Egan Bernal verwacht meer van zichzelf in 2024: “Ik zie mezelf strijden met de besten”
Egan Bernal reed deze zomer zowel de Tour de France als de Vuelta a España uit, maar meedoen voor de prijzen zat er nog niet in. In 2024 hoopt de Colombiaan, die in januari 2022 een zwaar ongeluk kende, wél weer te kunnen wedijveren met de besten. “Ik voel me nog altijd een winnaar, ik wil heel graag winnen”, zei hij na de Vuelta tegen GCN.

“De Vuelta was oké”, aldus Bernal, die de ronde afsloot als nummer 55. “Ik had een beter gevoel dan tijdens de Tour de France. Ik voel me over het algemeen sterker, zowel mentaal als fysiek. Ik heb deze winter heel goed getraind, maar had echt tegenslag toen ik midden in het seizoen halt moest houden vanwege pech (Bernal liep in de Vuelta a San Juan een knieblessure op en viel nadien ook nog in de Ronde van Hongarije, red.). Dat was niet ideaal. Ik heb mijn best gedaan om in zo goed mogelijke vorm te zijn voor zowel de Tour als de Vuelta.”
“Het doel van twee grote rondes doen, was me de kilometers en basis in de benen terug te geven”, legt de 26-jarige renner uit. “Het was een groot blok voor me. Ik heb nog nooit zoveel wedstrijddagen gehad in één seizoen. Ik heb WorldTour-koersen gereden sinds Catalonië. Daarbij heb ik niet gedacht aan het behalen van resultaten dit seizoen, maar aan volgend seizoen.”
De strijd aangaan met Jumbo-Visma
Volgend jaar wil Bernal dus wel weer uitslagen rijden. “Het is een proces en ik weet niet waar ik uit zal komen, maar ik verwacht meer van mezelf. Ik voel me nog altijd een winnaar, ik wil heel graag winnen. Ik zie mezelf strijden met de besten. Dat is waar ik voor werk.”
Kan Bernal in de toekomst de strijd aangaan met de mannen van Jumbo-Visma, die momenteel heersen in de grote rondes? “Dat zou ik heel mooi vinden”, reageerde de klimmer van INEOS Grenadiers met een lach. “Ik wil in mijn beste vorm zijn, want ik hou ervan om agressief te koersen. Als je ziet dat deze jongens zo dominant zijn, wil ik erbij zijn en iets doen.”
Gun hem zeker nog een GT. Toen hij de Tour won, zo bescheiden en dankbaar en correct hij en zijn familie en zo'n mooie prestatie daartegenover. Gun het hem nog eens.
Even vergelijken met de zware blessures van Evenepoel en Van Aert. In 2021 was Evenepoel na een goed half jaar bij zijn herintrede ook nog niet super na een korte voorbereiding. Maar die sloot het jaar wel af als nummer 17 van de ranglijst met bij momenten al een hoog niveau. Van Aert klauterde na zijn zware blessure in de Tour recht in de crosswinter, en haalde in het voorjaar tot aan de coronabreak naar verluidt al een erg hoog niveau, maar in maart lag het wielrennen dus op zijn gat. Vanaf 1 augustus reed die de pannen van het dak.
Niet dat je zware blessures zomaar kan vergelijken, maar het gebeurt volgens mij gewoon zelden dat iemand na zoveel tijd nog een serieuze stap voorwaarts maakt. Het is ondertussen bijna 2 jaar geleden sinds de crash van Bernal. Dat is gewoon erg lang. Op zich kan het zeker dat hij na de winter nog een stap voorwaarts maakt. Maar zal het de giga-sprong zijn om de strijd aan te gaan met mannen als Vingegaard en Pogacar? Dat lijkt mij erg moeilijk, eerlijk gezegd.
Optrekken maar aan het verhaal van Greg LeMond die in de lente van '87 werd neergeschoten bij een jachtongeluk, in '88 weinig voor mekaar kreeg maar in '89 zijn rentree door de grote poort maakte en dat jaar de Tour én het WK won - nog steeds de laatste die dat kunststukje voor mekaar kreeg.
Ik zie het niet meer gebeuren, die terugkeer op het hoogste niveau of zelfs maar de goeie subtop.