Opinie | Dumoulin boekt zege op zichzelf
Opinie Hij zei het met een glimlach, maar toch droop de irritatie van zijn woorden af. “Jullie doen het net voorkomen alsof ik een mentaal wrak ben”, pareerde Tom Dumoulin na het WK in de mixed-zone een vraag van een journalist. “Altijd lijkt het over mijn twijfels te gaan en wordt er geconcludeerd dat ik té onzeker ben. Dat is zeker niet zo. Als ik mentaal niet sterk zou zijn, kon ik nu niet opnieuw zo dicht bij mijn topvorm zitten.”
In de finale zat Dumoulin bij het luiden van de bel op het autocircuit van Enzo e Dino Ferrari in Imola achter in de grote groep redelijk ontspannen met zijn ploegmaat Dylan van Baarle te praten. Als je het tafereel zag, zou je bijna zeggen dat ze aan het keuvelen waren. Hij gaf tegen zijn landgenoot aan dat de krampen in zijn benen begonnen te kruipen. “En een paar kilometer verder zie ik tot mijn eigen verbazing dat Tom in de eerste klim van het circuit in de aanval gaat”, reageerde Van Baarle verwonderd.
Woordenwisseling
Juist deze woordenwisseling plaatste weer het vergrootglas op Dumoulins soms onberekenbare karakter. De Limburger voelde dat hij niet de benen had om op de laatste en moeilijkste klim, de Cima Gallisterna, met de allersterksten mee te gaan. Kampioenen als Julian Alaphilippe en Wout van Aert hebben op de steilste gedeeltes meer explosiviteit. Al concludeerde de Maastrichtenaar na afloop dat hij op die klim uiteindelijk slechts een half procentje tekortkwam om met de allersterksten mee te kunnen.
Krachten die hij wellicht voor een deel heeft verspeeld in zijn tegenaanval op Tadej Pogacar negen kilometer eerder. Op de eerste klim in de laatste ronde, zo’n 24 kilomeer van de streep, ontbond hij verrassenderwijs zijn duivels. Een aanval die achteraf omschreven kan worden als een soort ‘chasse patate’, een vrij doelloze onderneming waarmee je alleen maar krachten verspeelt. De piepjonge Tour-winnaar zat al aan het einde van zijn latijn van zijn aanval, terwijl niemand met Dumoulin mee wilde gaan op avontuur waardoor hij in een soort niemandsland terecht kwam.
Kopman
De kopman van het oranje achttal hoopte te anticiperen op het verdere koersverloop. Voor het zwaartepunt van de wedstrijd vooruit te zijn, zodat de sterkere mannen van voren bij hem aansloten. Hij ging ervan uit dat hij op de lastige slotklim, die hij met de Côte de la Redoute vergeleek, toch de kuiten van de favorieten te zien zou krijgen.
Het was een weloverwogen gok, die verkeerd uitpakte. Ze zeggen wel eens dat je op een WK maar één pijl op je boog hebt. Je moet je zo onzichtbaar mogelijk in het peloton bewegen. Zoveel mogelijk krachten sparen voor die ene pijl die je richting de regenboogtrui moet schieten.
Op de Cima Gallisterna kwam Dumoulin naar eigen zeggen dus een half procentje tekort om Julian Alaphilippe, Wout van Aert, Marc Hirschi, Jakob Fuglsang, Primoz Roglic en Michal Kwiatkowski te volgen. Hij zag ze op het steilste stuk meter voor meter bij hem weg rijden.
Monsterlijke klim
Een situatie die deed denken aan de monsterlijke klim van de Höttniger Höll met stijgingspercentage tot 28% tijdens de WK in Innbrück. Ook daar moest Dumoulin net lossen, maar kon hij in de afdaling bij Alejandro Valverde, Romain Bardet en Michael Woods terugkomen. Al verspeelde hij twee jaar geleden in de achtervolging de broodnodige energie voor de sprint en viel hij net van het podium.
Dat Dumoulin in de volle finale van een loodzware eendagswedstrijd alweer een gok durft te nemen om mee te kunnen spelen voor de overwinning, is desondanks een positief signaal. Dat zijn benen nog beter waren dan hijzelf eigenlijk had verwacht, mag je geen inschattingsfout noemen. Daar kun je pas achter komen door op dat allerhoogste niveau met de besten te wedijveren. Het had tot dit WK welgeteld 518 dagen geen grote eendagskoers meer gereden. De 50e plaats in Luik-Bastenaken-Luik op 28 april 2019 was zijn laatste klassieke daad.
Met een veertiende plek in de uitslag, maar met de winst van zijn eigen vertrouwen op zak, wilde Dumoulin het logischerwijs niet over zijn twijfels hebben. Dat is ook wel te begrijpen wanneer je net op jezelf een belangrijke mentale overwinning hebt geboekt. Wedstrijd na wedstrijd voelt hij zich sterker worden en komt hij dichter bij de prijzen. Sterker, toen er over de Amstel Gold Race (over dertien dagen op de kalender) werd gesproken, antwoordde hij juist enorm zelfverzekerd. “Daar wil ik meedoen voor een plek op het podium.”

Heb de rest niet gezien.
Ik ben nooit meegegaan in de discussie over het zogenaamd "mentaal niet sterk zijn" van Dumoulin. Want ik zie vooral een realist; iemand die zijn lichaam kent en voelt hoe het ervoor staat. Intelligent, bedachtzaam, en intussen ook de nodige tegenslagen gekend.
Een twijfelaar? Ja. Maar het hele peloton zit vol twijfelaars. Maar waar de ene het verbergt achter een zonnebril of een grote mond, is hij één van de weinigen die openlijk zijn twijfels uitspreekt. Door velen wordt dit vertaald als een teken van zwakte: ik vind het juist heel dicht bij je eigen gevoel blijven.
Gelukkig lijkt het erop alsof Tom zich niets laat aanpraten. Ik zie hem ook terug komen op zijn oude niveau. De grootste vraag zal vooral zijn of dat goed genoeg is om mee te doen met de prijzen. En of hij ook plezier blijft houden als winnen net niet meer gaat...
Anders dan M vd Poel, die heb ik de hele wedstrijd niet gezien. Thuisblijvers hebben altijd ongelijk. Dat het te zwaar voor vdP is, mogelijk, maar je weet nooit van te voeren hoe een wedstrijd verloopt (zie Greg v Havermout in Rio).
Als het te zwaar wordt, dan is dat zo, weer wat geleerd. Maar niet meedoen is 100% zeker kansloos.
Thuisblijvers hebben ALTIJD ongelijk.
Van Aert werd 20ste op + 01h 20' 31'', een uur dichter bij het geel, terwijl Alaphilippe een betere klimmer is.
Ze zwijgen in alle toonaarden
Dumoulin lijkt het hele gebeuren allemaal prima te kunnen relativeren gelukkig, een zeldzame kwaliteit tegenwoordig lijkt het wel.
Het is daarom echt goed dat hij weer wat TT kilometers heeft gemaakt (eerlijke vergelijken) en een goed WK voor zijn kwaliteiten.
Als hij met een groepje zonder Flip vooruit had gekund voor die 2e klim, was er meer kans dat hij er op de tweede klim nog aan zou hangen. Zelfde scenario als het WK van 2018, waar hij de beter puncheurs net niet kon bijhouden op die steile klim. Dus wat dat betreft was het jammer dat hij geen type Nibali of Caruso mee kreeg, mannen die ook die explosie niet hebben, om met wat voorsprong aan de laatste klim te beginnen. Dan had hij nog wat korter kunnen eindigen. (En wellicht samen met Roglic een treintje vormen voor ... hahaha)
Het moet nog een tikje meer. Haalt hij dat nog? Dat is het lot van de toprenner. Eenmaal een dergelijk hoog niveau voor een behoorlijke periode behaald is dat de maatstaf.
Ik hoop op een complete rehabilitatie.
En al dat navelstaren ten spijt: er is nu een generatie renners opgestaan die zo sterk is, dat Tom er zelfs op zijn oude niveau misschien niet eens meer aan te pas komt..