Youri IJnsen

• vrijdag 27 december 2024 om 08:15

Interview Het jaar 2024 had zo maar eens de laatste kunnen zijn van Lars van den Berg. Een angstaanjagende gedachte. In de Faun-Ardèche Classic ging het eind februari goed mis. De 26-jarige Nederlander raakte bewusteloos op de fiets en viel hard. De oorzaak: een ontstoken hartspier, ook wel myocarditis. Gevolg: een maandenlange revalidatie waar hij nog middenin zit. Geluk: even voor zijn valpartij verlengde hij zijn contract tot en met 2026. “Ik begin me weer een beetje wielrenner te voelen”, vertelt hij aan WielerFlits.

Eind november trok de renner van Groupama-FDJ voor het eerst in maanden naar Spanje. Het deed Van den Berg goed dat hij zich er eventjes volledig op fietsen kon concentreren. Op dat moment mocht hij iets meer dan drie uur trainen en in Nederland was dat vanwege de regen niet altijd een pretje, zoals hij dat zelf zei. Samen met Bram Welten heeft hij een appartementje in Moraira, ten noorden van Calpe. “Als ik bergop reed, merkte ik dat mijn hartslag snel omhoog ging. Maar ik kon wel gewoon fatsoenlijk met de trainingsgroepjes meerijden. Ik moest niet lossen of hen zachter laten rijden omdat ze op me moesten wachten. Dus dat ging op zich wel goed.”

Hij kon zijn geluk ook niet op toen hij eindelijk weer eens met zijn broertje Marijn van den Berg op pad kon, iets wat de renner van EF Education-EasyPost ook zichtbaar deugd deed. “Dat hadden we bijna een jaar niet gedaan. Heel fijn en gezellig om dat weer te kunnen. Ook dat deed goed. Ik mocht weliswaar mijn hartslag nog niet boven de 145 slagen per minuut brengen, maar in de duurzone kon ik eigenlijk prima mee. Natuurlijk lag mijn hartslag wel wat hoger dan een jaar ervoor, maar dat is logisch. Ik heb maandenlang niets mogen doen en moet nu ook met de rem erop rijden. Dat heeft zijn weerslag op je conditie, mijn lijf moet daar opnieuw aan wennen.”

• 

  9 jul

  Lees ook Lars van den Berg mag beginnen met revalideren, ontstoken hartspier is genezen

  9 jul

Constante monitor richting rentree
Langzaam maar zeker mag Van den Berg voorzichtig aan een vervolg van zijn topsportcarrière beginnen te denken. “Ik zet daarbij niet in op zware deadline. Samen met mijn cardioloog bekijk ik het van stap tot stap. Elke week mag ik net even wat meer, iets langer doen. Ik probeer daar zo goed mogelijk naar te luisteren en vertrouw op zijn expertise. Alles wat ik doe, controleert hij heel erg goed. Wat dat betreft doe ik het rustig aan. Of ik nu mijn rentree maak in maart, april, mei of juni, dat maakt hard gezegd geen verschil. Het gaat om mijn gezondheid, dat moet ik goed aanpakken. Dat kun je maar één keer goed doen. Ik wil gezond terugkeren en gezond blijven.”

Het woord ‘rentree’ is gevallen. Het zaadje is gepland dat de mens in Franse loondienst weer terugkeert als renner. “Dat hoop ik wel. Ik krijg ook met regelmaat een MRI. Als dat allemaal goed blijft gaan en de trainingen verlopen volgens plan, zou het mogelijk moeten zijn. Maar of dat zo is en wanneer dan, dat kunnen ze niet zeggen. Daarom gaat het ook zo langzaam. Alleen is de cardioloog wel positief. Anders had hij wel gezegd dat ik had moeten stoppen met topsport. Er is een mogelijkheid, maar alles moet wel goed gaan. Ook hij zet medisch gezien mijn gezondheid voorop, logischerwijs. Daarom blijft hij me ook zo goed monitoren, om dat te blijven verzekeren.”

Toch houdt Van den Berg nog wel een kleine slag om de arm. “Misschien kom ik op een punt waarop mijn lichaam zegt: ‘nee, tot hier en niet verder’. Dan houdt het op. De ontsteking aan mijn hartspier is in ieder geval sowieso weg. Dat moest eerst, anders mocht ik ook niet sporten. Myocarditis moet met rust genezen. Zoiets zou eventueel terug kunnen keren, hypothetisch gezien. Maar dat weten ze nu nog niet. Net dat is de reden waarom ik regelmatig een MRI-scan moet laten maken. Daarmee controleren ze onder andere of die ontsteking zou terugkeren. Ook kijken ze dan of er littekenweefsel zit. Maar dat gaat tot nu toe allemaal goed, het ziet er goed uit.”

Lars van den Berg debuteerde in 2023 in de Tour de France en haalde Parijs – foto: Cor Vos

Hulp zoeken voor mentale nasleep
Fysiek gaat het de voormalig renner van Metec-TKH dus allemaal relatief gezien voor de wind. Toch is het mentaal – nog altijd – niet even makkelijk voor Van den Berg. “Ik heb daar wel last van, ja. Het is lastig. Je zit overal op te letten. ‘Voel ik niets geks?’, ‘Is dit iets?’, als je dan een keer iets voelt. Dat zit wel in mijn hoofd. Maar zoiets moet een beetje slijten met de tijd. Ik hoop dat dit langzaam weggaat en dat ik weer vertrouwen krijg in mijn lichaam. Daar komt het eigenlijk op neer. Op dit moment heb ik daar geen hulp bij, maar dat is wel iets wat ik straks wil gaan zoeken als ik weer intensiever ga trainen. Als ik mijn lijf weer naar haar limieten moet brengen, zeg maar.”

Uiteindelijk wil Van den Berg weer naar een trainingsschema met blokken van vijf-zes uur, waarbij hij zijn grenzen opzoekt. “Op die manier trainen is zo intensief, dan moet je er echt wel op kunnen vertrouwen dat je lichaam je niet in de steek laat. Ik mag sindskort weer stukjes alleen fietsen (daarvoor moest er altijd een tweede persoon mee voor het geval dat, red.). Daar heb ik niet zo’n probleem mee. Vooral omdat ik weet dat mijn cardioloog al mijn data controleert. Als ik rustig rijd, ben ik daar niet bang voor. Maar stel ik moet straks urenlang blokken doen in het binnenland van Spanje, waar je weet dat er soms twee uur lang niemand passeert: dan ben ik dat misschien wel.”

Een ander mentaal aspect is het weer leven als een prof, maar dat gaat Van den Berg goed af. “Toen ik in februari direct moest stoppen, heb ik mezelf geen restricties opgelegd. Ik heb daardoor eigenlijk iets te veel gegeten en ben ook best wel wat aangekomen. Toen ik in de Tour de France op bezoek was, heb ik gezegd: ‘oké, nu wordt het te gek’. Vanaf toen ben ik er weer op gaan letten en ook kilo’s kwijtgeraakt. Vanaf het moment dat ik in Spanje was, heb ik tegen mezelf gezegd dat ik het weer helemaal ga oppakken. Zoals het hoort. Ik mocht nog niet op 100% trainen, maar alles eromheen wilde ik wel 100% doen. Zodat ik weer wen aan het leven als prof.”

Grote stappen voorwaarts
Wat dat betreft kon hij zich ook optrekken aan huisgenoot Welten, die uiteraard ‘gewoon’ zijn voeding-, rust- en trainingsschema moet volgen. “Dat helpt ontzettend. Je kookt toch samen. Je zit met z’n tweeën in een bubbel, waardoor het makkelijker is om daarin mee te gaan. Andersom beredeneerd haal ik hier juist motivatie uit. Ik ben blij dat het weer kan. Normaal hoop je in deze periode van het jaar één of twee procent beter te zijn dan een jaar eerder. Daar werk je voor. Maar in de fase waarin ik nu zit, maak ik heel grote stappen. Dat werkt ook motiverend. Ik merk dat ik steeds fitter ben, kilo’s kwijtraak en langzaam weer een degelijk niveau krijg. Dat doet me goed.”

Of en wanneer er een rentree komt, bezorgt Van den Berg weinig stress. “Ik focus me vooral op mijn gezondheid, maar ik heb ook het geluk dat ik nog een contract tot eind 2026 heb. Stel ik keer pas in juni terug, dan hoef ik geen haast te maken om dan in een paar weken tijd mijn toekomst te verzekeren in het peloton. Een heel klein gelukje bij een ongeluk, zal ik maar zeggen. De druk om dit jaar prestaties neer te zetten is er dus niet. Uiteindelijk hoop ik weer terug te keren op mijn niveau. En natuurlijk rijd ik straks iedere keer weer voor een resultaat, zodra ik daarvoor groen licht krijg. Ik wil ook presteren. Het is mooi dat ik daar nu weer voorzichtig aan mag denken.”

Wat dat betreft was er de laatste maand een mooie opsteker. Van den Berg mocht en kon zich weer melden voor het decembertrainingskamp van Groupama-FDJ. In vier weken tijd mocht hij zijn trainingsomvang vergroten van iets meer dan drie uur naar maximaal vier uur. “Ik heb twee keer een volledige training met de ploeg kunnen meedoen”, vertelt hij. Dat klinkt niet veel, maar het is een enorme winst voor iemand die pas in september weer écht aan fietsen mocht denken. “Verder werkte ik een individueel programma af. Dan vertrok ik met de rest van de ploeg, maar stak ik af. Ik begin me weer een beetje wielrenner te voelen en hoop stiekem op een rentree in april of mei.”