond hij van jullie in de Tour van dit jaar?
“Nou ja, wij waren zelf natuurlijk teleurgesteld. We hadden er zeker meer van gehoopt. Het scheelt echter wel heel veel als je sprinter wel of niet meedoet. Dat hoef je Preud’homme niet uit te leggen. Dat is een man die veel van wielrennen weet. Die snapt ook wel dat het een heel groot verschil maakt als achter je sprinttrein ook echt je sprinter zit. Hij heeft echter ook gezien dat de ploeg zijn rug heeft gerecht. In de sprintetappes hadden we nog steeds een erg sterke trein. We zaten meermaals met drie tot vier man gegroepeerd in de laatste kilometer.

Bovendien hebben we ook nog aangevallen in de Tour. Matthieu Sprick werd bijvoorbeeld vlak voor de finish teruggepakt. Daarnaast hebben we een hele goede proloog en een uitstekende slottijdrit van Patrick Gretsch gezien. Hij eindigde respectievelijk als zevende en zesde. Ook Sprick deed het met een twaalfde plaats prima in de slottijdrit. De renners uit de Tour-selectie hebben laten zien dat ze sterk waren, maar de munitie in de persoon van Kittel ontbrak om het echt af te maken.”

Kittel

foto: Sirotti

Heb je tijdens de Tour wel eens gedacht: “Had ik Degenkolb er maar bij”?
“Als één sprinter uitvalt heb je natuurlijk graag een andere sprinter erbij. Dat is absoluut een feit, maar we wisten dat we een goed plan voor het hele jaar hadden gemaakt. Als Kittel dan weg valt, kun je slechts één ding doen: slikken. Daarna moet je vooral zorgen dat je het omdraait. Daarvoor moet ik onze begeleiding, de sportieve staf en de renners een heel groot compliment maken. Die hebben direct na het uitvallen van Kittel de knop omgezet. Natuurlijk hadden we graag een sprinter, maar dat was niet het geval. Je moet dan niet aan ‘als/dan’ dingen gaan denken. Ik denk dat we achteraf op jaarbasis een goede keuze hebben gemaakt. Daar mogen we tevreden over zijn.”

Waarom startte Degenkolb eigenlijk niet in de Tour?
“Hij heeft een erg druk voorjaar gereden. Degenkolb deed aan alle klassiekers mee tot Parijs-Roubaix. Daarna was hij alweer actief in 4 Jours de Dunkerque, Tour de Picardie en Bayern-Rundfahrt. Dit heeft Degenkolb doorgetrokken tot in de Dauphiné, waar hij goed reed. Het zou dan vervolgens voor een 23-jarige renner veel te veel van het goede zijn geweest om daar nog een Tour aan vast te plakken. Wij zijn een ploeg die coureurs graag rustig brengt. We moeten nog langer met Degenkolb werken. Hij had na de Dauphiné even een break om zich op te laden voor het najaar met de Spelen en de Vuelta.”

Rijden volgend seizoen Kittel en Degenkolb dan wel allebei de Tour?
“Ja, dat lijkt me nu wel het plan. Ik denk ook dat dit goed samen kan. Voor beide jongens zijn er etappes die we kunnen aankruisen. Ze willen er bovendien allebei graag heen. Intrinsieke ambities van renners zijn bij ons heel belangrijk. Op basis daarvan maken wij voor een groot deel onze keuzes. We moeten er nog eens rustig over gaan praten in het naseizoen. Eerst moeten we het wielerjaar nog afmaken. Er komt ons nog een drukke periode tegemoet.”

Nu Degenkolb zo veel ritten heeft gewonnen in de Vuelta, kan ik het me voorstellen dat hij ook vlakke sprints gaat opeisen in de Tour. Hoe gaan jullie alle koppen in dezelfde richting krijgen?
“Hier hebben we intern abstract al een beetje over gesproken. Ik denk dat het duidelijk is dat deze twee mannen beide echt hun eigen kansen gaan krijgen. Dat gaan we ook gewoon heel goed afstemmen. Ze hebben dit jaar vaker samen gereden, zoals in Parijs-Nice en de Eneco Tour. Dat ging erg goed. Als alles klopt, is Kittel intrinsiek de beste renner voor een massasprint op hele hoge snelheid. Degenkolb is juist goed bij een wat lasterige sprint na een zware wedstrijd. Dit is normaal gesproken de rolverdeling.

Het kan altijd gebeuren dat een van de twee lek rijdt of wat tegenkomt onderweg. Dan gaat Degenkolb een vlakke sprint voor zijn rekening nemen of Kittel een lastige. Mensen gaan altijd kansen krijgen. Dat is wielersport. Ik denk dat we met de onderlinge communicatie erin geslaagd zijn om met die twee een heel mooi team te maken. Dat maakt elkaar alleen maar sterker. Stel je voor dat je Degenkolb in de sprinttrein van Kittel hebt. Of andersom. Zo zijn we er in geslaagd om elkaar te versterken. Dat zou ook in de Tour een hele mooie tandem kunnen zijn met daar om heen jongens als Tom Veelers.”

Degenkolb

foto: Sirotti

In de Vuelta van vorig jaar zou het interessant geweest zijn om te zien hoe Kittel het zou doen in de bergen. Hij stapte echter halverwege af. Nu hebben we in de Tour wederom zijn klimkwaliteiten niet kunnen beoordelen. Wat kun je vertellen over zijn capaciteiten bergop?
“Kittel is überhaupt een hele talentvolle wielrenner. In de beloftencategorie deed hij het bijvoorbeeld uitstekend in tijdritten. Als je overstapt van de beloften naar de profs begin je vervolgens gelijk weer op nul. Toen kwamen we erachter dat het sprinten zijn echte specialiteit is. Daar ga je dan aan werken. Dat heeft zijn absolute meerwaarde, maar je moet niet vergeten dat Kittel met zijn 24 jaar nog een hele jonge renner is. Hij kan puur door wat ouder te worden en het verstrijken van de tijd zich ontwikkelen. Ik ben ervan overtuigd dat Kittel sterk en getalenteerd genoeg is om de bergen over te komen. Daar is hij genoeg atleet voor.

Vorig jaar was het klimmen inderdaad niet zo bijzonder, maar iedere eerstejaars prof gaat moeilijke moment tegenkomen als hij naar de Vuelta gaat. Kittel ook. Zeker in de Vuelta van vorig jaar. Dat heeft dan eerder met zijn leeftijd te maken. Kittel onderscheidde zich al in zijn eerste jaar door zijn enorme talent in het sprinten. Als je ziet hoe allround hij is als wielrenner, moet hij voor de rest de normale stappen doorlopen die elke jonge prof feitelijk tegen komt. Hij heeft zoveel talent dat hij makkelijk over de bergen moet kunnen. Helemaal als de jaren verstrijken. Misschien boekt hij elk jaar weer wat progressie in het klimmen. Al door het prof zijn maak je progressie.”

Wat is Kittel eigenlijk voor een persoon? Welke eigenschappen heeft hij?
“Kittel is een hele sociale jongen. Eigenlijk helemaal niet een typische sprinter. Hij is een jongen die erg begaan is met de groep. Hij is sowieso erg begaan met mensen in het algemeen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over mensen in zijn omgeving, zijn ploeggenoten, de begeleiders en ook sponsors. Kittel is een echte ambassadeur voor Argos-Shimano.”

En hoe zit dat bij Degenkolb?
“Hij heeft een sterke persoonlijkheid en is absoluut niet op zijn mondje gevallen. Degenkolb zegt wat hij denkt. Hij is daar heel duidelijk in. Aan de andere kant incasseert hij ook heel goed. Je kunt hem heel goed aanspreken als er wat fout gaat of als er dingen beter kunnen. Hij is gewoon een hele directe jongen.”

Degenkolb

foto: Sirotti

Dan nu naar de Vuelta. Hadden jullie ooit durven dromen dat dit zo succesvol zou worden?
“Nee, we hadden er niet over gedroomd en al helemaal niet op durven hopen. We hadden een heel duidelijk doel. We wilden graag zowel in de Tour als in de Vuelta een rit winnen. Dat je dan vijf etappes weet te winnen in één grote ronde is letterlijk bizar. Echt bizar. Dit zullen we niet snel weer meemaken. Het was echt uniek. Op een flow zijn we de Vuelta doorgekomen. Volgens mij gebeurt het zelden dat een ploeg zoveel ritten wint in één ronde.”

Tijdens de Vuelta werd op Twitter en via andere kanalen vaak gezegd dat de sfeer binnen de ploeg zo goed was. Wat kun je daarover vertellen?
“Ja, dat klopt. Voor mij was de teambespreking voor de laatste rit een van de hoogtepunten. De sportieve staf heeft daar enkel het kader aangegeven. De jongens deden eigenlijk zelf de bespreking. Zo waren zo passioneel er mee bezig. Zo toegewijd. Ze bespraken tot in de details hoe ze het wilden doen. Het was voor mij een hoogtepunt om te zien dat de jongens zo precies wisten hoe ze het zouden gaan doen. Het was zo eensgezind. Zo fanatiek. Dat het dan precies zo uitkomt (Degenkolb won de rit, red.), is helemaal de kroon op het werk.

Onze renners rijden zich als ploeg naar een hoger niveau. Dat is de kracht van het team. We groeien autonoom. Ook de sportieve staf was van een ongekend niveau. Een mooi team hebben we daar. Ze zijn complementair aan elkaar, maar wel heel eensgezind. Iedereen voegt daar een stukje aan toe. Zij zijn er in geslaagd om er een hele hechte groep met een duidelijke missie van te maken in de Vuelta. Daar is natuurlijk wel sportief succes voor nodig. Je komt dan in een flow, maar de begeleiding had hier een belangrijke rol.”

Het lijkt me heerlijk om als manager met vijf ritzeges op zak rond te lopen in Spanje. Heb je veel reacties gehad van collega’s?
“Het is überhaupt fijn om in Spanje te zijn, haha. Zeker als het zo gaat. Ik denk dat we met de ploeg respect hebben afgedwongen met onze eigen identiteit. Een hele eigen manier van werken. Heel innovatief, heel modern, waarbij we veel kennis investeren in het steeds maar verbeteren van de renners. Daarna voeren we consequent dat beleid uit. Dit leidt elk jaar weer tot stapjes vooruit, ondanks dat we een relatief jonge organisatie zijn. Als je consequent hard werkt om je eigen filosofie door te voeren, verdien je daar respect mee van andere teams, media, fans en organisatoren. Dat merk je.”

Spoedig komt het derde en laatste deel van het interview online. Dan bespreekt Spekenbrink de revelaties van Argos-Shimano dit seizoen. Bovendien gaat hij verder in op zijn WorldTour ambities. Ten slotte wordt er ook nog stilgestaan bij de aankopen van de Nederlandse ploeg.

Deel 1 van het interview

RIDE Magazine