Wat kan Biniam Girmay in derde Tour-rit na botsing met knie? “Het lijkt goed te zijn”
Na afloop van de tweede Tour-rit waren er binnen het kamp van Intermarché-Wanty wat zorgen over de knie van Biniam Girmay. De kopman van de Waalse formatie had wat last nadat hij zijn knie tijdens de finale tegen een muurtje had gestoten. Voorafgaand aan de derde rit naar Duinkerke waren de eerste geluiden positief. “Het lijkt goed te zijn, hij kon gewoon naar het ontbijt lopen”, geeft ploegleider Aike Visbeek aan bij WielerFlits.
“Tot nu toe zijn de eerste signalen dat het meevalt. Maar we moeten nog zien of hij echt kracht kan zetten in de inspanning van het koersen”, geeft Visbeek aan. Girmay gaf voorafgaand aan de Tour aan dat hij de tweede etappe had omcirkeld als kans, maar kon mede door zijn kniepijn niet meedoen om de zege.

Girmay straalde in de witte trui – foto: Cor Vos
De Eritreeër en zijn ploeg moeten hun zinnen dus verzetten op de volgende kans. Wellicht is die vandaag al? “We gaan er vol voor”, is de ploegleider strijdvaardig. “Ik hoop dat de eerste twee dagen zijn meegewogen, en dat daardoor zijn kansen nog iets groter zijn. Omdat hopelijk al die vermoeidheid bij anderen begint mee te tellen.”
In de eerste sprintetappe reed Girmay naar een knappe tweede plek door mee te zitten in de goede waaier. Zou een zelfde soort scenario ook in de derde etappe kunnen ontstaan? Volgens Visbeek wordt dat moeilijk, al is de kans er wel. “Het kan wel. Het probleem is alleen dat je in de finale weer echt in de tegenwind rijdt.”
“Dus het zal er echt vanaf hangen of die wind nog iets verandert. Als die wind verandert, kan het wel echt heel gevaarlijk worden. Maar op dit moment is iedereen gewaarschuwd. Dus het zal gewoon heel nerveus zijn.”
Gevaarlijk punt
Wat wel hetzelfde zal zijn als tijdens de eerste etappe in Noord-Frankrijk, is de passage over de Kasselberg. “Die afdaling is supergevaarlijk”, vindt de Nederlandse ploegleider. “We rijden die natuurlijk ook in de Vierdaagse van Duinkerke. En iedereen weet het: als er gewoon doorgereden wordt, zit iedereen op een lint. En nu sprinten ze daar naar beneden. Dus het is wel gevaarlijk.”
“En het is ook zo: als je daar die Kassel afrijdt, dan hebben die eerste twintig renners nog het gevoel dat ze het onder controle hebben. Maar die andere mannen zijn alleen maar bezig met het wiel volgen. En als je op de vijftigste plek zit, dan voelt dat niet heel fijn meer.”
Reacties zijn gesloten.