Interview Een mijlpaal in de rijkgevulde geschiedenis van de Soudal Quick-Step-ploeg is aanstaande. In de Antwerp Port Epic had het Belgische WorldTeam maandagmiddag zomaar haar duizendste zege in de historie kunnen grijpen, maar de concurrentie wilde hen dat niet zonder slag of stoot cadeau doen. Ploegleiders Wilfried Peeters en Kevin Hulsmans hadden het toch wat moeilijk met die conclusie.

Te meer omdat de twee ervaren rotten zelf al in 2003, toen Servais Knaven in de vijfde etappe van de Tour of Qatar de allereerste overwinning aan Quick-Step Davitamon schonk, bij het toenmalige team van Patrick Lefevere betrokken waren als renner. Ze hadden nu maar wat graag mee geschiedenis geschreven.

• 

  9 jun

  Lees ook Timo Kielich klopt Deense opponent na razendspannende ontknoping in Antwerp Port Epic

  9 jun

“Als je het resultaat van Tim ziet, had het ook zomaar gekund”, vertelt Hulsmans ons na afloop. “We zijn dichtbij gekomen, maar we kwamen aan het einde een mannetje te kort om hem in een winnende positie te brengen (vluchters Timo Kielich en Rasmus Wallin bleven nipt vooruit, red.). Het is balen dat we er net naast grijpen, maar aan het einde hebben Yves Lampaert en Gil Gelders er alles aan gedaan.”

Ze beseffen binnen de ploeg maar wat goed wat voor iets unieks er binnenkort te wachten staat. “Duizend overwinningen, dat kunnen toch niet veel ploegen zeggen? Deze week begon het een beetje te leven in de ploeg dat als we drie op drie zouden pakken in het Belgische drieluik (met ook de Heistse Pijl en Brussels Cycling Classic, gewonnen door Paul Magnier en Merlier, red.), die duizendste stond te wachten. Iedereen in de ploeg wist ook dat we op 999 zaten. Dit is uniek, en dan wil iedereen daar ook graag deel van uit maken.”

De renners van Soudal Quick-Step in de Port Epic – foto: Cor Vos

Toch had Hulsmans, net als Peeters, de druk vooraf met opzet niet extra opgedreven. “Ik heb dat bewust niet in de tactische meeting vooraf aan de wedstrijd gemeld. Er is natuurlijk al heel veel rond te doen in de ploeg. Het speelt, maar het is ook juist mooi om daar een beetje mee te spelen. Maar anderzijds, wij willen altijd winnen. Dat is niet opeens extra het geval als zo’n mijlpaal nadert. Het is nu aan de jongens in de Dauphiné om deze af te vinken.”

Kopmannen op de afspraak
De balans na het weekend is bij de ploeg hoe dan ook positief. Terwijl Remco Evenepoel in het Critérium du Dauphiné meteen het mooie weer maakte, deed de Europese kampioen hetzelfde op Belgische bodem. “Het is een goede zaak dat Tim meteen presteert nadat hij lange tijd op hoogtestage heeft gezeten. Het is toch altijd een beetje afwachten hoe je daar van terugkomt. In Brussel won hij sterk de sprint, maar in Antwerpen vond ik hem nog beter. Hij probeerde mee koers te maken en mee te schuiven in de waaiers. Heel positief.”

En vooral een goed signaal richting de Tour de France, die Merlier pas voor het eerst sinds zijn debuut in 2021 mag rijden. “Je merkt dat de Tour bij hem begint te leven. Hij is net op hoogtestage geweest en zit in de laatste rechte lijn. Het is wel dé Tour, hé. Er wacht in de eerste rit in Lille een unieke eerste kans op de gele trui, wat mooi meegenomen zou zijn en een ultieme beloning. Maar vergeet niet dat hij al Europees kampioen is. Dat zouden ook mooie beelden zijn.”

“Tim en ook Remco trekken met hun goede vorm de hele ploeg in die flow mee”, besluit Hulsmans. “We hebben qua uitslagen een vrij goed voorjaar gehad, al was er ook voldoende pech mee gemoeid. Iedereen begint nu terug op niveau te komen na zijn trainingskampen en hoogtestages. Ze zijn klaar voor wat er nog op ons af komt. En die duizendste zege? Die zal niet lang meer op zich laten wachten.”