Wout van Aert: “In het veldrijden denk ik tijdens de week meer aan Mathieu”
Wout van Aert bereidt zich voor op zijn eerste veldrit van het seizoen. De coureur van Jumbo-Visma herbegint op 28 november in Kortrijk aan zijn crossseizoen. Zijn eeuwige concurrent Mathieu van der Poel start op 12 december in Antwerpen. Van Aert weet dat in het veld anders aangekeken wordt naar de onderlinge strijd.
“In het veldrijden, waar we er bovenuit steken, denk ik tijdens de week wel meer aan Mathieu: over hoe ik hem kan kloppen, en hoe ik mijn trainingen kan aanpassen met oog op zijn sterkste kwaliteiten”, vertelt hij in een interview met Sport/Voetbalmagazine.
“Op de weg is de perceptie gelukkig anders dan in het veld. Omdat het daar alleen tussen ons tweeën gaat, is de geklopte altijd de ‘loser’, die slechter is dan de andere. Maar als we, zoals in de Ronde, andere wereldtoppers uit het wiel knallen, beseft iedereen hoe goed we alle twéé zijn.”
De strijd in de Ronde van Vlaanderen werd door Van Aert en Van der Poel gewaardeerd. “Al denk ik niet dat wij op de weg trainen en koersen om elkaar te kloppen. Wij trainen om te kunnen wínnen. Maar om bepaalde koersen te winnen moeten we elkaar nu eenmaal verslaan – een nuanceverschil”, zegt WVA.

De strijd in de Ronde van Vlaanderen – foto: Cor Vos
In opbouw naar de cross
Na zijn tweede plaats in De Ronde was het wegseizoen van Van Aert klaar. Niet lang erna begon hij al met voorbereidingen op het veldritseizoen. “Ik had er ook geen behoefte aan om lang stil te liggen. Zelfs bij het lopen, wat ik al lang niet meer had gedaan, had ik snel de smaak opnieuw te pakken”, geeft hij aan.
“Dat is wel veranderd in vergelijking met vroeger. Toen was ik ook al een trainingsbeest, maar begon ik na een rustperiode van vier weken met lichte tegenzin aan mijn eerste training. En duurde het nog twee weken eer ik weer echt goesting kreeg. Dat kan ik mij nu niet meer voorstellen.”
‘In Tirreno-Adriatico 2021 wil ik wel voor een klassement gaan’
De prestaties van de Lillenaar in de Tour de France hebben hem aan het denken gezet. Al wil dat niet zeggen dat hij zich vanaf nu op rittenkoersen gaat focussen. “Mijn klassiek palmares uitbreiden blijft prioriteit. Dat plan ga ik niet omgooien om op een klassement in de Tour te mikken. Ja, ik ben lang meegegaan in het hooggebergte, maar er is een groot verschil tussen op kop rijden tot vijf kilometer van de top en meegaan tot de finish. En er ook drie weken lang élke dag te staan”, legt Van Aert uit.
“Dat, zeker de Tour wínnen, is onrealistisch en dat wil ik voorlopig ook niet najagen. Ook omdat je dan op een heel andere manier moet trainen dan voor de klassiekers”, zegt hij. “Misschien dat ik ooit het roer omgooi, maar dat is nog véraf. Dan zou ik ook eerst in Tirreno-Adriatico, de Dauphiné of de Ronde van Zwitserland moeten schitteren. Op kortere termijn is dat wel mogelijk, zeker in rittenkoersen met een tijdrit, zoals Tirreno-Adriatico. Daar wil ik in 2021 wel voor een klassement gaan. En later ook in klimklassiekers als Luik en de Ronde van Lombardije.”

Wout van Aert als helper in de bergen – foto: Cor Vos
Olympische Spelen
We spraken Van Aert eerder al over het dilemma van de zomer van 2021. Dan worden de olympische wielerkoersen een week na de Tour de France verreden. De winnaar van Milaan-San Remo denkt dat de wegrit in Tokio te zwaar is. “Het wordt kantje boord, ja. Meer kans heb ik op een gouden medaille in de tijdrit, op een omloop die wél op mijn lijf geschreven is. In tegenstelling tot het bijna volledig vlakke WK-parcours in Imola zou ik Filippo Ganna daar kunnen verslaan. Al bewees hij in de Giro dat hij ook heuvelachtige omlopen aankan”, zegt Van Aert.
Remco Evenepoel is al zeker van een ticket naar Tokio. Van Aert zou in de bergachtige wegrit graag voor Evenepoel werken. “Het is nog vroeg om over een rolverdeling te spreken, we weten nog niet wie in welke conditie zal zijn. Maar het wegparcours is alleszins meer op Remco’s maat gesneden. Als de bondscoach hem naar voren schuift als kopman, dan wil ik mij zeker ten dienste van Remco stellen. Ik heb al getoond dat ik niet vies ben van iemand te helpen die beter is”, concludeert de 26-jarige Van Aert.

Kijk nu al uit naar de eerste cross tussen die twee. Waarbij het de vraag is hoe goed ze allebei aan het begin zullen zijn, aangezien voor allebei het WK CX de belangrijkste wedstrijd gaat zijn.
volgens mij is dat het grootste trauma van Mathieu: verreweg de sterkste zijn, maar geklopt worden door een paar ouwe bandjes op de zolder van Niels Albert...
Dit jaar was het op de weg precies omgekeerd, daar reed Wout het hele seizoen fantastisch maar op de belangrijkste afspraak, de Ronde, werd hij geklopt door Matje.
Op de weg zijn het gewoon andere coureurs, dat vind ik juist super leuk. Een aantal wedstrijden overlappen qua winstmogelijkheden en dat zijn toevallig de grote wedstrijden - dus hoe mooi wil je het hebben!
Het WK in tabor mag VDP dan aan Van Aert geven. Twee kettingproblemen, een lekke band en een valpartij waardoor hij meer dan 1 minuut verliest. Hij eindigt op 15 seconden en rijdt de snelste rondetijden.
En ondanks dat VDP zogezegd verreweg de sterkste was rijdt Van Aert met zwaardere banden 8 seconden onder zijn snelste rondetijd. En rijdt hij na VDP zijn laatste lekke band nog meer dan 25 seconden weg. 3/4 van VDP’s lekke banden waren ook gewoon een bocht voor materiaalpost.
Als je hoort dat zo'n beetje iedereen meerdere keren lek gereden is en sommige renners op moesten geven omdat al hun tubes kapot waren, dan mag je toch stellen dat er iets niet goed is aan het parcours.
Een keer een lekke band hoort bij de sport (bandendruk en bandenkeuze voor grip vs rolweerstand), maar als er met gangbare banden in die mate lek gereden wordt zoals in Luxemburg dan is de ondergrond gewoon niet geschikt.
Het waren vooral oude tubes die door het lang op zolder liggen hard en stug geworden waren. Traktorbanden is een veel te groot woord, net als als het "veel hogere vermogens moeten trappen om vooruit te komen".
Klinkt leuk, maar als hij echt 50 watt meer had moeten duwen dan VDP om vooruit te komen, dan was hij echt niet als eerste over de streep gekomen. Paar watt extra, daar ga ik nog best in mee. Maar overdrijven is ook een vak...
Doet mij denken aan de verhalen van de eerste Tours.
Aan de andere kant, zonder elkaar waren beiden nooit zo goed geworden.
MvdP 109 - WvA 49 ...... dat behoeft verder geen uitleg toch?
Er wordt altijd geroepen dat Wout de ploeteraar was, en Mathieu het vooral moest hebben van technische omlopen. Dat Wout het grote vermogen kon leveren en Mathieu de explosiviteit had. Dat Wout de betere loper was.
Maar de afgelopen jaren hebben aangetoond dat Mathieu qua ploeteren, vermogen en zelfs qua lopen niet onder doet voor Wout. Moddercross, zandcross, snelle cross, bevroren cross: altijd was Matieu baas. Hij heeft laten zien dat hij alle facetten van het crossen tot in de puntjes beheerst. En snelheid en techniek combineert als geen ander (nagenoeg iedereen kan over balkjes springen, maar hoe snel kun je dat...). Of naar boven rijden waar anderen te voet staan. Het hoogste niveau wat ik ooit in de cross heb gezien. En daar is vriend en vijand het denk ik over eens.
Ik ben wel erg nieuwsgierig of de stap die Wout gezet heeft op de weg, ook zichtbaar gaat zijn in de cross. Of dat hij sterker is geworden qua power, maar misschien heeft ingeleverd op techniek en loopvermogen...
Ik hoop in ieder geval op beklijvende duels.
Zo vreemd lijkt deze nuance me ook niet om afgedaan te worden als 'complete onzin'. Van Aert heeft niet de techniek en de korte explosieve inspanningen in huis om van der Poel bij te houden op een snel en bochtig parcours, maar wel de power en het duurvermogen om op zware omlopen het duel aan te gaan.
Zoals ik ook in mijn eerste post aangaf: MvdP is de betere crosser. Lijkt mij weinig op af te dingen als hij buiten een zeldzaam uitschuivertje op de Koppenberg zowat elke cross wint waar hij start.
Ronse vorig jaar.
@ Michelangelo
Van der Poel en Van Aert hebben de voorbije jaren maar drie echte moddercrossen gereden. Gavere en Namen in 2018 en het WK vorig jaar. VDP versloeg hem wel, maar vorig jaar was Van Aert juist terug van blessure en in 2018-19 had Van Aert zijn minste seizoen. Geen van die drie crossen was een echte loopcross. De laatste loopcross was het WK in Valkenburg.
Van der poel is en blijft de betere crosser, want hij is de goat crosser. Hij heeft meer techniek, explosiviteit, betere start, beter op snelle parcoursen, beter in het zand, beter op interval parcoursen en in goede doen beter op zware klimkoersen. Van Aert is enkel een betere loper en meer consistent in de zware klimkoersen.
Maar ook ik ben benieuwd of Van Aert zijn bloedvorm op de weg ook mee kan brengen naar het veld. Een ouderwets duel in dit a-typische seizoen zou meer dan welkom zijn. En Iserbyt mag ook wel weer even weten waar hij staat...
Dat verder WVA een factor is in het hoofd van MvP en andersom, lijkt me niet heel verrassend.
Verder: " fietsen is meer dan enkel hard trappen" . Ik zie ze vaak in een veldtoertocht voorbij flitsen. Snoeihard trappend, om vervolgens te vergeten ook naar de pijltjes te kijken. Zodat ze vervolgens op de volgende singletrack weer balend achter me zitten. En als ik mijn melige dag heb, dan geef ik ze deze wijze raad wel eens lachend mee ;-)
Beiden hebben ze al een monument te pakken (Mathieu de mooiste).
Mathieu wint de grootste wedstrijd van Nederland (Amstel) op ongekende wijze, Wout wint de mooiste nieuwe klassieker op ongekende wijze (Strade).
Beiden hebben ze wat semi-klassiekers op hun naam staan.
Wout wint tijdritten, dan kan Mathieu nu niet. Mathieu wint een WT-etappekoers, wat Wout niet gelukt is.
Mathieu is 2x nationaal kampioen, Wout 0x. Wout heeft 3 Touretappes op zijn naam, tegenover 0 voor Mathieu (maar Mathieu heeft nog niet mogen starten).
Wout gaat zich in 2021 richten op een weekse ronde (Tirreno) en dat hiaat in zijn palmares vullen. Mathieu zal zijn eerste Tour rijden en dat hiaat in zijn palmares vullen.
Ik zie echt niet dat een boven de ander uitsteekt op de weg, zeer aan elkaar gewaagd.
Klopt, met een kleine correctie, ook Wout is tweemaal nationaal kampioen, in de tijdrit dan he.
Duidelijk het WK in Luxemburg niet gezien.
Om te beginnen is materiaalkeuze essentieel op een dergelijk circuit. Niet zozeer de keuze van tubes door Albert (voor Van Aert) was opmerkelijk, maar veeleer het niet anticiperen door de meeste concurrenten. Van Aert reed uiteindelijk op verouderde en veel minder performante (lees trage) tubes. Maar die wel tegen steenslag geschikt waren. De rest reed met ultralichte, -dunne en snelle tubes. In het begin van de race reed Van Aert, door de trage tubes, op achterstand, ook op jongens die hij anders steeds achter zich liet. Toen de materiaalslag zich doorzette, schoof Van Aert geleidelijk aan op tot in eerste/tweede positie. Op een bepaald ogenblik nam VdPoel, in een poging om afstand te nemen, enorm risico's in de moeilijke en steile "schuine kant". Waardoor hij beneden met zijn wiel tegen het hekken sloeg. Hij bleef recht, maar reed daar lek (de beelden zijn beschikbaar, je kan ze steeds opnieuw bekijken). Die lekke band op dat ogenblik in de koers, heeft niets met materiaal te maken, maar alles met beheersing en kunde. Toen VdPoel nadien op achterstand wisselde, liet hij, zoals vaker, de kop hangen. Remember het beloften WK, het WK in Zolder en bij het laatste WK in Valkenburg.
Het WK in Luxemburg zal hoe dan ook de geschiedenis ingaan als een masterclass materiaalkeuze en anticiperen.
Punt is dat niet iedere prof beschikt over "een zolder van Niels Albert".
Natuurlijk wil ik een compliment maken over de bandenkeuze van destijds, maar mijn opmerking is gericht op het parcours, niet op Niels of Wout. En niet iedereen heeft de beschikking over dergelijk materiaal.
Ik vraag me af hoe beloften, juniors en dames over een dergelijk parcours geraakt waren met hun standaard Rhino's en Griffo's, en hun 3 reservewielen. Ze hadden nog het geluk dat bij hen de bovenlaag nog bevoren was, en er dus "normaal" gefietst kon worden.
Voor mij was het daarom meer een materiaalslag, dan een strijd van wie op die dag de beste was. En ik wil juist zien wie de beste is, niet wie de beste banden op zijn fiets heeft. Ook al is materiaalkeuze wel degelijk onderdeel van de sport (welke band, welke druk, wel of geen schijfremmen, etc). Maar dit ging mij net te ver omdat niet iedereen daarin met gelijke wapens kon strijden.
Het was een tijdje lekker rustig zonder Hollow Knight, Burdinnogwat en User, maar het lijkt er nu op dat die rust weer voorbij is. Het kan natuurlijk ook dat bovengenoemde leden een nieuw account hebben aangemaakt of hun naam hebben veranderd.
- Albert/vanAert kozen de groene Michelins vanwege GRIP omdat er sneeuw en ijs lag en Wout daar technisch minder op is dan VdP.
- Dat het ging dooien en dat onder de ijslaag zoveel scherpe puin lag dat er die dag meer dan 100! lekke banden waren had NIEMAND vooraf kunnen weten.
- Dat de oude groene banden lek bestendiger waren (geworden) was niets meer dan een bijkomend GELUK/MAZZEL
Alle geleuter achteraf overal materiaal kennis en voorbereiding zijn klinkklare onzin.
Het was vooral GELUK ..... en ook dat moet je hebben om te winnen
Hetzelfde geld bij plak bidon en stayeren achter de volgwagens. Ook hier wordt telkens met 2 maten gemeten. Een Nederlander wordt de regenboog trui afgenomen wegens stayeren en de volgende renner die gevallen is en terugkomt achter de volgwagen wordt niet bestraft.
Ik vind dat wel sneren, elke renner heeft weleens de kop laten hangen en om dan specifiek MVDP als voorbeeld te kiezen vind ik vreemd. Het zijn vaak dezelfde mensen die een competitie tussen Wout en Matthieu in de vorm van een scorekaart willen brengen. Ik kan gewoon genieten van beiden zonder een plus of min te zetten als de een wint en de ander niet. Voor mij waren de twee mooiste momenten dit jaar de winst van Wout in de Strade en de manier waarop + de overwinning van MVDP in de slotetappe van de Binck Bank Tour. Dan ga ik echt niet bijhouden wie van de twee nu meer onderlinge overwinningen heeft maar geniet ik van die prestaties.
Murcia, wat heeft dat nu te maken met "sneren"? Dat is toch gewoon wel vaker gebleken. Dat is geen sneer, dat is eerder gewoon een feit, dat Mathieu soms als het wat tegen zat, zijn kopje liet hangen. Het jaar voor Luxemburg was dat des te opvallender. Beiden haken in elkaars wiel en verliezen veel tijd, kunnen samen weer verder. Maar waar Mathieu wegzakt, rijdt van Aert iedereen voorbij en pakt de wereldtitel. Ik heb trouwens wel de indruk dat hij daarvan verlost is, getuige zijn overwinning in de Amstel, waar hij is blijven knokken tot het einde, uit een verloren positie.
MvdP 109 - WvA 49 ....... daar hoeven we het verder dus niet meer over te hebben
Maar als jij vindt dat we het daar niet meer over moeten hebben, dan zou ik zeggen dat je maar je eigen raad moet opvolgen, want een groot verlies in deze discussie lijkt het alvast niet.