Cardoso over dopingzaak: “Ik heb het grote geld niet om de strijd aan te gaan”
André Cardoso zit al meer dan een jaar in onzekerheid over zijn positieve dopingtest, die hem vlak voor de Tour van 2017 een schorsing opleverde. Hij werd betrapt op EPO, maar na de analyse van de B-staal is er twijfel ontstaan. De UCI houdt de Portugees desondanks aan de kant. “Ik denk dat het niet meer over doping gaat, het voelt alsof het politiek is”, zegt Cardoso tegen VeloNews, dat uitgebreid onderzoek deed naar de zaak.
“De UCI weet dat ik geen ster ben. Ik ben geen miljonair. Ik heb het grote geld niet om de strijd aan te gaan. Ze willen niet zeggen: ‘Misschien heeft het lab een fout gemaakt’, omdat het makkelijker is om mij buiten de sport te zetten”, legt Cardoso uit.
De zaak zit ingewikkeld in elkaar. Cardoso (destijds Trek-Segafredo) werd betrapt op EPO, waarna hij dopinggebruik ontkende en de B-staal aanvroeg. Documenten die in handen zijn van VeloNews tonen aan dat de A- en B-staal niet overeenkomen. De tests zijn uitgevoerd door een dopinglab in Lausanne. “Het resultaat van de analyse van het urinemonster is twijfelachtig, maar niet overtuigend met betrekking tot de aanwezigheid van recombinant EPO”, valt te lezen. Naar verluidt waren veel minder sporen van het EPO-middel te vinden bij de hertest.
Schorsing op basis van A-staal
De test is niet gekenmerkt als negatief, maar als ‘atypische analyse’. Door deze benaming kan de UCI volgens WADA-regel 2.2 Cardoso langs de kant houden. De internationale wielerunie kan daarmee een schorsing uitdelen als de A- en B-staal niet overeenkomen. Ook kan het WADA iemand via deze regel schorsen op basis van een schuldbekentenis, een getuigenverklaring of via bewijs van politieonderzoek. Daarnaast kan de UCI simpelweg de B-staal aan de kant schuiven en haar schorsing baseren op enkel de A-staal.
Cardoso heeft een advocaat in de arm genomen om de regels van de UCI te onderzoeken, maar het blijft stil. Hij is nog steeds voorlopig geschorst. “Ik heb het geld niet om naar het CAS (Hof van Arbitrage voor Sport, red.) te gaan”, legt de inmiddels 33-jarige Portugees uit. “Ik heb alles al in de zaak gestopt. Het moment dat ik zag dat de UCI mijn zaak aanvocht met vijf experts en een sterke advocaat, was het moment dat ik dacht: ‘Oke, misschien is dit een slecht teken’.”
Overigens is in het originele artikel ook te lezen dat de dopingcontrole op een heel ander tijdstip plaatsvond dan was ingepland. Hierdoor had hij de controle geeneens hoeven doen (iets met tijdvakken en opgeven waar je dan bent, profs moeten dat elke dag en elk uur kunnen aangeven, best bizar), maar hij heeft het toch gedaan. Dat pleit wel voor hem.
Volgens deze benaming/redenatie hadden ze Froome dus toch ook weldegelijk kunnen verbieden te starten lijkt me.
Grijs gebied in de regels, moet je niet willen. Of schors de renner, of spreek hem vrij, maar hier heeft niemand wat aan.
Het bevestigt eigenlijk alleen wat de meeste denken : de zaak Froome/Sky stinkt
gaat niet over wel niet huili over froome/sky, maar meten met 2 maten ...
Er is ook een verschil tussen A en B staal (En ik maak hieruit op dat B-Staal negatief is), dus je argument slaat nergens op.
Het B staal is niet negatief maar het is een atypische analyse zoals in het artikel staat.
Dit is de reden en ook gelijk waarom het WADA hem niet wil vrijspreken:
A report produced by Dr. Gunter Gmeiner and Dr. Christian Reichel of the WADA-accredited laboratory in Seibersdorf, Austria states that Cardoso’s A sample shows signs of recombinant EPO use — the test involves examining colored bands produced by chemicals in the urine. The B sample, however, produced a color band that’s intensity was “drastically reduced compared to the A-sample.”
According to multiple reports from the appeal, the explanation given for this inconsistency is the potential degradation of EPO within the two samples. In simpler terms, Cardoso’s A test showed the presence of EPO, and by the time researchers tested Cardoso’s B sample, the EPO had dissipated.