Youri IJnsen

• zondag 22 september 2024 om 11:44

Interview De grootste teleurstelling over zijn vierde plaats op het EK tijdrijden 2024 van vorige week ligt achter Daan Hoole. De 25-jarige Nederlander van Lidl-Trek zit inmiddels in zijn tunnel richting Zürich, waar hij zich zondag tussen de beste tien tijdrijders ter wereld wil nestelen. “Ik ga die missie met vertrouwen tegemoet”, zegt hij tegen WielerFlits.

Afgelopen week legde Hoole na de wegwedstrijd op het EK de laatste accenten van zijn voorbereiding op de tijdrit vanuit huis. Woensdag was de laatste specifieke tijdrittraining, donderdag de laatste duurtraining en vrijdag vertrekt hij vanuit zijn nieuwe woonplaats Hellevoetsluis naar Zürich. Dan is het zaterdag verkennen en zondag het uur van de waarheid over een lang WK-parcours. Ruim 46 kilometer met vlak na halfkoers twee klimmetjes die het ritme kunnen breken. De laatste vijf kilometer langs het water van de Zürichsee gaan over exact dezelfde wegen als de slotkilometers van de wegrit een week later. Hoole weet wat-ie moet doen.

Wat weet je van het parcours van zondag?
“Toevallig heb ik bij Lidl-Trek twee Zwitserse ploegleiders (Grégory Rast en Michael Schär, red.). Zij stuurden me al snel wat details van het parcours. Het eerste deel is redelijk vlak. Vervolgens krijg je een paar lopende klimmetjes net na halverwege de tijdrit. Daarna volgt een supersteile afdaling, met in een bocht volgens mij zelfs wat kasseitjes. Dat is heel erg technisch, best wel moeilijk en misschien ook best wel gevaarlijk, omdat je daar met hoge snelheid aankomt. Tot slot heb je nog de laatste twaalf kilometer die helemaal vlak zijn naar de finish, langs het water.”

Hoole mocht ook de olympische tijdrit rijden namens Nederland – foto: Cor Vos

De klimmetjes zullen het ritme breken; is dat in jouw voor- of nadeel?
“Ik moet wel zeggen dat ik zelf nog niet in Zwitserland heb verkend, maar ik heb het wel op VeloViewer gezien. Ook heb ik nog niet heel vaak een tijdrit gehad met zo’n klimmetje erin. Maar als ik goed in vorm ben, vind ik het wel heel fijn om een klein beetje het ritme te onderbreken. Als het maar niet te steil is, maar dat is hier volgens mij niet het geval. Het is voor mij zeker niet een nadeel, omdat ik niet extreem aerodynamisch gebouwd ben.”

Heb je zo laat in het seizoen nog een vormpiek weten te vinden?
“Dat is wel de bedoeling. Na de Olympische Spelen heb ik echt heel hard doorgetraind om in deze periode goed te kunnen zijn. Ik heb specifieke trainingen op het tijdrijden afgewerkt, waarin ik echt de nadruk heb gelegd om op dit onderdeel te verbeteren. Daarnaast heb ik geprobeerd om zo goed mogelijk voor mezelf te zorgen, zodat ik in een goede vorm aan het WK kon beginnen. Helaas ben ik gevallen in de Renewi Tour en dat heeft een klein beetje roet in het eten gegooid. In de BEMER Classic ging het daarna niet per se heel goed. Maar een paar dagen later op het EK tijdrijden weer wel. Dat zorgt ervoor dat ik met vertrouwen naar zondag trek.”

Wat overheerst er nu nog: trots of teleurstelling over die vierde plek?
“Het podium was natuurlijk echt heel mooi geweest. Maar anderzijds komt het aan op puur harder rijden. Als ik dat kon, had ik dat wel gedaan. Ik heb daar redelijk berusting in gevonden. Nu heb ik meer het idee wat er anders moet gaan, zodat ik het nog beter kan doen. Want dat heb ik zelf in de hand. Tijdrijden is een specifieke kwaliteit van mij en die wil ik zeker nog verder uitbouwen. Het is fijn dat ik met die vierde plek op het EK kan zien dat ik stappen maak. Zo kijk ik er nu naar.”

Waar liggen die verbeterpunten dan precies, waar moet je aan werken?
“Aan meerdere facetten, eigenlijk. Aerodynamica is natuurlijk wel een groot onderdeel daarvan. Ik ben er heel erg mee bezig om nieuwe inzichten te zoeken, ik probeer mijn positie op de fiets te verbeteren, het materiaal aan te pakken, mijn bandenkeuze nog beter te overwegen, dat soort zaken. Dat doe ik in samenwerking met mijn ploeg. Voor iemand als Remco Evenepoel is dat natuurlijk makkelijker om daarin iets te veranderen. Wat logisch is, begrijp me goed. 

Het tweede punt zit hem in de details tijdens de tijdrit. Hoe rijd je nog betere bochten, hoe zorg je ervoor dat je nog langer in die ideale houding blijft, meer de uitvoering van de tijdrit. En het derde punt is het realiseren van meer wattages gedurende de hele tijdrit.”

Jij bent een van de langste renners (1 meter 98) van het peloton en zei net zelf ook al dat je minder aerodynamisch bent. Zit je lengte je als tijdrijder niet wat in de weg?
“Ik denk dat kleinere renners wel een iets groter voordeel hebben, ja. Aan de andere kant zijn Joshua Tarling, Filippo Ganna, Stefan Küng en voorheen ook Tom Dumoulin lange renners. Oké, niet zo lang als ik. Maar ook voor mij moet het mogelijk zijn om goede tijdritten te rijden. Verhoudingsgewijs moet ik alleen nog meer wattages wegtrappen. Daar draait het tegenwoordig om, hoeveel watt je per CdA kan duwen. Wie dat kan, wint de tijdrit. 

CdA is de meeteenheid waarmee wetenschappers uitdrukken hoe veel weerstand je hebt. Mijn CdA (het meet hoe efficiënt een wielrenner zich door de ruimte beweegt. Hoe lager de CdA waarde, hoe sneller je fietst bij hetzelfde geleverde vermogen. Bron: AeroPro) is bijvoorbeeld 0,23, maar bij ons in de ploeg zijn er ook jongens met een CdA van 0,18. Dat verschil is best heel groot, dus moet ik heel veel meer wattages rijden.”

• 

  22 sep

  Lees ook Dumoulin en Clement leggen sterke én zwakke plekken van wereldkampioen Evenepoel bloot

  22 sep

Met hoe veel vertrouwen ga je zondag aan dat WK beginnen?
“Op het EK tijdrijden heb ik natuurlijk een paar goede gasten achter me gehouden, dus dat geeft me wel extra vertrouwen. Ik vind het lastig om te zeggen wat ik moet verwachten. Ik ga voor de top-10. Mijn doel is om een heel goede tijdrit te rijden en dan zien we daarna wel wat voor plek dat waard is. 

Of een medaille mogelijk is, na het EK? Er komen wel echt nog een paar heel goede renners bij. Het podium is niet helemaal realistisch. Niet dat ik daar niet voor ga, hoor. Maar in een tijdrit hoef je niet te kijken naar de tegenstand. Je moet je focussen op jezelf en ervoor zorgen dat je zo hard mogelijk rijdt en ‘em zo goed mogelijk uitvoert. Het resultaat is dan wat het is.”

Aan de support zal het in ieder geval niet liggen, want een van de nieuwste fanclubs in het peloton staat op naam van de Nederlands kampioen tijdrijden. Twee maanden geleden werd Daan Hoole-gens opgericht. “Dat wist ik niet! Altijd leuk als mensen je waarderen”, blijft de WK-ganger nuchter, die bij de laatste twee edities 23ste (2022) en 34ste (2023) werd. Maar nu gaat hij met getankt EK-vertrouwen voor de top-10.

• 

  22 sep

  Lees ook WK 2024: Voorbeschouwing tijdrit elite mannen - Volgt Remco Evenepoel zichzelf op?

  22 sep