Niels Bastiaens

• donderdag 18 september 2025 om 16:40

Interview Terwijl UAE Emirates record na record breekt, woedt in de onderste regionen van de UCI-ranking nog altijd een strijd om de laatste WorldTour-licenties voor de komende drie seizoenen. Met een voorsprong van amper 81 punten (het equivalent van een tweede plaats in een kleinere 1.1-koers) redt de Franse traditieploeg Cofidis nog net haar vel, maar dat doet de druk binnen het team niet minderen, vertellen renners Milan Fretin en Piet Allegaert aan onze website.

Cofidis prijkt in de UCI-ranking die de prestaties (lees: punten) van 2023, 2024 en 2025 samentelt momenteel op plaats 19. Initieel maakte het in die positie sowieso geen kans op één van de 18 plekjes in de hoogste divisie van het wielrennen, maar omdat de Belgische teams Intermarché-Wanty en Lotto binnenkort fuseren, komt er alsnog een extra plekje vrij. Een situatie waarvan het Franse team graag wil profiteren.

“We moeten zo snel mogelijk het gat op Uno-X Mobility proberen te vergroten”, stelt Milan Fretin. Het team van Thor Hushovd is Cofidis’ dichtste en realistisch gezien enige belager. “Het zal moeilijk worden, want de Noren rijden enorm sterk dit seizoen. Maar ikzelf heb nog ambitie in een aantal sprintkoersen in eigen land. Alex Aranburu pakt de laatste tijd veel punten in de grote wedstrijden. Het zal van ons twee moeten komen.”

Stress
Volgens zijn ploeggenoot Piet Allegaert is die puntenstrijd een groot thema binnen het team van manager Cedric Vasseur. “De druk van de sponsor Cofidis is groot naar de ploeg. Budgettair zal er wellicht heel wat veranderen als we geen WorldTour-ploeg meer zijn. Daarom moeten ze ook wachten met renners te contacteren voor 2026. Het is nu eerst even alles geven tot eind oktober, en dan zien waar we staan.”

Fretin: “In de groepschat krijgen we geregeld een herinnering hoe belangrijk de sponsor die WorldTour-licentie vindt. En als je eens een weekend niet scoort, merk je dat er meer teleurstelling is dan als we in een normale situatie zouden zitten.”

Fretin won in het begin van het seizoen – foto: Cor Vos

“Maar ook voor de renners is er een sportief belang”, schetst de Limburgse sprinter. “We willen zekerheid voor alle WorldTour-wedstrijden: ofwel als WorldTeam, ofwel door ons bij de twee beste ProTeams te rijden. Niemand wil dat we in een situatie komen waarbij we de Tour de France moeten laten schieten. Het houdt iedereen bezig, maar tegelijk heeft dat geen zin. Als je goed rijdt en je amuseert, komen de punten vanzelf.”

Maar net dat laatste is dit seizoen niet altijd het geval. De ploeg begon wel sterk aan het seizoen met WorldTour-zeges van Bryan Coquard en Alex Aranburu in de Tour Down Under en de Ronde van het Baskenland, maar met etappezeges pak je geen grote punten. Fretin deed wel zijn duit in het zakje met een voorjaar om U tegen te zeggen, maar de ploeg zakte in de tweede helft van het jaar meer en meer weg.

Blessuregolf
Allegaert heeft daar een goede verklaring voor. “De verwachtingen waren hoog, zeker nadat ze in de vorige transferperiode de halve ploeg hadden vernieuwd. Maar we hebben veel ongeluk gehad, vind ik. Ik ben bijna een half jaar out geweest met een blessure, hetzelfde geldt voor Simon Carr. Onze talenten Eddy Finé en Hugo Toumire sukkelden met de liesslagader. Finé is gestopt met koersen en Toumire wordt nog geopereerd. Ludovic Robeet kreeg recent ook een beroerte.”

“Dat zijn serieuze blessures. Geen sleutelbeenbreuken, maar heftige kwalen die vragen om een zeer lange revalidatie. En dat heeft ook impact op de rest van de ploeg. We zijn het seizoen begonnen met 30 renners, maar als je vervolgens een driedubbel programma moet afwerken met 23 man, moet iedereen de hele tijd koersen. We hebben ook geen Devo Team om in te zetten. Op den duur zit de hele ploeg op zijn limiet en geraak je in een vicieuze cirkel. De resultaten zijn deels uitgebleven omdat iedereen op zijn tandvlees zit.”

Veel ongeluk dus, maar mogelijks wel met grote gevolgen. “We zijn ook maar mensen en we doen ons best. Het kan snel onze kant op vallen, maar even snel naar de andere kant”, besluit Allegaert. Fretin: “Het is zeker nog niet over. Maar leuk is anders.”