Patrick Lefevere is niet te spreken over het feit dat de interesse van zijn ploeg in de Franse klimgeit Valentin Paret-Peintre als een lopend vuurtje door het wielerpeloton is geraasd. In zijn column in Het Nieuwsblad hekelt de ploegbaas het uitlekken van de informatie en vreest hij dat iemand in de ploeg hiervoor verantwoordelijk is.

“Een beetje gênant: ik heb nog niet eens mijn ploegleiders ingelicht en toch staat de transfer van Paret-Peintre al in de krant”, opent Lefevere. “Laat ik officieel bevestigen noch ontkennen: er is effectief nog niks getekend, maar ik word niet blij van zo’n lek naar de pers. Aangezien het in een Belgische krant staat, vermoed ik dat de bron in onze ploeg zit. En dan had ik toch op meer discretie gerekend.”

De ploegbaas ziet rondom de interesse van zijn ook een patroon ontstaan. Helaas voor Soudal Quick-Step, is dat er eentje die niet in hun voordeel werkt. “Paret-Peintre heeft al meteen ‘de wet van Lefevere’ bevestigd. Het is bijna ongelofelijk, maar elke renner die wij benaderen begint spontaan koersen te winnen. In dit geval dus een rit in de Giro. Je moet maar een halve commerçant zijn om te begrijpen dat de vraagprijs dan meteen omhoog gaat”

Julian Alaphilippe
Mogelijke inkomende transfers zijn niet de enige zorgen voor Lefevere. Ook de transfergeruchten rondom Julian Alaphilippe, recentelijk ritwinnaar in de Giro, blijven aanhouden. “Zijn makelaar Dries Smets heeft nog eens aangestuurd op een nieuw gesprek. Geen idee of dat uit beleefdheid is of uit oprechte interesse om te blijven. Want ook voor Julian heeft de Giro zijn marktsituatie natuurlijk veranderd. Ik hoop vooral dat ik nog eens met hem kan samen zitten. Face to face, zonder makelaars en zonder onderhandelingsagenda van mijn kant.”

De voormalig wielrenner wil vooral een goed gesprek. “Om persoonlijk en professioneel de lucht uit te klaren. Julian zit sinds zijn zeventiende bij ons in de ploeg. Een zoon ga ik hem niet noemen, maar heel veel scheelt het toch niet. Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik heb gezegd, wat ik heb gezegd. Maar ik wil zeker zijn dat daar niks van blijft hangen.”