Voorbeschouwing: Ronde van Romandië 2022
foto: Cor Vos
dinsdag 26 april 2022 om 13:30

Voorbeschouwing: Ronde van Romandië 2022

Helaas, helaas, het klassieke voorjaar zit erop. Maar niet getreurd, want met de Giro d’Italia staat de eerste grote ronde alweer om de hoek. En voordat de strijd om la maglia rosa losbarst, krijgen we ook nog een heerlijk tussendoortje: de Ronde van Romandië. Alhoewel, tussendoortje? Het roemrijke verleden, pittige parcours en sterke deelnemersveld maken de Zwitserse rittenkoers tot veel meer dan dat. Vandaar dat WielerFlits uitgebreid vooruitblikt!

Historie

De allereerste editie van de Ronde van Romandië vond plaats in 1947. Niet Gino Bartali (tweede) of thuisrijder Ferdi Kübler (derde), maar de Belg Désiré Keteleer opende de erelijst. Hoewel niet zo befaamd als zijn podiumgenoten, was Keteleer verre van een krabber. Het jaar voor zijn zege in Romandië, won hij bijvoorbeeld ook al de Waalse Pijl. Later zou hij nog ritten in de Tour (1x), Giro (2x) en Ronde van Zwitserland (4x) meepikken. In 1957, op 37-jarige leeftijd, werd hij tweede in Parijs-Nice.

1988
Het gebeurt in de Ronde van Romandië wel vaker dat een renner van ietwat geringe bekendheid maar grote verdienste de toppers uit zijn tijdperk de loef afsteekt. Neem 1988. Letterlijk, bedoelen we: pak de uitslag van de Ronde van Romandië 1988 erbij, bekijk het eens goed en tel af vanaf plek veertien. Veertiende: Peter Winnen, derde in de Ronde van Frankrijk van 1983, drie Touretappes gewonnen. Op die manier.

Twaalfde: Erik Breukink, een paar weken na de Ronde van Romandië (en 44 jaar na dato nog steeds trouwens) de grote held van de legendarische Gavia-rit. Negende: Marc Madiot, tweevoudig winnaar van Parijs-Roubaix. Achtste: Marco Giovannetti, Vuelta-winnaar in 1990. Zevende: Beat Breu, een man met een eigen bocht op Alpe d’Huez.

Breukink op de Gavia – foto: Cor Vos

Zesde: Pedro Delgado, geen uitleg nodig. Vijfde: Jean-François Bernard, klimtijdritkoning van de Mont Ventoux in de Tour van ’87. Vierde: Andrew Hampsten, stond in juni 1988 op het eindpodium van de Giro d’Italia – op het hoogste treetje, met de roze trui om zijn schouders.

Zimmermann, Rominger en …
Dan het podium. Derde: Urs Zimmermann, eindzeges in de Ronde van Zwitserland, de Dauphiné Libéré en het Critérium International (een serieuze koers in die tijd: Zimmermann klopte Sean Kelly en Greg Lemond). Tweede: Tony Rominger, drie keer primus in de Ronde van Spanje (dertien ritzeges), één keer in de Giro (vijf etappes), tweemaal de beste in Parijs-Nice, Tirreno-Adriatico en de Ronde van Romandië, én jarenlang de grote uitdager van Miguel Indurain in de Tour de France.

Eerste: Gerard Veldscholten.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ondergetekende, ondanks een bovenmatige interesse in de geschiedenis van het wielrennen, Veldscholten niet kende. De naam deed geen enkel belletje rinkelen. Nu vergoelijkt het leeftijdsverschil wellicht iets, maar dat is geen reden om in onwetendheid te berusten. Een Nederlandse winnaar van de Ronde van Romandië hoor je te kennen. Te leren kennen, desnoods. Vandaar dat WielerFlits de Tukker opbelde om het met hem te hebben over zijn leven, zijn carrière en – vooral – die ene week in mei ’88.

Veldscholten in zijn tijd bij TI-Raleigh – foto: Cor Vos

“Je hebt oud-renners die veel in de publiciteit zijn en oud-renners die wat minder in de publiciteit zijn. Ik vind het wel best zo”, reageert Veldscholten op de constatering dat hij tegenwoordig nauwelijks nog in de media verschijnt, in tegenstelling tot veel van zijn generatiegenoten. Het stoort hem blijkbaar niet. Anderen mogen op warme zomeravonden bij Dione de Graaff aanschuiven om over de Tour de France te praten.

En toch is het vreemd, dat we Veldscholten zo weinig zien. De inmiddels 62-jarige Nederlander, die bij de amateurs opviel door zijn tijdrijderskwaliteiten en in 1982 prof werd bij het TI-Raleigh van Peter Post, was namelijk geen eendagsvlieg. Verre van. Veldscholten won, naast het eindklassement van de Ronde van Romandië, ook ritten in de Ronde van Nederland, de Ronde van Zwitserland en de Dauphiné Libéré. Die laatste koers beëindigde hij in 1984 bovendien als zevende, de Ronde van Catalonië sloot hij datzelfde jaar af als vierde.

Te vroeg gejuicht
Sterke prestaties, in grote koersen. “Ja, het is wel iets anders dan de driedaagse van De Panne of weet ik veel wat, of niet?”, lacht Veldscholten, wiens geringe bekendheid misschien het gevolg is van één hiaat op zijn palmares: dagsucces in de Tour. In 1984 was hij er nochtans dichtbij. Sterker nog, Veldscholten heeft zich een heel eventjes winnaar gewaand van de negende rit van Bordeaux naar Pau. Hij bleef met een imposante solo het peloton voor, stak zijn handen in de lucht en… kwam er toen achter dat Philippe Chevallier al een paar minuten binnen was.

Veldscholten (links) reed vier jaar voor Post (tweede van rechts) – foto: Cor Vos

“Er werd die dag zoveel gedemarreerd, het was chaos. En ik zat wat van achteren. Op een gegeven moment wees ik naar een groepje en vroeg ik aan Van der Velde (zijn ploeggenoot Johan van der Velde, red.) of alles terug was, als die groep gepakt werd. Hij bevestigde dat. Daarna reed ik weg en dacht ik dat ik won”, legt Veldscholten uit. “In die tijd gebeurde zoiets trouwens wel vaker, we hadden veel minder informatie. Ik kan me nog een keer herinneren dat Saronni… Maar goed, wat ik wil zeggen: ik wist het dus echt niet. Volgens Post was dat trouwens maar goed ook. Hij zei: ‘Als je het had geweten, was je ook geen tweede geworden’.”

Overstap naar PDM
Het was 1983, nauwelijks anderhalf jaar na zijn debuut als prof, en Veldscholten moest nog 24 worden – die Touretappe kwam nog wel, daar kon je vergif op innemen. Het liep anders. In 1984 reed hij een uitstekende Ronde van Frankrijk – hij werd zestiende, zijn beste eindresultaat – maar ritwinst zat er niet. 1985: idem dito. Daarna verkaste Veldscholten van de ploeg van Post (Panasonic-Raleigh) naar PDM. “Ik wou toch wat anders. Er waren bij Panasonic zoveel goede renners, zoveel kleppers. Hier kreeg ik misschien iets meer vrijheid.”

Het werden verloren jaren. In zijn periode bij PDM, de seizoenen 1986 en 1987, reed Veldscholten nauwelijks uitslagen. Als hij überhaupt al reed, want blessures speelden hem in deze periode parten. “Ik had vooral last van de rug, waarschijnlijk door een val in het voorjaar. Daarna bleef ik sukkelen. Het liep gewoon niet helemaal lekker, niet helemaal goed. Ik had geen letsel of iets gebroken, maar ik kon niet optimaal trainen, geen wedstrijden rijden… En wedstrijden zijn de beste training, dat kun je niet met een brommertraining nabootsen.”

Veldscholtens PDM-jaren werden gekenmerkt door pech en blessures – foto: Cor Vos

“Er werden me zooltjes aangeraden en ik deed aan fysiotherapie, maar dat werkte niet. Het werd alleen maar erger. Ik kon op een gegeven moment amper van de fiets stappen”, herinnert Veldscholten zich. “Uiteindelijk ben ik naar Utrecht gegaan, daar zat iemand die bekend was met dergelijke blessures. Hij keek ernaar en zag het gelijk: een zenuwblokkade aan één kant. Ik verhield me daardoor enorm, zat helemaal vast. Met behulp van spierverslappers heb ik toen de spanning eraf gekregen. Het heeft lang geduurd, maar na twee jaar was het eindelijk voorbij.”

Ook zijn tijd bij PDM zat erop. Veldscholtens contract liep af en hij moest op zoek naar een nieuw team. Uiteindelijk komt hij uit bij Winmann-La Suisse. “Ik hoorde via-via dat er een Zwitserse ploeg gestart werd, waar nog renners voor gezocht werden. Het stond onder leiding van Köchli”, doelt Veldscholten op Paul Köchli, die in de jaren daarvoor naam had gemaakt als ploegleider, coach en trainer van onder anderen Bernard Hinault. “Ik dacht: daar ga ik naar toe. En het beviel gelijk goed. Ik had het daar echt naar mijn zin. Er hing een ontspannen sfeer.”

Köchli: een vrije geest
“Köchli was een vrije geest”, vertelt Veldscholten over de voormalig oefenmeester van succesformatie La Vie Claire. “Toen we de ploegenpresentatie hadden in Crans Montana, liet hij ons bijvoorbeeld gewoon skiën en langlaufen. Je kreeg de ruimte, was zelf verantwoordelijk. Als je slecht reed, had je jezelf te pakken. Daar is trouwens überhaupt veel in veranderd. Nu is het allemaal anders, ook met wattagemeters en zo. Alles wordt aangestuurd.”

“Je moet je eten op een weegschaaltje leggen, en er zijn die oortjes. Vroeger was het nog aan het peloton en de renners zelf om wat te ondernemen, nu is er regie vanuit de ploegleiderswagen. Natuurlijk zorgen de oortjes deels voor veiligheid, maar je kunt als renners wel iets minder vrij koersen. Misschien zie je van al deze dingen nu ook de gevolgen bij iemand als Tom Dumoulin…”

Paul Köchli in de Tour van 1987 – foto: Cor Vos

Terug naar 1988. Naar 10 april, om precies te zijn. Veldscholten staat, voor de eerste keer in zijn carrière, aan de start van Parijs-Roubaix. “Serge Demierre, mijn ploeggenoot bij Winmann-La Suisse, was ziek en haakte af. Op het laatste moment riepen ze mij op”, aldus Veldscholten. Het zou ‘één keer, nooit weer’ worden. Maar niet omdat was gebleken dat hij de wedstrijd niet aankon. Integendeel. Bij zijn enige bezoek aan de Hel kwam Veldscholten als zevende over de streep. Een formidabele prestatie, maar vooral ook een teken dat de grote vorm er na al het malheur eindelijk weer aan zat te komen.

In de Ronde van Romandië moest het er allemaal uitkomen. “Ik reed nu voor een Zwitserse ploeg, dus voor hen was die wedstrijd heel belangrijk”, vertelt Veldscholten, die destijds zelf ook al een band had met de wedstrijd. In een eerdere uitgave van de rittenkoers, die van 1983, had hij een etappe meegepikt door Stephen Roche in een sprint-à-deux te verslaan. “Roche was wel rap, maar ik klopte hem met een banddikte. Dat zijn altijd wel leuke dingen natuurlijk.”

Lekke band
Hoe leuk ook, in 1988 wilde Veldscholten meer dan louter een ritzege. Hij startte met klassementsambities. Toch was hij niet de uitgesproken kopman van Winmann-La Suisse, dat was Jean-Claude Leclercq. Leclercq, die ook de Waalse Pijl op zijn palmares heeft staan, was het jaar voordien al tweede in de Ronde van Romandië geworden en zou ook nu weer uitgespeeld worden. “Maar hij reed lek in een van de eerste etappes”, vertelt Veldscholten, die toegeeft dat hij zich niet alles meer herinnert wat er die week gebeurd is. Lachend: “Het is alweer meer dan dertig jaar geleden, hè?”

Veldscholten in 1988, bij Weinmann-La Suisse – foto: Cor Vos

Het moment dat Leclercq lekreed staat hem echter nog wel goed bij. “Het was op een smal weggetje, waar het een beetje vals plat omhoog liep. Ik zat bij de eerste groep, bij de favorieten, en zag dat Jean-Claude lek had”, kijkt Veldscholten terug. De situatie dwong hem tot een moeilijke keuze: wachten of doorgaan. De beslissing die hij tenslotte nam, was achteraf bekeken niet alleen bepalend voor de einduitslag van de Ronde van Romandië, maar ook voor de vorming van zijn karakter. “Ik was niet zo iemand die zei: ik wil dit of ik wil dat. Ik was een beetje bescheiden en verzette vaak veel werk voor de ploeg. Maar op dat moment dacht ik bij mezelf: Gerard, als je hier stopt en je geeft hem dat wiel, dan is het voor jezelf afgelopen.”

Veldscholten stopte niet. “Ik reed door en bereikte met de eersten de finish. Na afloop vroeg Köchli waarom ik niet gewacht had. Ik zei: ‘Ja sorry, ik was net te laat. Ik was Jean-Claude net voorbij en ik heb hem ook niet gezien’. In veel gevallen was ik wat te netjes, nu had ik een keertje lak. Soms moet je ook aan jezelf denken”, aldus Veldscholten, die mede dankzij deze actie de groene leiderstrui bemachtigde. Om ook de eindwinst binnen te halen, moest hij in de resterende etappes de aanvallen van vooral Tony Rominger afslaan. Vooral op de slotdag legde de Zwitser hem het vuur aan de schenen. “In afdalingen was ik altijd wat voorzichtiger. Daar wilde Rominger op de laatste dag gebruik van maken.”

Druk van Rominger
“Het was een langere afdaling, richting de finish. Rominger zette alles op alles om daar weg te rijden. Wat daarbij ook meespeelde, was het slechte weer. Je zag tijdens het afdalen soms geen hand voor ogen. Tsja, die Rominger heeft veel grote koersen gewonnen hè, die was wel geslepen hoor”, stelt Veldscholten. “Maar goed, ik reed voor de eindoverwinning, niet voor een 60ste plek in een etappe. Dat is toch anders. Je moet, je gaat. Je wilt de ronde niet laten lopen, er staat echt iets op het spel.”

Tony Rominger in 1994 – foto: Cor Vos

Uiteindelijk beperkt Veldscholten de schade en houdt hij net stand. “Het was met acht seconden verschil dat ik uiteindelijk won”, weet hij nog. Maar misschien herinnert hij zich dit tijdsverschil ook simpelweg omdat er nog altijd mensen zijn die beginnen over zijn zege in de Ronde van Romandië. Het levert, 34 jaar na dato, nog altijd erkenning op. “Soms kom ik ook mensen tegen die me in eerste instantie niet kennen, maar er dan achter komen dat ik de Ronde van Romandië gewonnen heb. Je merkt dat dat iets te betekenen heeft. Iedereen weet: als je daar wint, heb je wel wat in je mars.”

Na zijn overwinning in de Ronde van Romandië lijkt Veldscholten klaar voor nog veel meer straffe stoten, maar uiteindelijk zal hij nog slechts één keer zegevieren. In de Ronde van Nederland van 1991, als hij uitkomt voor Telekom, schrijft hij de derde etappe op zijn naam. In Tilburg blijft hij Louis de Koning voor. Het maakt blijkbaar niet genoeg indruk bij de teamleiding, want het leidt niet tot een contractverlening bij de Duitse ploeg. Eind 1991 – Veldscholten is dan 32 – zit zijn carrière erop. “Ik had nog wel even willen fietsen. Dat had misschien ook wel gekund, maar als je op dat niveau hebt gekoerst, bij ploegen waar alles zo goed gestructureerd is, ga je niet meer in Belgische kermiskoersjes rijden. Je wilt meedoen aan de grote wedstrijden.”

Fietsmonteur
“Wat wil ik gaan doen? Wat kan ik gaan doen?”, waren de vragen die Veldscholten zichzelf na zijn afscheid stelde. Uiteindelijk ging hij aan de slag bij fietsfabrikant Intersens, bekend van het merk Sensa. “Vroeger zat ik veel op de fiets, nu veel aan de fiets. Ik monteer racefietsen af. Bij ons bouwt één monteur één fiets op, dus ik krijg de spullen aangeleverd en zet dan alles in elkaar”, legt Veldscholten uit. Tijdens zijn carrière was hij overigens niet per se een materiaalfreak, vertelt hij. “Ik hoefde niet altijd het mooiste van het mooiste, of het nieuwste van het nieuwste. Het mocht van mij best iets zwaarder zijn, als het maar goed en betrouwbaar was. Dat vind ik nog steeds.”

Tegenwoordig schroeft Veldscholten zelf fietsen in elkaar – foto: Cor Vos

Hoewel minder vaak dan vroeger, springt Veldscholten ook nog regelmatig op zijn eigen fiets. “Als het slecht weer is, sla ik weleens over, maar ik probeer toch twee of drie keer per week te fietsen. Tegenwoordig ook vaak met mijn zoon Jaap, die sinds kort wat begonnen is. Ik heb het nooit gepusht, maar hij vindt het leuk. Dat is mooi om te zien.”

Als Veldscholten ’s weekends een tochtje heeft gemaakt, alleen of met Jaap, kruipt hij daarna vaak voor de televisie. Om wielrennen te kijken. “De voorbije klassiekers heb ik bijna allemaal gezien. Dan fiets ik ’s ochtends zelf even een rondje en zet ik daarna de televisie aan om de finale te kijken. Het zijn nu ook mooie koersen. Ze vliegen erin, het is al vroeg strijd. Zo’n Van der Poel ook. Op televisie lijkt het allemaal zo makkelijk, maar rijd daar maar eens mee, dan weet je hoe zwaar het is.”

Amstel Gold Race
Eenmaal per jaar zit Veldscholten ook nog écht met zijn neus bovenop de koers. “De afgelopen jaren ging het niet door, maar dit weekend* bestuur ik weer een gastauto bij de Amstel Gold Race. Dan ben ik dus de hele dag op pad met vier of vijf gasten. Die zijn soms wel verbaasd, als we met zeventig per uur zo’n helling afscheuren. Maar het is echt mooi, we komen soms tot tien meter van de kopgroep. Je kunt de renners dan van heel dichtbij zien. Dat blijft prachtig.”

Veldscholten vertelt het met enthousiasme, zoals hij al een uur lang met enthousiasme vertelt. Tijdens de Amstel Gold Race zal hij dat ongetwijfeld ook doen. Wat in ieder geval vast staat, is dat de vips een fantastische dag zullen beleven, vol fraaie verhalen. Geserveerd door hun gastheer, die ze vooraf misschien niet kenden, maar nadien nooit meer zullen vergeten.

*Het interview met Veldscholten is afgenomen en opgeschreven vóór de Amstel Gold Race.

Thomas Dekker troefde in 2007 Paolo Savoldelli en Andrey Kashechkin af – foto: Cor Vos

Tot slot nog een korte opsomming van wat andere winnaars van de Ronde van Romandië. Eerst de Belgen: Willy Bocklant (1963), Eddy Merckx (1968), Wilfried David (1973), Johan De Muynck (1976) en Claude Criquielion (1986). Nederland trok recenter nog het eindklassement naar zich toe. In 2007 sloeg de destijds 23-jarige Thomas Dekker zijn slag in de afsluitende tijdrit rond Lausanne. Eerder wonnen, naast Veldscholten, ook Wout Wagtmans (1952), Joop Zoetemelk (1974) en Johan van der Velde (1978) de Zwitserse rittenkoers.

Als we naar de laatste tien jaar kijken, zien we dat de Ronde van Romandië tussen 2011 en 2013 gewonnen werd door de latere Tour de France-winnaars. Achtereenvolgens stonden Cadel Evans, Bradley Wiggins en Chris Froome op de hoogste podiumtrede. De wedstrijd blijkt dus een prima opmaat voor de Tour, maar wie weet ook voor renners die pieken naar de Giro.

Na de suprematie van Team Sky met Wiggins en Froome gingen er ook nog eindzeges naar Ilnur Zakarin (2015), Nairo Quintana (2016), Richie Porte (2017) en Primož Roglič (2018 en 2019). Nadat de editie van 2020 werd afgelast vanwege de coronacrisis, was het in 2021 weer INEOS boven. Geraint Thomas was ditmaal de triomfator.

Laatste tien winnaars Ronde van Romandië
2021: flag-gb Geraint Thomas
2020: Niet verreden vanwege de coronacrisis
2019: flag-si Primož Roglič
2018: flag-si Primož Roglič
2017: flag-au Richie Porte
2016: flag-co Nairo Quintana
2015: flag-ru Ilnur Zakarin
2014: flag-gb Chris Froome
2013: flag-gb Chris Froome
2012: flag-gb Bradley Wiggins


Vorig jaar

De Ronde van Romandië 2021 begon met een 1-2-3’tje voor INEOS Grenadiers. Rohan Dennis versloeg zijn ploeggenoten Geraint Thomas en Richie Porte in de proloog. Daags nadien boekte Peter Sagan een zege. De Slowaak was, elf jaar na zijn eerste overwinning in de Zwitserse rittenkoers, de beste in de sprint van een uitgedund peloton. Hij klopte daarbij Sonny Colbrelli, die op dag drie revanche nam door ook zijn ritje mee te pikken.

Etappe drie leek op papier opnieuw een kans voor de sterke sprinters, maar dat was buiten Marc Soler gerekend. De Spanjaard van Movistar reed in de finale alleen weg uit het peloton, kwam in regenachtige omstandigheden solo over de streep en nam, mede door een val van Rohan Dennis, ook nog eens de gele trui over. Die verloor hij in de vierde etappe, de koninginnenrit naar Thyon 2000, evenwel gelijk weer. Michael Woods sloeg die dag namelijk een dubbelslag.

Ondanks een val in de koninginnenrit, pakte Thomas de eindzege – foto: Cor Vos

Daar had het tot honderd meter voor de streep trouwens niet naar uitgezien. Woods sprintte zij aan zij met Geraint Thomas voor de zege, maar de Brit kwam ongelukkig ten val. “Ik had door de kou geen gevoel meer in mijn handen en probeerde te schakelen, maar verloor de controle over mijn stuur”, luidde de verklaring van Thomas, die ongeschonden, maar erg gefrustreerd was.

Op de slotdag kon hij die frustratie echter omzetten in iets positiefs, zo bleek. De renner van INEOS Grenadiers werd derde in de afsluitende tijdrit (die gewonnen werd door Rémi Cavagna) en stond zodoende alsnog op de hoogste trede van het eindpodium.

Eindklassement Ronde van Romandië 2021
1. flag-gb Geraint Thomas (INEOS Grenadiers)
2. flag-au Richie Porte (INEOS Grenadiers)
3. flag-it Fausto Masnada (Deceuninck – Quick-Step)
4. flag-es Marc Soler (Movistar)
5. flag-ca Michael Woods (Israel Start-Up Nation)


Parcours

Het etappeschema van de Ronde van Romandië 2022 oogt klassiek. De organisatie houdt vast aan de indeling waar ze vaak voor kiest: een korte proloog, wat heuvelachtige etappes, een serieuze aankomst bergop en, als afsluiter, een rit tegen de klok. Die slottijdrit is deze editie wel een bijzondere trouwens. De renners krijgen op de laatste dag namelijk geen glooiend parcours rond Genève of Fribourg voorgeschoteld, zoals de laatste jaren het geval was, maar mogen zo snel mogelijk naar de top van Villars vliegen. Na bijna een week koers zal dat er flink inhakken.

Dinsdag 26 april, proloog: Lausanne – Lausanne (5,12 km)

Ook vrij traditioneel: een bezoekje aan Lausanne. De derde grootste stad van Zwitserland, gelegen aan het Meer van Genève, keert regelmatig terug in de Ronde van Romandië, maar werd de afgelopen jaren niet aangedaan. Nu mag het – misschien ter compensatie – een start én finish verzorgen. In Lausanne vindt namelijk de 5,12 kilometer lange proloog plaats. Grote verschillen zullen we hier nog niet zien, maar klassementsrenners kunnen al wel een eerste mentale tik uitdelen. Of ontvangen natuurlijk.

Start: 15.00 uur (eerste renner)
Finish: 17.32 uur (laatste renner)


Woensdag 27 april, etappe 1: La Grande Beroche – Romont (178 km)

De eerste rit in lijn is meteen een hevige. De openingsfase is weliswaar nog ‘vlak’, maar nadat de voet van de Suchy (2,1 km 6,2%) bereikt wordt, blijft het op en af gaan. Via de Esmonts (7 km aan 4%) rijden de renners richting de lange, lokale ronde, die ze twee keer zullen afleggen. Op deze lus van 46,5 kilometer ligt één gecategoriseerde klim, de Massonnens (2,1 km aan 6,1%).

Net voor de Massonnens ligt echter ook nog een helling (2,6 km aan 5,3%). Deze beklimming is naamloos, maar als men beslist om hier door te trekken, zal dat hoe dan ook pijn doen. Naam of geen naam. Voor de laatste kilometer richting de streep geldt hetzelfde. Hoewel ook deze heuvel niet in de officiële boeken staat, loopt het richting Romont toch stevig omhoog. Vanaf de vod is het gemiddeld 7%. Wie wil winnen op deze punchaankomst, moet van goede huizen komen.


Start: 12.45 uur
Finish: 17.11 en 17.30 uur


Donderdag 28 april, etappe 2: Échallens – Échallens (168,2 km)

De tweede etappe, die start en finisht in Echallens, is waarschijnlijk de makkelijkste van de hele ronde. Onderweg wordt alleen La Praz (6,7 km aan 4,6%) beklommen. Mocht deze klim in de finale gelegen hebben, dan zou hij wellicht nog tot afscheiding kunnen leiden, maar nu lijkt dat onwaarschijnlijk. Na de top is het nog meer dan tachtig kilometer naar de streep.

Gevaarlijker voor de sprinters is een stevig stuk vals plat op ruim tien kilometer van de streep. Op deze Zwitserse Poggio zijn geen punten te halen voor het bergklassement, maar aangezien het 4,5 kilometer lang met 3,7% naar boven gaat, kunnen de echte anti-klimmers weleens in de problemen komen. Zeker als een bepaalde ploeg baat heeft bij een harde koers en een bommetje besluit te gooien. Het is dus nog even afwachten met wat voor groep we hier aankomen.

Start: 13.15 uur
Finish: tussen 17.14 en 17.32 uur


Vrijdag 29 april, etappe 3: Valbroye – Valbroye (165,1 km)

De derde etappe kent behoorlijk wat hoogtemeters. Vrijwel direct vanuit de start is het klimmen geblazen. De Dompierre (4,5 km aan 5%), die in de finale ook weer beklommen moet worden, is een ideale gelegenheid voor vluchters om een bres te slaan. Zij zouden hun voorsprong in de iets vlakkere fase die op de uiteindelijke afdaling van de klim kunnen uitbreiden, alvorens de tweede helling opdoemt: die naar Châbles (2,5 km aan 5,7%).

Dertig kilometer later wacht de Sassel (2,4 km aan 5,8%), waarna over geaccidenteerd terrein koers wordt gezet naar – opnieuw – de Dompierre. Ditmaal zullen niet alleen de avonturiers, maar ook de favorieten aan de bak mogen. De top ligt immers op slechts zeventien kilometer van de streep. Al krijgen de kopmannen nog meer kansen om koers te maken, want na de Dompierre volgt ook nog de Sédelles (4,3 km aan 4,7%). Eenmaal boven op deze heuvel, is het nog een kleine acht kilometer naar de finish in Valbroye.

Start: 13.35 uur
Finish: tussen 17.31 en 17.48 uur


Zaterdag 30 april, etappe 4: Aigle – Zinal (180,1 km)

De voorgaande dagen waren stuk voor stuk pittig, maar pas op zaterdag trekt het peloton van de Ronde van Romandië echt het hooggebergte in. Nadat vanuit Aigle, waar het hoofdkwartier van de UCI gevestigd is, vertrokken is, doemt na een dik uur koers de Nax (10,2 km aan 7,7%) op. Dit is al een beklimming van formaat, maar het wordt nog zwaarder. Al gauw wacht namelijk een tweetrapsraket richting Saint-Luc.

Het eerste gedeelte van deze klim, tot Les Pontis, duurt 7,3 kilometer en kent een gemiddelde van 7,5%. Na een korte tussenfase volgt dan het laatste deel naar de 1564 meter hoge top. Nog eens 4,6 kilometer aan 7,8 procent. Op een beloning in de vorm van een echte afdaling hoeven de renners vervolgens niet te rekenen, want na wat op en af, krijgen ze eerst nog Les Zlettes d’en Bas (4,6 km aan 5,9%) voor de kiezen. Pas daarna komt een kilometerslange afzink.

Eenmaal onder is het nog een aantal kilometer door de vallei richting de voet van de slotklim. Het eerste deel zullen de renners herkennen, want er wordt aanvankelijk opnieuw naar Pontis gereden. Net voorbij dat dorpje wordt echter een andere afslag genomen dan eerder in de etappe. Zodoende komen de coureurs uiteindelijk niet uit in Saint-Luc (1564 meter), maar één meter lager, in Grimentz (1563 meter). De weg hier naartoe loopt 6,2 kilometer aan 7,1 procent omhoog.

Vanaf hier is het nog bijna acht kilometer naar de streep in Zinal (Val d’Anniviers). Eerst gaat het een klein beetje naar beneden, daarna gaat het weer omhoog. De laatste 3,9 kilometer heeft een stijgingspercentage van 5,2%. Niet zo steil dus. Al moeten we dat maar niet al te hard roepen waar de renners bij zijn. Na zo’n zware dag zullen hun benen er anders over denken dan de bankzitters.

Start: 11.00 uur
Finish: tussen 15.36 en 16.00 uur


Zondag 1 mei, etappe 5: Aigle – Villars (ITT, 15,84 km)

Afsluiten doen we, zoals gezegd, met een klimtijdrit. De start is opnieuw in Aigle, de finish ligt in Villars. Ruim tien kilometer klimmen aan een gemiddelde van 8% brengt de renners daar. Degenen die in 2018 de Ronde van Romandië reden zullen misschien een déjà vu krijgen, want vier jaar geleden was er ook een klimtijdrit naar dit skioord. Toen won Egan Bernal voor Primož Roglič. Beiden zullen er dit jaar niet bij zijn, en ook voor de rest zijn er wel wat veranderingen. Destijds was er namelijk geen vlakke aanloop van bijna zes kilometer en vond de chronoproef niet op de slotdag plaats.

Start: 12.28 uur (eerste renner)
Finish: 15.45 uur (laatste renner)


Favorieten

Sommige renners die de Ronde van Romandië zullen betwisten, hebben de Tour of the Alps in de benen. Anderen reden de Ardennenklassiekers. Wat die laatste groep betreft, moeten we hun vormpeil afleiden uit de Waalse Pijl, of de koersen daarvoor. Luik-Bastenaken-Luik is op het moment van publiceren namelijk nog niet verreden. Gelukkig hebben bepaalde renners die koers helemaal niet meer nodig om zich te bewijzen.

Damiano Caruso is daar een voorbeeld van. De nummer twee van de Giro d’Italia 2021 steekt in uitstekende vorm, getuige zijn overwinning in die andere Giro, de Giro di Sicilia. Toegegeven: Caruso hoefde op zijn thuiseiland niet af te rekenen met de echte klassementstoppers, maar de manier waarop hij op de Etna wegreed van zijn tegenstanders (waaronder Vincenzo Nibali), was toch wel indrukwekkend. Bovendien was hij twee dagen ervoor ook al de beste geweest in de tweede rit. In Tirreno-Adriatico eindigde hij tussen de groten als zevende.

Caruso wint op de Etna – foto: Cor Vos

Bahrain-Victorious brengt overigens überhaupt een sterk team aan het vertrek. Jack Haig, de nummer drie van de Vuelta a España 2021, is misschien zelfs wel de evenknie van Caruso. Dit jaar werd de Australiër al zesde in de Ruta del Sol en Parijs-Nice. Vervolgens moest hij in de Ronde van Catalonië echter al vroeg afstappen, omdat hij zich niet fit voelde. Nadien heeft hij nog geen korte uitslagen gereden, maar wie 31ste eindigt in de Amstel Gold Race, zal zeker niet slecht zijn. In de Waalse Pijl steunde hij tot in de finale de uiteindelijke winnaar: Dylan Teuns.

Teuns is ook aanwezig in de Ronde van Romandië. Hoewel de Belg niet per se een pure klassementsrenner is, moet hij in zijn huidige vorm ver kunnen komen. In het verleden reed hij immers ook al meermaals top-10 in rondes van een week. Mocht een topklassering in de eindstand toch wat te hoog gegrepen zijn, dan kan het prima zo zijn dat Teuns al wel een ritzege op zak heeft. De eerste dagen zijn er meerdere etappes op zijn maat.

Net als Teuns, is ook Ben O’Connor in uitstekende vorm. De renner van AG2R Citroën, vorig jaar vierde in de Tour de France, mocht dit seizoen al twee keer juichen. Onlangs nog in de Tour du Jura en iets langer geleden in de Ronde van Catalonië. In die laatste rittenkoers won O’Connor de derde etappe, naar La Molina. Hier kreeg hij ook de leiderstrui omgehangen. De dag erop kraakte de Australiër een beetje, maar uiteindelijk eindigde hij wel keurig als zesde in het eindklassement.

Teuns is in topvorm – foto: Cor Vos

Eén plekje voor O’Connor in de Ronde van Catalonië, als vijfde, eindigde een 19-jarige: Juan Ayuso. De Spanjaard van UAE Emirates moest zijn Portugese kopman João Almeida steunen, na diens machtsgreep op dag vier, maar maakte zelf ook indruk. Dat doet het toptalent overigens het hele jaar al. Hij werd al vierde in de Drôme Classic en tweede in de Trofeo Laigueglia. Recentelijk moest Ayuso overigens wel de Ronde van het Baskenland aan zich voorbij laten gaan vanwege ziekte, net als zijn ploeggenoot Brandon McNulty.

Zonde, want ook McNulty was goed op dreef dit jaar. De Amerikaan kwam al drie keer als eerste over de streep, drie keer deed hij dat solo. Een van zijn nummertjes bezorgde hem de zege in de vijfde etappe van Parijs-Nice, een ronde die hij ‘slechts’ als twaalfde afsloot. Enkele weken eerder was hij wel als tweede geëindigd in de Volta ao Algarve. Als McNulty weer volledig hersteld is en de conditie er is, is hij in de Ronde van Romandië ook podiumkandidaat. Met zijn klim- en tijdrijderskwaliteiten zou de Amerikaan vooral de slottijdrit goed aan moeten kunnen.

In tegenstelling tot Ayuso en McNulty, stond Sergio Higuita wel aan de start van de Ronde van het Baskenland. Hij was echter niet honderd procent fit en dus gaf de Colombiaanse kampioen er na vier dagen de brui aan. Vooral uit voorzorg, volgens zijn ploeg BORA-hansgrohe. Indien het inderdaad niet zo ernstig was, mag Higuita in de Ronde van Romandië weer vooraan verwacht worden. Met zijn eindzege in de Ronde van Catalonië bewees hij weer een stap gemaakt te hebben. De bezetting was daar namelijk enorm sterk.

Higuita pakte ook de slotrit van de Volta ao Algarve – foto: Cor Vos

Aan de start én succesvol in de Ronde van het Baskenland was Ion Izagirre. De Bask van Cofidis werd tweede in het eindklassement, maar vooral de zege op Arrate moet hem deugd hebben gedaan. Izagirre kwam in de slotkilometers ten val, knokte zich terug en sprintte vervolgens naar de zege. Dat duidt op een uitstekende conditie. Zijn overige resultaten van het voorjaar laten dat ook zien: zesde in Gran Camiño, zevende in Parijs-Nice en zevende in de GP Miguel Indurain. Vorig jaar werd hij ook in de Ronde van Romandië zevende. Eerder reed hij al eens naar een derde (2016) en vijfde (2017) plaats.

Geraint Thomas stond al twee keer op het podium. In 2019 op het laagste treetje, vorig jaar op het hoogste. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat hij zijn titel met succes zal verdedigen. Na een wel heel erg matig begin van het seizoen, lijkt zijn vorm weer enigszins groeiende, maar om nou te zeggen dat hij helemaal terug is… Nee, dan kan INEOS Grenadiers wellicht beter de kaart Eddie Dunbar spelen. De Ier schreef in maart de Settimana Internazionale Coppi e Bartali op zijn naam en toonde zich ook tijdens de Tour of the Alps. Verder is het bij de Britse ploeg ook uitkijken naar de jonkies Luke Plapp en Ben Tulett.

INEOS heeft met Thomas een oud-winnaar van de Ronde van Romandië in de gelederen, maar kan niet tippen aan Israel-Premier Tech, dat op de proppen komt met een tweevoudig triomfator: Chris Froome. Het team zal echter niet inzetten op de Brit, want zijn kansen op eindwinst zijn nog een stuk kleiner dan die van Thomas. Ook Jakob Fuglsang lijkt niet meer de renner die hij een paar jaar terug was. Daarom is Michael Woods nu de man die de kar moet trekken. De nummer vijf van vorig jaar begon het seizoen uitstekend met dagsucces in de Gran Camiño, maar werd in de Ronde van Catalonië ziek. Inmiddels lijkt Woods weer wat op te krabbelen. Zelfs superklauteraars worden niet zomaar zesde op de Muur van Hoei.

Ion Izagirre wint de slotrit van de Ronde van het Baskenland – foto: Cor Vos

Op die Muur van Hoei eindigde Ruben Guerreiro, een plekje achter Woods, als zevende. De Portugees zal niet direct meedoen voor eindwinst in de Ronde van Romandië, maar met ook een vijfde plek op Jebel Jais, tijdens de UAE Tour, is hij toch prima bezig. Zijn ploeggenoot Rigoberto Urán kon in 2022 nog niet echt indruk maken, maar schrijf de taaie Colombiaan nooit af. Een tiende plek in de Ronde van het Baskenland en een veertiende plaats in Tirreno-Adriatico zijn natuurlijk ook weer niet zo slecht. Een klein stapje erbij en Rigo kan zijn top-5 klasseringen van 2009 (!) en 2015 zomaar weer herhalen.

Iemand die ook tweemaal in de top-5 van de Ronde van Romandië eindigde, is Thibaut Pinot. In 2015 werd hij vierde, een jaar later tweede. Beide keren snoepte hij ook een rit mee. Dat deed hij onlangs ook in de Tour of the Alps, waar we de terugkeer van de oude Pinot leken te zien. Of hij daadwerkelijk weer aan de top komt, is nog even afwachten, maar hij is in ieder geval weer klaar om voor spektakel te zorgen. Daar heeft hij de klasse en het karakter voor. In deze Ronde van Romandië kan hij wellicht samen met Michael Storer voor vuurwerk zorgen. De Australiër eindigde, na een sterk optreden in de slotrit, nog als tweede in de Tour of the Alps.

Wie weet kunnen ook de mannen van Jumbo-Visma dat. Op papier hebben ze een sterk team, met onder andere Sepp Kuss en Steven Kruijswijk. Ondanks dat hij nog op het podium stond van de Faun-Ardèche Classic, hebben we de beste Kuss in 2022 echter nog niet gezien. Kruijswijk is al langer zoekende naar topvorm. Een Nederlandse klimmer in buitenlandse dienst, Antwan Tolhoek, zou ook graag een succesje boeken. De Zeeuw begon het seizoen goed – hij finishte in de eerste rit van de Ronde van Valencia in een elitegroepje -, maar daarna bleven de uitslagen mede door ziekte uit.

Kruijswijk was in de slotrit van de Ronde van Catalonie wel de strijdlustigste renner – foto: Cor Vos

Tolhoek zal ongetwijfeld de vrijheid krijgen om in de bergen ten aanval te trekken, maar Trek-Segafredo heeft ook nog wat andere ijzers in het vuur. Naast Gianluca Brambilla en Kenny Elissonde, is vooral Antonio Tiberi is een man om in de gaten te houden. De juniorenwereldkampioen tijdrijden van 2019 etaleerde dit voorjaar al meermaals zijn klimmerskwaliteiten. In de Ster van Bessèges kwam hij als derde boven op Le Mont Bouquet, in de Settimana Internazionale Coppi e Bartali eindigde hij als vijfde in het eindklassement en ook in de GP Industria streed hij mee om de zege. Nu is het kijken of de 20-jarige Italiaan dit ook op WorldTour-niveau kan.

Tot slot nog enkele namen die ook niet onvermeld mogen blijven: David de la Cruz (tweede in de slotrit van de Tour of the Alps), Geoffrey Bouchard (etappewinst in de Tour of the Alps), Louis Meintjes (derde in de Giro di Sicilia, tweede op de Etna), Jesús Herrada (primus in de Classic Grand Besançon Doubs), Carlos Verona (elfde in de Ronde van het Baskenland, zesde in de UAE Tour) en Maximilian Schachmann (kampte lange met de naweeën van ziekte, zal hier zijn rentree maken), thuisrijder Gino Mäder en de Belg Stef Crass.

Crass werd onlangs vierde in de Classic Grand Besançon Doubs, een Franse koers met finish boven, en reed op het hoogste niveau al naar meer ereplaatsen: zowel in Parijs-Nice als de Ronde van het Baskenland eindigde hij als zestiende. Wie weet kan hij hier in de buurt van de top-10 komen.


Sprinters

Fernando Gaviria maakt in de Ronde van Romandië zijn rentree na een periode van inactiviteit – foto: Cor Vos

Echte massasprints zullen we vermoedelijk niet zien in de Ronde van Romandië. Enkel in rit twee kan een omvangrijk pak bij elkaar blijven, maar zelfs daar krijgen de pure sprinters het niet gemakkelijk. Niettemin een korte opsomming van wat snelle mannen op de startlijst: Fernando Gaviria, Martin Laas, Kim Heiduk, Francisco Galván, Patrick Bevin en Ethan Hayter. Veel meer is er niet. De twee laatstgenoemde renners zullen de tweede etappe overigens zeker overleven, maar kunnen ook op andere dagen wellicht nog meespelen. Bevin won vorige week per slot van rekening nog de Ronde van Turkije, terwijl Hayter al meerdere zware koersen op zijn naam heeft staan.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Aleksandr Vlasov*
*** Sergio Higuita, Damiano Caruso
** Brandon McNulty, Ion Izagirre, Michael Woods
* Juan Ayuso, Thibaut Pinot, Dylan Teuns, Ben O’Connor

*Aleksandr Vlasov stond aanvankelijk niet op de startlijst, maar zijn ploeg BORA-hansgrohe neemt hem toch mee naar de Ronde van Romandië. Gezien zijn prestaties in het rondewerk dit voorjaar (winst in de Ronde van Valencia, vierde in de UAE Tour en derde in het Ronde van het Baskenland) en zijn goede vorm (getuige bijvoorbeeld een derde plek in de Waalse Pijl) is hij de te kloppen man hier. 

Website organisatie
Deelnemerslijst (WielerFlits)


Weer en TV

Wie aan de Ronde van Romandië denkt, denkt al gauw aan oneindige regenbuien en mistige bergtoppen. De wedstrijd wordt vaak gekenmerkt door slecht weer. Dit jaar zal dat niet heel anders zijn, als we de weersvoorspellingen mogen geloven. Dinsdag worden er in Lausanne gelijk buien verwacht. De dagen daarna ziet het er wat beter uit, overwegend zonnig zelfs, maar in het weekend lijkt het weer ouderwets hondenweer te worden.

De koers is te live te zien via de kanalen van Eurosport. Je kunt dagelijks vanaf 15.30 uur terecht bij Eurosport 1, Eurosport 2 en de Eurosport Player.


RIDE Magazine
59 Reacties
Sorteer op:
25 april 2022 20:26
Een voorbeschouwing zo omvangrijk dat het bijna een boek lijkt wat er voor mij toe leidt snel te stoppen met lezen en vlot door te scrollen om te zien of er nog tussen alle details iets leuks staat. Helaas ,het meest interessante , de routekaartjes ontbreken al weer.
    26 april 2022 12:17
    Om nou te zeggen dat de kaartjes het meest interessante zijn, gaat mij wat te ver. Maar ze zouden wel een mooie aanvulling zijn. Het kopje 'Parcours' is nu nogal misplaatst, want daarin zien we alleen de profielen.
25 april 2022 20:35
Geen Vlasov..?
25 april 2022 22:26
"Vanwege de toekenning van sterren (vier) aan Vlasov, is Thibaut Pinot uit het lijstje weggehaald."
Haig staat ook nog vermeld met sterren, maar Haig doet niet mee.
Kan Pinot daarom alsnog terugkeren en een ster krijgen?
    25 april 2022 22:43
    Bedankt, ik zie de uiteindelijke selectie van Bahrain nu pas. Pinot staat er weer tussen ;)
26 april 2022 11:39
Wederom een prachtige voorbeschouwing, WielerFlits! Het is mij een raadsel waarom enkele sneuneuzen hier klagen over dat het te lang (!) is, godmiljaar. Er staan tabjes bovenaan, je hoeft niet eens scroll-rsi op te lopen om het mooie verhaal te skippen, mocht je dat willen. Maar je tijd gebruiken om te zeggen dat je dit te lang vindt, dan is er echt iets mis hoor.
26 april 2022 12:09
Zeer gedegen voorbeschouwing, met mooie referenties aan vergeten renners als Veldscholten.

Reacties zijn gesloten.