In de rubriek Nationaal schenkt WielerFlits aandacht aan het Nederlandse Continental-circuit, maar ook de buitenlandse renners in Nederlandse dienst en onze landgenoten in buitenlandse team komen aan bod. In de deze aflevering onder meer een terugblik op de koersen van afgelopen weekend, kijken we vooruit naar de Arno Wallaard Memorial en lees je enkele interviews.
Nederland boven in Parijs-Roubaix voor junioren
Met twee man op het podium werd Parijs-Roubaix voor junioren een feestje voor de Nederlanders. De 18-jarige Hidde van Veenendaal wist de wedstrijd te winnen door in een sprint-a-deux zijn Franse concurrent Hugo Toumire te verslaan. Lars Boven eindigde als derde.
Op de Noord-Franse kasseien bleef ook Van Veenendaal niet gespaard van materiaalpech. “Niet alles zat mee”, lachte de Brabander na afloop. “Mijn ketting vloog eraf op Mons-en-Pevele, daardoor moest ik lang in de achtervolging.”
“Toen ik vooraan weer aansloot, op vijftien kilometer van Carrefour de l’Arbre, ben ik meteen weer gaan demarreren omdat ik mij zó goed voelde.”
Van Veenendaal kende zijn Franse metgezel nog uit Gent-Wevelgem voor junioren (twee weken geleden, red.). “Daar zat hij ook in dezelfde groep als ik. Ik wist alleen nog niet hoe goed hij kon sprinten.”
Van Veenendaal, die voor voor het juniorenteam van De Jonge Renner rijdt, last nu een rustperiode in om daarna op te bouwen naar het WK en EK.
Alecto op trainingskamp
De renners van Alecto trainen deze week gezamenlijk in de Limburgse heuvels. Het trainingskamp stond aanvankelijk een week eerder gepland, maar door het ongeval met Robbert de Greef werd het uitgesteld.
De selectie traint vanaf vandaag in wisselende samenstelling. Doordat het trainingskamp doordeweeks is kunnen sommige renners niet alle dagen vrij krijgen van hun opleiding of werk. Eerstvolgende wedstrijd van de continentale ploeg is de Arno Wallaard Memorial, aanstaande zaterdag.
Over de situatie van De Greef is weinig nieuws te melden. De ploeg en familie hebben laten weten nieuws te melden zodra dat er is. Wel is bekend dat de 27-jarige renner nog altijd in het ziekenhuis van Antwerpen verblijft.
Alecto CT voor Arno Wallaard Memorial (20 april)
Abe Celi
Marco Doets
Mitch Groot
René Hooghiemster
Adne Koster
Gijs Meijer
Coen Vermeltfoort
Daan van Sintmaartensdijk (reserve)
Nieuwstips of opmerkingen?
BEAT-renners scoren in nationale koersen
Voor BEAT Cycling Club was het een koersloos weekend. Wel deden meerdere renners individueel mee aan criteriums en dat was niet zonder succes. Luuc Bugter won in Lexmond voor ploegmaat Martijn Budding. Ook in Aalten reden beiden BEAT-renners sterk: Budding won en Bugter werd daar derde. De Belgische renners Daan Hoeyberghs en Guillaume Seye deden mee in Zele en werden daar zevende en achtste.
De selectie van BEAT voor de Arno Wallaard Memorial staat ook op papier bij ploegleider Egon van Kessel. De drie kopmannen staan hier weer aan de start: Martijn Budding, Luuc Bugter en Piotr Havik. Vorig jaar was de (inmiddels vertrokken) Aksel Nõmmela de beste BEAT-renner in Meerkerk op de tiende plek.
BEAT Cycling Club voor Arno Wallaard Memorial (20 april)
Martijn Budding
Luuc Bugter
Yves Coolen
Nahom Desale
Piotr Havik
Daan Hoeyberghs
Alex Mengoulas
Jordi Meeus spoelt teleurstelling weg met zege in GP Tombroek-Rollegem
foto: Cor Vos
Jordi Meeus bezorgde SEG Racing Academy afgelopen weekend de zege in de GP Tombroek-Rollegem, de tweede manche in de nieuwe U23 Road Series. Een opsteker voor de 20-jarige Belg, want hij had zaterdag namelijk de Ronde van Vlaanderen willen rijden. “Ik wist dat ik goed voorbereid was. De conditie was in orde. Want die was volledig afgestemd in opbouw op De Ronde”, vertelt hij aan WielerFlits. Een reden voor het niet selecteren van Meeus gaf de Belgische bondscoach niet. “Ik had er niet misstaan.” Hij antwoordde met de benen.
De snelle man richt zich met zijn goede vorm nu op de Arno Wallaard Memorial, aankomend weekend. “Dat is een supermooie koers, vorig jaar reed ik er ook. Het was wel spijtig dat er toen niet veel wind stond. En ik heb al gezien dat het ook nu niet het geval is en dat de weerstations mooi weer geven. Maar ook zonder wind kan er van alles gebeuren. Vorig jaar zagen we dat nog met Cees Bol, die in extremis nog wegreed met een klein groepje. Het is ook een koers die goed bij mijn mogelijkheden past. Ik heb er echt zin in!”
Met Alberto Dainese en Jesper Rasch telt de opleidingsploeg zaterdag nog twee sprinters. “Iedereen weet dat Alberto bij ons absoluut de snelste man is. Maar er kan veel gebeuren in een koers. Alleen zit de kans er dik in dat we Dainese’s kaart trekken. Mijn vorm is in ieder geval goed en er kan altijd een groepje ontsnappen. De ploeg heeft ook het vertrouwen in mij dat als ik meezit, ik het ook kan afmaken. Ik geniet komende zaterdag een vrije rol. Maar in de finale ben ik nuchter genoeg dat Dainese normaal de grootste kans heeft.”
Lees komende week op WielerFlits.be een uitgebreider interview met Meeus.
SEG Racing Academy voor Arno Wallaard Memorial
Alberto Dainese
Alexander Evans
Daan Hoole
Marten Kooistra
Jordi Meeus
Jesper Rasch
Minne Verboom
Daan Hoole: “Ik begrijp de koersen dit jaar al een stuk beter”
Daan Hoole tijdens de Ronde van Vlaanderen U23 – foto: Cor Vos
Na komend weekend neemt Daan Hoole eventjes gas terug. De 20-jarige tweedejaars belofte van SEG Racing Academy kende een drukke koersperiode in aanloop naar Le Tryptique des Monts et Châteaux, een belangrijke rittenkoers voor beloften. De jonge Zuid-Hollander werd er elfde in het eindklassement en dat is al een stuk beter dan zijn 22ste plek van vorig jaar. “Ik ben conditioneel verder dan toen”, antwoordt hij op de vraag of hij zichzelf als coureur wil vergelijken met waar hij als renner twaalf maanden geleden stond.
“Ik snap de wedstrijden meer en ik zie de finales beter”, gaat hij verder. “Bij de junioren gebeurde het vaak dat je in het begin van de koers met de sterksten wegreed en niet meer teruggepakt werd. Vorig jaar dacht ik dan: ‘Nu volle bak meedraaien, dan blijven we weg’. Maar in deze leeftijdscategorie vloeit het veel meer samen en kan het nog wel twee of drie keer breken of zelfs terug bij elkaar komen. Op sommige momenten rijd ik dus wat meer op reserve dan dat ik een jaar geleden deed. Ik weet nu dat ik me meer moet sparen.”
Hoole eindigde tijdens de Belgische rittenkoers als achtste in de individuele tijdrit. In een veld met U23-wereldkampioen tijdrijden Mikkel Bjerg, Brent Van Moer (zilver op datzelfde WK) en voormalig U19-wereldkampioen Tom Pidcock verraste hij zichzelf niet. “Deze koers was een doel voor mij en zo’n tijdrit van een kilometer of elf ligt mij op dit moment heel erg goed. Ik reed 450 Watt gemiddeld, over veertien minuten en veertien seconden. Dat is niet slecht. De tijdrit is een van mijn sterkste punten. Ik werk er hard aan om die te ontwikkelen.”
Afgelopen weekend reed Hoole namens Nederland de Ronde van Vlaanderen voor beloften. “Ik had niet echt een superdag, maar voor de Oude Kwaremont en de Paterberg zaten we met het hele team goed van voren. Daarna heb ik geprobeerd te anticiperen door weg te rijden voor de klimmetjes. Dat heb ik gedaan voor de Taaienberg en de Knokteberg. Dit zijn koersen van een heel hoog niveau. Als een Pidcock bijvoorbeeld doortrekt, is het voor mij lastig om te volgen. Uiteindelijk moest ik op veertien kilometer van de meet laten gaan.”
“Dat is toch wel een beetje teleurstellend”, gaat hij verder. “Een mooie uitslag zat er daardoor niet in. Maar dat is niet anders. Op zich hebben we het als Nederland zijnde niet slecht gedaan. We zaten steeds met heel de ploeg goed van voren. Het is alleen jammer dat je dan niet echt een goed resultaat neerzet. Marten Kooistra kan normaal goed sprinten, maar die werd gehinderd door de valpartij met Pidcock in de slotkilometer. Jarno Mobach heeft het nog geprobeerd. Het was dus niet slecht, maar dat zie je niet terug in de uitslag.”
Nederland is een rondetalent rijker: Alex Molenaar barst van het zelfvertrouwen
Edwin Avila van Israel Cycling Academy won afgelopen weekend de GP Beiras, een Portugese 2.1-koers. Op het eindpodium werd hij vergezeld door een piepjonge Nederlander. De 19-jarige Alex Molenaar won namelijk het jongerenklassement. De renner van Monkey Town-à Bloq ging bergop (zondag een klim van eerste categorie naar 1993 hoogtemeters) met de besten mee en eindigde daardoor als vijftiende in het eindklassement. Maar dat is niet het laatste wat we van hem gaan horen. “Ik heb ambitie genoeg”, vertelt hij aan WielerFlits.
Molenaar werd geboren in Capelle aan den IJssel, maar op zevenjarige leeftijd verhuisde hij naar Spanje. Zijn moeder komt uit Barcelona, maar het gezin streek neer in Girona. In het bedevaartsoord voor wielrenners, kwam Molenaar er in aanraking met koersen. Toen hij in zijn puberteit weer terugkeerde naar Nederland, pakte hij het wielrennen serieuzer op. De jonge Zuid-Hollander is duidelijk niet op zijn mondje gevallen: “Of ik in Spanje heb leren klimmen? Dat weet ik niet. Ik heb de bouw van een klimmer, het zit er van nature in.”
Afgelopen weekend kwam dat dus goed van pas in Portugal. “Ik ging er met veel vertrouwen naartoe, want mijn vorm was goed. Het was voor mij mijn allereerste 2.1-koers, met profrenners dus. Ik was heel erg benieuwd naar het niveau en een beetje nerveus. Maar ik kon goed mee. In de eerste etappe werd ik zevende. Bergop wist ik de beste renners te volgen. In de slotrit zat ik bij de eerste acht die de top van die grote col rondden. Vooraf had ik wel verwacht dat ik hier goed zou rijden. Het kwam voor mezelf in ieder geval niet uit het niets.”
‘Ik denk dat je veel van mij mag verwachten’
Ploeggenoot Ivar Slik reed met hem in Portugal en zei over hem: “Ik denk dat er een nieuw Nederlands rondetalent is geboren.” Aan zelfvertrouwen geen gebrek bij Molenaar: “Dat denk ik ook. Klassementen rijden is mijn ding. Ik ben na een aantal dagen niet naar de klote, maar ik voel me juist na iedere dag beter en beter. De Steven Kruijswijk van mijn generatie? Zo wil ik mezelf nu ook weer niet noemen. Maar ik denk wel dat ik ver kan komen in het rijden van klassementen. Die liggen me 100% het beste. Mijn specialiteit is de klimtijdrit.”
Toch wil hij ook Nederlandse klassiekers blijven rijden. Molenaar is van mening dat hij ook op de kant moet kunnen rijden, wil hij slagen als profrenner. Want dat is wel zijn ambitie. “Maar ik kijk niet te veel in de toekomst, ik kijk meer naar het momentum. Dit seizoen probeer ik zo goed mogelijk te rijden. Als ik een stap hogerop kan maken, dan komt dat vanzelf. Mocht ik een profcontract aangeboden krijgen, moet je die kans gelijk pakken. Ik denk niet dat die mogelijkheid vaak voorbijkomt. Ik zou het daarom zeker overwegen, ja.”
De jongeling kijkt vol goede moed eerst nog naar het lopende seizoen. “Ik denk dat je heel veel van mij mag verwachten. Ik heb het gevoel dat dit mijn beste jaar ooit gaat zijn tot op dit moment. Ik heb een tussenjaar in mijn studie genomen. Mijn winter was super, alles gaat goed, ik ben niet snel nerveus en ik heb – denk ik – een killerinstinct. Als het goed is, moet alles op zijn plekje gaan vallen. Dit jaar zou ik heel graag wedstrijden als de Vredeskoers en de Ronde van de Toekomst willen rijden. Daar kan ik ook ver komen, al moet ik dat eerst in andere koersen laten zien. Maar daarover heb ik nog niet met de bondscoach gesproken.”
Rick van Breda doet het fietsen erbij: “Maar Glazenstad wilde ik winnen!”
Van Breda wint in Kwintsheul – foto: Cor Vos
Eigenlijk zou Rick van Breda helemaal niet meer koersen in 2019. Na het afgelopen jaar zou hij stoppen, waarna de 29-jarige coureur uit Den Helder zich vol op zijn studie zou richten. Maar na onder meer een zege in de Omloop van de Braakman en een derde plek in de Slag om Norg (UCI 1.1), besloot hij in samenspraak met Monkey Town-ploegleider Paul Tabak om toch nog een jaar door te gaan. De renner beperkt zich uitsluitend tot eendagskoersen (“Zo veel vrije dagen heb ik niet”), maar hij won zondag wel de Omloop van de Glazenstad.
Van Breda werkt voor zijn studie sinds vorig jaar in het ziekenhuis. “Ik doe de opleiding tot laborant KNF (klinische neurofysiologie, red.)”, legt hij uit. “Dat betekent niet dat ik in een lab werk, maar dat ik namens de neuroloog en de vaatchirurgen onderzoeken uitvoer. Denk daarbij aan vatenproblematiek en onderzoeken naar de hersenen, zoals epilepsie. Afgelopen zomer ben ik daarmee begonnen, dus ik heb nog wel een tijdje te gaan”, lacht de coureur van Monkey Town-à Bloc. “Eigenlijk zou 2018 mijn laatste seizoen op de fiets zijn.”
De Noord-Hollander maakte vorig jaar tijdens de Omloop van de Braakman een klik. “Ik werd elk jaar een beetje beter en ik viel ook veel aan. Maar in de finale kwam ik vaak tekort. Nadat ik de Braakman won vorig jaar, is mijn zelfvertrouwen gestegen. Nu kan ik de finales wel overleven en zelfs winnen. Ik reed eerder dit seizoen de Ronde van Groningen en de Dorpenomloop van Drenthe. Voor mij waren dat koersen om te trainen, want daar heb ik nu daar doordeweeks minder tijd voor. Ik wilde daar meezitten in de vroege vlucht.”
In de Omloop van de Glazenstad was dat anders. Met chirurgische precisie hield hij daar net genoeg voorsprong over om het aanstormende peloton achter zich te laten “Hier reed ik met een andere mindset”, gaat hij verder. “Hier wilde ik winnen! In de slotfase bleef ik alleen over en verdedigde ik een voorsprong van tien seconden. Toen heb ik hem op 400 Watt gelegd, omdat ik weet dat daar mijn omslagpunt ligt. En gelukkig hield ik net genoeg over! Ik rijd dit jaar een beetje als wegkapitein, maar het is lekker als je dan ook zelf zo vroeg wint.”
David Dekker op de weg terug na knieblessure
David Dekker is met twee overwinningen de meest winnende coureur van Metec-TKH. De Nederlander liet vervolgens in de tweede etappe van Le Triptyque des Monts et Châteaux met een vijfde plaats opnieuw zijn goede vorm zien, maar kwam in de laatste etappe vervelend ten val, waarbij hij een knieblessure opliep.
Het gevolg was dat Dekker zijn leiderstrui in de U23 Road Series afgelopen zaterdag in de GP Tombroek niet kon verdedigen. De Arno Wallaard Memorial – één van Dekkers hoofddoelen aan het begin van het seizoen – komt waarschijnlijk niet in gevaar voor de Nederlander. “Ik heb zondag voor het eerst weer een duurtraining gedaan, dus ik ga er met goede moed naartoe”, vertelt de Metec-TKH-coureur.
“Vooraf had ik van de Arno Wallaard Memorial wel een soort hoofddoel gemaakt, maar nu zal ik wel met vraagtekens aan de start staan omdat ik een week niet heb kunnen trainen. Gelukkig is de moraal nog hoog en heb ik super veel zin in, zeker omdat de koers mij erg ligt”, aldus Dekker over de polderkoers die aanstaande zaterdag plaatsvindt.
Metec-TKH kan rekenen op Dekker en Van den Berg in Arno Wallaard Memorial
Metec-TKH kan zaterdag rekenen op een sterke selectie in de Arno Wallaard Memorial. De ploeg neemt niet alleen man-in-vorm David Dekker mee naar de Nederlandse UCI 1.2-koers, maar ook nog jongeling Marijn van den Berg, die in de Ronde van Vlaanderen U23 met een dertiende plaats aantoonde een man te zijn voor de toekomst. De ploeg neemt dus meerdere coureurs mee naar Meerkerk die mee kunnen doen om de zege.
Naast Van den Berg en Dekker staan ook Dennis van der Horst, Tim Marsman, Robbie van Bakel, en Dylan Bouwmans mee naar de koers waarin Arno Wallaard jaarlijks herdacht wordt. Deze coureurs hebben in het verleden bewezen te kunnen floreren in de zwaardere Nederlandse wedstrijden.
Metec-TKH voor Arno Wallaard Memorial (20 april)
David Dekker
Dennis van der Horst
Robbie van Bakel
Tim Marsman
Marijn van den Berg
Dylan Bouwmans
David Dekker – foto: Metec-TKH
Metec-TKH jaagt in Tour du Loir et Cher nieuw UCI-succes na
Metec-TKH schoot dit jaar al met Arvid de Kleijn raak in de Tour de Normandie en hoopt deze week in de Tour du Loir et Cher, die van woensdag tot en met zondag plaatsvindt, het succes met de rappe renner te herhalen. De Kleijn werd afgelopen zaterdag nog derde in de Omloop van de Glazen Stad, waarmee hij de vorm uit de Tour de Normandie nog steeds in bezit lijkt te hebben.
Jens van den Dool, Sjoerd Bax, Jason van Dalen, Stef Krul en Lars van den Berg zijn de renners die met De Kleijn meegaan naar Frankrijk. Omdat deze ronde heuvelachtiger – en dus selectiever – is dan de Tour de Normandie vorige maand, liggen er ook voor hun kansen om zich te laten in deze 2.2-koers.
Het opstellen van Van den Dool in deze wedstrijd is opvallend te noemen, de Hoogbloklander had namelijk ook langs eigen huis kunnen koersen in de Arno Wallaard Memorial. “Het is lastig om deze wedstrijd niet te rijden omdat het speciaal en mooi is om door je eigen regio te koersen, maar aan de andere kant vind ik meerdaagses wel leuker en is het parcours in Frankrijk heuvelachtiger, waardoor ik zelf in de zwaardere etappes kan proberen om van voren te eindigen”, legt de gemotiveerde Van den Dool zijn keuze uit om in Frankrijk te rijden.
Metec-TKH voor de Tour du Loir et Cher
Jason van Dalen
Jens van den Dool
Arvid de Kleijn
Stef Krul
Sjoerd Bax
Lars van den Berg
Tegenslagen blijven Vlasman CT achtervolgen
Het zijn niet de makkelijkste weken voor Vlasman CT-teammanager Ton Welling. Door een volle ziekenboeg is het opstellen van een volledige selectie in koersen niet eenvoudig. Door valpartijen in de Omloop van de Glazen Stad (afgelopen weekend) dreigden Melvin van Zijl en Bas Ottevanger (hechtingen in knie en elleboog) niet inzetbaar te zijn voor de Arno Wallaard Memorial. Hartthijs De Vries is nog niet hersteld van zijn blessure, Yoeri Havik en Wim Stroetinga genieten momenteel van een rustperiode na een lang baanseizoen, en ook Dion Beukeboom is niet inzetbaar.
Vlasman CT voor Arno Wallaard Memorial (20 april)
Jasper Bovenhuis
Robert Bovenhuis
Jaap Kooijman
Beau Duvigneau
Kelvin van den Dool
Bas Ottevanger
Joost van den Burg
Ploegwatchers
Alecto – Maxim Horssels
BEAT – Nick Doup
Metec-TKH – Julian Dubbeld
Monkey Town-à Bloc – Youri IJnsen
SEG Racing Academy – Youri IJnsen
Vlasman CT – Maxim Horssels
Nieuwstips: [email protected]
2 Reacties
Wederom met plezier deze rubriek gelezen!
Hartelijk dank voor dit stuk. Als gastenchauffeur bij de Arno Wallaard, komende zaterdag, ben ik weer helemaal bij.