UCI bevestigt: “Dropper post wel degelijk toegestaan”
Het was een thema na de finish van Milaan-San Remo: de dropper post van winnaar Matej Mohorič. De Sloveen van Bahrain Victorious maakte in de afdaling van de Poggio gebruik van een stukje techniek uit het mountainbiken. De UCI heeft vandaag middels een persbericht laten weten dat het gebruik van een dropper post is toegestaan.
De internationale wielerunie ging in 2014 al akkoord met het gebruik van een dropper post binnen het wegwielrennen, maar renners en ploegen moeten zich dan wel houden aan artikel 1.3.013 uit de UCI-reglementen. Over artikel 1.3.013 zegt de UCI het volgende:
The UCI Equipment Commission approved the use of dropper seatposts in road cycling competitions in 2014. Their use is subject to the minimum 5cm setback rule of article 1.3.013 of the UCI Regulations, i.e., when the dropper seatpost is set to its highest or lowest setting, the saddle setback must be in full compliance with article 1.3.013.
Maar wat verstaan we nu eigenlijk onder een dropper post? We vroegen het aan Gerben de Knegt, de bondscoach van de Nederlandse veldrijders en mountainbikers. “Een jaar of vijf, zes geleden deed het zijn entree in het mountainbiken. Zo’n 95% van alle mountainbikers rijdt ermee. Tijdens de afdalingen in de cross country, kun je niet zonder. Het is ook simpel: met een knopje op je stuur kan je de zadelpen laten zakken en weer omhoog laten komen.”
Voordelen
“Een groot voordeel, want je verlaagt je zwaartepunt op de fiets. Er komt daardoor meer gewicht op je achterwiel, waardoor je je fiets beter onder controle hebt. Je kunt daardoor sneller door de bochten en je bent aerodynamischer. Een dropper post weegt ook maar 200 gram meer dan een normale zadelpen. Daarnaast verliest de fiets géén stijfheid, wat men wél vaak opmerkt.”
Mohorič weet het zeker: dankzij de dropper kon hij Milaan-San Remo winnen. “De dropper post maakt afdalen veel veiliger dan de super tuck, dat kan ik wel zeggen. Je hebt meer controle. En je rijdt er harder mee. Het is mooi als je je zadelpositie zo eenvoudig kunt aanpassen. Volgens mij is dat de toekomst van het wielrennen.”
In de meeste klimfietsen dan weer wel, dus dat scheelt.
In de twee individuele tijdritten kon LeMond dat, met de nodige technologische hulp, weer rechtzetten.
Overigens zou Delgado als hij niet te laat was komen opdagen voor de proloog, en als zijn echt zwakke ploeg niet allerlaatste was geëindigd in (alweer) die ploegentijdrit, gewoon opnieuw Tourwinnaar geworden.
Ik vind tech best interessant maar de hype is echt uit de hand gelopen. De reden is dat ze shit aan ons willen verkopen.
Moet een recreant een fiets van 10.000? Nee zeker niet. Zo heb ik de laatste jaren lekker rondgereden als Amateur A renner in criteriums op mijn fiets met de mechanische ultegra groep van 500 euro, een overjarig frame van Argon18 van 1000 euro en een setje Reynolds wielen van 1000. Iets boven de 2000 maar lang niet in de buurt van de 10.000 euro. Wel vanwege mijn hobby als journalist jaren de nieuwste fietsen kunnen testen en zo de technieken jaren zien doordruppelen. Afgunst tegen de duurste fietsen stopt de ontwikkeling van de goedkopere vergeet dat niet. Laat de zakenmannen met bierbuik die koste wat het kost met het topmateriaal willen rijden maar betalen, kunnen wij lekker met de goedkopere groep genieten van die techniek het jaar erop.