Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2017
foto: ASO
zondag 9 april 2017 om 08:00

Voorbeschouwing: Parijs-Roubaix 2017

Compiègne, Noord-Frankrijk. Op een goede tachtig kilometer van de Franse hoofdstad Parijs zullen op zondag 9 april ruim tweehonderd renners een heroïsche tocht aanvatten. Een onderneming die door veel coureurs én wielervolgers beschouwd wordt als hét hoogtepunt van het wielerseizoen.

Naast een hoogdag is het ook een eindpunt van een voorjaar lang dokkeren over slecht liggende keien. Welke kasseivreter schiet de laatste hoofdvogel af, voordat de blik massaal weer wordt gericht op de heuvelklassiekers en de aan de horizon verschijnende Ronde van Italië? Vorig jaar verbaasde de Australiër Mathew Hayman vriend en vijand met een sensationele overwinning op de piste van Roubaix. Wie volgt hem op? WielerFlits blikt vooruit.

Historie
We schrijven 1896. De periode van de grote vooruitgang nadert met rasse schreden zijn einde. Een nieuwe eeuw, de twintigste, staat op het punt van beginnen. 1896 is het jaar waarin Nicolaas II Aleksandrovitsj gekroond wordt tot laatste tsaar van Rusland, de Nederlandse voetbalclub Willem II wordt opgericht en de wereld afscheid neemt van Alfred Nobel. In hetzelfde jaar wordt het even lumineuze als krankzinnige idee opgevat om een wielerkoers te organiseren over Noord-Franse keien. Anno 2017 zijn deze kasseien verworden tot een razend populair onderdeel van het wielerrepertoire. Aan het einde van de negentiende eeuw waren het echter voornamelijk nog onbekende elementen voor zowel renner als fiets.

foto: ASO

De eerste man die in staat was om de specifieke ondergrond te temmen, was opvallend genoeg geen coureur locale of bonkige Flandrien. Het was een 31-jarige Duitser, Josef Fischer, die als eerste renner in de geschiedenis als laureaat mocht opdraaien op de een jaar eerder uit de grond gestampte Vélodrome van Roubaix. Winnaar Fischer en de overige matadoren moesten die dag overigens nog heel wat niet voorziene obstakels overwinnen om heelhuids aan te komen op de wielerbaan. Zo kon Fischer in volle finale maar ternauwernood een op hol geslagen paard en een kudde koeien ontwijken. Welshman Arthur Linton, de uiteindelijke nummer vier in de daguitslag, was minder gelukkig. Hij viel in totaal zesmaal gedurende zijn onderneming door het mistroostige landschap. Het belette Fransman Pierre Mercier, de nummer tien in de rangschikking, niet om maar liefst anderhalf uur later dan Linton over de aankomstlijn te bollen. Het illustreert de helse tocht die de renners moesten ondergaan op die negentiende april van het jaar 1896.

Vanaf de eerste uitgave in 1896 tot en met 1910 werden de coureurs nog door het woeste landschap geleid door gangmakers: de eerste jaren nog met auto’s en motoren, vanaf 1901 alleen nog door middel van speciaal ingehuurde fietsers. De organisatie vond het na vijftien edities de tijd rijp om de deelnemers carte blanche te geven. Het droeg alleen maar bij aan het vergroten van de heroïek. De Fransman Octave Lapize was de eerste renner die erin slaagde een onvervalste hattrick te versieren: hij kroonde zich tot keizer van de kasseien in 1909, 1910 én 1911. Het waren überhaupt de hoogtijdagen van De Krullenbol, de bijnaam die hij droeg vanwege zijn opvallende haardos. In 1910 wist hij namelijk ook de Ronde van Frankrijk op zijn naam te schrijven. Zeven jaar later vertrok hij opnieuw naar Noord-Frankrijk. Ditmaal niet om aan de Hel van het Noorden deel te nemen, maar aan een veel grotere hel: de Eerste Wereldoorlog. Het bleek zijn laatste (wed)strijd. Octave Lapize stierf op 14 juli 1917 in een ziekenhuis in het Franse plaatsje Toul aan opgelopen oorlogswonden. Inderdaad, op de Franse nationale feestdag.

Eddy Merckx vocht in Roubaix verbeten duels uit met rivaal Roger De Vlaeminck – foto: Sirotti

Het record van Lapize hield vijf decennia stand. De eerste renner die Parijs-Roubaix eveneens driemaal wist te winnen, was Rik van Looy. De Keizer van Herentals zegevierde in 1961, 1962 en 1965. In de jaren zeventig vormde de route tussen Compiègne en Roubaix hét strijdtoneel tussen drie matadoren, die alle drie op jacht waren om het record van Lapize te verbeteren. Eddy Merckx (1968, 1970 en 1973) en Francesco Moser (1978, 1979 en 1980) slaagden erin een evenaring van het record te realiseren. Dé grootste slokop was echter Roger de Vlaeminck. Het leverde de eergierige Eeklonaar de bijnaam Monsieur Paris-Roubaix op. Zijn suprematie op de keien kwam niet alleen tot uitdrukking in de vier afgeschoten hoofdvogels. Hij reed ook nog viermaal naar een tweede notering. Zijn geheim? ‘Het is geen kwestie van kunnen, maar een kwestie van goed zijn. Je moet het vooral willen én erin geloven’, aldus de Vlaeminck in een recent interview in Humo.

‘Als je in vorm bent, rij je vlot over de kasseien, meer is er niet aan’, is de stellige overtuiging van De Vlaeminck. Voor halfgoden is dit ongetwijfeld een aan een waarschijnlijk grenzende zekerheid. Voor gewone stervelingen valt dit in de praktijk echter behoorlijk tegen. Dit ondervond Theo de Rooij aan den lijve in 1985. In dat jaar streed de voormalig manager van de Rabobank wielerploeg mee om het allerhoogste treetje op het podium, tot een val in volle finale hem van alle illusie ontnam. In een interview met het Amerikaanse CBS na de finish liet De Rooij zijn emoties daarop de vrije loop. Op de vraag wat hij van de wedstrijd vond, was hij duidelijk: ‘Deze wedstrijd is pure waanzin! Je rijdt als een beest, je hebt geen tijd om je behoefte te doen, je bent besmeurd door de  modder, je slipt continue. Het is een grote bende! Op de wedervraag van de journalist of hij überhaupt van plan was om terug te keren, was de Nederlander duidelijk: ‘Absoluut, het is de mooiste wedstrijd ter wereld!’

Deze wedstrijd is pure waanzin! – Theo de Rooij

Roger de Vlaeminck is anno 2017 nog altijd recordhouder met vier overwinningen. Onder meer Sean Kelly (1984 en 1986), de betreurde Franco Ballerini (1995 en 1998), Johan Museeuw (1996, 2000 en 2002) en Fabian Cancellara (2006, 2010 en 2013) beten hun tanden stuk in hun jacht op een vierde kei. De Vlaeminck moet sinds 2012 zijn plek op de apenrots echter wel delen met een andere Belg: Tom Boonen. De inmiddels 36 lentes tellende kasseivreter sprintte vorig jaar zelfs ei zo na naar een recordbrekende vijfde zege op de Vélodrome. Een halve fiets ten nadele van Australiër Mathew Hayman was de wrange uitkomst voor Boonen.

Servais Knaven won in 2001 – foto: Sirotti

Vanuit Neerlands oogpunt mochten we in totaal zesmaal de handen in de lucht steken. Peter Post zorgde voor de primeur in 1964: een editie die met een gemiddelde snelheid van 45.129 km per uur bovendien nog altijd te boek staat als de snelste Roubaix ooit gereden. De jaren zestig waren de Nederlanders überhaupt gunstig gezind met Jan Janssen die drie jaar later, in 1967, wist te zegevieren. Andere landgenoten op de erelijst zijn Jan Raas (1982), Hennie Kuiper (1983), Servais Knaven (2001) en Niki Terpstra (2014).

Laatste tien winnaars
2007: flag-au: Stuart O’Grady
2008: flag-be: Tom Boonen
2009: flag-be: Tom Boonen
2010: flag-ch: Fabian Cancellara
2011: flag-be: Johan Vansummeren
2012: flag-be: Tom Boonen
2013: flag-ch: Fabian Cancellara
2014: flag-nl: Niki Terpstra
2015: flag-de: John Degenkolb
2016: flag-au: Mathew Hayman

Parcours

Slecht liggende kasseien die erop uit zijn renner én fiets zoveel mogelijk te ontregelen, de tot mythische proporties aannemende stofwolken die het zicht op de realiteit ontnemen en verraderlijke bochten waarin het slippen nooit ver weg is. Het moge duidelijk zijn: Parijs-Roubaix is een koers op zich, voor renners op zich. Het deed de Brit Chris Boardman, in de jaren negentig uitgroeiend tot een van beste tijdrijders ter wereld, besluiten om nimmer deel te nemen aan de koers. ‘Parijs-Roubaix is een circus, en ik weiger om een van de clowns te zijn’, aldus Boardman. Dat La reine des classiques echter ook heel wat speciale gevoelens oproept bij de profcoureur, blijkt wel uit de woorden van Sir Bradley Wiggins in aanloop naar zijn laatste Parijs-Roubaix in 2015. ‘Parijs-Roubaix is de mooiste koers ter wereld. Aankomen op de Vélodrome, als winnaar of als laatste man, is het enige denkbare afscheid voor mij als coureur’. De oud-Tourwinnaar eindigde die bewuste dag als achttiende. Definitief stoppen na de koers deed hij overigens toch maar niet. Een beslissing waar hij naar alle waarschijnlijkheid geen spijt van heeft. Hij kroonde zich een jaar later namelijk nog maar eens tot Olympisch kampioen in de ploegenachtervolging.

Parijs-Roubaix is een circus, en ik weiger om een van de clowns te zijn – Chris Boardman

Negenentwintig kasseistroken en ruim vijfenvijftig kilometer aan dokkerende keien: deze pittige exercitie staat de coureurs te wachten in deze 115e editie van het derde monument in lijn. Dit is zelfs nog 2,2 kilometer meer dan de renners gewend zijn. In het begin van de koers zullen deze over ruim tweeduizend meter strekkende stenen moeten worden getemd, verdeeld over twee stroken: Briastre en Solesmes (sector 25 en 26). ‘De eerste strook is recent gerenoveerd, maar is een van de lastigste sectoren”, legt parcoursbouwer Thierry Gouvenou uit. “De volgende is een stuk korter, maar gaat heuvelop. Het was onze bedoeling niet om de wedstrijd in deze fase van de koers zwaarder te maken, maar we wilden meer diversiteit tussen de verschillende kasseistroken.’ Of de organisatie hierin geslaagd is, zal komende zondag moeten blijken.

Honderden toeschouwers kijken reikhalzend uit naar de komst van de gladiatoren in Het Bos van Wallers – foto: Sirotti

Ondanks enkele kleine vernieuwingen aan het parcours wordt het startschot traditioneel afgevuurd in Compiègne, het historische stadje waar de rivieren de Aisne en de Oise bij elkaar komen. De beslissing kan in een koers als Parijs-Roubaix op elk moment vallen, maar het eerste echte ankerpunt is zonder twijfel Trouée de Arenberg, oftewel het Bos van Wallers. Eenmaal de 2400 meter lange kasseistrook in zicht komt, op een kleine honderd kilometer van de streep, beginnen de harten sneller te kloppen en volgen de schietgebedjes elkaar in rap tempo op. De betreurde Wouter Weylandt vatte de hectiek jaren geleden treffend samen. ‘De aanloop naar de Arenberg is als een massasprint in de Tour. De favorieten strijden om de voorste posities, geholpen door hun treintjes. Je rijdt tot wel zeventig kilometer per uur. En dan komen de keien.’ ‘Het Bos’ is niet alleen berucht om zijn sportieve waarde, maar ook om zijn brute karakter. Valpartijen, lekke banden en chaos zijn hier nooit ver weg. De koersduivel kijkt constant mee over de schouder. Vraag het maar aan Johan Museeuw, die hier in 1998 zijn knieschijf brak na een zware val. Als er een sector is die het predicaat vijfsterrenstrook verdient, dan is het wel deze strook.

Een andere hindernis die tot de verbeelding spreekt, is Mons-en-Pévèle. Hier wordt traditioneel de diepe finale geopend, beginnend op vijftig kilometer van Roubaix. Kassei- en stofvreters leggen hier vaak hun eerste beslissende cartouche op tafel, in de hoop om gelanceerd te zijn naar eeuwige glorie. Die mogelijkheid wordt de renners ook geboden met een lengte van maar liefst drie kilometer. Bovendien zijn er nog twee factoren waarmee rekening gehouden moet worden als je dokkert over de stenen van Mons-en-Pévèle: de immer blazende wind die funest kan zijn voor het onderhouden van een goed tempo en het feit dat de laatste achthonderd meter met twee procent verraderlijk omhoog gaan. De geschiedenis van deze iconische sector is nog relatief vers: in 1978 werden de coureurs namelijk voor het eerst over deze strook gestuurd. Toch heeft Mons-en-Pévèle zich al ontpopt tot een van dé meest iconische obstakels binnen de wielrennerij.

De loodzware keien van Carrefour de l’Arbre – foto: Sirotti

Carrefour de l’Arbre: vrijelijk vertaald het kruispunt van de boom. In deze vertaling herbergt zich meteen de importantie van deze strook. Het is namelijk sinds de introductie de sector waar de koers in een beslissende plooi valt of de spanning in de wedstrijd terugbrengt. De renners die nog over een laatste restje energie beschikken in hun toch al vege lijf zullen hier hét ultieme verschil willen maken, met slechts de ‘makkelijke’ kasseistroken van Gruson en Hem nog voor de boeg. Coureurs die al meer op hun tandvlees zitten hopen vooral om het wiel van hun voorganger niet te verliezen. Die combinatie van belangen maakt van Carrefour de l’Arbre zo’n spectaculaire strook. Het belang van de Carrefour kan niet beter worden geïllustreerd door de afgelopen editie onder een vergrootglas te leggen: het was op deze strook dat Sep Vanmarcke met man en macht probeerde een onoverbrugbaar gaat te slaan op de concurrenten, wetende dat de vlakkere finale zijn kansen op winst danig zou beperken. Vanmarcke ’s belagers Boonen, Boasson Hagen, Stannard en Hayman wilden daarentegen vooral overleven op Carrefour de l’Arbre om in de resterende finale hun kaarten uit te spelen.

Als de renners rechts afdraaien van Carrefour de l’Arbre resten nog zeventien, nog altijd verraderlijke, kilometers. De afsluitende kasseistroken van Gruson en Hem ademen weliswaar verre van de allure van een Mons-en-Pévèle of Carrefour de l’Arbre, toch kan hier de koers nog een opvallende wending nemen. Zo slaagde John Degenkolb in 2015 erin op de kasseistrook van Hem het gat te dichten op het Belgische kopduo Greg Van Avermaet en Yves Lampaert. Hiermee verschafte de Duitser zich een ideale positie voor een eventuele sprint op de Vélodrome. De bonkige sprinter faalde niet in zijn opzet: op de wielerbaan sprintte hij de overgebleven tegenstand radicaal uit het wiel.

De spanning bereikt een climax op de Vélodrome van Roubaix – foto: ASO

Aankomen op de wielerbaan van Roubaix: voor de winnaar moet het gelijk staan aan het betreden van het paradijs, maar ook voor de ‘gewone’ coureur die finisht is het een moment om trots op te zijn. Het is voor de meeste renners zelfs hét ultieme doel. Zo ook voor de Fransman Jean-Pierre Danguillaume in 1961. ‘Een official zei me een paar kilometer voor de wielerbaan dat ik kon stoppen. Ik zou alsnog in de uitslag opgenomen worden. Wat bezielde de beste man? Ik wil eindigen op de wielerbaan, maakt niet uit hoe, met mijn verroeste derailleur en afgeroste tuig!’

Ik wil eindigen op de Vélodrome, maakt niet uit hoe – Jean-Pierre Danguillaume 

De 29 kasseistroken van Parijs-Roubaix 2017
29. Troisvilles à Inchy – 2,2 km lang – na 97 km
28. Viesly à Quiévy – 1,8 km lang – na 103,5 km
27. Quiévy à Saint-Python – 3,7 km lang – na 106 km
26. Viesly á Briastre – 3 km – 112,5 km
25. Briastre à Solesmes – 0.8 km – na 116 km
24. Vertain à Saint-Martin-sur-Écaillon – 2,3 km lang – na 124,5 km
23. Verchain-Maugré à Quérénaing – 1,6 km lang – na 134,5 km
22. Quérénaing à Maing – 2,5 km lang – na 137,5 km
21. Maing à Monchaux-sur-Écaillon – 1,6 km lang – na 140,5 km
20. Haveluy à Wallers – 2,5 km lang – na 153,5 km
19. Trouée d’Arenberg – 2,4 km lang – na 161,5 km
18. Wallers à Hélesmes – 1,6 km lang – na 168 km
17. Hornaing à Wandignies – 3,7 km lang – na 174,5 km
16. Warlaing à Brillon – 2,4 km lang – na 182 km
15. Tilloy à Sars-et-Rosières – 2,4 km lang – na 185,5 km
14. Beuvry-la-Forêt à Orchies – 1,4 km lang – na 192 km
13. Orchies – 1,7 km lang – na 197 km
12. Auchy-lez-Orchies à Bersée – 2,7 km lang – na 203 km
11. Mons-en-Pévèle – 3 km lang – na 208,5 km
10. Mérignies à Avelin – 0,7 km lang – na 214,5 km
09. Pont-Thibaut à Ennevelin – 1,4 km lang – na 218 km
08. Templeuve (Moulin-de-Vertain) – 0,5 km lang – na 224 km
07. Cysoing à Bourghelles – 1,3 km lang – na 230,5 km
06. Bourghelles à Wannehain – 1,1 km lang – na 233 km
05. Camphin-en-Pévèle – 1,8 km lang – na 237,5 km
04. Carrefour de l’Arbre – 2,1 km lang – na 240 km
03. Gruson – 1,1 km lang – na 242,5 km
02. Willems à Hem – 1,4 km lang – na 249 km
01. Roubaix (Espace Crupelandt) – 0,3 km lang – na 256 km

Favorieten

Tom Boonen

Rijdt Tom Boonen zichzelf de geschiedenisboeken in gedurende zijn laatste wielerkoers? – foto: Sirotti

Zondag 9 april, iets na de klok van vijf uur. Vanaf dat moment is Tom Boonen (Quick-Step Floors) wielrenner af. Het is nog altijd een vreemde gewaarwording voor een renner die de afgelopen kasseikoersen nog veelvuldig mee vooraan bikkelde. ‘Ik hoop nog één keer een voorjaar heel sterk te zijn. Of ik nog een klassieker win, is bijzaak. Het is een doel, natuurlijk. Maar ik wil mezelf vooral niet verwijten dat ik het niet geprobeerd heb’. Dit waren de woorden van Tom Boonen na zijn tweede plaats in de afgelopen editie van Parijs-Roubaix. Een uitgave die bijna de boeken was ingegaan als de vijfde voor de 36-jarige Belgische vedette, en daarmee een verbetering van het inmiddels stokoude record van vier zeges van landgenoot Roger de Vlaeminck.

Het hoofddoel, een geheel wielervoorjaar op hoog niveau acteren, kan inmiddels met succes worden afgevinkt. De ‘bijzaak’, het winnen van Parijs-Roubaix, is voor Boonen daarom ook nog altijd een zeer reële doelstelling.  Het was mede dankzij de verdiensten van de drievoudige Ronde-winnaar dat ploegmakker Philippe Gilbert naar een Mercxiaanse overwinning kan fietsen in Vlaanderens Mooiste. Diezelfde Boonen reed zowel in de E3 Harelbeke als Gent-Wevelgem naar een top-tien notering. Resultaten die hij vorig seizoen, toen hij ei zo na de overwinning greep in de Hel van het Noorden, niet kon voorleggen. Tel daarbij de sterkte van de Quick-Step Floors formatie, die naar alle waarschijnlijk volledig in dienst zal rijden van het afzwaaiende boegbeeld, en alle ingrediënten zijn aanwezig voor Boonen om het sprookje compleet te maken en met een vijfde kassei op het podium te staan. Voor de laatste maal in zijn rijk gevulde loopbaan.

Pakt Greg Van Avermaet zijn eerste monument op de wielerbaan van Roubaix? – foto: Sirotti

Winst in de Omloop het Nieuwsblad, E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem en een tweede notering in de Ronde van Vlaanderen. Wie dit rijtje uitslagen voor kan leggen, kan gerust spreken over een geslaagd wielervoorjaar. Toch zal die tweede plaats in De Ronde een bittere nasmaak in de mond van Greg Van Avermaet hebben achtergelaten. De BMC-kopman was op de Oude Kwaremont samen met Peter Sagan en Olivier Naesen namelijk in een verwoede achtervolging op de eenzame leider Philippe Gilbert, toen een valpartij van de wereldkampioen de nog altijd aanwezige droom aan diggelen sloeg. Dat de Belg nog in staat was om vanuit de achterhoede naar de runner-up positie te sprinten, geeft zijn blakende vorm wel aan.

Ondanks alle successen van Van Avermaet in de afgelopen jaren, ontbreekt er nog een belangrijk iets op zijn palmares: een monument. Nu hij weer een jaar moet wachten om dit te bewerkstellingen in de Ronde van Vlaanderen, zal hij maar wat graag die leegte opvullen met winst in Parijs-Roubaix. Dat dit een realistisch scenario is, bewijst de editie van 2015. In dat jaar sprintte Van Avermaet naar een derde plek op de Vélodrome, na de ongenaakbare John Degenkolb en Zdenek Stybar. In zijn huidige vorm lonkt een nog betere positie, ondanks het feit dat het vlakkere karakter van Parijs-Roubaix de Olympisch kampioen minder gegoten ligt dan de explosieve hellingen die de Ronde van Vlaanderen zo kenmerkt.

Maakt John Degenkolb definitief komaf met het verleden in de Noord-Franse klassieker? – foto: Sirotti

19 januari 2016: op die dag was John Degenkolb (Trek-Segafredo) nog in het ongewis over zijn voortbestaan als profwielrenner. Degenkolb werd diezelfde ochtend samen met enkele ploegmakkers van zijn toenmalige formatie Team Giant-Alpecin het slachtoffer van een verkeersongeval op winterstage in het Spaanse Calpe. De tegenslag kwam voor de sterke Duitser op een moment waarop de wielerwereld aan zijn voeten begon te liggen: het jaar voordien wist hij een unieke dubbel te realiseren met winst in Milaan-San Remo én Parijs-Roubaix. Even werd er gevreesd voor het verlies van zijn linkerwijsvinger. Nu, meer dan één jaar later, is Degenkolb weer terug aan de top van het wielerfirmament. Het leverde hem toptien noteringen op in Milaan San Remo (7e), Gent-Wevelgem (5e) en de Ronde van Vlaanderen (7e). De kans dat hij in Roubaix de stap zet naar het podium, is realistisch te noemen. Hij kan alvast rekenen op een ijzersterke formatie met potentiële bliksemafleiders als Jasper Stuyven en Edward Theuns.

Slaagt Niki Terpstra erin als eerste Nederlander voor een tweede maal Parijs-Roubaix te winnen? – foto: Sirotti

Bij Quick-Step Floors zal alles in het teken staan van het afscheid van boegbeeld en nestor Tom Boonen. Als de viervoudige laureaat zich goed genoeg voelt om een gooi te doen naar een recordbrekende vijfde overwinning, dan zal de gehele ploeg naar alle waarschijnlijk in zijn dienst acteren. Mocht Boonen echter een mindere dag hebben, dan ligt er een kans voor één van die andere toppers om hun slag te slaan. De eerste aan wie dan gedacht moet worden is Niki Terpstra. De Nederlander weet hoe het is om de felbegeerde kassei vast te houden: hij schreef in 2014 geschiedenis door als zesde Nederlander als eerste aan te komen in Roubaix. Dat de vorm aanwezig is om dit over te doen, bleek uit zijn rijden in de Ronde van Vlaanderen, waar hij als derde man het podium mocht beklimmen. Andere renners binnen de blauwe brigade die ver kunnen geraken zijn Zdenek Stybar, Matteo Trentin en Yves Lampaert. De Italiaan maakte indruk als luitenant van Gilbert in Vlaanderen. Stybar daarentegen, de man die de afgelopen jaren sterk acteerde in Roubaix met onder meer een tweede plek in 2015, loopt de gehele voorjaarscampagne al achter de feiten aan. Kan hij hiermee komaf maken in de koers die hem het beste ligt? De 25-jarige Lampaert was in 2015 al dichtbij de overwinning met een zevende plaats, na een volledige finale in de aanval te hebben gereden. Dat hij in staat is om koersen af te maken liet hij dit voorjaar zien met winst in Dwars door Vlaanderen.

Kan Peter Sagan de pechduivel definitief van zich afschudden? – foto: LaPresse

Wereldkampioen Peter Sagan (BORA-hansgrohe) begon het seizoen als een wervelwind in de Omloop het Nieuwsblad (2e), Kuurne-Brussel-Kuurne (1e) en Tirreno-Adriatico (twee ritzeges). In Milaan-San-Remo liet hij de tegenstand nog spartelen op de Poggio, maar in de laatste klassiekers reed de pechduivel vaker dan gewenst mee op de schouders van de wereldkampioen. In de E3 Harelbeke maakte een val een einde aan de ambities van de Slovaak. In Gent-Wevelgem zorgde een uit de hand gelopen vete met Niki Terpstra ervoor dat Sagan een op dat moment nog altijd mogelijke zege door zijn vingers zag glippen. Alsof dat nog niet genoeg was kwakte de Bora-Hansgrohe kopman in de Ronde van Vlaanderen ook nog tegen de grond op de Oude Kwaremont, waardoor zijn kansen op een tweede zege op rij in De Hoogmis definitief in de ijskast konden worden gezet.

Sagan zal zondag op een ding uit zijn: wraak. Een tot op het bot getergde renner van zijn kaliber moet ver kunnen geraken in Roubaix, zeker omdat Sagan met een zesde plek in 2014 al liet zien deze koers aan te kunnen. Toch overheersen op dit moment vooral de ja maren. Ten eerste leek Sagan in de afgelopen koersen niet meer over de supervorm te beschikken als in de beginmaanden van het seizoen. Zowel in Harelbeke als Vlaanderen maakte hij enkele tactische fouten onderweg, en in Gent-Wevelgem kon hij ondanks het inzetten van een ultieme krachtsexploot het gat niet meer dichten op het kopduo Van Avermaet-Keukeleire. Waren dit voorzichtige tekenen aan de wand? Of snoert Sagan zijn criticasters zondag de mond met een feilloze prestatie? De kasseien van Roubaix zijn, in vergelijking met de explosieve kuitenbijters in Vlaanderen, nu niet het meest geliefkoosde terrein van de Slovaak. Daarnaast is zijn ploeg in de breedte te zwak om hem van dienst te kunnen zijn in de finale, wat in een koers als Parijs-Roubaix geen overbodige luxe is. Als iemand echter spectaculair uit de hoek kan komen, dan is het wel showman Peter Sagan.

De nummer drie van vorig jaar, Ian Stannard (Sky), rijdt dit seizoen wat onder de radar. Een veertiende plaats in Kuurne-Brussel-Kuurne als beste resultaat is wat aan de magere kant voor een tweevoudig winnaar van de Omloop het Nieuwsblad. Als we echter kijken naar zijn resultaten vorig jaar voorafgaand aan Parijs-Roubaix, dan waren die ook allerminst florissant: een derde plaats in de E3, een 32e plaats in Vlaanderen en een opgave in Gent-Wevelgem en de Scheldeprijs. Het geeft maar aan hoe specifiek Parijs-Roubaix is in vergelijking met de overige genoemde eendagswedstrijden. Stannard is namelijk een coureur die gemaakt is voor zware kasseistroken als Mons-en-Pévèle en Carrefour de L’Arbre, waar uithoudingsvermogen en kracht prevaleren boven explosieve kuiten. De kans bestaat dat de Sky-coureur zijn concurrenten hier uit het wiel rijdt. Dat is overigens wel nodig wil Stannard zijn eerste monument binnenrijven, want in de sprint tegen snellere mannen als Boonen, Van Avermaet en Sagan wordt het een hels karwei. Mocht Stannard door het ijs zakken, dan heeft Sky met Luke Rowe nog een kanshebber voor een goed resultaat.

Een beduusde Mathew Hayman zorgde vorig jaar voor een sprookje. Kan hij dit opnieuw realiseren? – foto: Sirotti

Niet Tom Boonen, Greg Van Avermaet of Peter Sagan, maar de inmiddels 38-jarige Mathew Hayman (Orica-Scott) zal zondag aan de start staan als titelverdediger. De Australische veteraan was een sensationele winnaar van een nog sensationelere wedstrijd. ‘De enige emotie die ik voelde na afloop, was die van ongeloof. Het klinkt nog altijd surreëel: winnaar van Parijs-Roubaix’, gaf de verbouwereerde Hayman na afloop van de koers mee aan het verzamelde journaille. Een jaar later zal dit ongeloof plaats hebben gemaakt voor een hernieuwd geloof in eigen kunnen. Ondanks het feit dat de coureur van ORICA-Scott dit jaar nog geen individuele resultaten bijeen heeft gefietst, zal hij er alles aan doen om zijn titel met glans te verdedigen. Mocht Hayman zelf niet over de benodigde begenadigde dag te beschikken, dan kan hij zich wegcijferen voor Jens Keukeleire of Luke Durbrigde. De Belg reed in Gent-Wevelgem naar een knappe tweede plaats, maar moest de Ronde van Vlaanderen aan zich voorbij laten gaan wegens ziekte. Is hij voldoende hersteld van deze tegenslag? Bij de naam Durbrigde hoeven we geen vraagtekens te zetten. Het Australische tijdritkanon is misschien wel dé revelatie van het voorjaar door al vanaf de Strade Bianche mee te strijden om de hoogste noteringen. Dat hij ook Parijs-Roubaix aankan liet hij vorig jaar zien met een twaalfde stek op de Vélodrome.

Toen Peter Sagan en Greg Van Avermaet versnelden op de Taaienberg, was er één renner die direct op het wiel zat. Die coureur was Oliver Naesen, en dat was op basis van het gehele voorjaar eigenlijk al geen verrassing meer. De 26-jarige Belg heeft zich in nog geen twee jaar tijd opgewerkt van redelijk anonieme renner bij het inmiddels opgedoekte IAM Cycling naar kasseivreter puur sang bij het Franse AG2R La Mondiale, waar hij zich inmiddels heeft opgewerkt als duidelijke kopman voor de klassiekers. Het leverde hem deze jaargang al een podiumplaats op in de E3 Harelbeke, waar hij als enige in staat was om eeuwige rivalen Gilbert en Van Avermaet te volgen onderweg. Zijn ontgoochelende afloop in de Ronde van Vlaanderen zal hij maar wat graag willen doorspoelen in Roubaix. Na afloop van De Ronde toonde hij zich alvast strijdbaar. ‘Het is nog niet voorbij. Vooraf had ik ook meer vertrouwen in Roubaix dan in Vlaanderen. Die eerste koers moet mij nog beter liggen.’ De tegenstand is gewaarschuwd.

Dylan van Baarle leidt de dans voor Sagan. Krijgen we zondag eenzelfde scenario te zien? – foto: Sirotti

Jarenlang moest het in een koers als Parijs-Roubaix vanuit Nederlands oogpunt komen van voornamelijk Niki Terpstra en Lars Boom. Beide mannen staan ook dit jaar weer met ambitie aan de start. Daar is voor de 115e editie van Parijs-Roubaix echter nog één Nederlander bijgekomen: Dylan van Baarle. De nog altijd jonge renner van Cannondale-Drapac maakte indruk in de Ronde van Vlaanderen met een knappe vierde plaats na een agressieve koers. Het zal ervoor gezorgd hebben dat de naam Van Baarle met rood omcirkeld is bij de ploegleiders van de concurrerende formaties. Zeker door het wegvallen van kopman Sep Vanmarcke ligt de weg open voor Van Baarle om zich te onttrekken van zijn status als bliksemafleider en helper deluxe. Het zal voor de Zuid-Hollander wel zaak zijn om net als in Vlaanderen te anticiperen voordat de grote favorieten de lont in het kruitvat steken. Als hij daarin slaagt, dan is de kans groot dat ze hem pas terugzien bij het opdraaien van de Vélodrome. Ploeg- en landgenoot Sebastian Langeveld, in het verleden vaak sterk in Roubaix, is dit seizoen weer bezig aan een goed seizoen na enkele magere jaren. De voormalig Nederlands kampioen is dan ook een interessante pion om in de gaten te houden.

De laatste coureur die een ster verdient, is Alexander Kristoff. Een kleine twee weken geleden zag de situatie van de bonkige Noor er nog allerminst florissant uit. In de E3 Harelbeke en Gent-Wevelgem werd de Team Katusha-Alpecin kopman nog weggereden door zijn concurrenten op de kritieke punten. In de Driedaagse De Panne-Koksijde werkte hij voor het eerst weer aan zijn zelfvertrouwen met een ritzege en een derde plaats in de eindrangschikking. Vooral zijn optreden in de Ronde van Vlaanderen zal Kristoff echter goed hebben gedaan. Hij was als een van de weinige favorieten attent bij de machtsontplooiing van Quick-Step Floors op de Muur van Geraardsbergen, en wist na een zware finale toch nog naar een top-vijf plaats te sprinten. De oud-winnaar van Milaan-San-Remo en de Ronde van Vlaanderen fietst kortom weer op het juiste pad. Het feit dat hij de Scheldeprijs voor het eerst sinds jaren links liet liggen, tekent zijn ambitie voor Roubaix. Werpt dit zijn vruchten af komende zondag?

Outsiders

Kan Lars Boom zijn voorjaar redden in ‘zijn’ klassieker? – foto: Marcel Koch

Naast de genoemde favorieten staan er ook nog een pak outsiders aan het vertrek die allemaal hopen op die ene superdag. Een renner die normaal gesproken altijd bij de topfavorieten moet worden geschaard, is Lars Boom. Dat de kopman van LottoNL-Jumbo dit jaar echter buiten het kransje favorieten valt, tekent de precaire situatie waarin hij zich op dit moment begeeft. In geen enkele voorjaarskoers heeft de voormalig wereldkampioen in het veld ook maar enige indruk kunnen maken. ‘Op dit moment voelt de vorm niet zoals het moet zijn’, was dan ook de harde conclusie van Boom na Gent-Wevelgem. Wat geeft dit voor Parijs-Roubaix, dé lievelingskoers en hét grote voorjaarsdoel van de geboren Vlijmenaar?

Tot slot zijn er nog een pak outsiders die voor een verrassing kunnen zorgen. Edvald Boasson Hagen (Dimension Data) was vorig jaar een van de toonaangevende figuren in de koers door onderdeel uit te maken van de vijftallige kopgroep die mocht strijden voor de zege. Het werd ‘slechts’ een vijfde plaats voor Eddy. Kan hij dit jaar beter doen? Andere namen zijn Imanol Erviti (Movistar), Jürgen Roelants en André Greipel (Lotto Soudal), Matti Breschel (Astana), Søren Kragh Andersen en Bert de Backer (Sunweb), Arnaud Démare (FDJ), Stijn Vandenbergh (AG2R La Mondiale), Sacha Modolo (UAE Emirates), Florian Sénéchal (Cofidis), Adrien Petit en Sylvain Chavanel (Direct Energie) en Yoann Offredo (Wanty-Groupe Gobert).

Favorieten volgens Wielerflits
**** Tom Boonen
*** Greg Van AvermaetJohn Degenkolb
** Niki Terpstra, Peter Sagan, Ian Stannard
* Mathew Hayman, Oliver Naesen, Dylan van Baarle, Alexander Kristoff

Weer en TV
Geen doorregende kasseien, kletsnatte bochten en met modder besmeurde coureurs: zondag 9 april belooft een prachtige warme lentedag te worden. Een graad of twintig met een wind die slechts matig zal waaien: dat zijn de prettige vooruitzichten voor de coureurs in de Hel van het Noorden, die daarmee wellicht eerder kan worden bestempeld als Hemel van het Noorden.

De koers, die in miljoenen huiskamers zal worden gebracht verspreid over talloze landen, is dit jaar van start tot finish te volgen. Uiteraard zijn de NOS, Sporza en Eurosport er live bij. Sporza begint haar uitzending al om 10:20. Ook Eurosport is er erg vroeg bij om 11:00. De NOS begint later aan zijn live-uitzending.

Links
Officiële website
Deelnemerslijst


[poll id=”474″]

RIDE Magazine
155 Reacties
Sorteer op:
1 5 6 7
9 april 2017 10:27
Lees inderdaad op één dat het startuur verlaat is door het mooie lenteweer.
9 april 2017 10:30
15 minuten later is de start.
9 april 2017 10:35
Het afscheid van Boonen wordt dus uitgesteld...
9 april 2017 14:26
@Flashke Missen wat je nog nooit gehad hebt, mooi en als ik het over Messi heb dan begrijp ik het. Kwiat kan er bij zijn de komende jaren, eigenlijk ook vandaag, dus ik hoop dat hij volgend jaar op de afspraak is, rijdt dan voor het podium. Net zo met Tom Dumoulin, die mis ik ook!
9 april 2017 18:12
Waar was van Langevelde eigenlijk op aan het wachten, hij had moeten
springen op 2 km voor het einde, derde werd hij dan altijd , wat hij nu ook is.
Ik vind het een grote gemiste kans, had hij geen oortjes in , de ploegleiding
moet toch ook zo iets dergelijks gezegd hebben.
Jammer na zo een mooie wedstrijd gereden te hebben, zo een slechte taktiek
bij het finishen.
1 5 6 7

Reacties zijn gesloten.