WK 2017: Voorbeschouwing Ploegentijdrit
De wereldkampioenschappen in het Noorse Bergen worden zondag afgetrapt met de ploegentijdrit. Terwijl de mondiale titelstrijd doorgaans wordt ingevuld door landenploegen, is dit de enige discipline waarin merkenteams ten tonele verschijnen. Wie wint deze prestigestrijd? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Het WK Ploegentijdrit is een nog relatief jonge wedstrijd. In 2012 kwam het onderdeel opnieuw op de kalender. In de vijf eerdere edities werden de (hoofd)prijzen verdeeld tussen twee ploegen: Quick-Step en BMC. Momenteel is de tussenstand 3-2 in het voordeel van de Belgische formatie. Quick-Step won de eerste twee edities en de meest recente. In 2014 en 2015 ging BMC met de titel aan de haal.

Vorig jaar kroonde Etixx-Quick Step zich tot winnende formatie – Foto: Sirotti
Vorig jaar was het dus weer de beurt aan het team van Patrick Lefevere. De ploeg legde het veertig kilometer lange parcours in het Qatarese Doha twaalf tellen sneller af dan concurrent BMC.
Het evenement kende de laatste jaren de nodige organisatorische problemen. De ploegen lagen met UCI in de clinch over de vergoeding van de reiskosten. Ook dit jaar kwam het bijna tot een boycot. Nadat de UCI water bij de wijn deed, komen er dit jaar toch enkele topteams aan de start.
Parcours
Vanuit de start in Askøy gaat het in zuidelijke richting voor een traject van 42,5 kilometer. Het parcours is allerminst vlak. De eerste dertig kilometer gaan constant op-en af, met onder meer een passage over de adembenemende brug van Askøy. Onderweg zijn er twee (officiële) beklimmingen opgenomen. De zeshonderd meter lange Loddefjord (10% gemiddeld) vormt de eerste echte klimtest voor de in koers zijnde ploegen. Eenmaal de top bereikt, staan er tien vrijwel vlakke kilometers op het programma. Onderweg volgt er nog een passage langs het koninklijk stulpje Gamlehaugen, dat ook dienst deed als residentie voor een van de belangrijkste Noorse premiers uit de geschiedenis: Christian Michelsen (1857-1925).
De tweede klim van de dag luistert naar de naam Birkelundsbakken. Dit is een drie kilometer lange helling aan 6%, met pieken tot maar liefst 16%. De laatste tien kilometer van de chrono kunnen voornamelijk met de grote plaat worden afgewerkt. Toch dient de focus te worden bewaard, met een zeshonderd meter lange kasseienstrook op een goede tweeduizend meter van de meet en nauwe wegen in de finale. Dit zal zorgen voor een extra moeilijkheidsgraad. Onderweg zijn er drie punten waar de tijd wordt opgenomen.
Favorieten
De opname van de ploegentijdrit in het wedstrijdschema heeft ook dit jaar niet voor massa’s dolenthousiaste reacties uit het peloton gezorgd. In totaal staan er (net als vorig jaar) zeventien ploegen aan de start, waarvan elf WorldTour-teams (in Doha waren dat er nog tien). Opvallend genoeg staat er geen enkele Franse ploeg aan de start. Het deelnemersveld wordt onder meer opgevuld met vier Noorse continentale ploegen. Het gebrek aan enthousiasme komt deels door de kosten, maar ook het gegeven dat deze specialistische discipline de afgelopen jaren gedomineerd wordt door twee ploegen zal meespelen.

BMC won dit jaar de ploegentijdritten die ertoe deden – Foto: Sirotti
De kans is groot dat de strijd om het goud ook dit jaar weer voornamelijk tussen Quick-Step en BMC zal gaan. Laatstgenoemde ploeg was dit jaar heer en meester in de betwiste ploegentijdritten. In Tirreno-Adriatico, de Ronde van Catalonië en de Vuelta trok de rood-zwarte trein de overwinning naar zich toe. Voor Manuel Quinziato worden het zijn laatste kilometers als beroepsrenner. De Italiaanse hardrijder (lid van de winnende teams in 2014 en 2015) hangt na aanstaande zondag zijn fiets aan de wilgen. Zijn ploeggenoten zullen ongetwijfeld alles in het werk zetten om hem een gouden afscheid te bezorgen.

Quick-Step won het WK ploegentijdrit het vaakst – Foto: Sirotti
Titelverdediger Quick-Step Floors zal daar ongetewijfeld een stokje voor willen steken. In vergelijking met het gouden team van Doha zijn vier van de zes renners er opnieuw bij. Enkel Marcel Kittel en Tony Martin zijn vervangen door Jack Bauer en Philippe Gilbert. De grote vraag is hoe de Quick-Step-trein zal functioneren zonder stoomlocomotief Tony Martin. De Duitser was (samen met Niki Terpstra) bij alle vier de wereldtitels een belangrijke factor. Kan de ploeg het ook zonder hem?
Het brons ging vorig jaar naar de Australiërs van Orica-Scott. Dat was een evenaring van de derde plek in 2012. De ploeg werd ook al twee keer tweede, in 2013 en 2014. Bij de Australiërs is oudgediende Svein Tuft opnieuw een belangrijke pion, al is het de vraag in hoeverre hij hersteld is van zijn eerdere opgave in de Vuelta. Samen met Duo Normand-maatje Luke Durbridge is hij een belangrijke motor in deze ploeg.

Sky behoort met Froome tot de medaillekandidaten – Foto: Sirotti
Ook Sky behoort dit jaar tot de medaillekandidaten. Niet op basis van de historie, want verder dan een bronzen plak in Firenze (2013) kwam het Britse sterrenensemble tot dusver niet. Dit jaar zijn de Britten echter ambitieus en komen zij met een ijzersterke selectie aan de start. Chris Froome gaat bijvoorbeeld voor het eerst in zijn carrière een gooi doen naar goud. Met onder meer erkende hardrijders als oud-wereldkampioen Vasil Kiryienka, alleskunner Michal Kwiatkowski en Geraint Thomas aan zijn zijde, moet het raar lopen mochten zij naast de medailles grijpen.

LottoNL-Jumbo komt met een sterke ploeg naar Noorwegen – Foto: Sirotti
Gezien de selectie waar Sunweb mee aan de start verschijnt, mag de ploeg eveneens ambities koesteren. Met name de capaciteiten tegen de klok van Tom Dumoulin en Wilco Kelderman moeten deze ploeg een hoge klassering kunnen bezorgen. Ook LottoNL-Jumbo zou hier hoge ogen moeten kunnen gooien. De ploeg vaardigt een sterke selectie af met erkende hardrijders als Lars Boom, Jos van Emden, Stef Clement, Primoz Roglic en Europees kampioen tegen de klok Victor Campenaerts.
Hoewel de medailles doorgaans onder een select groepje teams verdeeld wordt, herbergt het peloton zoals altijd enkele outsiders. Het Spaanse Movistar rekent onder meer op tijdritkanonnen Alex Dowsett en Jonathan Castroviejo en mag daarom niet onderschat worden. Katusha-Alpecin beschikt in de persoon van Tony Martin over een ervaringsdeskundige die weet wat het is om een ploeg naar de wereldtitel te leiden. Astana werd vorig jaar nog negende en moet in dit deelnemersveld geacht worden deze prestatie te kunnen evenaren. Ook BORA-hansgrohe en Trek-Segafredo zijn kanshebbers voor een plek bij de beste tien.
“Sunweb en LottoNL-Jumbo zijn gevaarlijke outsiders” – Ook in WielerFlits Live werd vooruitgeblikt op het WK tijdrijden. Bekijk hier het fragment:
Favorieten volgens WielerFlits
**** BMC
*** Quick-Step Floors, Sky
** Orica-Scott, Sunweb, LottoNL-Jumbo
* Movistar, Katusha-Alpecin, Astana, BORA-hansgrohe
Deelnemerslijst (Cyclingfever)
[poll id=”601″]
[quote=artikel]De tweede klim van de dag luistert naar de naam Birkelundsbakken. Dit is een drie kilometer lange helling aan 6%[/quote]
.
Dat zou betekenen dat er 180 hoogtemeters worden overwonnen in 3 kilometer. Dat zie ik in het plaatje niet terug. De top lijkt 125-130 meter boven zeeniveau te liggen, in 3km is dat dus maximaal 4 a 4,5%.
En die eerste klim, 600m aan 10%, ach. Ze beginnen eraan vanuit een afdaling, dus de eerste 200m krijgen ze gratis. Dan is het heel even een kwestie van niet opblazen.
[url=https://www.strava.com/activities/1184892207/overview]Hier[/url] de Strava-rit van Jos van Emden met o.a. Gijs van Hoecke. Het eerste deel en het laatste deel hebben ze twee keer gedaan. Na 83,7km staat de teller op 927hm, dat is 11hm/km.
Een verkenning van de [url=https://www.strava.com/activities/1184809118/]FDJ-dames[/url] geeft 520hm in 45km, dus zo'n 12hm/km.
De zogenaamd steile stukken zie ik in deze Strava-ritten niet terug. De tweede klim komt daar uit op 1,4km aan 7%, dat klopt beter met het profielplaatje in dit artikel.
1) Sky (komen niet voor niets met zo'n team)
2)Movistar (eigenlijk altijd goed op wk's, hebben ook nu weer een goed team)
3) BMC (ook wat zoals quick step iets minder imponerend lijkend nu, maar zouden nog in medailles moeten raken
3) BMC
Ik heb de laatste klim zelf een paar keer opgereden en hij is inderdaad niet zo extreem stijl, maar ook niet heel regelmatig, dus er zitten wel stukjes in die mij goed pijn deden. Zou alleen voor de pro's niet echt een probleem moeten zijn. Ik denk ook niet dat dit parcours heel zwaar is, ze rijden toch vooral over relatief vlakke wegen. In ieder geval het minst zware parcours van dit WK.
Dankje, moet toch verder kijken dan mijn neus lang is
*** Sky
** Bmc, Lotto Jumbo
* Sunweb, Quick Step, Movistar
1 sky
2 bmc
3 sunweb
4 TLJ
5 quick step
Bmc
Ltj
Qs
Sunweb
Jammer van de vrouwen, de mannen kan ik de analyse zelf wel maken.
Sunweb en TLJ hebben nog nooit laten zien mee te kunnen doen voor winst in een ploegentijdrit en ik zie ze dat ook dit jaar niet doen. TLJ heeft al jaren goede tijdrijders individueel maar samen halen ze nooit de top 5 en met moeite de top 10. Die gaan nog achter orica, katusha en movistar eindigen.
Ben het dus grotendeels eens met de sterrenverdeling, die denk ik ook tussen de regels door uitspreekt dat ploegentijdritten een discipline apart zijn waarbij in het verleden behaalde resultaten zeer bepalend zijn.
Zie het helemaal voor me met Groot-Brittannië (Froome, Thomas, Cumminghs, Dowsett, Doull en Stannard) tegen Nederland(Dumoulin, Kelderman, Van Emden, Boom, Clement en Terpstra) om het goud
Je bent aan het zeuren. Je lijkt wel een vrouw.
Op het laatste WK werd TLJ vijfde.
Zou mooi zijn. Ook zou ik Polen dan hoog inschatten.( Bialoblocki, Kwiatkowski, Bodnar oa)