Sanne Cant pakt vijftiende (!) BK-titel na bloedstollend duel met Laura Verdonschot
Sanne Cant is in Meulebeke voor de vijftiende keer op rij Belgisch kampioene veldrijden geworden. De renster van Crelan-Corendon reed halverwege de cross al alleen voorop, maar kreeg na een valpartij weer het gezelschap van Laura Verdonschot. Het kwam aan op een sprint-a-deux, die de ervaren Cant naar haar hand wist te zetten.
Veertien jaar op rij won Sanne Cant het Belgisch kampioenschap veldrijden, maar haar vijftiende titel had ze niet bij voorbaat binnen. Hoewel Cant opnieuw de topfavoriete was, lagen er met Laura Verdonschot en Marion Norbert Riberolle twee gevaarlijke kapers op de kust. Doorbraken zij de indrukwekkende zegereeks?
Driestrijd wordt tweestrijd
Cant, Verdonschot en Norbert Riberolle waren allen goed vertrokken. Aanvankelijk hadden zij de sterk gestarte Lotte Baele en Floor Moors nog voor zich, maar al snel nam Cant de kop. Verdonschot zat in haar wiel. De renster van De Ceuster-Bonache schoof in een bocht naar rechts echter onderuit, waardoor er een gat viel. De weer opgestapte Verdonschot en Norbert Riberolle roken het gevaar en dichtten het gat al snel. Na de eerste van vijf rondes kwamen de drie favorieten samen door, de rest was al geslagen.
In de tweede ronde reed Cant een heuvel tot boven terwijl haar concurrenten van de fiets moesten. Zo sloeg ze opnieuw een kleine bres, maar op de volgende puist kwam de veertienvoudig winnares ten val. Nu nam Verdonschot het initiatief. Met een tussenversnelling sloot Cant weer aan bij Verdonschot en Norbert Riberolle. Die laatste had het moeilijk en kwam ook nog eens ten val, op exact dezelfde plek waar Verdonschot een ronde eerder tegen de grond ging. Zo hielden we twee koploopsters over.
Cant valt (aan)
In de derde ronde trok Cant ten aanval, op het bultje waar ze eerder al een speldenprik uitdeelde. Nu sloeg ze een groter gat. Verdonschot zag haar rivale langzaam maar zeker verder wegrijden en na drie rondes was het verschil veertien seconden. Strijd gestreden? Nee, want in de vierde ronde kwam ook Cant ten val. Ze schoot over de doeken, van het parcours af. De titelverdedigster probeerde zo snel mogelijk haar weg te hervatten, maar niettemin wist Verdonschot terug te keren. De koers lag weer helemaal open.
Verdonschot nam over en zette direct druk. Cant kon echter volgen, waardoor de twee samen aan de slotronde begonnen. In die slotronde maakte Cant weer gebruik van haar geliefde heuveltje om Verdonschot aan te vallen. En opnieuw weekte de renster van Crelan-Corendon zich los. Het verschil met haar achtervolgster bleef echter beperkt: vier, vijf seconden. Dat was nog overbrugbaar, zo bleek. Bij het ingaan van de laatste minuten was de aansluiting een feit.

De sprint om de Belgische titel – foto: Cor Vos
Cant en De Schepper winnen
Bij de wisselpost wist Cant weer een gaatje te slaan, maar dat was maar voor even. De twee kwamen bij elkaar, we kregen een sprint-a-deux. Met een sprint voor de sprint nam Cant de koppositie, en die koppositie zou ze niet meer afgeven. Ze hield Verdonschot af in de sprint en pakte zo de zege. Marion Norbert-Riberolle vervolledigde het podium.
De beloftentitel ging even later naar Lore De Schepper, die als zesde over de streep kwam. De 19-jarige Fleur Moors eindigde voor haar, als vierde, maar zij rijdt voor een WorldTour-team op de weg en werd daardoor niet als belofte geclassificeerd. Julie Brouwers en Xaydee Van Sinaey mochten daarom ook het podium op met winnares De Schepper.
BK veldrijden
Uitslag elite vrouwen
1. Sanne Cant
2. Laura Verdonschot
3. Marion Norbert Riberolle
BK veldrijden
Uitslag belofte vrouwen
1. Lore De Schepper
2. Julie Brouwers
3. Xaydee Van Sinaey

foto: Cor Vos
Heeft het tot niet zo lang geleden overwegend katholieke onderwijs een rol gespeeld bij het ontwikkelen van vrouwelijke topatleten, misschien wel. Let wel het aantal full time werkende vrouwen in België is hoger dan in NL, dus op het gebied van emancipatie kun je niet zomaar zeggen dat de 1 achterloopt op de ander.
Wat gedachten spinsels van een nederbelg.
Maar goed, het gebrek aan Belgische wielrensters heeft verder ook niets met emancipatie te maken. Eerder speelt verkeersveiligheid een rol, of meer precies: het idee dat fietsen onveilig is. Dat maakt zowel ouders als meisjes zelf minder geneigd wielrennen als een aantrekkelijke sport te zien. In Nederland zijn we veel meer geneigd fietsen als veilig te zien en hebben de grote wielerverenigingen in het Westen van het land ook nog eens vaak een afgesloten parcours om wedstrijden op te organiseren.
Maar er wordt hier al wel lang veel gekoerst, dus ik vraag me af verkeersveiligheid er nou zoveel mee te maken heeft.
Kijk voor het verschil in topsportcultuur gewoon eens naar de medaille spiegels van olympische winter en zomer spelen, kijk dan eens naar de plekken van Nederland en van België. Vergelijk ook eens het aantal inwoners. Nederland komt er dan behoorlijk gunstig uit. Als voorbeeld Tokyo 2020 Nederland 9de plek in de medaille spiegel nog voor een groot land als Frankrijk. België op de 29ste plaats. Dat zegt iets over topsportcultuur je kunt de twee landen op dat gebied niet zomaar vergelijken.
Wat betreft topsportcultuur: je kunt topsportbeleid voeren tot je ons weegt, maar als de jeugdparticipatie er niet is, dan zal dat weinig opleveren. Dat is wat er in het vrouwenwielrennen in België aan de hand is. Zou er zelf mijn hand niet voor in het vuur durven steken dat het beleid van de KNWU beter is dan dat van Flanders Cycling. Veelal komt het ze aanwaaien. Als er zelf iets moet worden gedaan, zoals het opzetten van achtervolgingsploegen, dan haken ze af.
Is het vooral zo dat de Nederlandse topsport-structuur voor vrouwen op skeeler/fiets/schaats-gebied gewoon veel beter ontwikkeld is? Of zijn er andere redenen?
Dat kan geen toeval zijn en ergens gaat het niet goed met gelijke kansen voor mannen en vrouwen om een topper te worden in België. Tenzij meisjes in België helemaal niet voor de fiets kiezen, dan is het verschil al eerder ontstaan.
Ben eigenlijk wel benieuwd naar wat redenen zijn. Er lezen hier vast Belgen mee die beter weten wat de redenen zijn dan ik.
Wat wel ironisch is, want als België al eens wereldtoppers heeft buiten het voetbal of het wielrennen in de 21e eeuw, dan zijn het bijna altijd vrouwen.
In de tijd van Clijsters en Henin was België even een grootmacht in het tennis. Gewoon omdat er per toeval twee megatalenten in de juiste sport gerold waren. Daarom: geniet als Nederlandse veldritfans van de overmacht die de Nederlandse dames nu hebben, want met de volgende generatie kan dit pardoes weer voorbij zijn.
Wat betreft wielrennen en nog meer veldrijden: dat is dan wel een grote sport in België, maar niet onder meisjes/vrouwen. Er is nu wel een zeker Kopecky effect, maar er zijn nog steeds veel meer meisjes die voor voetbal, tennis of atletiek kiezen.
Dat vrouwen hier minder geëmancipeerd zouden zijn heb ik nog weinig van gemerkt ;-)
Maar ik blijf het raar vinden dat Nederland toonaangevend is bij het hockeyen en schaatsen maar wat betreft ijshockey zijn ze nergens(excusez le mot).
Dat is nog een juist antwoord ook. Er zijn in Nederland meer vrouwen die korfballen dan basketballen. Vooral omdat korfbal al heel lang door kerken gestimuleerd wordt als acceptabele speelvorm voor vrouwen en mannen tezamen.
Voor de vraag wat de diepere culturele reden daarvoor is, zijn de Vlaamse wielerflitsleden blijkbaar niet klaar, gezien het aantal likes voor de onzinreactie van Limal. Maar dat dit een kwestie is van een generatie, is onzin. Kracht in de breedte komt voort uit structurele factoren, waarbij jeugdparticipatie de belangrijkste is (maar niet de enige). Anders ben je aangewezen op de doorbraak van een enkele topper.
Dat is ook waarom Nederland in het basketbal niet uitblinkt, dat is gewoon geen sport die leeft. Grootste teamsporten voor meisjes zijn hockey en (sinds de jaren '90) voetbal; sporten waarin het Nederlands vrouwenteam het prima doet.
De laatste pakweg 5 jaar is ook het wielrennen en veldrijden voor de vrouwen aan een inhaalslag(je) bezig. De double bills met de mannen werken wel goed, al kunnen de vrouwen het grote publiek nog niet echt beroeren. Tot een paar jaar terug was er werkelijk geen enkele interesse, nu toch al een beetje.
Het succes van Kopecky brengt ook wel wat teweeg. Want waar Van Aert uit het wiel geknald werd, konden de Belgische supporters zich afgelopen jaar optrekken aan Lotte, die in de Ronde van Vlaanderen en op het WK wel op het hoogste schavotje stond. Daar verover je wel zieltjes mee. Wie weet kan het voor wat meer aanwas aan vrouwelijk talent zorgen in het wielrennen.
Van zo goed als alle andere sporten liggen ze in België ook niet wakker, wat betekent dat die sporten weinig commerciële waarde hebben. Wat in België dan weer betekent dat ze er niet willen in investeren. Zie bv. zo’n Swings, daar wordt een doorsnee Vlaming echt niet warm van, en die wordt dan ook grotendeels aan zijn lot overgelaten. Een Olympische medaille in 1 of andere kleine sport om de 4 jaar, het zal allemaal wel…
Tuurlijk zijn er uitzonderingen. Brecel, Derwael, Thiam… Dat is wereldtop in internationaal relatief grote sporten en die houden dus wel zelf hun hoofd boven water. Maar buiten de grote triomf-momenten ligt amper iemand daar wakker van. Terwijl pakweg Yves Lampaert, subtop at most in zijn sport, miljonair is, een eigen tv-reeks krijgt en overal wordt herkend.
Val je buiten die 2-3 grote sporten, dan ben je min of meer op jezelf aangewezen. Toch zeker in vergelijking met het topsportbeleid in Nederland.
Nu kan het natuurlijk altijd dat er in een andere grote sport iemand de top haalt, zoals in het tennis is gebeurd. Ineens werd er veel meer tennis uitgezonden ten tijde van Clijsters en Henin. Denk dat er nu zelfs geen enkele tenniswedstrijd nog live wordt uitgezonden.
Voetbal, wielrennen en in mindere mate veldrijden (3x mannen). Daar draait het om, en de rest is commercieel gezien vaak niet interessant genoeg in België. En komt er eens een wereldtopper voorbij in een andere sport, wordt daar wel even op meegesurfd maar niks structureel. Althans, zo voel ik het aan.
Het positioneren voor de sprint leek ook weer helemaal nergens op. Je weet dat Cant gaat komen en dan zit je zo te slapen terwijl je weet dat Cant een vele malen sterkere sprint heeft. Lijkt wel een beginner die nog nooit om een prijs heeft gereden. Er is veel te veel ontzag voor Cant tijdens de koers waardoor de volgende titel voor Cant een jaarlijkse self-fulfilling profecy is geworden.
Proficiat aan en respect voor Cant om de motivatie te houden om te blijven crossen en jaarlijks haar trui op te komen halen, maar de tegenstand moet zich diep gaan schamen.
EDIT: toch niet, Moors wordt als Elite beschouwd omdat ze bij een WorldTour ploeg rijdt op de weg. Vreemde regel...
32 crosses geleden eindigde Cant boven Alvardo (2 jaar geleden exact)
39 crosses geleden eindigde Cant keertje boven Brand (zonder de DNF van Brand meegeteld) In 60+ crosses slechts 1x.
Mooi dat Cant blijft crossen en die titels binnen blijft harken. Weet daar goed naar toe te werken. Hopelijk staan daar binnenkort echt grote talenten op om het over te nemen.
Op haar leeftijd kan je het ook niet steken want haar downfall begon reeds vanaf haar 28ste, en bekijk dan maar eens het palmares in de cross van een bijna 3 jaar oudere Vos alsook de 34 jarige Brand.
BADGIO met dit soort onzin mag je je laten opnemen, vanaf 2012 toen haar opmars begon tot 2019 won ze 116 crossen met drie keer de Wereldtitel en drie keer de Europese titel en 5 jaar lang op rij de nummer 1 positie op de UCI-ranglijst. Enige rol van betekenis, mijn God je kent echt geen schaamte in je minachting naar sommige rensters en renners toe.