Johan Bruyneel zet vraagtekens bij ‘selectief’ gebruik bloedpaspoort: “Favoritisme”
Johan Bruyneel heeft zich in de podcast The Move naar aanleiding van de schorsing van de Spaanse renner Oier Lazkano uitgelaten over de manier waarop anti-dopingautoriteiten het bloedpaspoort in te zetten om doping op te sporen.
Volgens Bruyneel, die zelf een levenslange schorsing uitzit omdat hij als ploegleider van het US Postal van Lance Armstrong jarenlang dopinggebruik faciliteerde, wordt het bloedpaspoort niet altijd even consequent ingezet. “Ik ken Lazkano niet persoonlijk en verdedig hem niet. Ik ben ook een voorstander van het bloedpaspoort. Er is duidelijk iets veranderd toen het in 2008 werd ingevoerd. Het is echter geen ‘zwart-witmethode’. Het is een interpretatie van experts.”
“Het verbaast me dat dit biologisch paspoort nooit een grote vis te pakken krijgt. Het draait allemaal om favoritisme. De UCI mikt op zijn gemakkelijke prooi”, waarmee de Belg onder anderen doelt op de salbutamolaffaire van Christopher Froome. Bij de viervoudig Tourwinnaar werd tijdens de Vuelta van 2017 een te hoge dosis van het astmamedicijn salbutamol aangetroffen waardoor hem een schorsing boven het hoofd hing. Overigens had dit niets te maken met het bloedpaspoort van Froome.
Uiteindelijk wist Froome te ontsnappen aan een schorsing doordat de UCI het aannemelijk achtte dat hij niet met opzet te veel van het middel had gebruikt. “Zijn uitleg was voldoende, net als die van Katerina Nash, vicevoorzitter van de UCI, een voormalig mountainbikester die in 2022 positief testte op capromoreline. Omgekeerd werd de Belgische veldrijder Toon Aerts voor twee jaar geschorst. Dubbele maatstaven.” Bij Aerts werd het middel Etrezol aangetroffen, iets dat hij zelf verklaarde door een vervuild voedingssupplement.
Bruyneel benadrukt overigens wel het belang van het biologisch paspoort, maar pleit tegen schorsing op basis van enkel afwijkingen in het paspoort. “Ik herhaal: het biologische paspoort is nuttig. Maar het zou gebruikt moeten worden als hulpmiddel om potentiële valsspelers te identificeren, zodat ze tijdens een echte dopingcontrole betrapt kunnen worden.”

Misschien weer eens tijd voor een artikel met de mening van onze Vlaeminck?