Het NK tijdrijden voor beloften wil je liever niet winnen
Kelderman won kort na zijn Nederlandse titel een tijdrit in de vermaarde Thüringer Rundfahrt (2011), voor Tom Dumoulin - foto: Cor Vos
Youri IJnsen
donderdag 19 juni 2025 om 13:45

Het NK tijdrijden voor beloften wil je liever niet winnen

Het is een discipline binnen het wielrennen die je moet liggen: tijdrijden. Jezelf pijnigen is hierbij de grootste uitdaging, al de rest komt pas daarna. Bij de beloften vallen het aantal chrono’s tegen de klok tegen, maar uiteraard strijden de beste U23-renners ook hier jaarlijks voor het rood-wit-blauw. WielerFlits neemt je mee in de historie.

Voor het eerste Nederlandse kampioenschap tijdrijden voor beloften, hoeven we niet superieur terug in de tijd. Heel gek is dat niet, want pas in 1996 lanceerde de UCI de U23-categorie. Een jaar later was het de 22-jarige Daniël van Elven die zich tot de eerste U23-kampioen tijdrijden van Nederland kroonde. De titel verdedigen mocht hij niet vanwege zijn leeftijd, waardoor Marcel Duijn hem een jaar later kon opvolgen. De twee jaren daarna was Remmert Wielinga de concurrentie de baas in Markelo en Zaltbommel. Het leverde hem een profcontract op bij het Slowaakse De Nardi, waar hij nooit echt wist uit te blinken.

In 2001 was het Mart Louwers die het rood-wit-blauw om de schouders kreeg. We geven toe: tot nog toe lopen de winnaars niet over van de successen. In 2002 en 2003 kwam daar verandering in door de overwinningen van respectievelijk Stef Clement en Thomas Dekker. Gezamenlijk zijn de heren goed voor 23 deelnames in de grote rondes. Dekker werd opgevolgd door Thom van Dulmen, die tweemaal achter elkaar won. In 2006 en 2007 was het de beurt aan Kai Reus en Lars Boom om het hoogste schavot te betreden na de race tegen de klok.

Remmert Wielinga is nog altijd gedeeld recordhouder – foto: Cor Vos

Het jaar erop kende wederom een trotse winnaar, die het niet zou schoppen tot het profpeloton. Net als Van Elven en Van Dulmen bleek Manman van Ruitenbeek niet uit het juiste hout gesneden. In 2009 werd het jaarlijkse Rabobank-feest geopend. De Nederlandse opleidingsploeg had in de vijf opeenvolgende jaren de winnaar in hun gelederen. Zo waren het Dennis van Winden (2009), Martijn Keizer (2010), Wilco Kelderman (2011) en Dylan van Baarle (2013) die zich tot Nederlands kampioen kroonden. Voor de scherpe lezers onder ons: enkel 2012 was het geen blauw-oranje-feest. Peter Koning van Metec greep dat jaar de winst.

Na de Rabobank-jaren was het Steven Lammertink die het rood-wit-blauw in ontvangst mocht nemen. In 2014 én 2015 troefde hij mannen als Mike Teunissen, Martijn Tusveld en Tim Rodenburg af. Laatstgenoemde mocht in 2016 zelf de handen in de lucht steken. In de laatste seizoenen ging de titel naar Julius van den Berg (2017), Hartthijs de Vries (2018), Daan Hoole (2019), het coronavirus (2020), Mick van Dijke (2021), Axel van der Tuuk (2022), Enzo Leijnse (2023) en Wessel Mouris (2024). Als we heel eerlijk zijn, zijn alleen Clement, Dekker, Reus, Boom, Kelderman en Van Baarle uitgegroeid tot écht goede profs. Al hebben de laatste winnaars nog wat respijt.

Nederlands kampioen tijdrijden U23 in 2022, Axel van der Tuuk – foto: Cor Vos


Dit jaar is het NK tijdrijden U23 op dinsdag 24 juni in Surhuisterveen (Friesland).

RIDE Magazine
RIDE Magazine