Tom Dumoulin geniet van steeds jongere wereldtoppers, maar: “Mij zou het opbranden”
Interview Tom Dumoulin is een kleine anderhalf jaar met wielerpensioen, maar desalniettemin is hij niet weg te slaan uit de wielersport. Als analist bij de NOS en ambassadeur van Giant volgt hij het peloton nog op de voet. WielerFlits sprak de Limburger over zijn carrière en de huidige generatie renners, waar hij met volle teugen van geniet. “Ik hoop dat Josh Tarling het tijdrijden gaat domineren.”
Terug naar het najaar van 2022. Nog één keer wilde Dumoulin schitteren in zijn discipline: het tijdrijden. De WK-race tegen de klok in Australië moest het sluitstuk worden van zijn indrukwekkende carrière. De koek bleek eerder op te zijn en in San Sebastian reed de destijds 31-jarige Maastrichtenaar al zijn laatste wedstrijd. Waar hij grote overwinningen boekte, zoals een WK-titel in het tijdrijden en het eindklassement van de Giro d’Italia, liep het einde van zijn carrière dus met horten en stoten.
Toch was het goed zo, vertelt Dumoulin in gesprek met WielerFlits. “Ik heb het hartstikke naar mijn zin in mijn nieuwe leven. Of het helemaal gewend is? Het is nog steeds af en toe wel heel anders dan ik verleden jaren gewend was. Er zijn echt wel momenten dat ik denk: het was een hele mooie en gave tijd als wielrenner.”
“Ik kijk er ook nog wel eens op terug dat ik, nou ja, ‘missen’ is een groot woord, maar je mist ergens wel een stukje avontuur en adrenaline. Daar ben ik me van bewust: dat ga je nooit meer ergens zo vinden. Onderweg hier (Velofollies, red.) naartoe kom je een beetje langs de Vlaamse Ardennen en moet je denken aan de Omloop en die eerste koersen. Dan heb ik wel zoiets van: dat komt nooit meer terug, dat vechten op de fiets in het peloton”, vertelt Dumoulin.
Er is dus enig gemis, maar er is vooral ook berusting. De wielerliefhebber in Dumoulin is echter nog altijd sterk aanwezig. Hij volgt niet enkel als analist voor de NOS menig wedstrijd, maar ook omdat hij geniet van de koers.

Als analist van NOS is Dumoulin nog steeds actief in de wielersport – foto: Cor Vos
Daar ziet hij oud-collega’s, maar ook nieuwe jongens die de koers sieren. Zeker dat laatste valt hem op. “Je ziet dat ze steeds jonger goed worden. Vanaf 15 of 16 jaar krijgen die jongens vaak al dezelfde begeleiding als de profs. Het is zo doorgerekend en gestructureerd geworden op het gebied van training en voeding”, stelt hij.
“Op mijn zestiende was die kennis niet voorhanden. Ik wist niet hoe Michael Boogerd trainde, maar nu kan iedere zestienjarige op Strava kijken en kopiëren wat de profs doen”, gaat hij verder.
Of dat pieken op jonge leeftijd ook zijn keerzijde heeft, vindt Dumoulin moeilijk oordelen. “Ik ben benieuwd of dat ze gaat opbranden. Mij zou het in ieder geval opbranden, maar het zijn andere karaktertypes. Ik ben een beetje een vrije vogel, een liefhebber. Het avontuur en het trainen vond ik leuk, maar niet als op het op de minuut en het wattage gespecificeerd was.”

Tom Dumoulin is tegenwoordig ook ambassadeur van fietsenmerk Giant – foto: Giant/Sterling Lorence
“Een ander karaktertype, zoals Evenepoel, die vindt dat fantastisch. Die zegt ook: schrijf mij maar uit wat ik moet doen en wat ik moet eten. Vingegaard doet ook precies wat de trainer zegt en hij vindt dat geweldig, hij heeft daar baat bij. De jongere generatie wordt hier echt mee opgevoed en die vinden dat normaal.”
Op de vraag of die almaar groeiende structuur en professionalisering van de sport Dumoulin parten heeft gespeeld, is hij duidelijk. “Ja, dat past gewoon niet bij wie ik ben en wil zijn”, vertelt hij. “Ik denk wel dat zeker voor de oudere renners die hun eigen dingetje gewend zijn, die iets sneller zullen zeggen: het is wel goed eigenlijk”, voegt hij toe.
Tijdrijdersgilde
Die ontwikkelingen zien we op het vlak van training, voeding en coaching, maar ook op het gebied van tijdrijden lijken er de voorbije jaren reuzensprongen gezet te zijn. Zeker dat, volgt de oud-toptijdrijder met argusogen.
Vorig jaar reed Vingegaard in de Tour bijvoorbeeld de sterren van de hemel, tijdens etappe zestien, waarin hij met overmacht de zege greep en Tadej Pogacar, nummer twee in de daguitslag, op maar liefst 1:38 zette. “Dat komt zeker ook door technische ontwikkelingen, maar niemand had die tijdrit van Jonas berekend hoor”, stelt Dumoulin.

Tom Dumoulin wint tijdens de Giro d’Italia van 2017 bovenop Oropa – foto: Cor Vos
Destijds noemde hij het de beste tijdrit die hij ooit had gezien, een uitspraak waar hij nog steeds achter staat. “Soms heb je gewoon zo’n superdag dat je gewoon vliegt. Daar zit wel al die voorbereiding en ontwikkeling in, maar bij hem viel het wel echt enorm op zijn plaats. Dat was wel bijzonder om te zien.”
Toch is er één tijdrijder, waar Dumoulin nog liever naar kijkt en met nog meer passie over spreekt: Joshua Tarling. De slechts 20-jarige Brit verraste vorig jaar met enkele imponerende uitslagen, waaronder een derde plaats op het WK tijdrijden. “Ik hoop dat hij het tijdrijden gaat domineren”, is Dumoulin duidelijk over het jonge tijdrittalent.
De voormalig wereldkampioen tijdrijden is onder de indruk van de jonge Brit, waar hij met veel plezier naar kijkt. “Evenepoel, dat vind ik niet om aan te zien, maar die heeft zo’n lage luchtweerstand. Hij is echt een stylist en heeft heel veel voordeel uit zijn kleine gedrongen postuur, dat gewoon perfect op de fiets valt. Maar die Josh Tarling is gewoon een beest. Dat is niet normaal! Hij heeft gewoon niet het lichaam om met een super lage CDA-waarde (een waarde om de luchtweerstand uit te drukken, red.) te rijden, maar hij moet belachelijke vermogens ronddraaien.”

Dumoulin in actie als wereldkampioen tijdrijden, tijdens de Tour de France 2018 – foto: Cor Vos
Gevraagd of Dumoulin en Tarling daarin een beetje op elkaar lijken, ontkent de Limburger. “Ik was denk ik wel iets ranker gebouwd, die Tarling zie ik niet zo snel een grote ronde rijden voor een klassement”, stelt hij.
Als hij Tarling of andere tijdrittoppers ziet gaan, kriebelt het dan af en toe wel een beetje? “Als ik dan kijk, zeker die momenten dat het allemaal in elkaar viel… Dan zit je in zo’n tunnel, dat is zo speciaal. Dan heb ik ook wel zoiets als: dat had ik ook wel willen doen.”
Maar, die uitspraak wordt gelijk weer genuanceerd en wederom blijkt dat er de berusting is: Dumoulin blikt met tevredenheid terug op zijn carrière. Steeds meer zelfs. “Nee, ik denk niet dat ik er meer van had moeten genieten, want ik denk dat als je teveel bezig bent met hoe leuk is het en hoe erg je het naar je zin hebt… Je moet gewoon die focus hebben op je doel en als dat voorbij is, je focus op het volgende doel. Dat je dan te weinig stilstaat bij je carrière is een natuurlijk proces en ik denk dat dat ergens ook functioneel is. Ik geniet er nu veel meer van, juist meer dan toen.”

Ik denk namelijk niet dat veel jonge renners van nu nog carrieres gaan hebben als Gesink, Valverde of dat soort mannen. Als je zoiets wilt bereiken, dan moet dat komen vanuit het pure plezier in het fietsen, en niet vanuit prestatiedrang.
Daarom denk ik ook niet dat iemand als Evenepoel een hele lange carriere gaat hebben. Druk en topprestaties zijn z'n drugs, z'n doping, z'n drijfveer. Maar wat als hij de komende twee jaar om de oren wordt gereden? Hij nog slechts af en toe de champagne proeft en men hem niet langer ziet als potentieel tourwinnaar? Dat de pers hem niet meer als held ziet, maar als slechts 1 van de vele renners in het peloton? En lastige vragen stelt als het allemaal niet lukt. Dan moet je terug kunnen vallen op het pure plezier in de sport.
En ik vraag me af of de jonge generatie (de wattagemeterwielrennertjes) het plezier en de romantiek die Dumoulin beschrijft dan ook weet op te zoeken. En misschien is dat als knecht wel wat makkelijker dan als kopman, omdat je dan niet gefileerd wordt als je een keer een dag "niet thuis" geeft.
Ik maak me daar met de jonge generatie echt wel zorgen over. En dat geldt overigens niet alleen voor jonge topsportertjes; de prestatiedrang zit inmiddels ook ingebakken in het onderwijs of hoe we onze kinderen groot brengen. Kijk hoeveel kinderen vandaag de dag met de ziel onder de arm lopen omdat ze niet mee kunnen. De keerzijde van meten=weten...
Raul heeft het hierboven treffend uitgedrukt!
Ik ben geen fan van de persoon Evenepoel, maar ik zou het oprecht zonde vinden als hij heel snel opbrandt. Het is niet dat ik hem de 7 plagen van Egypte gun; dat recht is wat mij betreft voorbehouden aan types als Netanyahu, niet aan een onschuldige wielrenner.
@Quincy, wie weet is het ook wel een soort golfbeweging die door het peloton trekt. Met nu de performance managers en dietisten die iedere watt en ieder slablaadje willen weten en meten. En wie weet over een tijdje wel weer de stap een beetje terug, als blijkt dat zo'n regime slechts een jaartje of 4-6 vol te houden is.
Waar zit dan de tegenstelling juist met het scenario dat je voor Evenepoel schetst?
Zelf zie ik het probleem trouwens niet echt. Evenepoel won op zijn 19de al San Sebastian. Als je dan op je 28ste de stekker eruit zou trekken, heb je een vrij normale wielercarrière gehad qua duur. Zie ook Sagan, die op relatief jonge leeftijd was opgebrand maar toch vele jaren aan de top heeft gestaan. En wie weet hoe lang wie blijft koersen, lijkt mij moeilijk te voorspellen. Boonen zou ook altijd stoppen op zijn 30ste, maar won op zijn 35-36 nog bijna Roubaix en het WK.
En dan trek ik de parallel met zijn voetbalcarriere. Toen daarin bleek dat hij niet goed genoeg was om met de allerbesten mee te kunnen, ging ie wat anders doen. Terwijl, als je verliefd bent op je sport, dan ga je door met voetballen, desnoods op een iets lager niveau.
Ik denk dan ook dat Evenepoel een voorbeeld is van een sporter die verliefd is op topprestaties (en de aandacht?), en niet zozeer op de sport zelf. Terwijl in de ogen van Dumoulin (en ook die van mij) een lange wielercarriere juist heel veel liefde en plezier verlangt voor de sport zelf.
En het verschil met Dumoulin? Ik denk dat die twee dag en nacht verschillen qua persoonlijkheid. Waarbij Dumoulin veel meer de romanticus en dromer is, die het voor iedereen goed wil doen. En Evenepoel een puur prestatiebeest, dat over lijken gaat om de beste te zijn.
Maar toen het downhill ging met Dumoulin zijn prestaties, werd die net heel chagrijning, begon hij tegen alles te fulmineren als een klein kind en heeft hij zelfs zijn laatste seizoen niet meer uitgedaan. Dus ik weet niet hoe dat (denkbeeldige) toekomstscenario bij Evenepoel verschilt van Dumoulin?
Ik zie daar weinig verschil tussen. Beide zijn/waren prestatiebeesten, anders win je geen grote ronde. En of het bij Evenepoel zo eindigt, zien we dan wel weer. Voor hetzelfde geld is het meer een type Boonen/Gilbert die uiteindelijk heel lang blijft doorgaan.
Is dat werkelijk zo, of is het vooral een houding van mensen (zeg maar de generatie die beweert er 200% voor te gaan, maar met een 32 urige werkweek al ervaart te weinig vrij tijd te hebben, zoals tijd om te Netflixen)? Immers luidt het onderwijs al jaren de noodklok. Lezen, schrijven en rekenen hollen achteruit: 'Leraren missen vaardigheden' zo lees ik.
In de maatschappij zijn twee stromingen ontzettend aan het opkomen, terwijl ze polariserend zijn ten opzichte van elkaar. De Marxistische visie waarin gelijkheid van uitkomst het doel is, door gelijkheid van kansen na te streven. Dit tegenover de meritocratische visie dat voorsprong gekoesterd mag worden en iedereen tot bepaalde hoogte zelf verantwoordelijk is voor zijn uitkomst.
In het wielrennen kan je een kleine parallel trekken. Hier heb je de stroming liefhebbers, met als grootste exponenten Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar. Wielrenners die (relatief) willen trainen en koersen op gevoel, niet alles tot in de puntjes voorbereiden en uitvoeren. Dumoulin behoorde ook tot deze groep, net als Sepp Kuss en vroeger Ten Dam. Daarnaast heb je de groep die op zo gecalculeerd mogelijke wijze evidence based traint, koerst, herstelt en plant. Jonas Vingegaard en Wout van Aert zijn uiteraard de bekendste namen. Maar zo ver ik kan overzien wijzen de prestaties nog niet uit dat de ene visie de andere overtreft. Dat kan er aan liggen dat de 'rekenmeesters' de variabelen nog niet volledig in kaart hebben en het slechts een kwestie van tijd is dat hun visie het 'wint' maar het kan ook zo zijn dat de golf van professionalisering die wij zien onterecht als professionalisering geframed wordt, omdat het geen professionalisering is maar de onterechte omkering van de kip en het ei.
Hetzelfde geldt voor Roglic. Toen die als jonge twintiger weinig indrukwekkende resultaten wist neer te zetten in het schansspringen, ging die ook uitkijken naar een andere sport. Via de racefiets van de buurman kwam hij bij wielrennen.
Roglic derhalve ook “een sporter die verliefd is op topprestaties (en de aandacht?), en niet zozeer op de sport zelf.”? En vraag je je ook altijd af wat “bij hem over blijft als blijkt dat hij niet meer goed genoeg is voor de absolute wereldtop.”?
De sport wordt steeds professioneler en dat zet zich nu versneld door bij de jeugd. Vind ik een goede zaak, goed genoeg is oud genoeg. Juist de jeugd daagt de ouderen uit om ook meer uit zichzelf te halen.
Heerlijk, zo'n genuanceerde post terug!
Ik zie vooral een jongere generatie die druk ervaart. En misschien niet eens zo gedreven vanuit enkel school, alhoewel daar ook heel veel afhangt van toetsmomenten. Maar vooral vanuit de socials en heel vaak ook de opvoeding. Niks is goed genoeg voor het eigen kind... en succesvol zijn is altijd een keuze!
En ik denk niet dat de jonge generatie harder werkt dan mijn generatie. Ik zat op mijn 13 op mijn knietjes tussen de aardbeien om te sparen voor mijn eerste radio met CD speler. In de vakantie, om 7.00 uur beginnen. Net als veel andere kinderen bij mij in de klas. Voor 2,50 of 3,00 GULDEN per uur. Daar komt de jeugd van tegenwoordig zijn bed niet meer voor uit. En de radio, die krijgen ze van pa en ma...
Maar als je kijkt naar drijfveren, dan zie je wel dat veel jongeren rijk en succesvol willen worden. Want dat zien ze om zich heen (m.n. op de socials, waar iedereen succesvol lijkt). Maar als je vraag hoe of met wat ze dat willen bereiken, dan blijft het stil. Bovendien: succesvol zijn wordt heel vaak afgemeten aan geld en bezit, en een stuk minder aan de maatschappelijke waardering.
Misschien zit ik inderdaad ook wel in het Marxistische kamp, of ben ik een ouwe romanticus zoals Dumoulin. En zou ik me niet kunnen voorstellen dat ik plezier zou halen uit het nauwgezet volgen van een door iemand anders gemaakt trainingsschema en voedingsplan. Niet omdat ik niet hard wil werken, maar omdat ik misschien niet ten koste van alles en iedereen (lees: het helemaal in een keurslijf te moeten leven en dit ook van anderen verlangen) de allerbeste zou willen zijn. Tijdens trainingen zou ik om me heen willen kijken ipv op de wattagemeter.
Ik denk dat we de komende 6-8 jaar gaan zien wat de lange-termijn-effecten gaan zijn van deze steeds verdergaande professionalisering, die ook steeds jonger begint.
Nog drie bemerkingen:
- Pogacar was voor mij de eerste die alle wielerwetten tartte, heel jong starten in alle grote koersen en er nog winnen ook. Maar moest die aan het einde van dit seizoen uitgeblust zijn zal hij nog altijd een palmares hebben waar Dumoulin alleen maar van kon dromen.
- Evenepoel is niet gestopt met voetballen omdat hij er niet goed genoeg in bleek te zijn, hij wilde zich wel echt bewijzen op een lager niveau.
- Pogacar en Vdp lijken door hun nonchalante manier van doen, hun charisma en hun humor wel heel anders dan Vingegaard en Van Aert maar qua trainingsarbeid en manier van leven zijn die verschillen echt niet zo significant.
En voor mij is het de vraag hoeveel rek er bij Evenepoel ondanks zijn jonge leeftijd nog op zit. Koerstactisch zeker wel, op het mentale vlak misschien ook. Maar fysiek vraag ik het me af. Hij lijkt vooral op het punt te zitten dan fysiek ontwikkelen op een bepaald vlak (bijv. tijdrijden) ten koste gaat van wat anders (klimmen in grote rondes). Iets wat we zagen rondom het WK en de Vuelta afgelopen jaar.
En als dit het is, dan moeten we ook tot de conclusie komen dat hij het niveau van Roglic misschien heeft bereikt, maar dat hij niet kan tippen aan het niveau van Pogacar of Vingegaard. Die zijn op dit moment van een andere orde. Al mag hij natuurlijk mijn ongelijk bewijzen komende zomer. Of wie weet in de toekomst wel bij een ander team.
Overigens, voordat de boze boel weer los gaat: het maakt hem daarmee geen slechte renner. Hij hoort bij de beste 2-10 van het peloton, een beetje afhankelijk vanuit welke discipline je kijkt (tijdrijden, eendagswedstrijden of (grote) rondes). Dan ben je echt wel een topper.
Froome had dat in het rondewerk, waar hij jaren de Tour heeft gedomineerd. Maar verder heb ik die nooit iets van betekenis zien doen in het eendagswerk. Roglic is een goede ronderenner, maar heeft nooit de Tour gewonnen. Dan kan je ook moeilijk van zijn tijdperk spreken.
Momenteel zou je wel kunnen spreken van een tijdperk Pogacar. Je hebt in elke generatie absolute kleppers, maar hij is momenteel de enige renner die een generatie overstijgt omdat hij top is in zowat alles. Van grote rondes over kleine rondes tot klimklassiekers en zelfs op grind en op de Vlaamse wegen. Kan klimmen, punchen, hardrijden en sprinten. Maar dan lijkt Vingegaard op dit moment weer net de betere in het lange klimwerk.
En Evenepoel is momenteel vooral een goede allrounder. Top-3 in het tijdrijden en de klimklassiekers, maar kan ook uit de voeten in vlakke koersen. En verder top-5 in het rondewerk. Maar is dat dan het tijdperk Evenepoel? Dat moet toch nog beginnen dan, denk ik. ;-)
[i]edit wf: Tarling was inderdaad tweede op het wk, het is aangepast[/i]
Tarling gaat heus niet domineren, als er een molshoop in het parcours ligt of wind tegen is is het al over en uit voor hem
Ik vind het eigenlijk best vreemd dat net een nuchtere jongen als Dumoulin, die alles overdenkt, een team eruit pikt waarvan hij weet dat ze een aanpak hanteren die totaal niet bij hem past. Des te meer omdat ik bij Dumoulin nooit het idee heb gehad dat het financiële op welke manier dan ook heeft meegespeeld in zijn beslissing.
Maar hij is overduidelijk nog niet klaar met de wielerwereld en de fiets. En gelukkig maar, want ik vind hem iemand met hele goeie interviews en absoluut prima als analist.
Lijkt me gek dat TD dit in die woorden gezegd heeft, want de tegenspraak is duidelijk.
Smaken verschillen... Ik zie ook veel liever de Ganna's en Tarlings van deze wereld bezig dan Evenepoel of Vingegaard, gewoon omdat daar zoveel kracht vanuit gaat.