In de rubriek Nationaal schenkt WielerFlits aandacht aan het Nederlandse Continental-circuit, maar ook de buitenlandse renners in Nederlandse dienst en onze landgenoten in buitenlandse teams komen aan bod. In deze aflevering lees je over René Hooghiemster, Rick Ottema, twee jongens van BEAT Cycling, talent Rick Pluimers én vochten Vlasman en Monkey Town een robbertje uit!
René Hooghiemster (32) na emotionele zege: “Heel bijzondere dag”

foto: Cor Vos
Je hebt van die verhalen die de schoonheid van sport typeren. In de Simac Omloop der Kempen ontstond afgelopen zondag zo’n verhaal met René Hooghiemster in de hoofdrol. De wegkapitein van Alecto CT soleerde naar een bijzondere overwinning.
Het feit an sich dat Hooghiemster de overwinning pakte is al opmerkelijk. De Friese koerskapitein stelt zichzelf bijna uitsluitend ten dienste aan zijn ploeggenoten. Maar in de Omloop der Kempen vroeg en kreeg hij toestemming van de ploegleiding om voor eigen kans te gaan, met winst als resultaat.
De overwinning komt in een zeer emotionele periode. Het is pas een maand geleden dat ploegmaat Robbert de Greef overleed en voor Alecto CT geldt de Omloop der Kempen als dé thuiskoers, de koers waar nagenoeg alle sponsors en relaties bij aanwezig zijn.
“Het was een heel bijzondere dag”, blikt Hooghiemster terug. “Ik was vastberaden om hier goed te rijden. Na alle tegenslagen is het belangrijk om weer in gang te schieten. Als koerskapitein is het mijn rol om daar het voortouw in te nemen.”
Om zich optimaal voor te bereiden kneep hij vorige week in een wedstrijd eerder in de remmen en in de beginfase van de Kempen ging hij achterin het peloton zitten. “Normaal gesproken zit ik daar nooit. Renners vroegen aan me ‘Wat doe jij hier?”, maar het pakte goed uit.”
Na een attractieve koers wist Hooghiemster samen met Jeroen Meijers voorop te blijven. Door een lekke band van Meijers bleef de Fries alleen over. Met een sprintend peloton in de achtergrond kwam hij solo over de streep.
Voor de renners van Alecto CT staat volgende week met de Flèche du Sud de eerste rittenkoers van het seizoen op de planning. De vijf ritten tellende Luxemburgse koers dient als voorbereiding op de ZLM Tour. En de Nederlandse rittenkoers dient weer als opmaat naar het Nederlands kampioenschap wielrennen.
Rick Ottema in de lappenmand: “Mogelijk kan ik nog aan een naseizoen denken”

Rick Ottema – foto: Metec-TKH
Rick Ottema moest na een valpartij eind maart teleurgesteld de Tour de Normandie verlaten. Aanvankelijk leek de blessure van Ottema mee te vallen, maar inmiddels is de Groninger al bijna twee maanden uit koers. Mogelijk kampt de Metec-TKH-coureur met een slijmbeursontsteking. “Er is op advies van de teamarts besloten om een maand niet te fietsen. Mogelijk kan ik in augustus nog aan een naseizoen denken”, vertelt de coureur die vorig jaar nog de Topcompetitie op zijn naam schreef.
Vlekkeloos verliep het herstel van Ottema tot nu toe niet. “De eerste diagnose was een slijmbeursontsteking in de linkerknie, maar nadat de kortetermijnpretentie niet aan bleek te slaan, heb ik een MRI-scan aangevraagd om opties uit te sluiten. De MRI-scan gaf geen afwijkingen aan waardoor ik de training weer kon hervatten. Dit was echter de foute diagnose, want nu blijkt het toch mogelijk om een lokale slijmbeursontsteking te gaan”, aldus de balende Ottema. “Feit is dat ik alleen maar achteruit ga in plaats van vooruit.”
Bij Metec-TKH wordt de 26-jarige coureur gemist. “Rick is als koerskapitein erg belangrijk voor de ploeg, dus missen we hem ondanks onze goede resultaten toch”, zegt teammanager Michel Megens.
Bugter na Franse eindzege: “Winst vorige week gaf extra zetje”
Voor Luuc Bugter kan het niet op momenteel. De 25-jarige renner van BEAT Cycling Club wist zijn overwinning in de PWZ Zuidenveldtour een vervolg te geven met een rit- en eindzege in de Tour de l’Eure-et-Loir, een Franse 2.2-rittenkoers. “Ik ben super blij dat het er nu uit komt”, zegt hij tegen WielerFlits.
In de slotrit sloeg Bugter zijn slag, nadat de eerste twee ritten in massasprints waren geëindigd. “Daardoor waren de verschillen klein. In de laatste etappe moesten we volle bak koersen om in de kopgroep te raken. Pas na 55 kilometer reden we weg. Ik wilde het sowieso goed afsluiten en schoof mee om bonificatieseconden te pakken. Daarom was ik al blij dat ik mee zat en de eerste drie seconden greep. Toen kwamen nog twee renners aansluiten, met Maciej Paterski. We hebben met zijn vijven heel goed rondgedraaid.”

Luuc Bugter – foto: BEAT Cycling Club
Buiten Paterski waren het veel onbekenden voor Bugter. Toch wist hij snel op wie hij moest letten in de kopgroep. “De uiteindelijke nummer twee ging ook voor de tussensprints. Hij was wel snel voor een mogelijke eindsprint”, doelt Bugter op de Fransman Maxime Urruty. “Vanuit de auto hoorde ik in de finale wat de verschillen waren. Daardoor wist ik dat ik een grote kans had op de eindzege als ik de tussensprints en de eindsprint wist te winnen.”
“In de finale ging de voorsprong snel terug. We hebben niet gepokerd tot anderhalve kilometer van de meet. Ik besloot de laatste bochten op kop te rijden en het tempo hoog te houden. In de laatste rechte lijn kwamen Paterski en Urruty over mij heen, maar kon ik ze alsnog verslaan”, beschrijft Bugter. “Mijn zege van vorige week gaf mij het extra zetje vertrouwen, dat ik niet bang moest zijn.”
“Ik ben blij dat het uiteindelijk lukt. Dat ik alles win hier en dat het lukt in een etappekoers van drie dagen op een goed niveau. Dat moet ik vasthouden”, zegt de Arnhemmer, die komende week start in de GP Marcel Kint tussen de profs. “Dit geeft vertrouwen. Er komen nu een aantal UCI 1.1-koersen aan om kansen te pakken. Als een sterk blok mogen we daar naar uitkijken. Deze week neem ik wat gas terug om de vorm vast te houden. Zondag sta ik dan fris aan de start.”
Selectie BEAT Cycling Club voor de GP Marcel Kint (26 mei)
Martijn Budding
Luuc Bugter
Yves Coolen
Piotr Havik
Daan Hoeyberghs
Adam Lewis
Guillaume Seye
Guillaume Seye: “ProContinentale teams moeten bang voor ons zijn”
Guillaume Seye heeft zich afgelopen weekend in de kermiskoers van het Belgische Verrebroek getoond met een tweede plaats. De Belg gaat mee in de flow van zijn ploeggenoten van BEAT Cycling Club, die al diverse keren gewonnen hebben dit jaar. In Verrebroek was alleen Lawrence Naesen (Lotto Soudal) sneller. “Je mag mij wel feliciteren daarmee”, lacht Seye.
De prestatie in Verrebroek is een opsteker voor de nog maar 22-jarige Seye. “Ik ben in goede doen. Ik probeer nog vorm bij te krijgen richting de komende maand en hoop die door te trekken tot na het Belgisch kampioenschap. De hele ploeg is in goede doen en iedereen benadert of heeft zijn topvorm”, vertelt hij. Eerst rijdt Seye nog de kermiskoers in Ruddervooerde (woensdag 22 mei), voor hij begint aan een reeks Belgische koersen met onder meer de GP Marcel Kint, het Circuit de Wallonie en de Ronde van Limburg.

Seye op kop van het peloton – foto: Nassos Triantafyllou
In de Grote Prijs Marcel Kint weet Seye dat het voor BEAT opboksen is tegen de profploegen. “Dat is een sprinterskoers. De grote ploegen zullen het willen laten uitdraaien op een massasprint. Ik wacht nog op mijn taak, maar ik zal de koers hard moeten maken, of vanuit de vroege vlucht of in de finale. Eerst moeten we kijken hoe iedereen ervoor staat”, aldus de Oost-Vlaming.
Daarna volgen meer koersen waar Seye zich wil tonen. “We rijden onder meer de Ronde van Limburg, de Midden-Brabant Poort Omloop, Dwars door het Hageland, de Heistse Pijl en de Elfstedenronde. Die koersen zijn meer op mijn maat. Met deze vorm hoop ik daar iets uit de brand te kunnen slepen en BEAT op de kaart te kunnen zetten. Het doel is ook om mij daar te laten zien.”
Het voordeel voor Seye en BEAT is dat zij de profkoersen niet hoeven te dragen. “Wij moeten naar de rest kijken en profiteren van wat zij doen. Wij hebben totaal geen druk en kunnen de ProContinentale teams aan. Zij moeten bang voor ons zijn. Dat is ons doel voor de komende maand”, vertelt hij ambitieus. “Je merkt het nog niet tussen de WorldTour-renners, maar in UCI 1.2-koersen kijken ploegen wel naar ons. Je merkt dat andere teams daar op inspelen. Die waardering is heel mooi.”
Het volledige interview met Seye verschijnt deze week op WielerFlits.be.
“Hij deed nogal gevaarlijk in de sprint”

Havik haalt verhaal bij Van der Kooij – foto: Cor Vos
Een klein akkefietje in de Simac Omloop der Kempen. Volgens Yoeri Havik, die de sprint aantrok voor Wim Stroetinga (derde), reed Bas van der Kooij (tweede) een onnodig gevaarlijk sprint. “We begonnen de sprint langs de hekken aan de rechterkant, maar net voor de finish zat Wim bijna in het hek aan de linkerkant. Iemand zo de hekken in rijden kan gewoon niet”, aldus Havik. Volgens de sprinter is het niet de eerste keer dat Van der Kooij dit doet. “Dus ik dacht ik zal hem rustig uitleggen dat dit niet hoort”, grapt Havik.
Van der Kooij na akkefietje: “Stroetinga boos omdat ik hem klopte”
Volgens de ‘dader’ in het verhaal van Havik, zit het iets anders in elkaar dan de Vlasman-boys de situatie schetsen. “Yoeri en Wim Stroetinga vonden dat ik van mijn lijn af week en dat ik daardoor Stroetinga klem reed tussen de hekken. Naar mijn weten is diegene die de sprint aangaat degene die de lijn bepaalt, zeker als er nog geen renner naast zit. Dus met andere woorden: Stroetinga is boos omdat hij geklopt werd”, knipoogt de renner van Monkey Town-à Bloq.
Nieuwstips of opmerkingen?
Vooruitblik
Ronde de l’Isard U23 2019
In tegenstelling tot 2018, is er dit jaar geen voorbeschouwing op de Ronde de l’Isard U23 – de eerste zware rittenkoers in het beloftencircuit. De Franse koers speelt zich af in en rondom de Pyreneeën. In de laatste drie van de vier ritten zit er het nodige klimwerk, al eindigt er geen enkele etappe bergop. Wel zitten er enkele bekende cols in de route verwerkt, zoals de Col de Pailhères (derde rit) en de Col d’Agnes (vierde rit). In de eerste etappe is een massasprint niet ondenkbaar. De tweede rit kan vluchters in de kaart spelen, maar in de laatste twee etappes zullen de klassementsrenners en de klimmers aan het woord zijn.
De laatste drie edities van deze rittenkoers werden gewonnen door Bjorg Lambrecht (2016), Pavel Sivakov (2017) en Stephen Williams (2018). De Brit reed toen in Nederlandse dienst bij SEG Racing Academy. Dit jaar start de ploeg opnieuw als een van de kanshebbers op de eindzege, maar daarbij krijgt ze stevig concurrentie van Chambéry CF, Lotto Soudal U23, Uno-X, Groupama-FDJ U23 en Colpack. In totaal staan er vier Nederlandse U23-coureurs aan het vertrek. Dat zijn Thymen Arensman en Ide Schelling namens SEG Racing Academy, Kevin Inkelaar voor Groupama-FDJ U23 en Marc Mehagnoul namens UC Monaco.
Riders to watch voor het klassement
Tiago Antunes (SEG Racing Academy)
Thymen Arensman (SEG Racing Academy)
Alexander Evans (SEG Racing Academy)
Clément Champoussin (Chambéry CF)
Matteo Jorgenson (Chambéry CF)
Julian Mertens (Lotto Soudal U23)
Ilan Van Wilder (Lotto Soudal U23)
Thomas Vereecken (Lotto Soudal U23)
Viktor Verschaeve (Lotto Soudal U23)
Torjus Sleen (Uno-X)
Andreas Leknessund (Uno-X)
Kevin Inkelaar (Groupama-FDJ U23)
Théo Nonnez (Groupama-FDJ U23)
Cristian Scaroni (Groupama-FDJ U23)
Andrea Bagioli (Colpack)
Alessandro Covi (Colpack)
Théo Delacroix (CC Etupes)
Fabien Rondeau (CR4C Roanne)
Favorieten volgens WielerFlits
**** Julian Mertens
*** Andreas Leknessund, Cristian Scaroni
** Clément Champoussin, Tiago Antunes, Kevin Inkelaar
* Thymen Arensman, Andrea Bagioli, Matteo Jorgenson, Viktor Verschaeve
Deelnemerslijst (FirstCycling)
Website organisatie
Rick Pluimers (18): “Ik heb geen idee waarom het zo goed gaat”

Pluimers op het WK U19 in Innsbruck – foto: Cor Vos
Als ploegwatcher een van de teams volgen, maakt het makkelijker om sneller goede prestaties te ontdekken. Zo valt het nu sneller op dat Rick Pluimers aan een uitstekend eerste half jaar bezig is als belofte. De 18-jarige renner uit het Twentse wielerdorp Enter (geboorteplaats van Maurits en Steven Lammertink en Hennie en Tom Stamsnijder) slechtste resultaat is een 33ste plek in de Ton Dolmans Trofee uit de Topcompetitie. De eerstejaars HBO Werktuigbouwkunde-student doet zijn verhaal bij WielerFlits.
Pluimers komt uit een echt wielernest. Diens opa Johan was een verdienstelijk amateur; vader en moeder leerden elkaar nota bene kennen via wielervereniging De Zwaluwen uit Almelo. De wielerkoorts kreeg ook snel Rick in zijn macht. Tijdens zijn tiende levensjaar reed hij zijn eerste wedstrijdjes. Inmiddels is Pluimers eerstejaars belofte en rijdt hij voor Monkey Town-à Bloq, dat hem de vorige zomer al benaderde. “Ik heb ook nog een test gedaan bij SEG Racing Academy, maar zij wilden geen eerstejaars aannemen afgelopen winter.”
En dus koerst hij dit jaar onder de vleugels van Paul Tabak. Wie de uitslagen van Pluimers erbij pakt, ziet dat hij in diverse nationale koersen vooraan meedoet. Zo werd hij al dertiende in de Ster van Zwolle, vijftiende in de GP Tombroek en veertiende in de Arjaan de Schipper Trofee (voorheen ZLM Tour U23). Niet slecht voor een eerstejaarsbelofte uit december, die daardoor eigenlijk altijd tegen oudere leeftijdsgenoten fietst. Vorig jaar toonde hij bij de junioren aan ook goed mee te kunnen in zwaardere etappekoersen.
“Ik ben zelf ook nog zoekende naar wat voor renner ik ben”, legt Pluimers uit. “In waaiers kan ik me goed redden. Maar als ik eerlijk ben, ben ik iemand die gemaakt is voor wedstrijden met het Ardennenprofiel. Dat vind ik ook het leukst, met een oplopende eindspurt. Dan krijg je een krachtsprint en dat ligt me wel. Ik ben geen Coen Vermeltfoort of Bas van der Kooij, die echt massasprints kunnen winnen. Maar voor de top-10 doe ik zeker mee. En in de zwaardere koersen kan ik het dan met mijn snelle benen wel sneller afmaken.”
Renners uit zijn ploeg en ook andere insiders in het wielrennen roemen het koersinzicht van Pluimers op jonge leeftijd. “Dat is denk ik wel een van mijn sterke punten. Ik ben niet een pure hardrijder, maar ik zit wel altijd mee op de momenten waarop het gebeurt. Dat heb ik vanaf de jeugd al, eigenlijk. Ik weet niet hoe ik dat precies heb ontwikkeld, ik denk dat het instinct is. Ook krijg ik vaak tips van mijn vader, wanneer ik wel en niet moet springen bijvoorbeeld. Na de wedstrijden analyseren we samen de koers. Vaak zitten we op één lijn.”
Toch verklaart dat niet waarom hij de overstap van de junioren naar de beloften makkelijk verteerd. “Ik weet ook niet precies hoe dat kan. Ik had verwacht dat als je bij de junioren goed kan meedoen, dat je dan bij de beloftekoersen zou moeten kunnen uitrijden. Maar ik had niet verwacht dat ik nu al zo veel top 20-plekken kon noteren. In het begin was ik bang voor de afstand, want wedstrijden op dit niveau duren een uur langer dan dat ik ze gewend was. Maar ik heb nog niet heel veel moeite gehad om de afstanden te overbruggen.”
Is daarmee een nieuw Nederlands talent geboren? “Het is mijn droom om een profcarrière uit te bouwen. Volgend jaar kan ik misschien een mooie stap maken. En van daaruit probeer ik door te groeien. Ik blijf sowieso nog een jaar Continental-renner. Misschien komt er nog iets anders moois, maar dat weet ik nog niet precies. Dat kan een ander opleidingsteam zijn, maar ook Monkey Town-à Bloq. Ik denk niet dat ze ontevreden zijn en dat ze me graag willen houden. We zien wel hoe het loopt”, laat Pluimers de kerk middenin het dorp staan.
Sven Burger moet pas op de plaats maken door knieblessure

foto: Petros Gkotsis
Het zit Sven Burger tot op heden niet mee. De gisteren (woensdag) jarige renner maakte afgelopen winter de overstap van het Oostenrijkse Continental-team Tirol naar SEG Racing Academy. Tot op heden reed de jongeling echter nog geen enkele koers in het paars-roze. Dat heeft alles te maken met een hardnekkige knieblessure die hem al heel het seizoen parten speelt.
“Ik heb nu al drie maanden last van een knieblessure”, schrijft Burger op Twitter. “Alle behandelingen die ik tot nu toe heb ondergaan, hebben niet gewerkt zoals we hoopten. Net toen het beter ging, kreeg ik te maken met een terugval en keerde de pijn terug. Het is erg frustrerend dat ik niet kan fietsen. Maar ik probeer positief te blijven en mik op een comeback in het najaar.”
Selecties SEG Racing Academy voor Franse koersen

Arensman hoopt te scoren in l’Isard – foto: Petros Gkotsis
Ronde de l’Isard – 2.2U (23 tot en met 26 mei)
Tiago Antunes
Thymen Arensman
Alexander Evans
Kaden Groves
Adam Hartley
Ide Schelling
A Travers les Hauts de France – 2.2 (24 tot en met 26 mei)
Alberto Dainese
Daan Hoole
Marten Kooistra
Jordi Meeus
Barnabás Peák
Georgios Stavrakakis
Nieuwe renner in aantocht bij Alecto CT
Vorige week brachten we het nieuws dat Alecto CT de zoektocht is gestart naar een nieuwe renner. Die zoektocht lijkt voorspoedig te verlopen, want de ploeg zal vermoedelijk volgende week al met nieuws naar buiten treden.
Ploegwatchers
Alecto – Maxim Horssels
BEAT – Nick Doup
Metec-TKH – Julian Dubbeld
Monkey Town-à Bloc – Youri IJnsen
SEG Racing Academy – Youri IJnsen
Vlasman CT – Maxim Horssels
Nieuwstips: [email protected]
2 Reacties
Ongeacht wat er echt gebeurde in die sprint; Als de snelste sprint van Nederland aka de Stroet op zo’n manier in het nieuws komt, ben ik altijd geneigd om de andere partij gelijk te geven
Altijd weer een interessante rubriek.