Amador weigert WK te rijden door geldproblemen Costa Ricaanse bond

Andrey Amador heeft besloten niet aan het WK wielrennen in Innsbruck mee te doen. De kopman van de Costa Ricanen wil daarmee een statement maken richting de beleidsbepalers in zijn land. Er is geen geld beschikbaar om twee andere landgenoten mee te laten doen en Amador verklaart zich solidair aan zijn collega-renners. Als er nog geld vrij komt, reist hij wel af naar Oostenrijk.

In een bericht op Facebook licht Amador zijn keuze toe. “Het WK is de enige dag van het jaar waarop Costa Ricaanse renners de kans hebben om de kleuren van Costa Rica te verdedigen voor de ogen van de hele wereld. Wat een feest zou moeten zijn, is dat verre van, omdat de drie renners die Costa Rica vertegenwoordigen geen steun hebben”, aldus de Movistar-renner.

‘Als er niets verandert, ga ik het WK niet rijden’
Amador kreeg van de bondscoach te horen dat er geen geld is en dat de twee renners die met hem mee gaan, zelf de reis moeten bekostigen. “Het hele jaar probeer ik onze vlag in de wereldtop van het fietsen te laten zien. Ik ben teleurgesteld om deze passieve houding van de wielerbond en het olympisch comité te zien”, schrijft Amador op. “Zoals u kunt begrijpen, zijn dit niet de voorwaarden voor het vertegenwoordigen van mijn land op een WK. Als er niets verandert aan de situatie, ga ik het WK niet rijden. In principe omdat ik het niet ethisch vind dat we zelf de kosten moeten betalen. Het is niet de eerste keer dat we zo’n situatie meemaken. Ik denk dat er een limiet is.”

Geen voorbeeld voor de toekomst
“Ik doe dit als klacht naar de instellingen die ons niet steunen”, aldus Amador, die vorig jaar op eigen houtje de kleding van de selectie moest regelen. “Ik denk dat we ons heel eerlijk moeten afvragen waar wel geld voor is en waarvoor er geen geld is. Sport zou in onze samenleving heel belangrijk moeten zijn. Dit is geen voorbeeld voor de toekomst. Waar gaan jonge mensen nu over dromen door dit gebrek aan steun? Ik hoop dat dit iedereen aan het denken zet en het is te hopen dat zij ons voldoende steun zullen geven om ons land in Innsbruck te vertegenwoordigen.”