Voorbeschouwing: Critérium du Dauphiné 2015
Aankomende zondag krijgen wielervolgers het ideale medicijn tegen de Girodip: het Critérium du Dauphiné. Deze Franse rittenkoers belooft namelijk een spektakel te worden. Een deelnemersveld om van te watertanden krijgt een uitdagend parcours voorgeschoteld met maar liefst vier aankomsten bergop. WielerFlits blikt vooruit.
Het Critérium du Dauphiné werd in 1947 opgericht. Toen nog onder de naam van een lokale krant: de Dauphiné Libéré. Edward Klabiński uit Polen kroonde zich destijds tot eerste winnaar. Slechts één Nederlander heeft deze prestatie kunnen herhalen: Johan van der Velde won in 1980.
De huidig buschauffeur van Roompot Oranje Peloton – dat overigens niet meedoet – staat tussen een indrukwekkende rij met namen. Alle vijfvoudige Tour-winnaars (Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain) hebben deze wedstrijd eens gewonnen. Niet voor niets wordt de Franse rittenkoers door velen gezien als de ideale voorbereiding op La Grande Boucle.
In 2010 nam Tour-organisator ASO de wedstrijd over, waarna de naam werd veranderd in het Critérium du Dauphiné. Sindsdien wonnen achtereenvolgens Jani Brajkovic, Bradley Wiggins (tweemaal), Chris Froome en Andrew Talansky.
Laatstgenoemde zorgde vorig jaar voor een grote verrassing in een sensationele slotetappe. Talansky zat in een omvangrijke ontsnapping die tot het einde standhield en reed Alberto Contador daarmee uit de leiderstrui. Wilco Kelderman eindigde toen als vierde in het algemeen klassement.
Parcours
Sprinters krijgen in deze ronde weinig kansen. Vooral in het tweede deel van de rittenkoers loopt de weg vaak omhoog. De laatste vier etappes kennen zelfs allemaal een aankomst bergop. Ook in de eerste vier dagen moeten de klassementsrenners aan de bak. Dan krijgen ze onder meer een ploegentijdrit voor de kiezen.
Zondag 7 juni – etappe 1: Ugine › Albertville (132 km)
Op de eerste dag kunnen direct behoorlijke verschillen ontstaan. Na een aanloop van ruim vijftig kilometer krijgen de renners zes plaatselijke omlopen in Albertville voorgeschoteld. Schaatser Bart Veldkamp bewaart goede herinneringen aan deze stad. Hij won hier namelijk Olympisch goud op de tien kilometer. Het circuit voor de renners is zes kilometer langer en beduidend minder vlak. Sterker nog: aan het begin moet steeds de pittige Côte du Villard (1,2 kilometer aan 8,7%) overwonnen worden. De etappe lijkt daarmee geschikt voor explosieve renners als Alejandro Valverde en Julian Alaphilippe.
Maandag 8 juni – etappe 2: Le Bourget du Lac › Villars les Dombes (173 km)
Het klinkt misschien gek, maar ondanks de aanwezigheid van bergen van eerste en tweede categorie, is voor sprinters de tweede etappe het interessantst van allemaal. Deze rit heeft namelijk als enige een vlakke finale: in de laatste honderd kilometer hoeven renners amper nog te klimmen. Sprinters lijken daarmee voldoende tijd te hebben om terug te keren na de Col de Cuvéry (8,7 kilometer aan 6,7%). Toch zullen ze diep in de reserves moeten tasten op deze pittige beklimming, waardoor winnen allerminst eenvoudig wordt. Ook aanvallers ruiken daarom kansen.
Dinsdag 9 juni – etappe 3 (ploegentijdrit): Roanne › Montagny (24,5 km)
Het Critérium du Dauphiné bevat voor het eerst sinds 1980 weer een ploegentijdrit. De organisatie probeert de ronde op deze manier aantrekkelijker te maken voor renners die zich voorbereiden op de Tour de France. Ook in La Grande Boucle staat deze discipline namelijk op het programma. Het parcours tussen Roanne en Montagny kent veel gelijkenissen met wat de renners een maand later te wachten staat. Beide ploegentijdritten zijn ongeveer even lang en bovendien behoorlijk afmattend. De klassementsmannen kunnen hier alvast een tikje uitdelen aan hun concurrenten.
Woensdag 10 juni – etappe 4: Anneyron › Sisteron (228 km)
De etappe naar Sisteron telt 228 kilometer en is daarmee veruit de langste in deze ronde. Het venijn van de rit zit in de staart met de Côte de la Marquise (1,3 kilometer aan 6,7%) op twaalf kilometer van het einde. Kort daarna krijgen de renners bovendien een tweede pukkel voor de kiezen. Deze klimmetjes zijn zeer geschikt voor een late aanval. Het wordt voor ploegen niet eenvoudig om in de slotfase nog een achtervolging op touw te zetten. Toch is ook een sprint met een beperkte groep niet ondenkbaar.
Donderdag 11 juni – etappe 5: Digne-les-Bains › Pra-Loup (161 km)
Op de vijfde dag bereiken de renners het dak van deze ronde. De pittige Col d’Allos (14 kilometer aan 5,5%) brengt het peloton naar 2.250 meter hoogte. Deze onregelmatige klim – met de top op 22 kilometer voor het einde – is lastiger dan het op papier lijkt. De Col d’Allos loopt soms aan meer dan tien procent omhoog, maar vanwege enkele eenvoudige stukken valt het gemiddelde lager uit. Bovendien is deze berg eigenlijk een stuk langer dan veertien kilometer. De bijna twintig kilometer daarvoor lopen immers óók al omhoog.
Na top van de Col d’Allos volgt een technische afdaling. Giancarlo Ferretti van Bianchi-Campagnolo viel hier in de Tour de France van 1975 met zijn ploegleiderswagen vijftig meter het ravijn in. De ijzeren generaal overleefde de val wonder boven wonder. Goede dalers als Vincenzo Nibali kunnen hier belangrijke tijdswinst boeken op concurrenten. Dat probeerde Eddy Merckx in de Tour van France 1975 ook. In de afdaling reed de Belg weg van zijn grote concurrent Bernard Thévenet om met anderhalve minuut voorsprong beneden aan te komen.
Net als in het Critérium du Dauphine volgde destijds de slotklim naar Pra-Loup (6,2 kilometer aan 6,5%). Deze beklimming mag allerminst onderschat worden. Merckx viel hier volledig stil en kwam, ondanks zijn voorsprong aan de voet, als vijfde binnen. Ook in de komende Tour moeten de Col d’Allos en Pra-Loup beklommen worden. Sterker nog: de vijfde etappe in het Critérium du Dauphiné is identiek aan de zeventiende rit in La Grande Boucle.
Vrijdag 12 juni – etappe 6: Saint-Bonnet-en-Champsaur › Villard-de-Lans – Vercors (183 km)
Op de zesde dag krijgen de renners opnieuw veel klimkilometers voor de kiezen met de Col du Rousset – op vijftig kilometer van de meet – als lastigste hindernis. Vooral de lengte (13,8 kilometer) maakt deze beklimming zwaar. Erg steil is hij namelijk niet. De stijgingspercentages per kilometer schommelen steeds tussen de vier en zes procent. Na de Col du Rousset gaan de renners via het hoogplateau van de Vercors naar het slotklimmetje in Villard de Lans. Deze 2,2 kilometer lange heuvel kent een stijgingspercentage van 6,6 procent.
De kans lijkt klein dat de favorieten op de Col du Rousset al gaan aanvallen. Het is daarna immers nog ver tot aan de meet. Bovendien volgen in het weekend nog twee lastige bergetappes. Waarschijnlijk valt de beslissing in deze etappe op het slotklimmetje.
Zaterdag 13 juni – etappe 7: Montmélian › Saint-Gervais Mont Blanc (155k)
De zevende rit is op papier de lastigste. Op het menu staan maar liefst vijf beklimmingen van eerste categorie. Na de Col de Tamié (8,5 kilometer aan 6,4%), de Col de la Forclaz (8,1 kilometer aan 7,8%) en de Col de la Croix Fry (11,3 kilometer aan 7%) volgt een loodzware finale. Op twaalf kilometer voor de meet komen de renners aan bij de voet van de Côte des Amerands. Deze klimming is vrij kort, maar erg steil. In 2,7 kilometer loopt de weg aan gemiddeld 11,2 procent omhoog.
Daarna krijgen de renners amper de gelegenheid om te rusten. Na een afdaling van slechts drie kilometer volgt de slotklim naar Saint-Gervais Mont Blanc (7 kilometer aan 7,7%). Vooral het begin van deze berg is erg pittig. De eerste twee kilometer lopen aan meer dan dertien procent (!) omhoog. Ook het laatste stuk mag zwaar genoemd worden, met stijgingspercentages van boven de tien procent. Op dit parcours kan met minuten gesmeten worden. De winnaar van deze etappe maakt een goede kans op eindwinst in het Critérium du Dauphiné.
Zondag 14 juni – etappe 8: Saint-Gervais Mont Blanc › Modane Valfréjus (156,5 km)
Een goede kans, maar niet meer dan dat. De drager van de gele trui krijgt op de slotdag namelijk opnieuw een bergachtig profiel voorgeschoteld. Net als een dag ervoor eindigt de etappe op een beklimming van eerste categorie. Dit keer vormt de Modane Valfréjus (8,4 kilometer aan 5,7%) het strijdtoneel. Hier moeten de klassementsrenners een laatste keer alles geven om plekken op te schuiven in de algemene rangschikking. De een na laatste kilometer gaat van groot belang zijn. Daar loopt de weg aan bijna tien procent omhoog: een ideale plaats voor een ultieme aanval.
Favorieten
Het Critérium du Dauphiné kent zoals gewoonlijk een ijzersterk deelnemersveld. Veel ploegen hebben hun kopmannen voor de Tour de France hier opgesteld. Zelfs Rui Costa, Bauke Mollema en Mathias Frank – die normaal altijd de Ronde van Zwitserland rijden – hebben ditmaal voor het Critérium du Dauphiné gekozen. De belangrijkste afwezigen zijn Nairo Quintana, Thibaut Pinot en Alberto Contador. Zij kiezen voor een andere voorbereiding op La Grande Boucle.
Chris Froome is de topfavoriet voor het Critérium du Dauphiné. De Sky-renner heeft sinds februari weliswaar niet meer kunnen winnen, maar in juni is hij altijd op de afspraak. Twee jaar geleden wist Froome deze ronde zelfs te winnen. Vorig seizoen was hij ook goed op weg – Froome versloeg Contador in de tweede etappe naar de Col du Béal – maar toen gooide een valpartij roet in het eten. Hij eindigde de ronde uiteindelijk als twaalfde. De 30-jarige Brit hoopt zich ditmaal te revancheren. De vele aankomsten bergop spreken in ieder geval in zijn voordeel.
Zijn belangrijkste concurrenten komen waarschijnlijk uit Spanje. Alejandro Valverde is één van hen. De Movistar-renner heeft een uitstekend voorjaar achter de rug, met winst in zowel de Waalse Pijl als Luik-Bastenaken-Luik. Valverde beschikt doorgaans het volledige seizoen over een hoog niveau en dus mogen we hem ook in het Critérium du Dauphiné vooraan verwachten. Niet alleen op de algemene rangschikking, maar ook in rituitslagen. Sommige etappes lijken namelijk ideaal voor hem. Daar kan hij belangrijke bonificatieseconden grijpen. Op de meet liggen steeds tien, zes en vier seconden voor de eerste drie.
Joaquim Rodríguez is een andere Spanjaard om rekening mee te houden. De Katusha-renner maakte dit seizoen veel indruk in de Ronde van het Baskenland. Daar won hij twee etappes en bovendien het eindklassement. Rodríguez is in het Critérium du Dauphiné weliswaar nooit verder gekomen dan een vijfde plaats, maar het parcours lijkt hem ditmaal goed te liggen, met een aantal explosieve finales en belangrijker nog: geen individuele tijdrit.
Achter de naam van Vincenzo Nibali staat een vraagteken. De Italiaan heeft dit seizoen namelijk nog niet kunnen overtuigen. Zijn beste resultaat is een negende plaats op Champex-Lac in de Ronde van Romandië. Nibali komt doorgaans pas later in vorm. Dat was vorig seizoen ook zo. Toen eindigde hij ‘slechts’ als zevende in het Critérium du Dauphiné. Toch presenteert de organisatie deze wedstrijd als een grote clash tussen Nibali en Froome. Dat is gezien de naam van Nibali best begrijpelijk, maar kan hij het waarmaken? Dat is de vraag.
Rui Costa kwam dit jaar met een opvallende mededeling. De Portugees gaat niet voor een vierde opeenvolgende eindzege in de Ronde van Zwitserland, maar kiest ditmaal voor het Critérium du Dauphiné. Hij hoopt op deze manier in een betere vorm aan de start van de Tour te verschijnen. Op basis van zijn uitstekende track record in de maand juni hoort Rui Costa bij de favorieten, maar het is de vraag of hij ook in een beter deelnemersveld – want dat heeft het Critérium du Dauphiné – boven komt drijven. Zijn ploeg Lampre-Merida heeft daarnaast Rafael Valls achter de hand.
LottoNL-Jumbo heeft Wilco Kelderman naar voren geschoven als kopman. De Nederlander werd afgelopen seizoen knap vierde in deze wedstrijd. “Maar vorig jaar was het een toetje, nu een voorbereiding”, benadrukt Kelderman op de ploegwebsite. “Dat is natuurlijk anders.” Met Bauke Mollema heeft Nederland bovendien een tweede klassementsrenner aan de start. De Groninger viel recent ietwat tegen in de Ronde van Noorwegen en hoopt zich in het Critérium du Dauphiné te herpakken. Het wordt zijn allereerste deelname aan deze wedstrijd.
De Franse hoop is voornamelijk gericht op Romain Bardet. De 24-jarige klimmer van AG2R La Mondiale werd vorig jaar vijfde en vindt een parcours op zijn maat. Zijn ploeg beschikt ook over Jean-Christophe Peraud, maar de nummer twee van de afgelopen Tour de France is bezig aan een minder seizoen. Bij FDJ zijn de ogen gericht op Alexandre Geniez. De 27-jarige hoopt zijn goede vorm uit de Giro – waar hij negende werd – door te trekken naar eigen land. Andere Fransen om in de gaten te houden zijn Pierre Rolland (Europcar) en Julian Alaphilippe (Etixx-Quick-Step).
De winnaar van vorig jaar, Andrew Talansky, staat ook dit seizoen aan de start. De renner van Cannondale-Garmin kende een ongelukkig begin van het seizoen, maar recent gaf hij op de Amerikaanse kampioenschappen weer blijk van goede vorm. Zijn ploeg rekent bovendien op Daniel Martin. Bij Orica-GreenEDGE gaan de gebroeders Yates voor een goed klassement. Adam Yates werd vorig jaar zesde in het Critérium du Dauphine. De Brit heeft sinds zijn zware val in Ronde van het Baskenland echter niet meer kunnen overtuigen. Er wordt daarom meer verwacht van zijn broer Simon. Hij eindigde de Baskische ronde op een knappe vijfde plaats.
BMC hoopt met Tejay van Garderen een goed resultaat te behalen. De nummer vijf van de afgelopen Tour de France wil in het Critérium du Dauphiné vertrouwen kweken. Hij vindt Rohan Dennis en Samuel Sanchez aan zijn zijde. Tot slot maken ook Daniel Navarro (Cofidis), Louis Meintjes & Merhawi Kudus (MTN-Qhubeka), Mathias Frank (IAM Cycling) en Robert Kišerlovski (Tinkoff-Saxo) kans op een goed klassement.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Chris Froome
*** Joaquim Rodríguez en Alejandro Valverde
** Romain Bardet, Rui Costa en Vincenzo Nibali
* Tejay van Garderen, Bauke Mollema, Wilco Kelderman en Andrew Talansky
TV
Eurosport brengt dagelijks rechtstreekse beelden van het Critérium du Dauphiné. Sporza en de NOS zenden de wedstrijd niet uit.
[poll id=”48″]
Bouhanni, Modolo, Mezgec, Farrar, Cort Nielsen, Boeckmans, Van Genechten, Tsatevitch
Niet echt indrukwekkend moet ik zeggen...
Ten eerste is de start van de TDF nog ruim 1 maand. Dus je moet absoluut hier niet in topvorm zijn of daar dicht tegen aan. Ik verwacht toch dat een paar renners heel goed in vorm hier zullen zijn en verrassend zullen meestrijden voor de winst.
Denk vooral aan 2de rangs klassementsmannen: Rui Costa, Talansky en de gebroeders Yates. Hopelijk Kelderman zelf niet al tegen zijn topvorm aan.
Een aantal renners zal misschien pas op 80%/85% van z'n kunnen zitten en zal het rondje voornamelijk gebruiken om te stijgen naar die 90/95% om in topvorm aan de start te staan in de TDF.
Froome vs. Valverde, met die eerste die hier toch wel gaat winnen. Hij moet ook wel, wil hij een kans maken in de Tour.
Dan Martin is doorgaans niet zo goed in voorbereidingskoersen.
Daniel Martin (zoals Noud ook zegt) is mijn outsider, die krijgt hier én in de Tour een parcours echt op zijn maat. Dat geldt eigenlijk ook voor Valverde. Martin is in de voorbereiding vaak niet top, maar is wel goed in open koersen, wat ik komende week zeker verwacht.
Zijn er bonificaties te verdienen? Dat lijkt mij cruciaal voor het eindklassement.
Verder erg benieuwd naar Mollema (toch alleen een goede Tirreno..) en Kelderman (ook nog niet zichzelf dit jaar), verwacht van de laatste eigenlijk meer dan van Mollema.
*****
Valverde
****
Froome - Bardet
***
Martin - Talansky - Costa
**
Kelderman - Van Garderen - Rolland
*
Nibali - Rodriguez - 2x Yates - Mollema
Wellens-Gallopin-Dockx-Benoot-Boeckmans-Ligthart-De Clercq en VD Sande
Ik realiseer me dat ik de neiging heb om mijn verwachtingen voor de Tour heel erg te projecteren op de Juni koersen. Vandaar dat ik Martin vast een eerste keer noem. Ik heb vele hogere verwachtingen bij Martin dan bij Talansky voor de komende maanden.
Ik vind Martin geen renner die echt goed herstelt van meerdere zware inspanningen binnen een week. Het zal me verbazen mocht hij meedoen voor het podium.
Dat zei iedereen voor de Vuelta vorig jaar ook, daar heeft ie bewezen gewoon een ronderenner te zijn. Terwijl ie daar zelfs ziek werd vlak voor de Vuelta, en toch nog resultaten bleef rijden.
Er zitten in deze Dauphiné ook geen monsters van bergen, ik denk dat dat ook in het voordeel is van een type Martin (en zelfs Valverde). Maargoed, ik vind de Dauphiné heel moeilijk in te schatten elk jaar, want je hebt geen idee wie hoever staat op de weg naar zijn vormpiek.
Verrek ja, hij werd 6e in de Vuelta vorig jaar. Dat was ik alweer vergeten. Nou, dan kan mijn theorie ook weer de prullenbak in
Laat ik zeggen dat ik hem wat onregelmatig vindt. Je weet nooit echt wat je van hem kunt verwachten. En dan bedoel ik in rittenkoersen. In de klassiekers is het gewoon een constante wereldtopper.
Ik ben op zich ook wel benieuwd naar de vorm van Valverde. In 2013 was zijn niveau in de Dauphiné goed, maar nog niet top. In 2014 was hij ook niet super in Route du Sud, maar wel op het Spaans kampioenschap. Hij is dit jaar beter dan in 2013, maar ik vraag me af of Bala al deze Dauphine wil winnen, wetende dat de Tour, Vuelta en WK er nog aankomen.
Al weten we bij Valverde ook dat zijn basisniveau al goed genoeg is om hoog te eindigen.
Maar wel een prachtig deelnemersveld. Dit wordt genieten!!
Wat een onzin. Die jongen won vorig jaar nog de Dauphiné, beleeft dan een ramptour met meerdere valpartijen en rijdt matig de eerste maanden van het seizoen. Laten we hem dus nog wat krediet geven.