Toon Aerts: “Van der Haar kon als enige Pidcock wat van de wijs brengen”
Toon Aerts merkte op het WK veldrijden in Fayetteville dat Tom Pidcock vanaf het begin de benen had om overal op te antwoorden. De 28-jarige renner van Baloise Trek Lions, zesde in de uitslag, probeerde aan het begin van de wedstrijd nog wel druk te zetten, maar kwam tot de conclusie dat de Brit alles onder controle had.
“Het was voor mij en Laurens (Sweeck, red.) de opdracht om aan het begin wat te proberen”, zei Aerts na afloop. “Ik probeerde het in de eerste ronde op de klim, maar toen zag je hem een halve ronde later komen aansluiten en weer alles controleren. Vanaf dat moment was het eigenlijk zoals een wegkoers: kijken, stilvallen, koersen… De rest probeerde het dan ook. Eigenlijk had Pidcock alles onder controle. Lars (Van der Haar, red.) was de enige die hem wat van de wijs kon brengen.”
Naarmate de koers vorderde merkte de nummer twee van de UCI-ranglijst dat hij zijn beste pijlen al had verschoten. “Het was door de weersomstandigheden en het parcours niet mijn dag. Dan is dat zo, zo is veldrijden. Veldrijden is afhankelijk van het weer en vandaag was het warm en droog. Het was net een snelle kartbaan. Daar kwam nog een val van mezelf bij, dus ik heb eigenlijk niet gezien wat er vooraan gebeurde. Gezien het tijdsverschil lijkt het mij de verdiende winnaar.”
Aerts had niet zozeer last van de warmte, maar wel van de droge lucht. “Ik was niet oververhit, maar het slaat op de longen omdat het zo’n droge lucht is hier. Ik moest wisselen naar hardere banden en kreeg dan een fiets met een bidon. Het maakte wel wat verschil om te spoelen, maar dat was het dan ook. Verder was het eigenlijk geen cross”, zei hij tot slot.
Wel even wennen voor Toon, het veldrijden.
Zover ik heb kunnen zien, was het een prachtig veld, de Amerikanen hadden er zelfs graszoden gelegd om er maar zo goed als mogelijk een veld van te maken.
Die paar stomme steile bultjes (zoals waar Van Empel op stuk ging) waren het toppunt van niks aan.
Een Bijbelse zondvloed had er nog iets van kunnen maken, maar het is daar normaalgesproken altijd gortdroog in de winter.
Raar dat sommigen modder, schuine kanten, zandstroken, balken, loopstroken ... geen veldrijden vinden maar het rijden op grasmatten dan weer wel.
In het algemeen vind ik de WK-parcoursen vaak wat tegenvallen. Het zijn geregeld éénmalige locaties zonder de traditie en evolutie van meervoudige organisaties. Ik hou het meeste van de 'klassieke' locaties; Asper, Zonhoven, Overijse, Koppenberg, Koksijde, Namen, Baal... dat soort parcoursen.
WK in Herentals zou cool zijn. Ook goed voor het milieu en zo. De meeste kunnen met de fiets komen.
Er zijn genoeg geluiden dat wegwielrennen niet gebaat is bij gravelstroken à la Strade. Ikzelf vind die ook echt ongepast in rittenkoersen en als 'tussenstrook' in wegklassiekers (zoals Wevelgem en Herfstprijs).
Op dezelfde manier vind ik een veldrit die alleen over 'grasvelden' gaat, met een trap en een paar gebulldozerde bultjes waardeloos.
Met dezelfde moeite hadden ze er met 150 meter rul los zand en een paar balkjes in de eerste klimstroken iets beters van kunnen maken.