foto: Sirotti

UCI-voorzitter Pat McQuaid heeft vorige week in een brief aan de KNWU en de Nederlandse Dopingautoriteit laten weten dat het Nederlands dopingakkoord ‘onder valse voorwendselen is gepresenteerd’. De regels die in het dopingakkoord zijn opgesteld staan volgens het wielerorgaan volledig op zichzelf en zullen niet door de UCI worden erkend. Dat meldt De Telegraaf.

Dit heeft als gevolg dat (ex-)renners niet op de vooraf beloofde strafvermindering kunnen rekenen. In het dopingakkoord staat dat renners die voor 1 april 2013 een dopingbekentenis zouden opbiechten van vóór 2008, zij ‘maar’ zes maanden schorsing zouden krijgen. Het akkoord zou in samenspraak met het WADA (Wereld Antidopingagentschap) en de UCI goedgekeurd zijn. Van deze samenspraak is echter geen sprake.

In de brief meldt McQuaid daarover het volgende: ”De milde sancties die door de verschillende partijen in het vooruitzicht zijn gesteld, zullen geen stand houden. De bevoegdheid om sancties op te leggen in geval van dopingovertredingen ligt uiteindelijk nog altijd bij de UCI.”

In het geval van McQuaid, zouden de consequenties voor onder andere Michael Boogerd, Thomas Dekker en Grischa Niermann veel groter kunnen uitpakken dan vooraf is voorgeschoteld door de KNWU en het Nederlandse Antidopingagentschap. Hun schorsing zou van strafvermindering om worden gezet in een ‘normale’ schorsing van twee jaar en het schrappen van uitslagen.