Vrijdagavond stelde Roompot-Nederlandse Loterij zich tijdens de Zesdaagse van Rotterdam voor aan het grote publiek. Afgelopen winter onderging de ploeg van teammanager Michael Zijlaard een complete metamorfose: er vertrokken twaalf renners en daar kwamen er tien voor terug. “Onze doelstelling verandert niet”, belooft Zijlaard aan WielerFlits.

Jonge jongens in het diepe
De oranjehemden willen zich in 2017 dus weer laten zien. “We willen kleur geven in de grote koersen”, legt Zijlaard uit. “Dat betekent dat je ons in de vroege vlucht moet kunnen verwachten. In de kleinere koersen, met alle respect, moeten de jongens leren mee te doen voor mooie uitslagen en een algemeen klassement. Dat verandert ook niet. Ook deze jongens gaan weer de diepte in. En natuurlijk verwacht je van die tien dat ze op zoek gaan naar hun kwaliteiten. De andere negen hebben een andere doelstelling. Die willen laten zien dat ze in sommige wedstrijden nu wel voor de overwinning mee kunnen doen.”

Ligthart speerpunt in de klassiekers
Er vertrokken een aantal sterke coureurs bij Roompot-Nederlandse Loterij. Daar kwam Pim Ligthart voor terug, die samen met Pieter Weening de kopman is. “De ploeg heeft Pim het bewijs geleverd. Hij ziet waar we mee bezig zijn, hoe de sfeer is en het idee waarmee we de ploeg neerzetten. Ik heb wel tegen hem gezegd: ‘Misschien is het iets om erover na te denken of je een fantastische beroepsrenner wilt zijn, maar wel in dienst van een grote WorldTour-ploeg. Maar als je zelf denkt dat je daar nog overheen kunt, dan zijn wij fantastisch voor je. Die kans ga je bij ons namelijk krijgen.’ En dat zonder de grote druk dat het moet.”

Mouris op voorspraak van Ligthart
De ervaren Jens Mouris kwam over van Drapac en heeft een contract tot medio april. Maar misschien blijft hij wel langer, voorspelt Zijlaard. “Pim heeft Jens voorgedragen bij de ploeg. Na het gesprek met Jens, waren wij gelijk enthousiast. Hij fleurde helemaal op. Dit vind hij echt gaaf om te doen. En ik denk dat Pim op dit moment geen betere helper kan hebben die hem gaat piloteren in de finales. […] Als Jens medio april vertrekt, zullen wij in principe op zoek gaan naar een aanvulling. Maar wie weet rijdt Jens wel zo lekker, dat-ie zegt: ‘Ik heb niet voor niets de hele winter getraind. Misschien moet ik er maar een paar maanden aan vastplakken.’ Dus wie weet.”