Tomas Van Den Spiegel verdedigt betaalmuur en kijkt vooruit: “Jongeren zoeken andere sportbeleving”
foto: Fotopersburo Cor Vos
Niels Bastiaens
vrijdag 21 november 2025 om 10:00

Tomas Van Den Spiegel verdedigt betaalmuur en kijkt vooruit: “Jongeren zoeken andere sportbeleving”

Interview “Als we in 2040 niet enkel nog in Vlaanderen en een beetje in Nederland willen crossen, dan moeten we nu durven schakelen. Het lijkt erop dat we intussen op de goede weg zijn”, vertelde Flanders Classics-CEO Tomas Van Den Spiegel eerder deze week aan onze website. Zijn bedrijf investeert – als organisator van de Telenet Superprestige en Wereldbeker – veel in de veldritsport, maar hoe gaan ze zorgen dat die inspanningen renderen op lange termijn?

In deel 1 van dit interview schetste Van Den Spiegel hoe de internationale plannen die de UCI en Flanders Classics met de Wereldbeker hebben, nauwgezet aansluiten op de olympische ambities van de sport en de plannen van de UCI om de punten die crossers behalen in het veld, te laten meetellen in de UCI-ranking op de weg. De partijen willen daarmee de sport internationaliseren en populariseren, maar dat vraagt ook om andere vernieuwingen.

Een verandering die op het eerste gezicht lijnrecht tegen die ambitie lijkt in te gaan, is het invoeren van een betaalmuur in België. Vorige winter moesten Belgische kijkers al voor een handvol crossen betalen, nu zitten ruim de helft van de veldritten achter de betaalmuur bij Telenet Play Sports en Proximus Pickx. Iets wat bij onze reageerders, maar ook bij een aantal prominente crossploegen, bezorgde berichten teweegbracht. Maar volgens Van Den Spiegel spelen ze juist in op de vraag van de consument. Veel heeft volgens de gerenommeerde CEO onder andere te maken met de demografie van de veldritkijker en het feit dat klassieke kijkcijfers ondergeschikt zijn geworden aan engagement en het aantal ‘eyeballs’.

Was die beslissing dan écht noodzakelijk?
“Voor alle duidelijkheid: het was niet aan ons om te beslissen of die crossen nu achter de betaalmuur zouden komen of niet, maar we hebben daar wel met de zenders over overlegd. Ik snap de kritiek enerzijds, maar we mogen ons ook niet blindstaren. We zitten met het feit dat het kijkgedrag enorm veranderd is. Dat mis ik een beetje in alle berichtgeving. Niet alleen de jeugd, maar alle mensen consumeren sport op een andere manier dan 15 of zelfs 10 jaar geleden.”

Telenet zendt de meeste crossen uit – foto: Fotopersburo Cor Vos

“Lineaire televisie wordt wel degelijk nog bekeken, maar de Netflix-en van deze wereld en andere multi-platformen winnen aan belang. Mensen kijken niet alleen maar via live-uitzendingen, maar via highlights, ‘behind the scenes’-content en interactieve formats. Dat is een heel andere beleving van sport. Wij proberen daarin mee te gaan, maar als je dingen verandert in een conservatieve sport als het veldrijden, dan zie je dat daar toch wel wat om te doen is.”

Maar die verandering gaat toch maar voor een deel van het publiek op. De trouwe, misschien iets oudere fan van het veldrijden wordt misschien in de kou gezet.
“Het is een zoektocht naar evenwicht en voor elk wat wils. Wij weten – en dat is ook door cijfers onderbouwd – dat het lineaire kijkerspubliek inderdaad een ouder publiek is. Jongeren kijken daarentegen niet meer naar hele lange live-uitzendingen, maar ze zoeken naar een meer geëngageerde vorm van sportbeleving.”

“Dat zorgt ervoor dat het meest commercieel interessante publiek voor heel veel merken, waaronder dus zenders zoals Telenet en Proximus, zich niet meer in de free-to-air-omgeving, maar wel bij die multi-platformen bevindt. We moeten daarom op zoek naar een model waarbij we een mix brengen van die twee.”

En toch: als jullie die crossen op Sporza brengen, hebben jullie toch een groter kijkerspubliek?
“We zitten in Vlaanderen met een heel sterke sportzender, ja. Maar ik blijf erbij dat we niet blind mogen zijn voor wat er allemaal aan het veranderen is. Enkel nog de klassieke kijkcijfers hanteren als waardemeter zou een grote fout zijn. En we zien in de eerste data van de voorbije weken dat het zeker werkt. Dat we veel mensen bereiken, maar op een heel andere, en vaak meer geëngageerde, manier. We zetten ook heel veel in op content voor de socials, highlights en re-runs en wie live kijkt, kijkt ook langer.”

“Iedereen die de crossen achter de paywall mist, kan die nadien trouwens ook in een uitgebreide samenvatting bekijken bij de VRT of als integrale herhaling op open net bij Telenet en Proximus. Dat is volgens mij een gezonde mix. Dat zie je trouwens in heel veel sporten. Het voetbal zit al sinds de jaren 90 achter de betaalmuur in België. De wereld is nu nog meer aan het veranderen en op een bepaald moment moet dat ook voor het veldrijden het geval zijn, denk ik. Dat is een stukje ‘sign of the times’.”

Van Den Spiegel wil een jonger publiek aantrekken- foto: Fotopersburo Cor Vos

Met wel het verschil dat het veldrijden een kleinere sport is.
“Dat is zo, maar toch zien we geen dalend bereik en we merken dat de mensen van Telenet en Proximus heel tevreden zijn over hun cijfers. Het kost soms wel wat moeite en de veldritfan is heel verwend. Maar binnen die nieuwe contouren is het veldrijden nog altijd heel goed te volgen.”

Je zei daarnet dat jullie inzetten op het bedienen van de jeugd. Waarom is dat zo belangrijk?
“De sportwereld evolueert iedere dag en je krijgt steeds meer concurrentie uit onverwachtse hoek. Als sportbedrijf zijn we altijd zoekende. Als je ziet hoe veel nieuwe sporten er ieder jaar bijkomen, niet alleen op de Olympische Spelen maar in de breedste zin van het woord, dan schrik je soms waar vandaag interesse voor is en waar die jongeren naar kijken. Wij moeten zorgen dat we als veldrijden, maar ook als wegwielrennen, onze plaats kunnen vasthouden en dat we mee zijn.”

“Daarom zetten we heel hard in op socials, denken we na over andere formats en proberen we voor elk wat wils aan te bieden. Het is juist omdat we denken op lange termijn, dat we die beslissingen nemen. Dat wordt soms verkeerd gepercipieerd.”

Heb je het gevoel dat dat jongerenpubliek al in de cross geïnteresseerd is, of is het hopen dat je juist door die strategieën die mensen zal kunnen aantrekken?
“We hebben daar data over. Het is interessant om te zien dat het veldritpubliek de laatste jaren steeds jonger is geworden. Het livepubliek dat naar de Wereldbeker is komen kijken ter plaatse, bedoel ik dan. De voorbije jaren ging die gemiddelde leeftijd met een of twee jaar naar beneden. Het zit nu op eind dertig, een paar jaar geleden nog begin veertig. Dat is goed om te zien.”

Komen die mensen ook met een andere reden naar de cross?
“Die daling in leeftijd heeft ertoe geleid dat de cross wat gezelliger en inclusiever is geworden, ja. En minder feest en folklore. We zien heel veel families op bepaalde veldritten en dat is waar we naar streven. Een groot feest voor alle leeftijden. We hebben heel veel idolen in het veldrijden rondlopen die benaderbaar zijn. Ook voor de jeugd. We moeten ervoor zorgen dat het zo blijft. Dat ouders niet denken: oei, we moeten thuis blijven door een bepaald publiek.”

Tomas Van Den Spiegel, CEO van Flanders Classics – foto: Fotopersburo Cor Vos

Er komt geregeld kritiek op jullie vernieuwingen, zoals de betaalmuur maar ook de invulling van de Wereldbeker. Hoe gaan jullie daarmee om?
“Ik ga er vanuit dat iedereen het beste wil voor het veldrijden en in het algemeen belang van de sport handelt. Dat doen wij ook: niet alleen in ons belang, maar in dat van alle stakeholders. Als we erin zouden slagen om niet alleen op korte termijn te denken – en dat lukt niet iedereen – dan komen we al veel verder. Maar te vaak is het: hoeveel mensen hebben er naar ‘mijn’ cross gekeken op tv, of hoeveel mensen komen naar onze wedstrijd? We moeten meer in het algemeen belang van de sport denken.”

Die uitleg doet een beetje denken naar wat men wilde realiseren met One Cycling op de weg, waarbij iedereen ook aan hetzelfde zeil moet trekken. We maken even het bruggetje: waarom is dat er nog niet van gekomen?
“Ik denk dat de geesten wel gerijpt zijn. De voorbije maanden en jaren is er daarrond heel hard gewerkt, nu is het daar wat stiller rond. Maar ik denk dat iedereen het erover eens is dat er in de toekomst hoe dan ook iets zal wijzigen aan de wegkalender. En dat, als het wielrennen zijn globale potentieel op een bepaald moment zal willen bereiken, we veranderingen moeten doorvoeren. Dat kan alleen maar als alle stakeholders aan hetzelfde zeil trekken.”

Was dat ook het geval?
“De UCI moet sowieso onderdeel zijn van het het verhaal, maar je kan ook niet rond het feit dat ASO een belangrijke speler is. Kijk, ik ben vol vertrouwen dat het plan niet voor altijd in de koelkast zit. Er komt een moment aan dat we niet anders zullen kunnen. Wat dat betreft zie ik inderdaad wel een beetje dezelfde uitdaging als bij de cross.”

“Namelijk: hoe zorgen we er als wielrennen en veldrijden voor dat, ondanks alle concurrentie die we vandaag hebben van andere sporten en andere en interessante vormen van entertainment, we toch gaan meetellen in de toekomst? Dan kunnen we misschien ooit een fractie zijn van de Formule 1. Dat zal nog niet in 2026 zijn, dat was altijd al heel optimistisch, maar hopelijk wel daarna.”

Bekijk ook deel 1 van dit interview met Tomas Van Den Spiegel

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.